Laatste nieuws
Marcel Levi
Marcel Levi
2 minuten leestijd
Column

Doctor who?

3 reacties

In Engelse ziekenhuizen heb je twee soorten dokters: consultants (medisch specialisten) en junior doctors. De laatsen zijn vergelijkbaar met arts-assistenten in Nederland maar er zijn ook significante verschillen. Zowel de opleiding tot arts als de specialistenopleiding duurt langer dan in Nederland.

Na drie jaar college (met afstudeerrichtingen zo variabel als organische chemie, literatuur, fysica of filosofie) begint vier jaar medical school, met soms een extra intercalated jaar voor het doen van een researchproject. Dit wordt dan gevolgd door twee jaar klinische praktijk (conform onze coschappen). Vervolgens duurt de specialisatie al snel acht jaar, bij elkaar dus een opleidingsduur van achttien jaar. Waar komt toch het sprookje vandaan dat Nederlandse arts- en vervolgopleidingen langer zijn dan elders in Europa?

Hoe dan ook, met die lange studieduur is er weinig junior aan de junior doctors, want velen van hen zijn al dik in de 30 en hebben ruime academische en medische ervaring. Het wordt nog erger als je bedenkt dat na voltooiing van de specialistenopleiding je nog steeds geen consultant bent. Dat is pas als je officieel bent aangenomen – na een intensieve sollicitatieprocedure – als consultant in een ziekenhuis, en dat gebeurt soms pas jaren na het afronden van de opleiding. In de tussentijd blijf je werken in de junior doctor-groep als ‘postspecialisatiefellow’. De junior doctors met wie ik als consultant werk zijn – naar Nederlandse maatstaven – vaak ruim ervaren jonge medisch specialisten. Het is tamelijk gênant deze collega’s junior doctor te blijven noemen.

Voor patiënten is dit alles ook verwarrend. Ze realiseren zich niet dat hun junior doctor eigenlijk al een ervaren specialist is en eisen – zeker in het klassenbewuste Engeland – een echte consultant te zien.

In Nederland is het trouwens ook nauwelijks duidelijk voor de patiënt of de witte jas die aan het bed verschijnt nou een specialist is of een jonge assistent of nog iets anders. Voor veel oudere patiënten is nog steeds (en wellicht om het overzichtelijk te houden) de in wit uniform gestoken vrouwelijke medewerker per definitie een ‘zuster’ en alles wat mannelijk wit is een dokter, al is het een medisch student.

We doen er zelf ook verdraaid weinig aan om duidelijk te maken met wie de patiënt te maken heeft. Onze ziekenhuisbadges tonen met grote letters de naam van het ziekenhuis, een pasfoto (hoe zinvol is dat?) en voor patiënten onleesbaar de naam, laat staan de functie, van de badgedrager. Door de wol geverfde patiënten kunnen alleen aan de vulling van de jaszakken (coassistenten héél vol) uitmaken wat de rang is van de drager van de witte jas. Waarom maken we het niet makkelijker voor patiënten om te begrijpen wie er aan hun bed staat – zoals verpleegkundigen vaak al doen – met een gekleurde kraag of zoom van de mouw van de witte jas? Ook zouden patiënten gebaat zijn met meer overzichtelijke functienamen van dokters. Zo zegt ‘student in opleiding tot arts’ meer dan coassistent en is ‘arts in opleiding tot specialist’ duidelijker dan arts-assistent.

Patiënten hebben er recht op om te weten met wie ze te maken hebben en dat betreft zowel de naam als de functie van de hulpverlener.

download deze column (pdf)

  • Marcel Levi

    Marcel Levi is internist, voorzitter van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) en hoogleraar geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • menno oosterhoff

    psychiater, Thesinge

    Helemaal eens met het pleidooi voor begrijpelijke namen van functies. In Nederland is het begrip semi-arts weer van stal gehaald. Dat suggereert bij mij iemand, die doet alsof hij arts is. Student in opleiding tot arts zou kunnen. Als ik vraag of het... goed is dat een co-assistent bij het gesprek is dan introduceer ik haar/hem als een jonge collega, die bijna dokter is. Dat herinnerde ik me van mijn eigen co-tijd als de prettigste introduktie.

  • menno oosterhoff

    psychiater, Thesinge

    Helemaal eens met het pleidooi voor begrijpelijke namen van functies. In Nederland is het begrip semi-arts weer van stal gehaald. Dat suggereert bij mij iemand, die doet alsof hij arts is. Student in opleiding tot arts zou kunnen. Als ik vraag of het... goed is dat een co-assistent bij het gesprek is dan introduceer ik haar/hem als een jonge collega, die bijna dokter is. Dat herinnerde ik me van mijn eigen co-tijd als de prettigste introduktie.

  • Debora van Urk

    Student, Delft

    Verduidelijking van functies lijkt me inderdaad fijn voor zowel patiënten als bijv. co-assistenten die net beginnen. Maar beschrijft u aan het begin van uw column niet het Amerikaanse systeem i.p.v. het Engelse waarin een geneeskundestudie 5 of 6 jaa...r duurt voor de foundation years?

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.