Laatste nieuws
Simone Paauw
Simone Paauw
1 minuut leestijd
functioneren

Werkdruk coassistenten gevaarlijk hoog

17 reacties

Een kwart van de coassistenten heeft ernstige vermoeidheidsklachten en 41 procent vindt de werkdruk tijdens de coschappen te zwaar. Dat blijkt uit een enquête van het KNMG Studentenplatform onder 2817 geneeskundestudenten – onder wie 1205 coassistenten – waarover Medisch Contact deze week bericht.

Charlotte Kruydenberg, voorzitter KNMG-Studentenplatform: "Het is van belang dat er een gedegen onderzoek komt naar de prevalentie van burnout onder geneeskundestudenten."


Door de werkdruk en angst om persoonlijk te falen ziet meer dan een kwart van de coassistenten de coschappen niet meer zitten. Bijna een kwart van de coassistenten loopt hoger risico om door ziekte, zoals vermoeidheids- en burn-outgerelateerde klachten, langdurig uit te vallen.

De geneeskundestudenten geven vaak aan onvoldoende emotionele steun en begeleiding te krijgen van vertrouwenspersonen, opleiders en docenten tijdens de coschappen.

Het KNMG Studentenplatform noemt in Medisch Contact de resultaten uit de enquête schokkend. Uit eerder onderzoek is gebleken dat geneeskundestudenten met een burn-out significant meer onprofessioneel gedrag vertonen dan hun collega’s. Als geneeskundestudenten een burn-out krijgen, kan de kwaliteit van zorg en de patiëntveiligheid in het geding komen. Het KNMG Studentenplatform roept de medische faculteiten daarom op actie te ondernemen en coassistenten beter voor te bereiden op de hoge werkdruk en stress van de coschappen.

Simone Paauw

Het artikel in Medisch Contact nr. 40 -2013: Veel burn-out onder geneeskundestudenten

Lees ook:

KNMG functioneren burn-out professionaliteit werkdruk
  • Simone Paauw

    Simone Paauw deed de deeltijdopleiding journalistiek in Tilburg en werkt sinds 2008 als journalist bij Medisch Contact. Ze interviewt het liefst de ‘gewone arts’ met een bijzonder verhaal, bijvoorbeeld voor de rubriek Het Portret. (Gezondheids)recht en medisch tuchtrecht hebben haar bijzondere interesse. Ze heeft aandacht voor diversiteit en inclusie in de breedte, discriminatie en grensoverschrijdend gedrag (op de werkvloer) en de positie van vluchtelingen en vluchteling-artsen. Daarnaast schrijft ze over tal van andere onderwerpen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • H. Kouwenberg

    Nucleair geneeskundige, ROTTERDAM

    Ik word altijd een beetje moedeloos als ik oudere collegae hoor praten over "vroeger" en dat de jongste generatie artsen "niet weet wat hard werken is". Dat arts-assistenten "niet moeten zeuren" omdat hun supervisor "vroeger wel dertig patiënten onde...r zijn hoede had," (waarvan de helft bestond uit kurende patiënten met maagzweren, en patiënten met een pneumonie twee weken klinisch werden gehouden) en "de AIOS dus niet moet zeuren over zijn 14 patiënten" (met gemiddeld veel complexere pathologie, een veelheid aan potentiële therapieën en bovenal: een veel hogere turnover). Welke supervisor legt vervolgens behoorlijk uit wat dat precies inhoudt: "efficiënter werken"? En anders kom je toch gewoon op zaterdag terug om je statussen te dicteren? Bekend is dat de arbeidstijdenwet frequent moet voeten getreden wordt. En dan vindt de urenregistratie doorgaans nog niet een plaats door de arts-assistent zelf, maar door de secretaresse van de opleider! Co's weten zich door geen enkele CAO beschermd, moeten vaak een eind reizen naar hun iedere vier weken wisselend stageadres, doen dag in dag uit grote, vaak emotionele indrukken op (Kunt u zich uw eerste stervende patiënt nog herinneren? Reanimatie-setting? Slecht nieuws gesprek?) weten zich constant gewogen en draaien doorgaans avonddiensten na hun dagdienst. Om de volgende ochtend gewoon weer om acht uur present te zijn. Tel daarbij op dat de huidige generatie artsen-in-spe géén thuisblijvende partner heeft die hun natje en droogje regelt (iedereen werkt, immers) en ik vraag me af hoe het mogelijk is dat de oude garde verbaasd (en, zo klinkt tussen de regels door, welhaast verbolgen) is over deze "aanstelleritis". Weet goed: artsen met burn-out maken veel meer fouten, en co-assistenten worden cynisch door het huidige opleidingsklimaat. Wie van u wil zo'n arts aan zijn bed als hij of zij zelf ziek wordt?

