Laatste nieuws
9 minuten leestijd
geestelijke gezondheidszorg

Zorg is niet alleen een kostenpost

1 reactie

Samenvatting

  • Bij bezuinigingen wordt meestal gekeken waar het meeste geld te halen valt.
  • Beter is het om de baten die we als samenleving willen behouden als uitgangspunt te nemen.
  • De maatschappelijke baten van gezondheid, preventie en zorg zijn groot.
  • De gezondheidszorg is een economische sector van betekenis die bovendien belangrijke maatschappelijke waarden vertegenwoordigt




De baten van gezondheidszorg horen uitgangspunt bij bezuinigingen te zijn

In het kielzog van Prinsjesdag zijn forse bezuinigingen in aantocht. Niemand kan daaromheen. Ook de gezondheidszorg niet. Maar wie bezuinigt op kosten, bezuinigt ook op baten.

Dat het politieke debat in tijden van economische recessie in het teken staat van bezuinigingen, is logisch. Maar dat het daarbij alleen lijkt te gaan over waar het meeste geld te halen valt, zeker niet. Kosten zijn namelijk onlosmakelijk verbonden met baten. Wie bezuinigen wil, doet er goed aan om de baten die verloren kunnen gaan nauwgezet onder ogen te zien. Dat is temeer belangrijk als, zoals in de gezondheidszorg, sommige baten wat verder weg liggen of nog een tijdje op zich laten wachten.

De kosten lopen dan veel meer in het oog en de baten krijgen onvoldoende aandacht. Om ook de baten meer in beeld te krijgen, is in de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010 van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) een uitgebreide inventarisatie gemaakt van de maatschappelijke baten van gezondheid, preventie en zorg.1 Daarbij is voortgebouwd op het Health is Wealth-gedachtegoed dat door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) op de kaart werd gezet.2 Centraal daarin staat het maatschappelijk welbevinden, dat direct en indirect wordt beïnvloed door gezondheid, welvaart, preventie en zorg.

Productiviteit
De volksgezondheid heeft baat bij preventie en zorg. De tijd dat vooral schoon drinkwater en afvalverwijdering bepalend waren voor verbeteringen in de volksgezondheid ligt ver achter ons. Sinds de Tweede Wereldoorlog is de levensverwachting met zo’n acht jaar gestegen. Zeker de helft daarvan kan rechtstreeks in verband worden gebracht met betere preventie en zorg. Het gaat dan om voorzichtige schattingen voor infectieziekten (antibiotica en vaccinaties), kanker (screening en behandeling) en hart- en vaatziekten (chirurgie en medicatie) (zie tabel 1).3 Als we bedenken dat ook de babysterfte is gedaald en er op tal van andere terreinen forse resultaten zijn geboekt, dan zijn de directe gezondheidsbaten van preventie en zorg indrukwekkend te noemen.4

De volksgezondheid vertegenwoordigt niet alleen belangrijke maatschappelijke waarden, maar is ook voor de economie van grote betekenis. Gezondheid leidt tot welvaart! Sinds Nobelprijswinnaar Robert Fogel heeft laten zien dat de economische groei vanaf de Franse Revolutie voor zeker een derde het gevolg is geweest van betere voeding en gezondheid, kan niemand meer om het belang van een fitte en gezonde beroepsbevolking heen.5 Zeker niet in een kenniseconomie die steeds hogere eisen stelt aan het cognitief en psychisch functioneren van mensen. In dit verband wordt wel gesproken over het mentaal kapitaal van een bevolking.6 Wanneer Nederland als kennisland wil concurreren in de internationale economie, is het van groot belang om te investeren in onderwijs en wetenschap én in een gezonde en krachtige beroepsbevolking.

Gezondheid draagt bij aan arbeidsparticipatie, vermindering van ziekteverzuim en het terugdringen van arbeidsongeschiktheid. Stichting Economisch Onderzoek Rotterdam (SEOR) heeft becijferd dat een verbetering van de ervaren gezondheid een economische winst oplevert tussen de 150 en 700 miljoen euro, vooral door een toename van de arbeidsparticipatie.7 De grote range zegt daarbij overigens wel iets over de onzekerheid van deze welvaartswinst. En natuurlijk zijn voor het realiseren van gezondheidswinst investeringen nodig. De kosten gaan voor de baten uit.

