Laatste nieuws
Dirk de Korne Frans Hiddema
7 minuten leestijd
samenwerking

Vijf barrières voor leren van industrie

Plaats een reactie

Veiliger werken kan pas als drempels worden weggenomen

Ziekenhuizen kunnen veel leren van veilige industrieën als de luchtvaart. Dat ze dat veel langzamer doen dan je zou verwachten, komt door ingebouwde barrières in de organisatie. Die moeten eerst worden weggenomen.

De patiëntveiligheid zou aanzienlijk verbeteren als ziekenhuizen wilden leren van high-reliability organizations (luchtvaart, offshore, kerncentrales), zo zeggen De Graaf en Guldenmund in het artikel ‘Zorg leert niks van veilige industrie’ (MC 46/2011: 2840). De ziekenhuizen laten dit echter na vanwege de verschillen met dergelijke industrieën. Maar die verschillen mogen, aldus de auteurs, ‘geen belemmering vormen voor de adoptie van effectieve, evidence-based principes van risicomanagement’.

Bij innovatie gaat het echter niet om het adopteren van voorbeelden van elders, maar om het slim afkijken van principes en zelf zorgen voor toepassing ervan in de zorg. En die implementatie gaat in de zorg inderdaad stukken moeilijker dan in veel andere industrieën. Bij de toepassing van verschillende industriële kwaliteits- en veiligheidsmethodieken in Het Oogziekenhuis Rotterdam in het afgelopen decennium hebben wij ervaren waardoor dat komt. Op basis van die ervaring stellen we vijf zaken aan de orde waaraan volgens ons gewerkt moet worden voordat de zorg enigszins op de genoemde veilige industrieën gaat lijken.1

1. Niet jong geleerd, dus niet oud gedaan
Patiëntveiligheid komt nog amper voor in de opleiding van artsen en andere zorgprofessionals. Medische opleidingen discussiëren vooral over welke vakgroep curriculumuren opoffert voor veiligheid. Kunnen studenten toe met een middagje minder anatomie? Bij piloten is er al in de prescreening voor de opleiding aandacht voor attitude, teamwork en communicatievaardigheden. Niet geslaagd voor de test betekent niet starten met de opleiding.

2. Wettelijke regeling bescherming kwaliteitsinformatie ontbreekt
Onlangs nog stelde de minister van VWS, na aandringen van de Consumentenbond, voor dat informatie over medische incidenten verplicht onderdeel wordt van het medisch dossier.2 De dood in de pot voor de komst van serieuze retrospectieve incidentanalyse à la de luchtvaart. Wie loopt er na een vliegtuigcrash op het journaal weg met de zwarte doos? Niet de Consumentenbond, de politie of het Openbaar Ministerie, maar de voorzitter van de Onderzoeksraad voor veiligheid. Voor de zorg worden, onder andere in de nog vast te stellen Wet cliëntenrechten zorg (Wcz) en in een juridisch rapport over het gebruik van video-opnames, suggesties gedaan om alle tot individuele patiënten te herleiden informatie in het patiëntdossier op te nemen.3 4 Als alle informatie daarmee toegankelijk is voor patiënten (en hun advocaat) zal de bereidheid tot leren niet toenemen en is het niet verwonderlijk dat dokters zich zullen verzetten tegen veiligheidsinitiatieven zoals het maken van video-opnames in de operatiekamer. Prof. Sidney Dekker laat in zijn boek Just culture met talloze voorbeelden uit de Amerikaanse gezondheidzorg zien wat de perverse invloed van toenemende juridisering op de veiligheidscultuur is.5 Het leidt, aldus Dekker, nooit tot verbeteringen van de zorg zelf. Wel tot grotere juridische afdelingen in ziekenhuizen, eindeloze administratie en toenemend micromanagement. En tot meer schijnveiligheid. Zolang niet helder geregeld is dat vertrouwelijke informatie alleen openbaar is voor objectief kwaliteitsonderzoek, ontbreekt in de zorg een belangrijke voorwaarde die in andere industrieën wel gemeengoed is.

3. Eenduidige verantwoordelijkheid is niet aanwezig
De manier waarop ziekenhuizen zijn georganiseerd, helpt niet mee. Piloten zijn in dienst bij de luchtvaartmaatschappij. Dat beïnvloedt de band met hun organisatie. De meeste specialisten zijn eigen ondernemer. Vergelijkende studies naar de prestaties en de relatie met eigen ondernemerschap of loondienst zijn schaars en er is geen bewijs voor systematische kwaliteitsverschillen.6-8 Natuurlijk zijn er in andere industrieën ook grote verschillen in opleiding en status van verschillende beroepsgroepen, maar naar elkaar verwijzen als ‘de loonslaven van de organisatie’ is veel minder gebruikelijk. De peer pressure van de beroepsgroep is in de zorg veel groter dan de druk uit de organisatie. Meer dan aan het ziekenhuis is een medisch specialist gebonden aan collega’s in zijn maatschap en aan collega-dokters in Nederland en daarbuiten. De meest belangrijke spelers in het primaire proces hebben dus weinig formele binding met de organisatie waarbinnen ze hun werk doen. Het ontwikkelen van een ziekenhuisbrede kwaliteitsvisie is heel moeilijk als onderaannemers ver weg staan van het organisatiedoel. Voor andere hoogrisico-industrieën is dit ondenkbaar.