    Hard werken hoort erbij, geneeskunde is geen vak voor watjes, maar enige zelfreflectie lijkt mij toch echt op zijn plaats.

  • H. Amrane

    cardiothoracaal chirurg, LEEUWARDEN

    Wanneer komt er een einde aan deze suggestieve manier van berichtgeving in onze vakbladen? daar hebben we de algemene media toch voor?
    een zeker percentage van de co-assistenten zal altijd wel een hogere werkdruk ervaren wat m.i. inderdaad te maken ...heeft met het eigen verwachtings- en ambitieniveau. ik denk echter dat de omstandigheden voor co-assistenten in vergelijking met vroeger, aanzienlijk zijn verbeterd in de zin dat er veel ruimte is voor zelfontplooiing. de afspraken over de hoeveelheid uren zijn duidelijk, dienstbelasting is er niet of weinig en de meesten van de huidige co's zijn mondiger dan eerdere generaties en zijn prima in staat hun eigen zaak te verdedigen. de co-assistenten op onze afdeling werken gedurende de kantooruren d.w.z tussen 8 en 4, doen een afdelingsstage en staan relatief veel op de operatiekamer alwaar zij daadwerkelijk chirurgische basisvaardigheden leren. de feedback die wij krijgen van de co's na het coschap is over het algemeen lovend tot zeer lovend. ziekmeldingen of (near)burnout's na dit co-schap zijn mij nog niet ter ore gekomen. wel denk ik dat als burnout steeds vaker voorkomt onder co-assistenten, dit grondig onderzocht moet worden. ik kan mij voorstellen dat professionaliteit, bejegening en sfeer per ziekenhuis/afdeling verschillen en mogelijk een rol spelen. het zou zonde zijn als wij toekomstige collega's verliezen door factoren die te beinvloeden zijn.

  • Ken Berend

    internist, Willemstad, CURAÇAO

    Werkdruk coassistenten gevaarlijk hoog.

    Het probleem van bovengenoemde is dat de formulering onjuist is: coassistenten “werken” niet maar “leren” en bovendien is het niet “gevaarlijk” en ook niet toepasbaar bij alle coassistenten. De correcte formu...lering wordt dan: de leerdruk voor de coassistenten is te hoog voor minder dan de helft van de coassistenten. De vraag is dan of hun vooropleiding wel goed genoeg was en of zij wel voldoende voorbereid waren voor deze leerzame taak. Toen ik rond 1982 als senior coassistent op de afdeling chirurgie begon was ik in Tilburg om administratieve redenen de enige coassistent op een afdeling waar er normaliter 5 waren. Op de kennismakingsdag waren er 12 opnames. Ik heb er 3 gestatust en liet deze vol trots zien aan de chirurg, dr. Keizer. Hij besprak ze met me en vroeg me waar de rest was: toen ik hem liet weten dat ik alleen was, was zijn reactie: nou en? Ik ging dus terug naar de afdeling om de overige 9 te statussen en was pas rond 21.00 uur klaar. Mijn statussen werden de volgende dag uitgebreid besproken. Dit ging dag in dag uit zo door en het aantal opnames varieerde van ca. 6 tot 14 per dag. Ik bleef ze allemaal 1 maand lang in mijn eentje (later kwamen er meer coassistenten bij) elke dag statussen, vanzelfsprekend naast de overige reguliere coassistenten-werkzaamheden. Ik was zelden voor 8 uur s’avonds thuis. Dankzij dit coschap heb ik echter echt leren statussen, omdat dr. Keizer me m.n. leerde hoe de “status localis” grondig geëvalueerd moest worden. Als ik terug kijk op die periode ben ik zeer dankbaar voor de geboden kans omdat het een uitermate leerzame tijd was, waar ik de rest van mijn carrière veel plezier van had. Met de huidige visie echter, verwoord in het MC, moet ik dus constateren dat de “werkdruk” bij dat coschap in 1982 “gevaarlijk” hoog was. Het zal duidelijk zijn dat ik het daar niet mee eens ben en zeker niet de visie deel dat de coassistenten te hard moeten "werken".

