Laatste nieuws
Simone Paauw
Simone Paauw
7 minuten leestijd
interview

‘We worden beoordeeld op deskundigheid, niet op afkomst’

Iraans artsenechtpaar goed ‘geland’

Plaats een reactie
beeld: Hilbert Krane      Pooneh Khalili en haar man Siavash Pourfar: ‘Het vergde veel moeite om het Nederlandse zorgsysteem te leren doorgronden.’
beeld: Hilbert Krane Pooneh Khalili en haar man Siavash Pourfar: ‘Het vergde veel moeite om het Nederlandse zorgsysteem te leren doorgronden.’

In de zomer van 2000 ontvluchtte het echtpaar Pooneh Khalili en Siavash Pourfar hun vaderland Iran en belandde in Nederland. Inmiddels zijn ze gevestigd als huisarts met praktijken in Fijnaart en Den Haag.

Na zeventien jaar is het nog altijd moeilijk om terug te denken aan Iran. En erover praten, dat willen ze liever niet. Pooneh Khalili en haar man Siavash Pourfar vluchtten uit Iran en arriveerden in de zomer van 2000 in Nederland. Samen met hun zoontje van enkele maanden oud. Het jonge echtpaar kende elkaar uit het ziekenhuis waar ze als geneeskundestudenten coschappen liepen. Pooneh Khalili (nu 45 jaar) was ten tijde van hun vlucht net in opleiding tot dermatoloog en haar man Siavash Pourfar (nu 55 jaar) was bijna klaar met de opleiding cardiologie.

Het jonge stel kwam in een asielzoekerscentrum terecht en een positieve cultuurshock volgde, zo vertelt Pourfar. Hij roemt de Nederlandse procedures en protocollen. ‘De asielprocedure, het huisvesten van vluchtelingen, begeleiding van hoogopgeleide vluchtelingen; problemen worden voorzien en oplossingen van tevoren door deskundigen bedacht en verwerkt in protocollen. We hadden problemen, maar alles stond al klaar. Als asielzoeker werd je behandeld als gelijkwaardig mens. Dat had ik helemaal niet verwacht – in Iran werden vluchtelingen helemaal niet goed behandeld – het was zó waardevol.’

Na een klein halfjaar plaatste het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers het gezin in het afgelegen Zeeuwse dorp Zoutelande. Khalili: ‘We hadden nog geen sociaal netwerk in Nederland en dat was soms moeilijk. Gelukkig konden we op elkaar steunen, dat gaf veel kracht. En we troffen het met onze nieuwe buren. Ze hielpen ons niet alleen met het inrichten van ons huis met tweedehandsspullen en ons overal naartoe te rijden met hun auto, maar ook met hun vriendschap. Dat was belangrijk voor ons.’

Moeilijk traject

Beiden wilden ook in Nederland werken als arts. In die tijd moesten buitenslands gediplomeerde artsen van buiten de Europese Unie alle coschappen opnieuw doen om een BIG-registratie als basisarts te verkrijgen. Khalili en Pourfar vochten dit aan vanwege hun hoogstaande opleiding in Iran. Ze kregen de kans zich te bewijzen door een aantal toetsen te doen, waaronder de voortgangstoets en toetsen met simulatiepatiënten. Het werd een soort pilot voor de assessmentprocedure voor buitenslands gediplomeerde artsen van buiten de Europese Unie die in 2005 van start ging. Pourfar: ‘Het was een moeilijk traject, hoewel we het logisch vonden dat we niet zomaar aan het werk konden in Nederland. Qua kennis was het geen probleem, maar het vergde veel moeite om het Nederlandse zorgsysteem te leren doorgronden. Ik vond het mooi om te ontdekken dat alles zo goed is geregeld in Nederland. Alles is uitgedacht, gecheckt en op elkaar afgestemd. Ik voel me zeer gelukkig in dit systeem.’

