Laatste nieuws
gynaecologie

Vruchtbare alternatieven voor platte bezuinigingen

Breed gedragen overleg over ivf maakt van de nood een deugd

Plaats een reactie

IVF-BEHANDELING

Bezuinigingen bepalen de politieke agenda binnen het zorglandschap. Dat geldt ook voor de voortplantingsgeneeskunde. Gelukkig heeft daar een goede samenwerking tussen deskundigen en belanghebbenden geleid tot een uitstekend alternatief.

Het landelijke beleid ten aanzien van de zorg wordt vooral beheerst door het streven de stijgende kosten te beteugelen. De voortplantingsgeneeskunde, die internationaal in hoog aanzien staat, is hierop geen uitzondering. In 2012 werd voorgesteld om in het kader van de bezuinigingen de ivf voor een groot deel uit het basispakket te verwijderen en nog slechts één behandelcyclus te vergoeden – nu zijn dat er drie. Doel was om het bestaande budget voor vruchtbaarheidszorg – rond de 65 miljoen euro per jaar – te halveren.

Het behoeft geen betoog dat een dergelijke maatregel grote consequenties zou hebben voor de patiënten met een onvervulde kinderwens. In samenspraak met de patiëntenvereniging (Freya), de overkoepelende organisatie van ziektekostenverzekeraars (ZN) en de Nederlandse Vereniging van Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) is toen gezocht naar andere bezuinigingsmaatregelen. Uitgangspunt hierbij was om een volwaardig bezuinigingsalternatief te kunnen bieden aan VWS, dat in de aanloop had laten doorschemeren open te staan voor alternatieven mits het financiële kader zou worden geborgd.

Tripartite overleg

Het tripartite overleg tussen genoemde drie partijen heeft geresulteerd in een tiental concrete voorstellen waarvan de financiële haalbaarheid op verzoek van de minister door het College voor Zorgverzekeringen (CVZ, nu Zorg Instituut Nederland) is getoetst.

Uiteindelijk heeft CVZ een pakket van vijf maatregelen aangemerkt als redelijk bezuinigingsalternatief:

1. strikter toepassen van één embryo-terugplaatsing bij ivf-behandelingen om risicovolle en vaak dure meerlingzwangerschappen te beperken;

2. kritischer toepassen van indicatiestelling voor behandeling bij vrouwen met een adequate prognose;

3. doelmatiger gebruik van vruchtbaarheidsmedicatie ter voorkoming van spillage;

4. keuze voor de meest kosteneffectieve stimulatiehormonen;

5. realisatie van een strikte leeftijdsgrens voor diagnostiek en behandeling: 43 jaar.

Om dit plan ten uitvoer te brengen en ter borging van draagvlak en uitvoerbaarheid werd de stuurgroep ‘Factor XIII’ geformeerd, bestaande uit vertegenwoordigers van alle dertien ivf-centra met daarin tevens afgevaardigden van het NVOG-bestuur, de Vereniging van Klinisch Embryologen (KLEM), de Dutch Society of Reproductive Medicine (DSRM), de IVF werkgroep en de Commissie Kwaliteit van de NVOG.

Vanuit een groot commitment aan de totstandbrenging van de beoogde bezuiniging, werden de maatregelen meetbaar in de praktijk gebracht en opgenomen in de regelgeving. Ook startte een gedetailleerde registratie: 'DART' (Dutch assisted reproductive technology data). In het (eerste) peiljaar 2013 werd niet alleen bezien of de kosten en de aantallen behandelingen waren gedaald, maar werd ook gekeken naar de effecten op zwangerschapscijfers en meerlingpercentages.

Bezuiniging

Medio 2014 rapporteerde het Zorginstituut Nederland aan de minister. Daarbij werd geconstateerd dat er over 2013 een bezuiniging was gerealiseerd van 18,5 miljoen euro, met die kanttekening dat door incompleetheid van data de bezuiniging mogelijk groter is. Zo zijn de effecten van een aantal maatregelen – onder meer doelmatig medicijngebruik en bezuiniging op medicatiekosten – niet meegenomen in dat bedrag. Verder werden bijvoorbeeld aanzienlijke prijsdalingen van ‘stimulatiehormonen’ in 2013 zichtbaar in de aanloop naar de ziekenhuisoverheveling.

In 2016 zal naar verwachting het hele plaatje compleet zijn, omdat de verzekeraars dan over de volledige declaratiegegevens van 2013 kunnen beschikken.

Ivf-cijfers

Op de website van de NVOG worden sinds 1996 de landelijke ivf-cijfers weergegeven, met uitgesplitst per centrum de zwangerschapscijfers en meerlingpercentages.

In 2013 is het aantal ‘verse’ ivf/ICSI-behandelingen ten opzichte van 2012 van 16.748 cycli afgenomen tot 15.165 cycli, waarbij het aantal ivf-baby’s met 4.710 stabiliseerde. Hiermee was 1 op de 36 baby’s in Nederland een ivf-kind, van in totaal 171.341 levendgeborenen. Het overall succespercentage van ivf/ICSI per cyclus nam in 2013 ten opzichte van 2012 toe van 26,4 naar 29,5 procent, en het percentage ivf-meerlingen nam af van 6,7 tot 5,3 procent.

Het overall zwangerschapspercentage na een ivf/ICSI-behandeling is daarmee in Nederland nog nooit zo hoog geweest en het meerlingpercentage nog nooit zo laag.

Als we deze uitkomsten relateren aan de pakketmaatregelen, dan zou het speculatief zo kunnen zijn dat het strikte single embryo transfer (SET)-beleid bij vrouwen tot 38 jaar heeft geleid tot de daling in het aantal meerlingen (circa -20%), het stringentere afwachtende beleid tot een afname van het aantal ivf/ICSI-cycli (circa -10%) en de leeftijdsgrens mede heeft geleid tot procentueel meer zwangerschappen (circa +10%).

Doelstellingen gehaald

In redelijkheid kan gesteld worden dat de financiële doelstellingen van de pakketmaatregelen in het startjaar reeds grotendeels werden gehaald en dat er een grotere doelmatigheid is gerealiseerd: minder cycli en meerlingen en evenveel (ivf-)kinderen.

De genomen maatregelen hebben het landschap binnen de voortplantingsgeneeskunde ingrijpend veranderd en zullen naar verwachting een blijvend positief effect hebben op de doelmatigheid. En vooral hebben ze platte bezuinigingen op de ivf voorkomen. Deze mogelijkheid kwam tot stand door de unieke tripartite inzet van patiënt, specialist en verzekeraar, die, met steun van VWS, gezamenlijk verantwoordelijkheid namen voor dit ‘vruchtbare’ alternatief.

auteurs

dr. Jesper Smeenk, gynaecoloog Elisabeth-Twee Steden Ziekenhuis, Tilburg

dr. Sjaak Wijma, gynaecoloog Martini Ziekenhuis, Groningen

prof. dr. Frank Broekmans, hoogleraar voortplantingsgeneeskunde, UMC Utrecht

De auteurs zijn allen lid van Factor XIII

Een deel van dit artikel is eerder gepubliceerd in het NTOG (09/2014)

contact

j.smeenk@elisabeth.nl

c.c.: redactie@medischcontact.nl


Voor de landelijke ivf-cijfers, zie de website van de NVOG:

www.nvog.nl/voorlichting/IVF-resultaten/default.aspx

PDF
gynaecologie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.