  • P.T.H. Langendijk

    Orthopedisch Chirurg, LEIDEN

    Een pleidooi voor de herinvoering van de junior en senior Co.-schappen! Eerst 20 weken meedoen met grote zus de senior Co. boven je om daarna de senior coschappen in te gaan. Het vak leer je uiteindelijk door kilometers te maken en niet anders. De b...eperkende factoren zijn allerlei restricties die wettelijk zijn doorgevoerd. De opleiding zou daardoor eigenlijk langer moeten zijn. Om financiële en alleen om financiële redenen is dit niet het geval.

  • H.E.J. Wauters

    Specialist Ouderengeneeskunde, BRUNSSUM

    In aanvulling op mijn eerste reactie van 3 oktober wil ik graag nog een toevoeging doen over supervisie.
    Ik denk, dat voor het gevoel van overbelasting bij co-assistenten en bij arts-assistenten de lange uren minder belangrijk zijn dan de mate van s...upervisie. Op grond van vele jaren ervaring in de Ouderengeneeskunde weet ik, dat supervisie globaal een uur per A[n]IOS per dag kost. Een opleider in de Ouderengeneeskunde dient 0,2 FTE vrij gepland te worden
    om op te kunnen leiden. Naast supervisie zijn er ook nog terugkomdagen te volgen door opleiders.
    Supervisie moet begroot en gepland worden en daar wordt vaak te gemakkelijk over gedacht. Supervisie dient Maatschap-breed of Vakgroep-breed gedragen te worden. Supervisie dient ook gegarandeerd te zijn als de eigen opleider om wat voor reden ook afwezig is.
    Betere supervisie kan goed helpen om het gevoel van te grote werkdruk te relativeren.

  • G. Oldenbeuving

    coassistent, ZWOLLE

    Ik denk overigens niet dan wij onze werkdruk hoog ervaren door de uren die we in het ziekenhuis zijn (dat is, zoals dr. Idzerda terecht zegt, een stuk beter dan vroeger). Ik denk dat de druk met name ontstaat doordat: 1. sommige coassistenten het moe...ilijk vinden te accepteren dat ze niet alles zullen begrijpen wat er om hen heen gebeurd en 2. alle informatie die er over een bepaald vak is direct beschikbaar is (internet), dit maakt punt 1 nog lastiger (misschien kon je soms vroeger rusten met het idee dat je het niet kon weten vanwege beschikbaarheid van informatie, nu is iets niet weten altijd helemaal je eigen keus geweest). Daarnaast heb ik het zelf altijd vervelend gevonden om om de vier weken ergens opnieuw te moeten beginnen (dit wisselt per opleiding), omdat dan het leeuwendeel van je energie wordt verbruikt door 'practicalities' (namen onthouden, formulieren invullen, de zo-doen-we-dat-hier-altijd's- de protocollen kennen, etc. etc. etc.).

  • W.J. Duits

    Bedrijfsarts, HOUTEN

    Gevoelens van onvermogen kunnen de eerste aanzet vormen voor een Burn-out. In hoeverre zijn inderdaad de studenten goed voorbereid? Is hun kennis wel voldoende op orde? Zijn de vaardigheden voldoende getraind? Er bestaat een groot onderscheid tussen ...werkdruk en druk zijn met je werk. Druk zijn met je werk kan leiden tot werkdruk als je iets doet wat je niet ligt, of al je iets doet dat buiten je vermogens ligt. Wat is de motivatie geweest om Geneeskunde te gaan doen? Het is al jaar en dag bekend dat het werk in de Geneeskunde veel werk is en dat het eigenlijk nooit klaar is, in hoeverre hebben de studenten zich dat beseft? Welke motivatie ligt ten grondslag aan het volgen van de studie Geneeskunde? Aanzien, status, goed verdienen,of is het toch de interesse in die andere medemens om zijn/haar lijden te verlichten.

  • E.W.