Participatie cruciaal
De productiviteit heeft niet alleen te lijden onder ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid, maar ook onder werknemers die weliswaar niet thuis blijven, maar toch minder presteren. Economen spreken over presenteïsme, als evenknie van absenteïsme. Migraine, hooikoorts en vermoeidheid zijn bekende voorbeelden, maar ook chronische aandoeningen als astma en arthritis staan bekend om hun gevolgen voor de arbeidsproductiviteit (zie tabel 2 op blz. 1936).8 Aandoeningen die niet zo snel voorkomen in ranglijstjes naar ziektelast, kunnen dus wel hoog scoren op hun maatschappelijke gevolgen.

Gezondheid is ook van belang voor maatschappelijke participatie in de breedste betekenis. Een slechte gezondheid en een geringe mate van psychisch welbevinden zijn belangrijke oorzaken van sociale uitsluiting. Hier liggen dus aangrijpingspunten om de maatschappelijke participatie te bevorderen, zoals de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) beoogt. Het doel van deze wet is immers ‘dat iedereen – oud en jong, gehandicapt en niet gehandicapt, autochtoon en allochtoon, met en zonder problemen – volwaardig aan de samenleving kan deelnemen’.9 Maar het kunnen meedoen dient niet alleen een individueel belang maar ook een maatschappelijk belang. Vrijwilligerswerk en mantelzorg zijn cruciaal voor de samenleving, en het belang daarvan neemt alleen maar toe als door de demografische transitie er steeds meer afhankelijke ouderen komen ten opzichte van een krimpende beroepsbevolking. Dit alles is zo vanzelfsprekend dat we nogal eens over het hoofd zien dat gezondheid voor iedere vorm van maatschappelijke participatie een belangrijke stimulans kan zijn. Dit maakt het ook maatschappelijk gezien de moeite waard om te investeren in het voorkomen van ziekten en het wegnemen of compenseren van lichamelijke en psychische beperkingen.


De volksgezondheid
is ook voor de economie
van grote betekenis

Geen stroppenpot
De gezondheidszorg wordt steeds vaker gezien als een stroppenpot voor de nationale economie. Opvallend is dat in sectoren waarin ongeveer evenveel geld omgaat als in de zorg, dit niet geldt. Neem de autobranche. Die sector wordt gezien als welvaartsverhogend, terwijl de zorgsector meer en meer wordt aangemerkt als welvaartsbedreigend. Preventie en zorg kunnen echter ook uitstekend als een economische sector worden beschreven. Dan gaat het om een sector waar 1,3 miljoen mensen werken, die met elkaar invulling geven aan 900.000 banen en een omzet genereren van 72 miljard euro.

De gezondheidszorg is niet alleen een banenmotor voor de economie en een bron van innovatie, maar heeft ook allerlei uitstralingseffecten naar toeleveranciers.10 Een besteding van 100 euro
in de zorg genereert voor 26 euro omzet in andere sectoren.11 In vergelijking met een sector als de bouwnijverheid, waar eenzelfde besteding 75 euro omzet elders oplevert, is dit overigens wel laag. Vanwege de omvang van de gezondheidszorg tikt het echter op macroniveau wel aan.

Zorg en welvaart
Als het over de relatie tussen zorg en welvaart gaat, verdienen twee aspecten nadere aandacht. Ten eerste heeft de zorg bijgedragen aan het dempen van de economische recessie. Waar in andere sectoren de werkloosheid fors opliep en met overheidsgeld bestreden moest worden, was de zorg een stabiliserende bedrijfstak waar mensen gewoon aan de slag konden blijven. Een terechte vraag is dan ook of dit geld in de komende jaren, wanneer de overheid terugbetaald moet worden, uit de zorg moet komen of uit de sectoren waar de overheid is bijgesprongen.

Ten tweede heeft de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) een essentiële bijdrage geleverd aan de arbeidsparticipatie en daarmee aan de economische groei. De ruimte die de AWBZ bood, stelde laagopgeleiden in staat om in de (ouderen)zorg aan de slag te gaan, hetgeen hoogopgeleiden de mogelijkheid gaf om hun mantelzorgtaken deels te verminderen en in hogere functies aan de slag te gaan. Tussen zorg en welvaart bestaat een wederkerige relatie: welvaart maakt financiering van de zorg mogelijk, maar de zorg draagt ook weer bij aan de stijging van de welvaart.

Eigen merites
De gezondheidszorg draagt ook rechtstreeks bij aan het maatschappelijk welbevinden. Het gaat er dan bijvoorbeeld om dat mensen erop kunnen vertrouwen dat er zorg beschikbaar is als zij die nodig hebben en dat deze zorg ook beantwoordt aan de eisen die men daar in een moderne samenleving aan stelt. Daarnaast is er een wezenlijk verschil tussen de zorg en andere sectoren omdat in de zorg de mens in al zijn existentiële behoeften en noden centraal staat. Het maakt uit of je auto’s repareert of mensen behandelt, of je benzine verkoopt of mensen verzorgt. De zorg levert een geheel eigensoortige bijdrage aan het maatschappelijk welbevinden en die mag ook op zijn eigen merites worden beoordeeld.

