Laatste nieuws
Mieke Draijer
2 minuten leestijd
Federatienieuws

Zorg voor ouderen: geen plicht, maar een uitdaging

Plaats een reactie

Voorzitterscolumn

Er bestaat grote overeenstemming tussen alle betrokkenen over de noodzaak om de opleiding voor specialist ouderengeneeskunde duidelijker te positioneren. Medisch studenten moeten al vroeg in de opleiding kennismaken met ouderengeneeskunde. Met name de complexe problematiek bij ouderengeneeskunde zal artsen aantrekken die willen excelleren in het vakgebied. Om studenten aan te spreken, zullen de opleiding en de medische praktijk moeten veranderen. Criteria voor de toegang tot de opleiding behoeven aanscherping, meer samenhang met de huisartsenopleiding en de klinische praktijk is gewenst. De specialist ouderengeneeskunde moet zijn werk kunnen doen in nauwe samenwerking met (gespecialiseerde) verpleegkundigen en doktersassistentes en oneigenlijke werkzaamheden kunnen neerleggen bij degenen die dit behoren te doen. Een betere organisatie van het werk, een duidelijke taakafbakening en samenwerking met huisartsen en klinisch geriaters zijn nodig.

Al deze aspecten zijn besproken op een invitational conference onder leiding van KNMG-voorzitter Arie Nieuwenhuijzen Kruseman. De bijeenkomst, georganiseerd door Verenso en SOON en mogelijk gemaakt door de SBOH, werd bijgewoond door betrokkenen uit de universitaire wereld, brancheorganisaties en vertegenwoordigers van organisaties die zich bezighouden met ouderenzorg.

Opleiding en
de medische praktijk moeten veranderen

Interviews, gehouden onder relevante organisaties binnen het krachtenveld van het specialisme ouderengeneeskunde, vormden de basis voor een rapport waarin speerpunten werden benoemd voor de (nabije) toekomst, zoals het aanpassen van de vervolgopleiding. Denk hierbij aan het breder maken van de basis van de vervolgopleiding, de zogenaamde common trunk. Het specialisme ouderengeneeskunde vormt samen met huisartsgeneeskunde een cluster. Het zou mogelijk moeten zijn om delen van de opleiding samen te voegen. Ook moeten de mogelijkheden voor zij-instromers aantrekkelijker worden. Daarnaast moet het vak in de vervolgopleiding verder professionaliseren.

In de initiële opleiding moet meer ouderengeneeskunde aan bod komen, zo luidt het tweede speerpunt. Een verplicht (geïntegreerd) coschap met een deel in het verpleeghuis en in het ziekenhuis maakt hiervan onderdeel uit.

Ten derde moet het beroepsprofiel worden aangepast: de arts zou zich moeten ontwikkelen van ‘instellingsarts’ naar ‘ouderenarts’. De arts zou er moeten zijn voor alle patiënten, ongeacht de setting. Dit heeft gevolgen voor het aantal patiënten dat een arts onder behandeling heeft. Daarvoor moeten de randvoorwaarden ook verbeteren, zoals meer praktijkondersteuners en verbetering van financiële randvoorwaarden.

Een voorwaarde voor goede medische zorg voor kwetsbare ouderen blijft natuurlijk nauwe samenwerking van de specialist ouderengeneeskunde met de huisarts en de klinisch geriater.

Verenso en SOON hebben huiswerk meegekregen. Er is nog veel te doen en het is goed om aan het werk te gaan in de wetenschap dat (doorontwikkeling van) ouderengeneeskunde bij alle betrokkenen hoog op de prioriteitenlijst staat. De poort staat open voor artsen die de uitdaging zien van een carrière in de ouderenzorg.

Mieke Draijer, voorzitter Verenso

beeld: Karen Vlieger
beeld: Karen Vlieger
<strong>Klik hier voor een PDF van het federatienieuws</strong>
Federatienieuws ouderengeneeskunde ouderen ouderenzorg
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.