Laatste nieuws
recht

Vaccinatie stimuleren is balanceren op het slappe koord

Debat nodig over het juridisch afdwingen van covid-19-vaccinatie

12 reacties
Getty Images
Getty Images

Onder zorgmedewerkers lijkt de bereidheid om gevaccineerd te worden redelijk. Maar aan een verplichting wil niemand denken. Voor zorginstellingen zou het heel goed uitkomen als er een gerechtelijke uitspraak kwam over een vaccinatie weigerende zorgmedewerker.

Nu de covid-19-vaccinaties zijn begonnen, nemen de spanningen tussen voor- en tegenstanders van vaccinatie toe. De vraag rijst of er maatregelen kunnen worden genomen tegen mensen die zich niet laten vaccineren.

Dit debat betreft niet alleen het al dan niet toelaten van niet-gevaccineerde personen tot bepaalde activiteiten zoals festivals. Het strekt zich ook uit tot het al dan niet toelaten van werknemers, waaronder zorgmedewerkers, tot de werkvloer.

Vrijwillig

Het kabinet heeft laten weten dat vaccinatie niet zal worden verplicht, hoewel dat theoretisch wel mogelijk is door een aanpassing van bijvoorbeeld de Wet publieke gezondheid. Men houdt vast aan artikel 11 Grondwet dat zegt dat iedereen recht heeft op onaantastbaarheid van zijn lichaam. Terwijl België een vaccinatieplicht tegen polio kent en in Duitsland en Frankrijk inenting tegen mazelen verplicht is, is het rijksvaccinatieprogramma in Nederland vrijwillig. Dit uitgangspunt blijft ook voor de covidvaccinatie gelden.

Indirecte vaccinatieplicht

Uit recent onderzoek blijkt dat 73 procent van de ondervraagde Nederlanders voorstander is van een systeem waarbij mensen die gevaccineerd zijn, toegang houden tot openbare plekken als er in hun regio een uitbraak van covid-19 is.1 Maar is een ontwikkeling naar een dergelijke ‘indirecte vaccinatieplicht’ wel wenselijk? Hoewel het nog maanden duurt voordat iedereen gevaccineerd is, is het belangrijk om nu bij deze vraag stil te staan. Dat geldt vooral ook voor de zorgsector, waar men een hoger risico loopt om het virus te krijgen, én om het te verspreiden naar een extra kwetsbare groep: patiënten. Bovendien komen zorgmedewerkers, ten minste deels, als eersten voor vaccinatie in aanmerking.2

Indien zorginstellingen niet-gevaccineerde zorgmedewerkers zouden verbieden patiëntgebonden werkzaamheden te verrichten zou dit een grote druk zetten op het principe van vaccinatievrijheid. Is dit in covid-19-tijd te rechtvaardigen?

Voor de zorgsector is de situatie op dit moment extra delicaat. Recent onderzoek naar de vaccinatiebereidheid van zorg­medewerkers laat verschillende cijfers zien. Deze variëren tussen de 35 en 97 procent. Het kabinet rekent met een ­vaccinatiebereidheid van 75 procent.3-5 Dat zou betekenen dat een groot deel van het zorgpersoneel dus (nog) niet bereid is zich te laten vaccineren. Op de achterliggende ­redenen gaan we hier niet in.

Werknemers zijn verplicht zorg te dragen voor hun eigen veiligheid en gezondheid

Wettelijk houvast

Als zorgmedewerkers om hen moverende redenen vaccinatie weigeren, zouden zorginstellingen zich kunnen beroepen op de Wet kwaliteit klachten en geschillen zorg. Deze wet verplicht hen goede zorg te leveren. In het verlengde daarvan moet de zorgverlening zodanig worden georganiseerd dat er kwantitatief én kwalitatief sprake is van toereikende personele middelen. ‘Kwalitatief’ betekent (ook) in de context van de covid-19-crisis dat zorgmedewerkers worden ingezet die een veilige patiëntenzorg kunnen waarborgen. Een tweede wettelijk anker voor zorginstellingen is de ­regeling van de geneeskundige behandelingsovereenkomst (‘WGBO’). Daarin is de norm van het goed hulpverlenerschap opgenomen, die mede inhoudt dat medische en verpleegkundige verrichtingen veilig (zonder vermijdbaar infectierisico) plaatsvinden.

