Laatste nieuws
4 minuten leestijd
Federatienieuws

Voorlichting over gunstbetoon (6)

Plaats een reactie

De KNMG heeft de laatste tijd veel aandacht besteed aan de regels over geneesmiddelenpromotie in al haar verschijningsvormen. Na vijf afleveringen over gunstbetoon is hier het laatste gedeelte, gewijd aan schriftelijke geneesmiddelenreclame.*

Schriftelijke geneesmiddelenreclame
Casus 1: U leest in een advertentie dat middel X geïndiceerd is voor de behandeling van patiënten van
alle leeftijden, terwijl u meende dat het alleen voor bepaalde subgroepen was geïndiceerd. Wat kunt u doen?

Casus 2: Op een congres worden uitkomsten van een studie naar een nieuwe indicatie van geneesmiddel Y gepresenteerd. Mag u op de stand van de producent aanvullende informatie krijgen?

Producenten van geneesmiddelen mogen communiceren over hun producten. Dat betekent dat zij informatie mogen geven en reclame mogen maken. Aan reclame-uitingen worden wel strikte eisen gesteld. Daarom is het onderscheid tussen informatie en reclame van groot belang.

De Stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR) kent daarvoor aparte richtlijnen ‘Onderscheid reclame en informatie’. In grote lijnen houden deze in dat een aantal uitingen in elk geval als informatie worden beschouwd, zoals de bijsluiter en concrete antwoorden op vragen over het gebruik van een geneesmiddel. Bij andere uitingen waarin een geneesmiddel wordt genoemd moet van geval tot geval worden beoordeeld of deze promotioneel van aard is. Daarbij speelt een aantal factoren een rol.

Belangrijk is dat niet de afzender maar de inhoud, toon en presentatie bepalend zijn. Informatie van een fabrikant over een bepaalde aandoening (symptoomreclame) is dus niet per definitie reclame, zelfs niet als er geneesmiddelen worden genoemd. Dat kan wel zo zijn als die ‘informatie’ wervende woorden bevat of eenzijdig en ongenuanceerd aandacht besteedt aan één specifiek geneesmiddel.

Reclame voor een receptgeneesmiddel mag uitsluitend gericht zijn op beroepsbeoefenaren: artsen en apothekers. Verpleegkundigen en andere ondersteunende zorgverleners worden (nog) niet gezien als beroepsbeoefenaar in de zin van de geneesmiddelenwet. Zij mogen wel geïnformeerd worden door een bedrijf, mits daarbij geen reclame wordt gemaakt.

De basiseisen die aan elke reclame-uiting worden gesteld, kunnen als volgt kort worden samengevat:

- Reclame mag niet in strijd zijn met de officiële handelsvergunning (registratietekst) en de bijsluitertekst. Reclame voor ongeregistreerde geneesmiddelen mag niet, en ook reclame voor off-label toepassingen is niet toegestaan. Wederom geldt: informatie mag wel.

- Reclame mag niet misleidend zijn. Enige overdrijving of parafrasering is eigen aan reclame, maar de uiting mag u niet op het verkeerde been zetten. Dat zou immers leiden tot niet-rationele of zelfs onjuiste beslissingen over voorschrijven of gebruik.

Claims moeten aantoonbaar juist zijn en dus kunnen worden onderbouwd. Hierover kan discussie zijn en over dit aspect heeft de CGR veel uitspraken gedaan. Het uitgangspunt is dat wie iets stelt, dat ook moet kunnen bewijzen. Het onderbouwen van claims moet gebeuren aan de hand van referenties naar bronnen. Deze bronnen moeten gepubliceerd zijn en ‘zonder tijdsverlies en omwegen’ door de arts kunnen worden geraadpleegd. De gedachte daarachter is dat u als arts moet kunnen controleren of de claims inderdaad aantoonbaar juist zijn.

Daarnaast moeten deze bronnen wel de claim kunnen dragen. U moet zich realiseren dat referenties verschillend van aard kunnen zijn, en niet allemaal hetzelfde gezag en dezelfde bewijskracht hebben. Zo zal een recent artikel in The Lancet zwaarder wegen dan een abstract op een onbetekenend congres van zeven jaar geleden. Aan verwijzingen naar data-on-file kan weinig waarde worden toegekend, omdat deze niet openbaar en dus niet controleerbaar zijn.

Over het algemeen kunt u ervan uitgaan dat de advertenties die u onder ogen krijgt, voldoen aan de eisen van de CGR. Er is bedrijven veel aan gelegen de richtlijnen te volgen, concurrenten houden elkaar op dit punt ook scherp in de gaten. Desondanks is het van belang dat u als voorschrijver ook kritisch blijft en dat u een reclame-uiting kunt beoordelen in de context van de officiële handelsvergunning (registratie).

Daarom kunt u in de reclame-uiting of elders in het tijdschrift altijd de verkorte productinformatie vinden, met de meest essentiële gegevens. U kunt uiteraard via de website van het College ter beoordeling van Geneesmiddelen (www.cbg-meb.nl) de volledige en officiële tekst raadplegen.

Bij casus 1 is het verstandig om de officiële tekst dan wel mogelijke referenties te raadplegen. Mocht u menen dat de advertentie onjuist of misleidend is, kunt u een klacht indienen bij de CGR. De KNMG kan u daarbij ondersteunen.

Bij casus 2 gaat het om uitingen voor ongeregistreerde indicaties. Daarvoor mag een bedrijf geen reclame maken, maar men mag u wel desgevraagd informeren of u bijvoorbeeld een overdruk van een wetenschappelijk artikel geven. Buiten de context van een congres wordt dit echter snel beschouwd als ontoelaatbare promotie.

Aan dit artikel en de beschreven casuspositie kunnen geen rechten worden ontleend.

* Zie voor deel 1: MC 28/2009: 1271,
deel 2: MC 31-32/2009: 1362,
deel 3: MC 33-34/2009: 1410,
deel 4: MC 37/2009: 1558 en
deel 5: MC 40/2009: 1654.

Geneesmiddelenreclame is onder voorwaarden toegestaan. De regels daarvoor komen in dit artikel aan de orde.

De regels voor geneesmiddelenreclame en gunstbetoon van de Stichting Code Geneesmiddelenreclame (CGR) zijn te vinden op www.cgr.nl.

>>Naar nummer 43 - 22 oktober 2009

Federatienieuws KNMG
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.