De belangrijkste vraag bij de komende bezuinigingsrondes moet daarom niet zijn: waar halen we het geld, maar: welke baten willen we behouden?

Johan Polder, projectleider Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010 (RIVM) en hoogleraar gezondheidseconomie (Universiteit van Tilburg, Tranzo)
Fons van der Lucht, projectleider Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010 (RIVM)
Nikkie Post, Laurens Zwakhals, beiden auteur van het deelrapport Maatschappelijke baten van de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010 (RIVM)

Correspondentieadres: j.j.polder@uvt.nl;
c.c.: redactie@medischcontact.nl

Geen belangenverstrengeling gemeld.

beeld: Getty Images

 

De literatuurlijst en meer over de op Prinsjesdag aangekondigde bezuinigingen vindt u bij dit artikel op onze website www.medischcontact.nl

praktijkperikel

Werken met passie

Mijn beste vriend vertelt me de volgende geschiedenis over een verpleeghuis dat zichzelf op zijn website aanprijsde omdat er met passie werd gewerkt:

‘Woensdagmiddag werd ik om half een gebeld door het
verpleeghuis waar mijn vader verblijft. Hij had namelijk om half drie een afspraak op de afdeling urologie in verband met zijn katheter en het was noodzakelijk dat een familielid hem zou begeleiden. Deze afspraak was al een tijd geleden gemaakt, maar ik was daar niet van op de hoogte. Ik was
wel de vorige dag nog op bezoek geweest bij mijn vader
maar had daar toen ook niets over gehoord. Toen ik tegenwierp dat ik in Amsterdam (110 km verderop) woonde, was dat zeer wel bekend, maar de urgentie was hoog.

Om half drie was ik in het verpleeghuis. Daar bleek dat ik mijn vader in zijn rolstoel naar een polikamer van het ziekenhuis in hetzelfde gebouwencomplex moest brengen.

De route was als volgt: vanuit de verpleeghuisafdeling in de lift naar de begane grond, een gang van vijftig meter door naar de polikamer, alwaar een verpleegkundige het katheter van mijn vader verwisselde, al met al nog geen tien minuten werk. Dezelfde weg weer terug en nog geen vijftien minuten later zat mijn vader weer in de huiskamer van de reactiveringafdeling en mocht ik terug naar Amsterdam.

Door het slechte weer was ik om half zeven thuis.’

Referenties

1. Post NAM, Zwakhals SLN, Polder JJ. Maatschappelijke baten - Deelrapport van de Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010 ‘Van gezond naar beter’. Bilthoven: RIVM; 2010.

2. McKee M, Suhrcke M, Nolte E, Lessof S, Figueras J, Duran A, et al. Health systems, health, and wealth: a European perspective. Lancet. 2009 Jan 24; 373(9660): 349-51.

3. Meerding WJ, Polder JJ, Hollander AEM de, Mackenbach JP. Hoe gezond zijn de zorguitgaven? De kosten en opbrengsten van gezondheidszorg bij infectieziekten, kankers, en hart- en vaatziekten - Zorg voor euro’s - 6. Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu; 2007.

4. Pomp M. Een beter Nederland – De gouden eieren van de gezondheidszorg. Amsterdam: Uitgeverij Balans, 2010.

5. Fogel RW. Economic growth, population theory, and physiology: the bearing of long term process on the making of economic policy. American Economic Review. 1994; 84(3): 369-95.

6. Weehuizen R. Mental capital. An exploratory study of the psychological dimension of economic development. Consultative Committee of Sector Councils for Research and Development (COS), 2006.

7. Koning J de, Collewet M, Tempelman C, Berretty T, Gravesteijn-Ligthelm J. Gezondheid en arbeidsgerelateerde baten. Rotterdam: Stichting Economisch Onderzoek/Stichting Economisch Onderzoek Rotterdam, 2009.

8. Schultz AB, Chen CY, Edington DW. The cost and impact of health conditions on presenteeism to employers: a review of the literature. Pharmacoeconomics, 2009; 27: 365-78.

9. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Brief van het ministerie van VWS aan de Tweede Kamer. Op weg naar een bestendig stelsel voor langdurige zorg en maatschappelijke ondersteuning, Deel II: De contouren van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Den Haag: Tweede Kamer, 2004.

