Wat voor dokter ben ik?
Plaats een reactieElke patiënt krijgt na doktersbezoek van de thuisblijvers dezelfde vraag te beantwoorden: Hoe was de dokter en wat zei die? Kennelijk zit er nogal wat variatie in het gedrag van artsen, anders zou die vraag nooit hoeven te worden gesteld. Tegelijkertijd streelt het uw ego als u verneemt dat men ú graag als behandelend arts heeft.
Wilt u weten in welke categorie uw patiënten u indelen? Geef dan bij elk van onderstaande stellingen aan in hoeverre deze op u van toepassing is.
tekst: Ben Crul
beeld: Bibian Harmsen
1. Het verdriet van een patiënt heeft nauwelijks invloed op mijn professioneel handelen.
A Neen, dat is niet op mij van toepassing
B Dat geldt amper voor mij
C Neutraal
D Deels herken ik dit
E Ja, dit is helemaal op mij van toepassing
2. Ook al heb ik geen dienst, ik ben toch bereikbaar voor eigen terminale patiënten.
A Neen
B Liever niet
C Hangt ervan af
D Bij voorkeur wel
E Ja, altijd
3. Als ik me steeds moet verplaatsen in de moeilijke situatie van de patiënt, kan ik mijn werk niet goed doen.
A Neen, dat is niet op mij van toepassing
B Daar heb ik nauwelijks last van
C Neutraal
D Vaak is dat zo
E Ja, dit is helemaal op mij van toepassing
4. Als een patiënt te laat is, wordt hij of zij in principe nog wel door mij geholpen.
A Neen, daar begin ik niet aan.
B Meestal niet
C Neutraal
D Meestal wel
E Ja, altijd
5. Als ik na werktijd een voor mijn patiënt zeer belangrijke gunstige uitslag ontvang, zal ik hem of haar dat zo snel mogelijk telefonisch of op zaal melden.
A Neen, nooit
B Meestal niet
C Soms
D Vaak wel
E Ja
6. Ik voel mij bezwaard als patiënten lang moeten wachten.
A Neen
B Meestal niet
C Neutraal
D Meestal wel
E Ja
7. Als ik een overlijdensbericht van een patiënt lees, neem ik contact op met de nabestaanden.
A Neen, nooit
B Sporadisch
C Soms wel, soms niet
D Meestal
E Ja, altijd
8. Als een patiënt zich voor een normaal consult niet heeft gewassen en ik heb daar last van, dan meld ik hem dat zonder meer.
A Neen
B Zelden
C Neutraal
D Meestal wel
E Altijd
9. Ik vind het prima als een patiënt van de andere sekse niet wil dat ik het onderzoek doe.
A Neen
B Meestal niet
C Neutraal
D Meestal wel
E Ja, dat is begrijpelijk
10. Als patiënten mij in de supermarkt vragen stellen over hun ziekte, sta ik hen te woord.
A Neen
B Meestal niet
C Neutraal
D Soms wel
E Ja, altijd
11. Ik erger mij openlijk als een patiënt speciaal toegestuurde patiënteninformatie niet heeft gelezen en toch van mij verlangt dat ik die informatie uitgebreid met hem/haar bespreek.
A Neen
B Nauwelijks
C Neutraal
D Deels
E Ja
12. Als patiënten mij onfatsoenlijk benaderen, kan ik dat vanuit hun onzekerheid wel billijken.
A Neen
B Meestal niet
C Neutraal
D Vaak wel
E Ja, dat is begrijpelijk
13. Als een patiënt mij uit overtuiging geen hand wil geven, kan ik dat billijken.
A Neen
B Nauwelijks
C Neutraal
D Deels
E Ja
14. Als ik weet dat mijn handelen niet goed is geweest, bespreek ik dat direct en openlijk met de patiënt of diens familie.
A Neen
B Meestal niet
C Neutraal
D Meestal wel
E Ja, altijd
15. Een patiënt die maar niet to the point kan komen, ergert mij.
A Neen
B Nauwelijks
C Neutraal
D Deels
E Ja
16. Men kan mij telefonisch storen tijdens een consult.
A Neen
B Liever niet
C Neutraal
D Meestal kan het wel even
E Ja
17. Om patiënten te troosten, sla ik een arm om hun schouder.
A Neen, nooit
B Zelden
C Soms wel, soms niet
D Regelmatig
E Ja, dat doe ik altijd
18. Als ik iets één keer duidelijk heb uitgelegd, moeten patiënten, familieleden of co-assistenten en verpleegkundigen daarna niet meer aan mijn hoofd zeuren.
A Neen, dat is niet op mij van toepassing
B Nauwelijks van toepassing
C Hangt ervan af
D Deels
E Ja, daar herken ik me helemaal in
19. Ik word kribbig als een patiënt niet stilligt als dat voor het onderzoek wel noodzakelijk is.
A Neen
B Meestal niet
C Soms
D Vaak wel
E Ja, altijd
20. Als een patiënt mobiel bellend de spreekkamer binnenkomt, spreek ik hem/haar daar onmiddellijk op aan.
A Neen
B Meestal niet
C Neutraal
D Meestal wel
E Ja
Tel uw scores op volgens onderstaande tabel:
1
10 8 5 2 0
2
0 2 5 8 10
3
10 8 5 2 0
4
0 2 5 8 10
5
0 2 5 8 10
6
0 2 5 8 10
7
0 2 5 8 10
8
10 8 5 2 0
9
0 2 5 8 10
10
0 2 5 8 10
11
10 8 5 2 0
12
0 2 5 8 10
13
0 2 5 8 10
14
0 2 5 8 10
15
10 8 5 2 0
16
0 2 5 8 10
17
0 2 5 8 10
18
10 8 5 2 0
19
10 8 5 2 0
20
10 8 5 2 0
0-50 punten: u vertoont kenmerken van horkerig gedrag. U vaart uw eigen koers en maakt van uw hart geen moordkuil, maar houdt weinig rekening met de gevoelens van patiënten en collegas. U werkt efficiënt en zult genoeg vrije tijd overhouden voor uw hobbys. Patiënten zullen u wel een vaardige, maar geen aardige dokter vinden.
51-150 punten: u heeft een goede balans gevonden tussen functioneel handelen en rust uitstralen. U bewaakt de grenzen van uw beschikbaarheid afdoende. U zult niet aan uw werk bezwijken. Patiënten zullen u een aardige en vaardige dokter vinden.
151-200 punten: u bent een zeer empathisch ingesteld arts die gemakkelijk over zijn/haar grenzen laat heengaan. Aan hobbys en familie besteedt u weinig tijd. Dit houdt u geen leven lang vol. Burn-out ligt op de loer. Patiënten zullen u echter heel aardig vinden en met attenties overladen.
- Er zijn nog geen reacties