4. Informatietechnologie en datamanagement blijven achter
Vooral in de beschikbaarheid van ICT lopen ziekenhuizen achter bij veel andere industrieën. Luchtvaartmensen die Het Oogziekenhuis Rotterdam bezochten, dachten dat ze dertig jaar terug in de tijd waren. Als er in de luchtvaart zo – met de hand en met papier – zou worden gewerkt, ging er geen vliegtuig meer de lucht in. Het aantal verschillende systemen waarin gegevens worden verwerkt is groot, maar meest urgente probleem is dat veel van de beschikbare data niet omgezet worden in relevante (stuur)informatie. Of alleen belanden in de Excel-spreadsheet van één chirurg, waardoor anderen er niet van leren. Dat zijn immers geen collega’s. In de luchtvaart is het gebruikelijk relevante informatie in korte tijd met de wereldwijde collega’s te delen. In de zorg worden successen in klinisch werk via conferenties en internationale contacten frequent gedeeld, maar op het gebied van ‘leren van incidenten’ en organisatie bestaat deze uitwisseling vrijwel niet.

Luchtvaartmensen waanden zich in het Oogziekenhuis
dertig jaar terug in de tijd

5. De geneeskunde neemt andere disciplines niet serieus
Bij het leren van andere industrieën gaat het niet om het adopteren van voorbeelden van elders, maar om het toepassen van principes die elders worden toegepast. De lijnen op de landings- en vertrekbanen van Schiphol staan er om vliegtuigbotsingen te voorkomen. De principes zijn echter ook bruikbaar in de operatiekamers. Daar is het van belang dat de goede dingen op de goede plek staan. Met vloermarkeringen zijn operatietafel en andere onderdelen zodanig te positioneren dat de verstoringen in de laminaire flow minimaal zijn en het risico op postoperatieve wondinfecties gereduceerd wordt.9t Dergelijke designoplossingen vragen om een ziekenhuisomgeving waar niet alleen medici, maar ook fysici of andere human factors-specialisten zich met patiëntveiligheid bemoeien.10 Bedrijfskundigen leren vanaf hun eerste bachelorjaar al wat ‘implementeren’ inhoudt en hoe je het doet. En psychologen houden zich al decennia bezig met veiligheidsdenken, fouten maken en het belang van blame free denken. Zolang echter alleen een dokter een vak heeft en de rest eigenlijk een kwestie is van gezond verstand, komen we met patiëntveiligheid en andere industrieën, hoe veilig ook, niet echt verder.

dr. Dirk de Korne, research fellow, Het Oogziekenhuis Rotterdam en Instituut Beleid en Management Gezondheidszorg (iBMG), Erasmus Universiteit Rotterdam

drs. Frans Hiddema, arts, voorzitter raad van bestuur, Het Oogziekenhuis Rotterdam

Correspondentieadres: d.dekorne@oogziekenhuis.nl; c.c.: redactie@medischcontact.nl.

Geen belangenverstrengeling gemeld.


Samenvatting

  • De manier waarop een ziekenhuis is georganiseerd, vormt de belangrijkste belemmering bij het werkelijk veiliger maken van de zorg.
  • Vijf barrières moeten worden weggenomen voordat de zorg daadwerkelijk kan leren van de industrie.
  • Dit vraagt om een multidisciplinaire benadering samen met domeinen als fysica en psychologie.

Zie ook het proefschrift: ‘Divergent sight: studies on the application of industrial quality and safety improvement methods in eye hospitals'


Voetnoten

1. Zie onder andere het op 9 november 2011 verdedigde proefschrift van Dirk de Korne, getiteld ‘Divergent sight: studies on the application of industrial quality and safety improvement methods in eye hospitals.’Academisch Medisch Centrum, Universiteit van Amsterdam.

2. ‘Arts moet medische missers verplicht in dossier zetten.’ Nieuwsbericht Zorgvisie, 29 november 2011.

3. Zie http://knmg.artsennet.nl/dossiers/Dossiers-op-thema/arts-en-recht/Wet-Clientenrechten-Zorg-WCZ.htm

4. Blaauw CB, Hubben JH. De videocamera in de operatiekamer vanuit gezondheidsrechtelijk perspectief. Rijksuniversiteit Groningen, 2010.

5. Dekker S. Just culture: balancing safety and accountability. Hampshire, Ashgate 2007.

6. Kok L de et al. De relatie tussen medisch specialisten en het ziekenhuis. SEO Economisch onderzoek, rapport 2010-16. Amsterdam: SEO 2010.

7. Cangialose C et al. Impact of managed care on quality of healthcare: theory and evidence. American Journal of Managed Care 1997; 3: 1153-70.

8. Houben A. Zorggebruik en vraaggestuurde zorg. Achtergrond paper voor RVZ studie. Raad voor de Volksgezondheid en Zorg, Den Haag, 2010.

9. Korne DF de et al. Safe by design: effects of operating room floor marking on the position of surgical devices to promote clean air flow compliance and minimise infection risks.’ BMJ Quality & Safety, 2011 August 18 [Epub ahead of print].

10. Gurses AP et al. Time to accelerate integration of human factors and ergonomics in patient safety’ BMJ Quality & Safety, 2011 November 30. [Epub ahead of print].

Bij het leren van andere industrieën gaat het niet om het adopteren van voorbeelden van elders, maar om het toepassen van principes die elders worden toegepast. Beeld: RosaMedia
Eerdere artikelen over leren van de industrie en de luchtvaart:
samenwerking patiëntveiligheid innovatie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.