We vonden het logisch dat we niet zomaar aan het werk konden

Een Zeeuwse vrijwilligersorganisatie begeleidde Khalili en Pourfar in dit traject en koppelde de twee artsen aan de Middelburgse huisarts Coen Albers. Als hun coach liet hij hen meekijken in zijn praktijk. In 2003 bracht Medisch Contact daarover een reportage (MC 7/2003: 246). Khalili: ‘Hij heeft ons enorm geholpen met het begrijpen van het zorgsysteem en het leren van medisch Nederlands. Ook bracht hij ons in contact met een consultatiebureauarts en een forensisch arts van de GGD en verschillende zorgorganisaties. Daarnaast hebben we zelf hard gewerkt. Dat moet als je iets wilt bereiken. In de zomer van 2003 zijn we als basisarts ingeschreven in het BIG-register. Ik was toen zwanger van mijn tweede zoon. Ik denk dat de assessmentprocedure tegenwoordig beter is dan toen; het is een gestructureerder, duidelijker traject. Maar het zou nog beter zijn als stages vanuit de overheid zouden worden geregeld. Nu moeten buitenslands gediplomeerde artsen – net als wij destijds – het geluk hebben een goedhartige arts tegen te komen die de tijd wil nemen ze mee te laten kijken in zijn praktijk.’

'Er waren wel patiënten die twijfelden of ik wel euthanasie zou uitvoeren.'
'Er waren wel patiënten die twijfelden of ik wel euthanasie zou uitvoeren.'

Idealen opgeven

In Iran was Khalili in opleiding tot dermatoloog en ook in Nederland wilde ze die kant op. Ondanks vele sollicitaties en vier jaar Nederlandse ervaring als anios dermatologie, lukte het haar niet in opleiding te komen. Khalili: ‘Ondanks prettige sollicitatiegesprekken, goede papieren en positieve referenties, was het antwoord telkens dat ik niet paste in het profiel. Ik heb het gevoel dat ik vaak geen eerlijk antwoord kreeg op mijn vraag waaróm ik werd afgewezen. Voor mijn gevoel speelden mijn naam, mijn afkomst daar een rol in. Maar misschien was het ook mijn leeftijd. Als 30-plusser was ik relatief oud. Ik dacht dat als ik er alles voor zou doen, dat het me zou lukken in opleiding te komen. Achteraf vind ik dat ik daar te star in was. Dat ik te lang heb vastgehouden aan mijn idealen. Maar spijt heb ik niet, want nu ik huisarts ben, heb ik veel aan mijn ervaring in de dermatologie.’

Ik heb het gevoel dat ik vaak geen eerlijk antwoord kreeg

Ook Pourfar moest idealen opgeven. In Iran was hij bijna klaar met zijn opleiding tot cardioloog. In Nederland moest hij opnieuw beginnen. Pourfar: ‘In Iran staat een cardioloog enorm hoog in aanzien. Maar eenmaal in Nederland aangekomen, was ik vooral opgelucht dat ik nu leefde in een vrij land. Daarom kon ik vrij makkelijk accepteren dat ik niet zomaar verder kon gaan als cardioloog. Al wrong het af en toe ook wel dat ik tot een paar weken eerder een cardioloog in opleiding was – met bijbehorende status – en nu werd behandeld als “gewoon iemand”.’

Na drie jaar als anios cardiologie te hebben gewerkt, koos Pourfar voor de opleiding huisartsgeneeskunde. ‘Cardiologie was altijd mijn ideaal, maar dat was vóórdat ik wist hoe perfect het huisartsenvak is. Het is heerlijk, gevarieerd werk, waarin je veel betekent voor de patiënt. De huisartsenzorg is goedkoop en dat is in het belang van het land. Bovendien is er veel werk voor huisartsen en kun je het overal doen.’

In Iran was Khalili in opleiding tot dermatoloog.
In Iran was Khalili in opleiding tot dermatoloog.

Ook zijn vrouw koos uiteindelijk voor de opleiding huisartsgeneeskunde. Ze begon toen hij de opleiding had afgerond, ook vanwege de kinderen. Khalili: ‘Ik zou inmiddels niet meer terug willen naar het ziekenhuis. Als huisarts ervaar ik hoe sterk en diep het contact met patiënten kan zijn; ik heb één familie van vijf generaties in mijn praktijk. Als huisarts heb ik overigens veel te maken met dermatologie en ik doe cosmetische behandelingen als extra voor de patiënten.’

Huisartsenpraktijk

Sinds anderhalf jaar woont het echtpaar met hun twee tieners in een zelfontworpen villa aan het water in Dordrecht. In 2011 – Khalili was nog in opleiding – namen ze een kleine huisartsenpraktijk over in het Brabantse dorp Fijnaart. Na enkele jaren verdubbelde de praktijk naar 3700 patiënten vanwege het pensioen van een andere Fijnaartse huisarts. Er zijn renovatieplannen voor een verlaten dorpssupermarkt, zodat ze het containerachtige noodgebouwtje waarin ze nu gevestigd zijn, kunnen verlaten. In 2013 begonnen Khalili en Pourfar bovendien een praktijk in een achterstandswijk in Den Haag. Khalili: ‘We wisten toen nog niet dat de praktijk in Fijnaart verdubbeld zou worden. En mijn man wilde graag een praktijk in een wijk met veel allochtone patiënten, om zo iets terug te doen voor de maatschappij.’

