‘Elk weekend loop je visite’
Plaats een reactieEind 1969. Mijn coschappen in volle gang. Wat zou ik gaan doen? Chirurgie trok me en ik ging een weekend logeren bij een familielid van mijn echtgenote in spe. Hij was chirurg in een flink, niet-opleidingsziekenhuis en met hem had ik het zaterdagavond over mijn keus.
Zondagmorgen zei hij: ‘Ik ga visite lopen. Kom mee.’
‘Graag. Hebt u dienst dan?
Hij draaide zich om en keek me aan over zijn bril: ‘Elk weekend loop je visite. In het ziekenhuis kreeg ik een witte jas en we liepen langs de bedden. Met elke patiënt maakte hij een praatje. Over hoe het ging en zo. Maar niet over de behandeling.
‘Je moet je maat die dienst heeft niet voor de voeten lopen’, zei hij desgevraagd. ‘Als er wat is, laat ik het hem wel weten. Eén kapitein.’
Er werd geopereerd op de ok. Wij erheen. Hij stak zijn hoofd om de deur en riep:
‘Ben je aan ’t doen? Iets leuks?’
‘Ja, open patellafractuur.’
‘Gaat het goed?’
‘Wat dacht je?’
‘Nou, succes dan maar!’
Bij die wereld wilde ik wel horen. Daar zou ik op mijn plek zitten. Zo’n dokter wilde ik wel worden. Ik ging solliciteren.
dr. Eduard Veldhuis, chirurg niet-praktiserend, Groningen
lees ook- Er zijn nog geen reacties