Genotypering kan secundaire preventie na herseninfarct verbeteren
Plaats een reactieGenotypering kan het effect van kortdurende duale plaatjesremming op secundaire preventie na een TIA of niet-invaliderend herseninfarct verbeteren. Dat schrijven Yongjun Wang en collega’s in NEJM.
Een kortdurende behandeling met duale plaatjesremming via clopidogrel plus aspirine is een optie als secundaire preventie na een TIA of niet-invaliderend herseninfarct. Maar een deel van de patiënten is drager van een genetische variant waardoor het leverenzym CYP2C19 clopidogrel niet goed omzet naar de actieve metaboliet ervan. Deze genetische variant komt voor bij ruim de helft van de Aziatische en een kwart van de westerse bevolking.
De onderzoekers vergeleken clopidogrel en aspirine met ticagrelor en aspirine als secundaire preventie na een TIA of niet-invaliderend herseninfarct bij Chinezen met de betreffende genetische variant. Ticagrelor hoeft niet eerst naar een actieve metaboliet omgezet te worden. Uit deze gerandomiseerde, dubbelblinde studie bleek dat een hersenberoerte optrad bij 191 patiënten uit de ticagrelorgroep (6%) en bij 243 uit de clopidogrelgroep (7,6%) in de negentig dagen na een voorgaande TIA of niet-invaliderend herseninfarct. Wel kwamen milde bloedingen vaker voor in de ticagrelorgroep.
In een reactie schrijft de Amerikaanse neuroloog Steven Feske dat genotypering voor duale plaatjesremming een interessante ontwikkeling is om de secundaire preventie van herseninfarcten verder te verbeteren. Toch blijft Feske achter met enkele onbeantwoorde vragen, zo schrijft hij. Mogelijk is ticagrelor sowieso een effectievere plaatjesremmer, ongeacht het genetische profiel van de patiënt? Bovendien lijkt clopidogrel met aspirine het in deze Chinese studie even goed te doen als in de voorloper ervan, een studie waarin ook patiënten zaten die clopidogrel normaal konden metaboliseren
Lees ook
- Er zijn nog geen reacties