    co-assistent

    Ik vind overigens de veelgehoorde reactie: "als je er pas tijdens je coschappen achter komt dat je het niet aankunt, dan moet je maar een ander vak kiezen", érg kort door de bocht. Als je aan je coschappen begint, heb je 0,0 klinische ervaring, dat k...un je ook niet verwachten van een beginnend co-assistent. Je hebt er alleen wel 4 jaar theoretische studie opzitten. Dat is niet niks. Als je dan tijdens je coschappen tot de ontdekking komt, dat het zware artsenleven je niet ligt, dan ga je niet opeens stoppen met je studie. Immers, je hebt er dan al 5 of 6 jaar opzitten. Dat kap je niet zomaar even af. Een afgestudeerd basisarts heeft ook andere mogelijkheden die meer passen bij het individu. Het is dan wel niet de juiste opleiding geweest en dat is heel jammer om te moeten constateren, maar ik vind niet dat je die opleiding dan maar gewoon door de gootsteen moet spoelen.
    En ja, ik spreek hier uit ervaring. Ik ben nu bijna klaar en het heeft me heel veel moeite gekost, maar ik ben trots op mezelf dat ik het toch heb gedaan. Ik zal niet verdergaan als "dokter", maar wel als arts. Daar heb ik nu eindelijk ook vrede mee.
    Hierbij wil ik ook mijn bewondering uitspreken voor de vele ANIOS/AIOSsen die het wél gewoon flikken. Chapeau.

  • G. Oldenbeuving

    coassistent, ZWOLLE

    59% van ons vind het niet te zwaar en 75% van ons heeft geen vermoeidheidsklachten.

  • E.W.

    Co-assistent

    Ik vraag me af wat ze dan later verwachten. Als arts-assistent wordt het er in ieder geval niet beter op. Toch ben ik het nog steeds niet eens met de werktijden en -druk onder artsen. Het is gewoon niet verantwoord. Maar ik heb weinig hoop dat dat sn...el zal veranderen. Ikzelf hoor bij de groep die de werkdruk te hoog vindt. Voor mij is een beroep in het hart van de kliniek dus ook niet weggelegd. Maar daar ben ik wel tijdens mijn coschappen achter gekomen! Beter nu dan als arts-assistent.

  • H.E.J. Wauters

    Specialist Ouderengeneeskunde, Geleen

    Met wat gemengde gevoelens heb ik het stuk over ervaren werkdruk van coassisten gelezen.
    Als co-assistenten vinden, dat ze hard moeten werken wat moeten arts-assistenten dan wel niet vinden?
    Bij de analyse zal betrokken dienen te worden of het proble...em in de medische cultuur ligt of in onze manier van opvoeden en ons onderwijs-systeem. Op de middelbare scholen worden leerlingen niet meer breed opgeleid. Vakken, die ze minder leuk vinden kunnen ze gemakkelijk laten vallen. Ze hoeven slechts in een beperkt aantal vakken eindexamen te doen. Volhouden, doorzetten en onder druk presteren horen onderdeel van opvoeding, scholing en training te zijn. Dat geldt niet alleen in de medische wereld, maar overal in de maatschappij. We moeten uitkijken, dat we studenten niet te veel pamperen. Als je er pas bij je coschap achter komt, dat je van werken moe wordt, dan denk ik, dat het voortraject niet op orde is. Het is dan wel jammer dat je er dan zo laat pas achter komt.
    Natuurlijk kan er met name in ziekenhuizen nog wel wat verbeteren op gebied van het naleven van Arbo-wetgeving en Werktijden-besluiten.
    LAD en RGS letten hier voortdurend op en er wordt langzaam maar zeker vooruitgang geboekt, zodat betere opleidingssituaties worden bevorderd. De visitatiecomissies gaan altijd het gesprek aan met de arts-assistenten. Dat is een wezelijk onderdeel van visitatie.
    Zeker realiseer ik me, dat bevorderen van goede werkomstandigheden wordt er niet gemakkelijker wordt door de voortdurende druk van overheid en verzekeraars.
    Met collega Cobben denk ik toch dat jonge, gezonde en gemotiveerde mensen best tegen een stootje kunnen en dit spannende avontuur van een prachtig vak leren prima kunnen doorlopen. Als dit je echt te zwaar is, dan kun je beter maar een ander vak kiezen. Vraag is dan alleen: waar dan? Want het weidje van de buren is altijd groener. Ook in het andere weidje zul je moe worden als het moet maaien.
    Harry Wauters, lid LAD en lid van de RGS namens VERENSO

  • H.D.K.

    arts-assistent,

    Geachte collega Cobben,
    Ik ben het niet helemaal eens met uw reactie. Volgens u zou hard werken en stress een snellere leercurve geven. Dit geldt inderdaad voor sommige co-assistenten, en waarschijnlijk was u er zelf een van. Veel met name vrouwelijk...e co-assistenten (en dat is het overgrote deel tegenwoordig) leggen zichzelf echter van nature al een zeer hoge werkdruk en prestatiedrang op en zijn zeer zelfkritisch. Juist bij hen kan extra stress door externe factoren voor een cumulatief te hoge werkdruk zorgen die hun leercurve eerder remt dan stimuleert. Het lijkt mij zaak deze co-assistenten positief te stimuleren tijdens normale werktijden, zij werken dan uit zichzelf hard. Diegenen die alleen door hoge werkdruk en negatieve feed-back beter gaan presteren kunnen misschien beter een ander vak kiezen.

