Amateursporters die anabolen gebruikten rapporteren bijwerkingen
Plaats een reactieSporters verkrijgen anabole androgene steroïden (AAS) veelal illegaal. Hierdoor is de kennis over somatische en psychologische bijwerkingen van deze middelen beperkt. Diederik Smit onderzocht bij de anabolenpoli van het Spaarne Gasthuis de gevolgen van AAS-gebruik voor zijn proefschrift Health effects of anabolic androgenic steroid use in male amateur athletes.
Smit voerde een prospectief cohortonderzoek uit onder honderd volwassen mannelijke amateursporters die van plan waren een AAS-kuur te starten. Het merendeel van de deelnemers was tussen de 20 en 40 jaar oud. 19 procent nam deel aan een bodybuildingcompetitie, 77 procent gebruikte eerder anabolen en 48 procent gaf aan verslaafd te zijn aan AAS.
De participanten leverden samples aan van hun AAS voor analyse. In totaal werden 272 samples onderzocht; slechts 47 procent bevatte de op het etiket aangegeven steroïden. De kuur van de sporters had een mediane duur van dertien weken, bevatte gemiddeld 901 mg AAS per week en bestond uit vijf verschillende AAS-types.
Alle proefpersonen meldden positieve effecten van de kuur. Daarnaast rapporteerde elke proefpersoon minimaal één bijwerking. Tijdens de kuur had 56 procent te maken met vochtretentie en 36 procent met agitatie. Na de kuur meldde 58 procent een verminderd libido. Acne kwam voor bij 28 procent van de deelnemers. Vier proefpersonen hadden ernstige bijwerkingen: hartfalen, acute alvleesklierontsteking, suïcidale ideevorming, en verergering van een dikkedarmontsteking. Zij herstelden na een behandeling.
De kuur onderdrukte de endogene testosteronproductie en spermatogenese. De concentratie testosteron was bij de meeste proefpersonen binnen drie maanden op het oude niveau. Eén jaar na de kuur had 11 procent een verlaagde testosteronconcentratie. Het herstel van de spermatogenese duurde langer – ongeveer een jaar. Tijdens de kuur had 77 procent van de proefpersonen een lage spermaproductie (minder dan 40 miljoen zaadcellen per ejaculaat). Na een jaar gold dit voor 34 procent van de proefpersonen.
Lees ook- Er zijn nog geen reacties
