Laatste nieuws
3 minuten leestijd
opinie

Vrije artsenkeuze: voor wie eigenlijk?

4 reacties

OPINIE

Recente discussies over ‘de’ vrije artsenkeuze suggereren dat die keuze er in principe voor iedereen is. Maar dat geldt sowieso niet voor de meest kwetsbaren in de samenleving. Gezondheidsjurist Olga Floris vraagt zich af waarom niemand het voor hen opneemt.

De afgelopen periode is, ook in de Tweede Kamer, stevig gedebatteerd over de mogelijke afschaffing van de vrije artsenkeuze. Dit door aanpassing van artikel 13 van de Zorgverzekeringswet (Zvw). Het laatste woord is er nog niet over gezegd, maar wat weinigen zich intussen realiseren is dat die vrijheid voor een substantieel, maar zeer kwetsbaar deel van de bevolking sowieso niet bestond en niet bestaat. Ouderen en gehandicapten die in een instelling verblijven zijn namelijk aangewezen op de ‘huisarts’ die de instelling voor hen uitzoekt.

AWBZ
Ouderen en gehandicapten die met een indicatie voor verblijf en/of behandeling zijn opgenomen in een instelling, vallen onder de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) . En artikel 15 lid 1a van het Besluit Zorgaanspraken AWBZ luidt:

Voor zover gepaard gaande met verblijf in dezelfde instelling, omvat de zorg, bedoeld in de artikelen 8 en 13, tevens:

a) geneeskundige zorg van algemeen medische aard, niet zijnde paramedische zorg; (…)

Oftewel, zoals in de toelichting van het artikel staat: Het gaat daarbij om de hulp zoals de huisarts die pleegt te bieden.

In de praktijk komt deze bepaling erop neer dat ouderen en gehandicapten evenveel premie voor de verplichte zorgverzekering betalen als iedereen, maar dat de huisarts – en ook de tandarts en apotheker – niet bij de zorgverzekeraar mag declareren. Ook niet bij een restitutiepolis. De AWBZ-instelling moet deze zorg leveren op basis van het zorgzwaartepakket en moet daartoe overeenkomsten sluiten die uit de AWBZ-pot worden betaald.

De LHV waarschuwt op haar site dat een patiënt niet ingeschreven mag worden in een huisartsenpraktijk als hij recht heeft op AWBZ-zorg en verblijft in een instelling. De vergoeding moet dan vanuit de AWBZ worden gefinancierd. Ook het zorgkantoor heeft de zorgaanbieders op het hart gedrukt geen huisartsenzorg voor deze mensen bij de zorgverzekeraar te declareren.

Gecontracteerde instelling
Zelfs het recht van de verzekerde om zich te laten opnemen in een instelling waarvoor zelf gekozen is, staat onder druk. Volgens artikel 10 van de AWBZ kon de verzekerde zich wenden tot een instelling naar keuze, die met de zorgverzekeraar een overeenkomst had gesloten. Als die instelling niet was gecontracteerd, dan kon de zorgverzekeraar daarvoor toestemming verlenen. De verzekerde had dan aanspraak op gehele of gedeeltelijke vergoeding van de kosten. In de laatste wetswijziging van de AWBZ is deze regeling al min of meer ‘geruisloos’ verdwenen. En in de voorgestelde Wet langdurige zorg (Wlz) is het niet meer terug te vinden. Men moet nu kiezen voor een door de zorgverzekeraar gecontracteerde instelling; andere instellingen worden niet vergoed, ook niet een beetje. En dus bepaalt de zorgverzekeraar naar welke instelling je moet en bepaalt die niet zelfgekozen zorginstelling met welke niet zelfgekozen huisarts je te maken krijgt.

Staatssecretaris Van Rijn schrijft in een brief aan de Tweede Kamer in juni 2014 dat de kwaliteit van ouderenzorg in instellingen beter kan en moet. In veel van de verpleeg- en verzorgingshuizen passen de kennis, vaardigheden en beschikbaarheid van medewerkers niet bij de zorgbehoefte van de cliënten. Volgens Van Rijn gaat de Wlz de positie van de cliënt versterken. Hoe die positieversterking gestalte krijgt, wordt verder niet uitgelegd. In elk geval niet voor wat betreft de vrije keuze van instelling of de vrije huisartsenkeuze.

Bekommeren
In de langdurige ouderenzorg – en dat geldt vanzelfsprekend evenzeer voor de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking – verkeren patiënten in een sterke afhankelijkheidspositie. Dat heeft niet alleen te maken met hun beperkingen of aandoeningen, ook de institutionalisering of hospitalisering speelt een rol. Vanwege die afhankelijkheidsrelatie zouden juist deze mensen baat hebben bij een eigen onafhankelijke huisarts naast de instellingsarts. De instellingsarts namelijk moet niet alleen soms lastige maatregelen nemen, zoals gedwongen toediening van medicatie, ook is hij veelal in dienst van de instelling of heeft met de instelling een overeenkomst gesloten, waardoor hij niet onafhankelijk is. De eigen huisarts zou hierbij een eigen kritische rol kunnen en moeten spelen.

Toch vreemd dat niemand zich druk over maakt over de rechten van kwetsbare mensen op vrije artsenkeuze en vrije instellingskeuze. Wordt het niet eens tijd dat wij ons ook eens gaan bekommeren om de (grond)rechten van ouderen en gehandicapten in onze samenleving?



