Laatste nieuws
Wetenschap

Bagatelliseer miskraam niet

Plaats een reactie
Robin Utrecht - ANP foto

Er zou meer wetenschappelijke aandacht aan miskramen mogen worden besteed, zegt gynaecoloog Mariëtte Goddijn (Amsterdam UMC). Bijvoorbeeld om de kans op een volgende, voldragen zwangerschap beter te kunnen voorspellen. En te vergroten.

Eigenlijk is niet goed bekend hoeveel zwangerschappen in een miskraam eindigen, lang niet altijd meldden vrouwen zich nadien bij een arts. En registratie vindt vervolgens ook niet altijd plaats. Maar naar schatting maakt één op de tien vrouwen het tijdens het leven mee. Een deel van hen zelfs meermaals. Gynaecoloog Mariëtte Goddijn, hoogleraar voortplantingsgeneeskunde aan het Amsterdam UMC, houdt zich al jaren bezig met het onderwerp en zegt dat het belangrijkste advies voor artsen is: ‘Niet bagatelliseren. Vrouwen willen van hun arts horen dat die weet hoe ingrijpend een miskraam kan zijn. Ze hoeven echt niet allemaal professionele hulp bij de verwerking, maar de erkenning van de impact is belangrijk weten we uit patiëntonderzoek.’

Goddijn schreef mee aan twee van een serie artikelen in The Lancet, waarin experts van over de hele wereld beschrijven wat er op dit moment bekend is over oorzakelijke factoren van (meerdere) miskramen, mogelijkheden om deze te voorkomen en wat een verstandige en haalbare aanpak zou kunnen zijn bij vrouwen die meerdere miskramen krijgen. In de serie is veel aandacht voor de problematiek in minder rijke landen, waar prangender gezondheidsthema’s nogal eens voorrang krijgen boven miskramen. Terwijl in verschillende delen van de wereld vrouwen daar juist meer te lijden van hebben, bijvoorbeeld door lager aanzien als zij weinig of geen kinderen kunnen krijgen.

Maar ook in Nederland valt nog genoeg te verbeteren, zegt Goddijn: ‘Wat mij betreft heeft het ontwikkelen van een predictiemodel de voorrang. Een dynamisch voorspelmodel, waarmee we vrouwen die een miskraam hebben doorgemaakt aan de hand van risicofactoren een inschatting kunnen geven van de kans op een volgende, voldragen zwangerschap. We weten daar wel iets van, namelijk dat de kans daarop groot is. Nu geven we een grove schatting op basis van eerdere miskramen en de leeftijd van de vrouw, maar je zou veel meer op maat een prognose en behandeladvies willen geven.’ Idealiter zou je daarvoor een miskraamregistratie opzetten, analoog aan bijvoorbeeld Perined. Goddijn: ‘Maar dat vereist heel veel inzet en ik verwacht dat we dergelijke kennis voor een predictiemodel ook vanuit onderliggende data van miskraamspreekuren kunnen halen. Daar moeten we goed onderzoek naar opzetten.’

Kans wordt nooit nul

Eén van de artikelen is gewijd aan herhaalde miskramen. Hierin staat onder meer een tabel waarin staat welke onderzoeken kunnen worden ingezet om te achterhalen wat de oorzaak van herhaalde miskramen zijn, en of behandeling mogelijk is. Wat dat laatste betreft: ‘Alleen voor antifosfolipide antilichamen, hypothyreoïdie en bloedverlies vroeg in de zwangerschap zijn er meer of minder effectieve behandelingen bekend, die de kans op een miskraam verkleinen (respectievelijk: een combinatie van aspirine en heparine, levothyroxine en vaginale toediening van progesteron in het eerste trimester). De kans zal nooit nul worden: we weten dat de helft van de miskramen komt door chromosomale afwijkingen van het embryo en daar zullen we in de nabije toekomst niets aan veranderen. Maar in subcategorieën valt er winst te behalen.’

Daarvoor zou het volgens Goddijn nodig zijn om meer inzicht te krijgen in biologische processen rondom de bevruchting en de zwangerschap. Daarnaast kan er winst worden behaald met verbeteringen op het gebied van de lifestyle. En: ‘Niet te laat kinderen krijgen. Het klinkt paternalistisch, en de omstandigheden moeten het toelaten, maar het is nu eenmaal zo dat vrouwen die tussen de 20 en 35 jaar kinderen krijgen, het minste te maken krijgen met allerlei problemen rondom vruchtbaarheid, miskramen en zwangerschap.’

Lees ook

Nieuws Wetenschap gynaecologie obstetrie
  • Sophie Broersen

    Sophie Broersen was journalist bij Medisch Contact van 2008 tot 2021. Na haar studie geneeskunde en huisartsopleiding ging zij als journalist aan de slag. Bij Medisch Contact schreef zij over geneeskunde en zorg in de volle breedte: van wetenschap tot werkvloer, van arts-patiëntrelatie tot zorg over de grens. Samen met de juristen van de KNMG becommentarieerde zij tuchtzaken. Na haar journalistieke carrière is zij in 2021 weer als arts gaan werken.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.