Arbeidsrechtelijk is er voor zorginstellingen die vaccinatie indirect willen stimuleren eveneens een wettelijk houvast. Zij zijn namelijk verplicht te handelen als een goed werk­gever. Dit impliceert ook het zorgen voor een veilig werk­klimaat (fysiek en anderszins) voor hun werknemers, dus ook voor collega’s die onderling een besmettingsrisico lopen. Spiegelbeeldig moeten werknemers handelen als een goed werknemer. Dit biedt zorginstellingen een handvat om hen, zo nodig, aan te spreken op hun eigen gedrag. Deze eigen verantwoordelijkheid volgt ook uit de arbeidsomstandig­hedenwet: werknemers zijn verplicht zorg te dragen voor hun eigen veiligheid en gezondheid en die van andere betrokken personen.

Kern van de arbeidsomstandighedenwet is dat de werkgever – dus ook een zorginstelling – een beleid moet voeren dat is gericht op zo goed mogelijke arbeidsomstandigheden. De recentelijk aangenomen ‘coronawet’ (tijdelijke wet maat­regelen covid-19) scherpt deze verplichting nog wat aan. De Inspectie Sociale Zekerheid en Werkgelegenheid heeft extra handhavingsmogelijkheden gekregen als de werk­gever bijvoorbeeld onvoldoende maatregelen neemt om ­verspreiding van het covid-19-virus te beperken.6 Eén van die maatregelen is, zo volgt uit het Arbobesluit, het aanbieden van een doeltreffend vaccin aan werknemers die nog niet immuun zijn voor de ‘biologische agentia’ (zoals infectieziekten) waaraan zij tijdens hun werk blootstaan. Maar dit impliceert voor deze laatsten dus geen vaccinatieplicht.

Het voorgaande geldt mutatis mutandis eveneens als ­zorgmedewerkers op een andere juridische basis dan een arbeidsovereenkomst werkzaam zijn, zoals een vrij­gevestigd medisch specialist of een zzp’er.

Grondrechten

Maar hoe sterk is nu de positie van zorginstellingen die maatregelen willen nemen jegens niet-gevaccineerde medewerkers? Grondrechten, zoals het recht op onaantastbaarheid van het lichaam, gelden in de – verticale – relatie tussen de overheid en burgers. Maar zij kunnen ook een rol spelen in de relatie tussen mensen onderling (‘horizontale werking’). In het arbeidsrecht kunnen zij hun stempel drukken op (en daardoor inkleuring geven aan) onder andere de norm van het goed werkgever- en werknemerschap.

In de rechtspraktijk zien we dit terug in de vorm van een belangenafweging. Dat betekent hier: enerzijds het belang van de zorginstelling om vaccinatie van zorgmedewerkers via bepaalde maatregelen te stimuleren (bijvoorbeeld: gebod tot staken van werkzaamheden aan het bed), anderzijds het belang van de medewerkers om in vrijheid over vaccinatie te kunnen beslissen.

Griepvaccinatie

Het kabinet heeft naar aanleiding van de griepepidemieën van 2016/2017 en 2017/2018 onderzoek laten doen naar de mogelijkheid en wenselijkheid van verplichte griepvaccinatie van (nieuw) zorgpersoneel. De uitkomst was dat onder zorgwerkgevers en -werknemers weinig draagvlak is voor het opleggen van een vaccinatie. Een verplichting roept weerstand op bij zorgverleners, gaat in tegen hun auto­nomie en er is meer bewijs nodig van de effectiviteit van het griepvaccin. Aanzienlijk meer draagvlak is er voor het verhogen van de griepvaccinatiegraad door andere maatregelen, vooral door informatieverstrekking, bewustwording en gerichte bescherming van kwetsbare patiëntengroepen (hygiënemaatregelen, gerichte inzet van enkel gevaccineerd personeel).

