Laatste nieuws
Shahnaaz Dostmohamed
2 minuten leestijd
Wetenschap

Zwangerschapsdiabetes en lage SES: ADHD

Plaats een reactie

Kinderen van moeders met zwangerschapsdiabetes en een lage sociaaleconomische status (SES) hebben een tot veertien maal verhoogd risico op het ontstaan van ADHD.

Dat melden Yoko Nomura e.a. in Archives of Pediatrics and Adolescent Medicine.
De onderzoekers hadden zich ten doel gesteld de onafhankelijke effecten van diabetes gravidarum (DG) en een lage SES op de gedragsneurologische ontwikkeling en het ontstaan van ADHD te meten. Ook wilden ze de synergetische effecten van beide factoren op het ontstaan van deze aandoening vaststellen.

DG speelt op het moment dat de foetale hersengroei in rap tempo ontwikkelt. Er zijn echter relatief weinig studies waarbij de langetermijnconsequenties op het brein van het kind zijn onderzocht. Wel is eerder vastgesteld dat deze kinderen bijvoorbeeld (fijn- en grof)motorisch minder goed scoren en algeheel cognitief minder presteren. Ook zijn deze kinderen  onoplettender en hyperactiever. Kinderen met een lage SES hebben eveneens ADHD-symptomen en functioneren gemiddeld op een lager cognitief niveau.

Onder de 212 onderzochte kleuters bleek dat DG een verdubbeling van het risico op ADHD met zich meebrengt. Ditzelfde risico geldt voor een lage SES.

DG kwam vaker voor bij gezinnen met een lage SES. Kinderen die blootgesteld zijn aan beide factoren hadden een vertraagde taalontwikkeling en minder hoog IQ en bleven eveneens in de ontwikkeling van emoties en gedrag achter.

In een test voor interactie liet de combinatie van beide factoren een veertien keer verhoogd risico zien. Dit opmerkelijk hoge risico toont de synergie tussen de SES en DG. Uiteraard is voor potentieel verstorende invloeden gecorrigeerd, waaronder voor symptomen van hyperactiviteit bij de moeder.

DG-moeders rapporteerden vaker dan de andere moeders dat zij klachten van hyperactiviteit ondervonden. De mate waarin kinderen van deze moeders ADHD ontwikkelen hangt sterk af van hun SES. De kinderen met slechts een van beide factoren hadden in vergelijking met deze groep geen verhoogd risico op het ontwikkelen van ADHD op de leeftijd van 6 jaar.

Hoewel het aantal onderzochte kinderen relatief laag is (n=212), is de zorgvuldige opzet van de studie een pre te noemen. Niet alleen de kinderen, ook ouders en docenten zijn bij het onderzoek betrokken en de kinderen hebben meermaals gebruikgemaakt van gevalideerde testen.

Shahnaaz Dostmohamed

Arch Pediatr Adolesc Med 2012, doi: 10.1001/archpediatrics.2011.784

Lees ook:

Meer nieuws



Beeld: Thinkstock
Beeld: Thinkstock
Wetenschap adhd
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.