Laatste nieuws
Ingrid Lutke Schipholt
6 minuten leestijd

Wereldwijde artsendatabank

Plaats een reactie

Klein beginnen, groot eindigen



Jaarlijks reizen vanuit alle windstreken tienduizenden artsen  via verschillende hulporganisaties naar ontwikkelingslanden. Van samenwerking en informatie-uitwisseling is echter nauwelijks sprake. En dat is jammer, vindt de Rotterdamse stichting World Wide Surgery. Een databank voor artsen die in ontwikkelingslanden werken, kan verbetering brengen.



Bij een aardbeving raken honderdduizenden mensen gewond en in korte tijd vliegen er honderden artsen uit verschillende landen naar het getroffen gebied. De al ter plaatse tijdelijk werkende dokters kennen de weg. Het merendeel van de nieuwkomers niet. Informatiewisseling is er echter nauwelijks. 


Er is weinig zicht op de vraag naar en het aanbod van specialistische zorg in de ontwikkelingslanden. Er lijkt daarom een belangrijke taak te liggen voor een instantie die zich bezighoudt met de inventarisatie van de zorgvraag en de beschikbare voorzieningen enerzijds en het coördineren van het aanbod aan medische en heelkundige hulp anderzijds. Een dergelijke instantie bestaat momenteel niet en dat laat zich pijnlijk voelen, vooral in acute noodsituaties veroorzaakt door lokale oorlogen of natuurrampen.



‘Het is vreemd dat tientallen artsen in ontwikkelingslanden werken en dat zij niet eens weten welke collega’s er ook verblijven. Zo is het heel goed mogelijk dat twee chirurgen met dezelfde specialisatie, maar uitgezonden door verschillende organisaties, op hetzelfde moment in hetzelfde ziekenhuis opereren, terwijl op andere plaatsen juist dringende behoefte bestaat aan het betreffende specialisme. Uitwisseling van kennis, dat is het belangrijkste om goed te functioneren’, zegt emeritus hoogleraar chirurgie Jacques van der Meulen.


De beste ideeën komen vaak in een opwelling, zo ook bij Van der Meulen. Terwijl hij ziek in bed lag, bedacht hij het plan om een databank op te zetten voor artsen die in ontwikkelingslanden werken, te beginnen met Nederlandse chirurgen. Deze specialisten kent Van der Meulen het best.



Vragenlijst


Bevlogen vertelt Van der Meulen over zijn plan. In de eetkamer van zijn woning zitten ook de artsen in opleiding tot specialist Gonneke Heerdink en Fred Nederlof. Samen met Jan Sluimers vormen ze het bestuur van de stichting World Wide Surgery (WWS), die de databank gaat initiëren en beheren. Ze willen klein beginnen en groot eindigen.


Het lijkt alsof de contouren zichtbaar worden van de zoveelste goedbedoelde niet-gouvernementele organisatie (NGO) voor ontwikkelingswerk. Is het dat ook? ‘Zeker’, stelt Van der Meulen nuchter vast, ‘maar wel uniek in zijn soort.’


De groep pakt het project degelijk aan. Via dit nummer van Medisch Contact krijgen alle chirurgen een vragenlijst toegestuurd. Op deze manier verzamelt de stichting informatie over welke Nederlandse chirurgen ontwikkelingswerk doen, welke behoefte er is om informatie uit te wisselen en wie er in de toekomst dit werk willen doen. Alle informatie komt in een databank die op internet bereikbaar is voor alle betrokkenen, waaronder ook NGO’s, zoals Artsen zonder Grenzen, Memisa enzovoort.



‘Als de respons op de vragenlijst onder chirurgen nihil is, hebben we het animo verkeerd ingeschat, zegt arts-ondernemer Fred Nederlof, die de website gaat bouwen. De stichting hoopt op een grote respons, naar analogie van een Canadees onderzoek. Daar werd een enquête gehouden onder plastisch chirurgen. Canada heeft ongeveer evenveel inwoners als Nederland, al is het land stukken groter. Het blijkt dat meer dan de helft van de onderzochte groep als vrijwilliger ontwikkelingswerk doet in landen over de hele wereld. Daarbij zijn 44 organisaties betrokken; van samenwerking en informatieoverdracht tussen deze organisaties is nauwelijks sprake. En zolang dat zo is, kunnen de vele inspanningen niet leiden tot structurele verbetering van de zorgverlening ter plaatse.


Als de Nederlandse enquête ook goed verloopt en voldoende informatie oplevert, gaat de stichting sponsorgelden voor de uitvoering werven. Het bestuur hoopt het komende jaar aan de slag te kunnen, zodat het project in 2007 operationeel is.



Onafhankelijk


De stichting is pretentieus, want zij wil volstrekt onafhankelijk en niet competitief zijn. Primaire doelen zijn samenwerking en het verstrekken van informatie zonder belangen. Gonneke Heerdink: ‘Ik heb in de tropen gewerkt en zag dat NGO’s onderling niets coördineren. Samenwerking verloopt echt heel moeizaam. Ook blijkt het lastig om privé-initiatieven te bundelen. We hebben al heel wat bereikt als dat laatste ons lukt, zodat tenminste de chirurgen kunnen communiceren. Daarna zetten we de stap naar de NGO’s.’


De weg die de meeste specialisten die al eerder ontwikkelingswerk hebben gedaan nu bewandelen, is uitzending via NGO’s of via hun oude contacten ter plekke. Van der Meulen: ‘Het zijn gigantisch belangrijke contacten, maar voor collega’s vaak onzichtbaar.’


