Geldschieters beïnvloeden publicatie – aldus een enquête
Plaats een reactieBijna één op de vijf geënquêteerde auteurs van gedragsinterventiestudies zegt dat de geldschieter heeft geprobeerd om publicatie van de bevindingen te beïnvloeden. Dat schrijven Sam McCrabb en collega’s in Plos One.
Via 42 reviewartikelen uit de Cochrane-database vonden de onderzoekers verwijzingen naar 208 primaire preventiestudies gericht op voeding, sport, seksuele gezondheid, roken, alcohol of het gebruik van andere middelen. Ze stuurden per studie één van de auteurs, van wie de meeste uit Noord-Amerika en Europa kwamen, een enquête met vragen over beïnvloedingspogingen door de geldschieter (sponsor).
Overheidsorganisaties
50 procent van de benaderde auteurs reageerde. 18 procent gaf aan dat zich ten minste één van de zeven beïnvloedingspogingen had voorgedaan. De meestgenoemde poging ging over terughoudendheid bij de sponsor om ‘ongunstige’ uitkomsten te publiceren. Daarna volgden andersoortige pogingen: publicatie uitstellen tot een ‘gunstiger’ moment, resultaten in lijn brengen met de sponsorbelangen, ongunstige resultaten helemaal niet publiceren of niet onder de aandacht brengen van partijen die baat bij de gedragsinterventie kunnen hebben. Ook gaven de respondenten aan dat de sponsor onderzoekers in diskrediet probeerden te brengen of veranderingen van methode of analyse eisten om de resultaten in overeenstemming te brengen met de sponsorbelangen. Opmerkelijk genoeg bleek uit dit enquêteonderzoek dat overheidsorganisaties het vaakst over de schreef gingen. Industrie en filantropische organisaties werden niet door de respondenten genoemd.
Steekproef
Bij een enquête is het altijd de vraag hoe representatief de steekproef is. Zo benaderden de onderzoekers bijvoorbeeld geen auteurs van studies die de publicatiemijlpaal nooit bereikten. Bovendien is het gissen naar de ervaringen van degenen die niet reageerden. Als alle non-responders ten minst één of juist allemaal geen beïnvloedingspogingen zouden rapporteren, dan zou het percentage niet 18 procent zijn, maar minimaal 9 en maximaal 59 procent.
DOI: 10.1371/journal.pone.0255704
Lees ook- Er zijn nog geen reacties