10. Centraal Bureau voor de Statistiek. Gezondheid en zorg in cijfers 2008. Den Haag.

11. Boer & Croon. De bedrijfstak Zorg. Onderzoek naar economische betekenis van de zorgsector. Den Haag: Boer & Croon, 2009.

<!--2. Presenteïsme

gemiddeld aandeel presenteïsme (%)

vermoeidheid


73

allergieën


70

migraine


70

maag/darmproblemen


67

slaapproblemen


66

depressie/angst


62

astma


60

aandoeningen aan rug/nek


60

osteoarthritis


56

ademhalingsstoornis


56

obesitas


56

diabetes mellitus


45

hoog cholesterol


43

hoge bloeddruk


35

andere chronische aandoeningen


33

kanker


30

hart- en vaatziekten


28

luchtweginfecties


14

Het aandeel van presenteïsme (de kosten van productiviteitsverlies tijdens het werk) in de totale kosten (zorgkosten, kosten van ziekteverzuim en van presenteïsme) voor een aantal aandoeningen.

Bron: Schultz et al, 2009.8-->

<!--1. Gezondheidswinst

infectieziekten

hart- en
vaatziekten

kanker

levensverwachting (jaren)

+1,4

+2,0

M: +0,30

V: +0,85

kwaliteit van leven
(ziektejaarequivalenten)

+0,2

+1,0

minimaal

gemiddelde kosten-effectiviteit
(euro/QALY)

3800

2000

17.000

aandoeningen waarbij veel gezondheidswinst is geboekt

tuberculose, bronchitis, griep, longontsteking

beroerte, coronaire hartziekten

borstkanker, dikkedarmkanker

Totale bijdrage aan de levensverwachting, de kwaliteit van leven en gemiddelde kosteneffectiviteit van preventie en zorg bij drie ziektegroepen.

Bron: Meerding et al, 2007.3-->

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Jannes Koetsier, arts

    , Kropswolde

    Vaccinaties en chemotherapie weinig effectief en zeer kostbaar.

    Samenvatting:
    Het RIVM publiceerde 23 sept 2010 in Medisch Contact een artikel over stijging van de levensverwachting, erop gericht om toch vooral de baten van de zorg niet te vergeten ...bij bezuinigingsplannen. Dit artikel maakt tevens duidelijk dat vaccinaties en kankertherapie nauwelijks bijdragen aan een hogere gemiddelde levensverwachting terwijl juist de kosten daarvan hoog zijn.

    Stijging levensverwachting
    Het RIVM (Rijks Instituut Volksgezondheid en Milieu) schat dat de stijging van de gemiddelde levensverwachting met acht jaar sinds de tweede wereldoorlog, voor de helft is toe te schrijven aan de gezondheidszorg.
    Deze vier jaar gemiddeld langer leven wordt als volgt door het RIVM verdeeld:
    Infectieziekten: +1,4 jaar, levenskwaliteitwinst: + 0,2, kosten: 3800 euro per qualy.
    Hart-vaat-ziekten: +2,0 jaar, levenskwaliteitwinst: + 1,0, kosten: 2000 euro per qualy.
    Kanker: M: +0,30 jr, V: +0,85 jr, levenskwaliteitwinst: geen, kosten: 17.000 euro per qualy.

    De winst bij de infectieziekten wordt toegeschreven aan antibiotica en vaccinaties. Ik durf te stellen dat het vooral de antibiotica zijn die de gemiddelde levensverwachting positief hebben beïnvloed. Dan blijft er voor de vaccinaties vrijwel geen positief effect over, terwijl deze het grootste deel van deze kosten uitmaken.

    De winst bij de kankerbehandeling wordt vooral gevonden bij veel voorkomende operatief goed bereikbare kankersoorten. Het mag duidelijk zijn dat hierbij door operaties veel jaren levensverwachting worden gewonnen. Gezien de toch al geringe gemiddelde levensverlenging, moet de conclusie zijn dat chemotherapie nauwelijks bijdraagt. Bovendien is chemotherapie ongunstig is voor de kwaliteit van leven tijdens de resterende levensperiode.

    Bezuinigen
    We kunnen dus bezuinigen op chemotherapie en op vaccinaties, bijvoorbeeld door deze niet meer (volledig) gratis te verstrekken en eerlijke individuele voorlichting te geven over nut en veiligheid van deze behandelingen. De aldus gevonden middelen zou ik willen investeren in ouderenzorg. Anders is alle moeite van de gezondheidszorg om levens te verlengen een wrange business.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.