  • H.H.D. Idzerda

    cardioloog, Delden

    De jeugd heeft de toekomst, het is dus altijd goed te luisteren naar wat men zelf zegt. Co-assistent Oldenbeuving meld: driekwart heeft (dus) geen vermoeidheidsklachten en tweederde vind de werkdruk niet te zwaar. Het is maar, op welke manier je het ...uitlegt.

    Feit is dat klinische patiëntenzorg een 24/7 aangelegenheid is en nachtdiensten dus altijd nodig zullen zijn. Feit is dat het in de kliniek veelal minder goed planbaar is. Feit is dat er gewoon gewerkt moet worden en dat er gewoon veel mensen zijn die de zorg van een dokter nodig hebben. Feit is dat de budgetten almaar minder worden. Feit is dat je (als co) veel moet leren en daar veel patiënten voor moet zien, en dat kost tijd.

    15 jaar geleden was ik zelf co-assistent en de uren die ik toen soms draaide, zie ik al lang niet meer om mij heen. Taferelen als de "Magic Roundabout" uit de Londense City zijn in de Nederlandse gezondheidszorg niet meer. Desalniettemin zal je toch ééns moeten leren wat het is om om 4 uur 's nachts iemand of iets goed te beoordelen; om snel je schoenen aan te trekken voor een reanimatie; om met de telefoon naast bed weer even in het (piket-)bed te klimmen - al was het maar om te weten wat je na de co-schappen wel of niet wilt.

  • G. Oldenbeuving

    coassistent, ZWOLLE

  • M.M. van Heemstra

    lean coach, Nederland

    Het is toch te zot dat medewerkers in welke sector dan ook, inclusief specialisten zelf het normaal bijven vinden dat je jezelf over de kop werkt.
    Het is ook verkeerd voorbeeldgedrag.
    Niet alleen lean bewijst dat de kwaliteit van dienstverlening, dus... ook in de zorg slechter is bij hoge werkdrukbeleving, waardoor dat een doel moet zijn om die goed hanteerbaar te maken.
    Welke legitimatie is er om onverantwoord slechtere zorg te leveren tegen hogere kosten door een grotere foutkans anders dan "het is altijd zo geweest"?

  • L.W. Boland

    Jeugdarts, DIEMEN

    Eind jaren '70 was het niet anders dan nu met de co-schappen. Werkweken van 70-80 uur waren toen ook 'normaal'.
    Als co leefde je in en voor het ziekenhuis en waren de spaarzame vrije uren vooral bestemd voor slapen en rusten.
    Sociaal leven werd steed...s virtueler. Weinig balans dus, een ideale voedingsbodem voor burn-out.
    De ziekenhuiscultuur was immers altijd al zo geweest en als je daar niet in mee kon/wilde gaan, dan was je toch niet echt geschikt voor het vak.
    Ik ben dus vrij pessimistisch over de verbeteringskansen in het denken over het arbeidsethos van co-assistenten en aiossen. We kunnen onderzoeken blijven doen maar, ook al geven resultaten uit het verleden geen garantie voor de toekomst, ik ben benieuwd of er écht nieuwe inzichten komen uit nóg meer onderzoek. Het is immers al decennia zo.

  • L.P.J. Cobben

    radioloog, 'S-GRAVENHAGE

    Veel co-assistenten vinden hard werken ook leuk, voor hun is het meestal de eerste kennismaking met het echte werken in het ziekenhuis en dan wil je ook wel wat meemaken, moe zijn, nachten doorwerken, spanning, etc dat hoort er wel een beetje bij. He...t zijn jonge fitte mensen. En in vergelijking met vroeger hebben de co-assistenten veel compensatie gekregen. Het zou ook wel raar zijn als de co-assistenten niet enigszins op de proef worden gesteld, hardwerken en stress geeft een snellere leercurve. Stel je traint voor de marathon, dan zul je in je eerste trainingsweken ook moe zijn, het niet meer zien zitten,en er mee willen kappen, maar als je na een jaar training dan eindelijk lukt om de marathon te volbrengen, dan ben je super gelukkig en trots op de geweldige prestatie. .

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.