Het vinden van een huisartsenpraktijk om over te nemen, viel niet mee, vertelt Pourfar. ‘Integratie heeft twee kanten. Wij voelen ons Nederlanders en leven daar ook naar. Maar Nederlanders kunnen soms moeilijk aan óns wennen. Daarom is het voor ons soms lastiger om dingen te bereiken. Ik heb hard gezocht naar een praktijk om over te nemen, aanvankelijk zonder succes. De praktijk in Fijnaart konden we overnemen, omdat er geen andere gegadigden waren. Dat is natuurlijk niet letterlijk gezegd, dat vóél je. Toch heb ik me daardoor niet gediscrimineerd gevoeld. Ik ben een optimistisch mens; het is me gewoon gelukt.’

Acceptatie

De praktijkovername was heel spannend, vertelt Khalili. Het paar vroeg zich af of ze geaccepteerd zouden worden door de patiënten van de oude huisarts. Khalili: ‘Volgens de Landelijke Huisartsen Vereniging is er bij iedere praktijkovername een uitloop van patiënten van ongeveer 10 procent. Dus daar rekenden we ook op. Maar er zijn uiteindelijk maar twee gezinnen vertrokken. Voor mijn gevoel worden we echt beoordeeld op onze deskundigheid en niet op onze afkomst. We merken nooit dat patiënten er moeite mee hebben. Het is dan ook een gezellig dorp met gemoedelijke mensen.’

Nederlanders kunnen soms moeilijk aan óns wennen

‘Er waren wel patiënten die twijfelden of ik wel euthanasie zou uitvoeren, als ze daarom vroegen’, vertelt Pourfar. Daar heb ik goede gesprekken over gevoerd met ze en daarna was de twijfel weg. Ik heb het een paar keer gedaan. Ik ben geen praktiserend moslim, maar dat kunnen mensen niet zien aan mijn achternaam. Hoewel ik denk dat het eigenlijk niet uitmaakt voor de acceptatie door de patiënten. Ik ken ook huisartsen die wél praktiserend moslim zijn en die hebben ook geen problemen. Eerlijk gezegd zijn wij gewoon heel goed geïntegreerde allochtonen.’

‘Wij voelen ons Nederlander en doen volop mee in de maatschappij. Ons motto is altijd geweest: werken, werken en niet zeuren. Iedere keer als we het harde werken en studeren beu waren of als we heimwee hadden, zeiden we dat tegen elkaar. En nu nog. Dat is iets wat we onze kinderen met de paplepel ingieten’, vertelt Khalili. Toch voelt ze dat de sfeer in Nederland verandert. ‘Mijn zoon doet tweetalig vwo, zit in zijn eindexamenjaar en gaat volgend jaar farmacie studeren. Maar op het voetbalveld wordt hij uitgescholden door de tegenstander. Er wordt geroepen: ga terug naar je eigen land. Als je jong bent en je krijgt zoiets vaak te horen, kun je je gaan afvragen of je er wel echt bij hoort in Nederland. Gelukkig heeft hij daar niet zo’n last van. Hij weet dat hij tegen een stootje moet kunnen en dat hij hard moet werken om zijn doelen te bereiken. Dat hebben wij hem geleerd.’

lees ook download dit artikel (pdf)

interview werk opleiding huisartsen vluchtelingen discriminatie Iran COA
  • Simone Paauw

    Simone Paauw deed de deeltijdopleiding journalistiek in Tilburg en werkt sinds 2008 als journalist bij Medisch Contact. Ze interviewt het liefst de ‘gewone arts’ met een bijzonder verhaal, bijvoorbeeld voor de rubriek Het Portret. (Gezondheids)recht en medisch tuchtrecht hebben haar bijzondere interesse. Ze heeft aandacht voor diversiteit en inclusie in de breedte, discriminatie en grensoverschrijdend gedrag (op de werkvloer) en de positie van vluchtelingen en vluchteling-artsen. Daarnaast schrijft ze over tal van andere onderwerpen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.