Van der Meulen hoopt dat het initiatief onder de vlag van een universiteit gaat vallen, bijvoorbeeld van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij heeft het plan al aan de Rotterdamse rector magnificus gepresenteerd, die er vooralsnog positief op reageerde. Volgens de initiatiefnemers krijg je via een universiteit relatief gemakkelijker een vaste voet aan de grond in een ontwikkelingsland en is het effectiever werken dan via overheden of op particulier initiatief. Van der Meulen: ‘Een politicus denkt als eerste:  hoeveel stemmen win ik ermee en wat verdien ik eraan?’



Partijbonzen


Van der Meulen benoemt het verschil tussen politieke en niet-gouvernementele organisaties.. ‘Jaren geleden was ik namens een Amerikaanse organisatie in Moskou. Ik woonde een forum bij over gezondheidszorg, waarin voornamelijk partijbonzen zitting hadden. Zij beweerden dat er helemaal geen behoefte was aan medische hulp want iedereen werd gratis behandeld. Later hoorde ik van een collega die in Moskou in elkaar was geslagen en medische hulp nodig had dat hij handenvol geld kwijt was geweest aan specialisten. Wilde hij worden geholpen, dan moest hij 200 dollar betalen aan de anesthesioloog, 500 dollar aan de chirurg, enzovoort. Zo werkt dus de politiek.’


Heerdink haalt een ander voorbeeld aan. Zij weet dat 50 procent van de tbc-patiënten resistent is voor antibiotica en dat dat het gevolg is van verkeerd vaccinatiemanagement. ‘Maar, iedereen beweert dat de tbc-bestrijding goed is geregeld.’



Academische component


Keer op keer leggen de bestuursleden uit dat de plannen zich in een pril stadium bevinden, al zijn ze er al ruim anderhalf jaar mee bezig. Tijdgebrek en van het kastje naar de muur worden gestuurd, zijn obstakels. Van der Meulen: ‘Zolang organisaties ons niet kennen en niet goed weten wat we willen, zijn ze ook niet geneigd afspraken te maken met ons.’ Heerdink vult aan: ‘We kunnen bovendien niet alles in onze vrije tijd doen, want we hebben zelf onze baan en zijn daarmee heel druk. We willen meer universiteiten bij ons project betrekken, maar dat moet nog gebeuren.’



Behalve dat het bestuur de kans van slagen van het project via de universiteit groter acht, heeft het initiatief een duidelijke academische component. Oud-hoogleraar Van der Meulen wil dat er ook uitwisseling van kennis komt. ‘Het is de bedoeling dat de databank niet alleen een communicatiemiddel is tussen  aldaar werkende chirurgen, maar ook tussen chirurgen daar en hier. Het educatieve element is ontzettend belangrijk. E-mail of internet biedt veel mogelijkheden. Je kunt bijvoorbeeld denken aan het beoordelen van röntgenfoto’s of labuitslagen via de digitale weg. In de databank vinden artsen in ontwikkelingslanden de namen en gegevens van artsen hier. Daarvoor hoeft niet eens te worden gereisd. Bovendien is de bank een bron van informatie voor epidemiologen of voor bestuurskundigen.’



Kleine club


De databank bevat informatie over het aantal ziekenhuizen, equipement, contactpersonen, specialisaties en dergelijke. Volgens Fred Nederlof betreft het informatie die NGO’s, de hulporganisaties, ook niet altijd hebben. ‘Wij willen een marktplaats zijn door al deze informatie aan elkaar te koppelen. Dat is ook wel zo handig voor artsen die op eigen initiatief gaan. En dat is waarschijnlijk de grootste groep.’


Uiteindelijk wil World Wide Surgery selfsupporting zijn. ‘Waar het geld blijft, is helder’, zegt Nederlof. ‘We willen een klein centrum waar weinig mensen werken. Daarom kunnen we duidelijk zeggen waar het (sponsor)geld blijft. WWS wil de databank uiteindelijk up to date houden met een kleine club. Dat is een hele klus.’


De bestuursleden willen de databank actueel houden met behulp van artsen die ter plekke inventariseren welke ziekenhuizen er zijn, welke equipement er is en welke specialisaties er worden bedreven. Volgens Heerdink is dat niet iets wat een willekeurige co-assistent kan uitvoeren. ‘Dit soort assessment moet je echt vaker hebben gedaan, wil je het goed doen’, zegt ze, uit ervaring sprekend. ‘Misschien dat we het door relaties ter plekke laten doen, misschien dat we zelf mensen laten invliegen. Ook dat moeten we onderzoeken.’



Planbaar


De ambities zijn groot: wie weet komt er ooit een wereldwijde actuele databank van artsen, specialisaties en ziekenhuizen. Vooralsnog begint de WWS klein: het verzamelen van gegevens over individuele chirurgen in Nederland, dan over faculteiten en ziekenhuizen in ontwikkelingslanden. Het primaire doel is het coördineren van electieve chirurgie.


Van der Meulen: ‘Deze planbare chirurgie is op zich wel organiseerbaar, maar gewoon nog niet geregeld. Dat komt omdat het om zeer kleinschalige projectjes gaat. Vaak te klein voor de grote clubs, omdat het enorm specialistisch is, zoals bij de nomachirurgie. Wij willen beginnen met het inventariseren van artsen en noodzakelijke electieve operaties.’



Klik hier voor de enquête op worldwidesurgery.org



Klik hier voor het PDF-bestand van dit artikel

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.