Vraagtekens bij HPV-vaccinatie
Plaats een reactieHPV-vaccinatie is voortvarend ingevoerd in veel westerse landen. Twee artikelen in Journal of the American Medical Association (JAMA) stellen dat ter discussie.
In het eerste artikel bespreken sociaal-medisch onderzoekers Sheila en David Rothman de rol van medische beroepsorganisaties, waaronder de vereniging van oncologisch gynaecologen en de American College Health Association, bij de introductie van het HPV-vaccin Gardasil. Deze en andere organisaties kregen van de producent van het vaccin fondsen en promotiemateriaal over Gardasil.
Het tweede artikel betreft een inventarisatie van alle bijwerkingen die spontaan zijn gemeld tussen
1 juni 2006 – bij de introductie van het vaccin in de Verenigde Staten – en 1 januari 2009. De Centers for Disease Control and Prevention ontvingen in die periode ruim 12.400 meldingen, ofwel 53,9 meldingen per 100.000 vaccinaties. 772 meldingen (6,2%) betroffen ernstige bijwerkingen.
Volgens de auteurs is het aantal meldingen vergelijkbaar met dat voor andere vaccins. Alleen het aantal gevallen van flauwvallen en trombose is aan de hoge kant. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat het vrijwillige meldingssysteem waarschijnlijk tot onderrapportage leidt.
In een begeleidend commentaar spreekt Charlotte Haug haar zorg uit over de bevindingen. Het is toch vreemd, zegt zij, dat medische beroepsorganisaties introductie van een vaccin bepleiten nog voordat klinische studies op harde eindpunten zijn afgerond. Over de bijwerkingen van Gardasil zijn op basis van de gepubliceerde studie geen harde uitspraken te doen, aldus Haug. Daar komt bij dat voor individuele vrouwen het voordeel van HPV-vaccinatie niet vaststaat. Al met al is het niet gemakkelijker geworden voor- en nadelen verantwoord af te wegen, vindt de auteur. RC
JAMA 2009; 302: 750-7, 781-6 en 795-6
- Er zijn nog geen reacties