Olga Floris, gezondheidsjurist Erasmus Universiteit Rotterdam

contact: floris@bmg.eur.nl

cc: redactie@medischcontact.nl

Geen belangenverstrengeling gemeld

 



 

Joost van den Broek / HH
Joost van den Broek / HH
<b>Download dit artikel (PDF)</b> Lees ook:
opinie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Drs. N.M. Nieuwenhuizen

    Specialist ouderengeneeskunde, voorzi, Utrecht

    Als mensen recht hebben op verpleeghuiszorg dan hebben zij een complexe zorgvraag voortkomend uit meerdere medische problemen. De specialist ouderengeneeskunde is expert in het herkennen van (dreigende) kwetsbaarheid en kan door middel van pro-actief... handelen die kwetsbaarheid beperken, voorkomen of uitstellen. Uitgangspunt bij al het handelen is het behouden en verkrijgen van zoveel mogelijk zelfstandigheid en kwaliteit van leven binnen de mogelijkheden van de patiënt. Afwegen van behandelingen en gesprekken rond het levenseinde zijn dagelijks werk. Al met al is dit toch een heel ander vak dan huisarts.

    Mensen kiezen er eigenlijk nooit voor om onze patiënt te worden. Maar dat men vaak baat heeft bij deze specialistische behandeling en zorg, is een gegeven. Dat merkt men vaak pas als ze ‘ons’ leren kennen. Dat veel mensen ons niet kennen maakt ook dat ze niet voor ons kunnen kiezen. Om nog maar te zwijgen van de mogelijkheid tot het kunnen maken van een keuze. Niet iedereen is zo autonoom als we graag willen denken.

    Ik deel zeker wel de zorgen om de grondrechten van onze kwetsbare ouderen. Met de nieuwe wet WLZ en het versneld sluiten van verzorgingshuizen is er een grote kans dat ‘onze’ doelgroep onzichtbaar wordt achter de voordeuren in de wijk. De kwetsbare groepen hebben namelijk behoefte aan een gezondheidszorg die naar hen toekomt, ook al kiezen ze er niet direct zelf voor.

    Of dat gaat lukken met een wijziging in artikel 13? Ik denk het niet. Maar ik vrees dat er, als het gaat om kwalitatief goede zorg voor kwetsbare groepen, ook heel veel andere aspecten meespelen dan alleen artikel 13. Vrijheid en autonomie zijn wellicht niet het enige waar we voor moeten strijden.

  • P.D.F. Frijns

    specialist ouderengeneeskunde, GELEEN Nederland

    Wat een triest artikel schrijft mevrouw Floris toch. Al lezend bekruipt mij het gevoel dat ze meer verstand heeft van juridische dan van medische zaken. De door haar zogenaamde 'huisarts' in een AWBZ instelling is een gespecialiseerde arts die oudere...ngeneeskunde als vervolgopleiding heeft gestudeerd. Geen tweedehands 'huisarts'. Ik heb al diverse patiënten zien opbloeien na overname van de behandelzorg. De goedkoop geciteerde zin: "In veel van de verpleeg- en verzorgingshuizen passen de kennis, vaardigheden en beschikbaarheid van medewerkers niet bij de zorgbehoefte van de cliënten" is volledig uit zijn verband gerukt en slaat zeker niet op de door ons geleverde medische behandelzorg en onze specifieke deskundigheid.
    Collega Schellart: bij de meeste door mij overgenomen patiënten is zelden voor opname gesproken over de zwaarwichtige keuzes in de laatste levensfase. Wij doen dat wel. En we hebben er niets op tegen als u uw patiënten nog eens opzoekt in onze instelling. Ik zie vrijwel nooit een (voormalige) huisarts zijn patiënt bezoeken als de vergoeding voor dit bezoek Soms tijdelijk) stopt. U huilt krokodillentranen. En voor de ziekenhuisspecialist: hoeveel keus heb ik als ik in het ziekenhuis aan de deur klop? Jammer dat de zogenaamde vrije artsenkeus deze richting uit moet gaan. Laat de behandeling bij patiënten in een instelling bij de arts die voor het probleem de meest deskundige is.

  • C.M.A. Bruijninckx

    chirurg, ROTTERDAM Nederland

    Dit is een belangrijk signaal waarop de KNMG direct actie moet ondernemen. De LHV, eigenlijk de meest geëigende instantie om het recht op een onafhankelijke huisarts te bevechten, lijkt het al te laten afweten. Onthutsend eigenlijk.

  • J.H.F. Schellart

    huisarts in ruste, EEMDIJK Nederland

    Dit is mij uit het hart gegrepen. Als huisarts bezocht ik mijn patiënten, ook als ze waren opgenomen in het bejaardentehuis. Later kwam in hetzelfde bejaardentehuis een dependance van een verpleegtehuis. Als een patiënt daar naar toe ging dan moest i...k hem of haar als patiënt loslaten en was de arts van het verpleeghuis verantwoordelijk voor de zorg. En dat in een belangrijke fase van de levensloop. Als niet re-animeren, euthanasieverzoeken, afzien van behandelingen met ongewis resultaat e.d aan de orde waren. Denk aan de discussie over hoeveel een mensenleven mag kosten. Juist op het moment dat zulke zwaarwichtige keuzes aan de orde konden komen werd de vertrouwensband, die in de loop der jaren was opgebouwd afgebroken en werden patiënt en huisarts van elkaar gescheiden. Ik vond dat pijnlijk en heb mij niet bij machte gevoeld daar verandering in aan te brengen. Laten we die handschoen nu opnemen. Misschien hebben we dan minder protocollen nodig!

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.