Laatste nieuws
Judith Polak
3 minuten leestijd
Wetenschap

Anorexia en OCS genetisch verwant

1 reactie
Getty Images
Getty Images

Het genoom van patiënten met anorexia nervosa heeft veel overlap met dat van obsessief-compulsieve stoornis (OCS) en is genetisch gecorreleerd aan bepaalde metabole kenmerken, zoals verlaagde insulineresistentie en een laag vetpercentage. Deze bevindingen deden Hunna J. Watson e.a., in een genoombrede associatiestudie (GWAS) onder 16.992 anorexiapatiënten en 55.525 controles, die onlangs in Nature Genetics verscheen.

Nooit eerder onderzochten de onderzoekers het genoom van zoveel anorexiapatiënten en controles.  

Zo vonden zij in deze GWAS acht loci, waarmee genen zijn geassocieerd die in het brein van anorexiapatiënten tot uiting komen. Hiermee is aangetoond dat de pathofysiologie van anorexia nervosa anatomisch deels tot de hersenen terug te brengen is. Volgens coauteur Jurjen Luykx, psychiater-onderzoeker aan het UMC Utrecht hersencentrum en opleider bij GGNet, zijn deze bevindingen echter niet de belangrijkste van het onderzoek. ‘Als we in de toekomst het genoom van 40 duizend patiënten onderzoeken vinden we mogelijk een groter aantal loci die licht verschillen van de loci die nu zijn gevonden.’

Relevanter is dat de onderzoekers hebben aangetoond dat het genoom van anorexia nervosa overeenkomt met dat van OCS. De overlap is veel groter dan met andere psychiatrische stoornissen. Luykx: ‘Anorexiapatiënten hebben vaak depressieve klachten en een vlak affect. Daarom werd lang een verband gezocht met depressieve stoornissen. Nu blijkt dat anorexia nervosa genetisch veel meer lijkt op OCS. Klinisch bestond dit vermoeden al, gezien de overmatige controlebehoefte en dwanghandelingen van anorexiapatiënten. Er is nu biologisch bewijs dat deze gedragingen meer passen bij anorexia nervosa dan de affectieve symptomen.’

Daarnaast zijn er negatieve genetische correlaties gevonden tussen anorexia nervosa en metabole factoren zoals vetmassa, vetvrije massa, BMI, obesitas, type-II-diabetes, leptine en insulinespiegels en -resistentie; en positieve genetische correlaties met HDL-cholesterol en lichaamsactiviteit. Dit betekent bijvoorbeeld dat pathways die leiden tot een hoge lichaamsactiviteit of een laag BMI lijken op de pathways die leiden tot anorexia nervosa. Anorexiapatiënten blijken dus een intrinsieke, genetisch bepaalde behoefte tot bewegen en meer genetische aanleg voor ondergewicht te hebben.

Luykx: ‘Lang is in het duister getast wat anorexia nervosa precies is en tot welk psychiatrisch spectrum het behoort. Bekend was al dat 50 à 60 procent van het ziektebeeld door genen en 40 à 50 procent door omgevingsfactoren wordt bepaald. De genetische component is nu deels opgehelderd.’

Deze kennis over de gelijkenissen met OCS en de correlaties met metabole factoren biedt ruimte voor een andere benadering van patiënten en familie. Luykx hoopt dat de stigmatisering van de ziekte bij medisch personeel en in de algemene bevolking vermindert. ‘Gedachten dat patiënten vanuit een eigenwijs karakter of een slechte opvoeding bepaald gedrag vertonen zijn te simpel; nu meer duidelijk is geworden over de genetische architectuur van anorexia nervosa wordt hopelijk het stigma op de aandoening kleiner.’

Karin Verweij, bijzonder hoogleraar Genetics in Psychiatry aan de UvA bevestigt het belang van de genetische verbanden tussen anorexia en metabole variabelen. ‘Anorexia nervosa kent dus zowel een psychologische als een metabole kant. Deze bevindingen moeten verder onderzocht worden voor het genereren van nieuwe hypothesen.’

Hopelijk kan dit onderzoek ook verandering brengen in de tot op heden weinig succesvolle behandeling van anorexia nervosa. Luykx: ‘Een gerichte behandeling van de dwangverschijnselen, bijvoorbeeld met cognitieve gedragstherapie, kan een optie zijn, maar ook onderzoek naar andere effectieve OCS-therapieën is mogelijk.

In de ontwikkeling van nieuwe medicatie kan gefocust worden op de metabole processen die betrokken blijken te zijn bij anorexia nervosa.’ Verweij denkt dat de bevindingen nog geen directe consequenties hebben voor de behandeling van anorexiapatiënten, maar beaamt de rol voor toekomstig onderzoek. ‘Wellicht dat de gevonden genen alsmede de genetische samenhang met metabole componenten zullen leiden tot nieuwe preventie-, screening- of behandelingsmethoden.’


lees ook
Wetenschap psychiatrie genetica
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Piet Van Loon

    Orthopeed/ houdingsdeskundige, Oosterbeek

    Hoe kan een aandoening, die overduidelijk in de groei en de ontwikkeling van het organisme zich gaat manifesteren, vroeger niet of zeer zelden voorkwam, nu bij veel vaker voorkomen aan genetische component gehangen worden? Is er dan een massa mutatie... opgetreden? Hoeveel hypothesen moeten er nog gegenereerd worden voor er een begrijpelijke uitleg komt?
    Of kennen we de vele hygiënemaatregelen niet meer uit de Gezondheidsleer en uit medische ( opvoedkundige) kennis die de arts Maria Montessori over de ontwikkeling van het kinderlichaam en de kindergeest heeft aangegeven, die bij wegblijven van honger, armoe, oorlog of huiselijke ellende, van al onze kinderen sterke en lichamelijk en geestelijk weerbare volwassenen zou kunnen maken? Zou immobiliteit en sedentair gedrag,naast de vele beeldschermuren en het onvermogen van de ouders hier mee om te gaan, er iets mee te maken kunnen hebben, dat het hele neurohormonale systeem aan de rol gaat?

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.