Zorggroep RCH moet tonnen aan btw betalen

Zorggroep RCH Midden-Brabant moet over de jaren 2010 tot en met 2013 alsnog zo’n 450.000 euro aan btw betalen over de vergoeding van de zorgverzekeraars voor gemaakte overheadkosten. De rechtbank Zeeland/West-Brabant heeft het beroep dat de Brabantse zorggroep had aangetekend tegen de belastingaanslag ongegrond verklaard.

De uitspraak van de rechter in Breda is voor fiscaal jurist en RCH-directeur Theo Bisschops een ‘fikse teleurstelling’. ‘Het besluit van de rechtbank viel wel even rauw op ons dak, helemaal omdat wij tijdens de inhoudelijke behandeling van de zaak het idee hadden dat de rechter onze redenering volgde. Dat bleek dus niet zo te zijn. Frappant, want sinds dit jaar zijn zorggroepen erkend als instelling van sociale en culturele aard en dus niet langer btw-plichtig. Waarom moeten wij over de jaren daarvoor dan wel btw afdragen?’

Bisschops, die over de jaren 2014 en 2015 wel btw betaalde, doelt op een besluit van de Tweede Kamer uit november 2015. Hierin werd geregeld dat zorggroepen en gezondheidscentra in de eerste lijn vanaf dit jaar geen btw meer hoeven af te dragen over de vergoeding voor gemaakte overheadkosten, bijvoorbeeld om de kwaliteit en organisatie van deze multidisciplinaire en chronische zorg op het gebied van diabetes mellitus type 2, hart- en vaatziekten of COPD te verbeteren. Zorggroepen leveren volgens de Wet op de omzetbelasting nu diensten ‘van sociale of culturele aard’ en zijn daarmee vrijgesteld van omzetbelasting.

De rechter stelde dat het een bevoegdheid is van de overheid om te beslissen of, wanneer en onder welke regels een organisatie erkend wordt als instelling van sociale en culturele aard. En dus mag de fiscus btw heffen over de jaren vóór 2016.

Bisschops probeerde tijdens de procedure ook een medische vrijstelling te krijgen. Maar de rechter oordeelde dat er van een directe zorgrelatie tussen zorggroep RCH en de patiënt geen sprake is. En zonder een directe zorgrelatie met de patiënt kan ook niet worden gesproken van btw-vrijgestelde medische zorgverlening.

Het argument van Bisschops dat sommige andere zorggroepen in Nederland in de afgelopen jaren geen btw hebben betaald over de vergoeding van de overhead, hield eveneens geen stand. De rechter stelde dat RCH ‘niet aannemelijk’ kan maken dat meer dan de helft van de 64 zorggroepen geen btw hoefde te betalen vóór 2016 (meerderheidsbeginsel). ‘Dat bewijs is niet rond te krijgen’, zegt Bisschops. ‘Bijna al deze zorggroepen willen anoniem blijven.’

Bisschops weet nog niet of hij in hoger beroep gaat. ‘Het zou zo maar kunnen dat de Belastingdienst naar aanleiding van deze uitspraak extra werk gaat maken van het met terugwerkende kracht aanslaan van zorggroepen.’
Bas Knoop
@bknoop