Het kabinet is daarna en daarom blijven vasthouden aan de lijn dat er geen vaccinatieplicht komt, óók niet voor zorg­medewerkers. Na een eerder advies van de Gezondheidsraad (‘Werknemers en Infectieziekten - criteria voor vaccinatie’, 2014) was de reactie ook al negatief.7,8

Een opvallende ontwikkeling is dat er inmiddels wel een initiatiefwetsvoorstel door de Tweede Kamer is aangenomen dat kindercentra de mogelijkheid geeft uitsluitend personeel en kinderen toe te laten die deelnemen aan het rijksvaccinatieprogramma.9

Noodzakelijk en proportioneel

Dit laatste wetsvoorstel daargelaten is het duidelijk dat de marges voor zorginstellingen die iets willen ondernemen tegen weigerachtige zorgmedewerkers in beginsel smal zijn. Het belang van zorgmedewerkers om autonoom over vaccinatie te kunnen beslissen weegt zwaar. Zorginstellingen trekken echter niet bij voorbaat aan het kortste eind. Zo oordeelde de rechter dat een brandwacht die op een locatie met loodhoudende materialen werkte en weigerde zijn lood­gehalte te laten meten terecht ontslagen werd.10 De omstandigheden van het concrete geval speelden echter een belangrijke rol. De werknemer leek nogal recalcitrant, en anders dan bij de covidcrisis speelde naast diens eigen, individuele belang geen algemeen volksgezondheidsbelang een rol.

Als laatste mogelijkheid komt een tijdelijke non-actiefstelling of ontslag in beeld

Een zorginstelling zal bij een belangenafweging in ieder geval een kans kunnen maken als zij, allereerst, aantoont dat haar handelwijze jegens de vaccinatie weigerende zorg­medewerker noodzakelijk en proportioneel is. Ook moet er voor haar geen ander, minder ingrijpend middel zijn geweest om haar doel, een veilige zorgverlening, te bereiken (subsidiariteitseis). Van belang is dus of zij het besmettingsrisico ook op een andere manier voldoende heeft kunnen beperken. Bijvoorbeeld door aan de weigerachtige mede­werker de instructie te geven extra persoonlijke beschermingsmiddelen te gebruiken. Soms is dat echter niet mogelijk, zoals bij dementerende patiënten die bij het zien van iemand in ‘maanpak’ wellicht angstig worden. Een tweede vraag is of er binnen de instelling ander werk is voor de zorgmedewerker. Bij grotere instellingen zoals zieken­huizen zal dit veelal het geval zijn, bij kleine kan dit anders liggen. Als laatste mogelijkheid komt een tijdelijke non-actiefstelling of ontslag in beeld. Duidelijk zal dan wel ­moeten zijn dat de zorgverlening alleen kan plaatsvinden door iemand die is ingeënt, vaccinatie het besmettingsrisico significant vermindert en de vaccinatieweigering van de zorgmedewerker niet berust op gezondheidsoverwegingen, zoals ernstige allergie.

Vervolgens rijst dan nog de vraag of de medewerker bij tijdelijke non-actiefstelling recht heeft op doorbetaling van loon en bij ontslag op de wettelijke transitievergoeding en een WW-uitkering. Waarschijnlijk is dit het geval. Gezien het hiervoor geschetste grondrechtenkader zal niet spoedig sprake zijn van ernstig verwijtbaar handelen.

Stimuleren

Een werkgever van een zorginstelling doet er goed aan een vaccinatie weigerende zorgmedewerker eerst tot inenting te stimuleren door duidelijke informatie te geven over de covid-19-vaccins. Als dit de bezwaren niet wegneemt, kan het scenario dat van een ‘indirecte vaccinatieplicht’ zijn. Van de zorgmedewerker zou bijvoorbeeld kunnen worden verlangd zijn werkzaamheden met direct patiëntencontact te staken, tenzij extra persoonlijke beschermingsmiddelen een oplossing bieden. Vervolgens moet worden gekeken of de medewerker elders in de organisatie kan worden ingezet. Ontslag is een laatste optie. Al het voorgaande is in covid-19-omstandigheden uiteraard zeer onwenselijk, nu we iedereen hard nodig hebben.

Mede daarom is het wachten op een rechterlijke uitspraak. Die zou inzicht kunnen geven in de vraag hoeveel (extra) speelruimte er, gezien de zeer bijzondere omstandigheden, tijdens de covid-19-epidemie voor de zorginstelling is. Het is hierbij verleidelijk een parallel te trekken met vaccinatie tegen hepatitis B. Die is zodanig in de (zelf)regulering verankerd, vooral die van tandartsen, dat zij de ruimte voor weigering van vaccinatie arbeidsrechtelijk verkleint, en tendeert naar een (indirecte) vaccinatieplicht, ook al is wel voorzien in een regime voor weigerachtige medewerkers (regelmatige serumcontrole). En zou de KNMG, evenals zij in 2000 bij hepatitis B heeft gedaan, niet ook in het geval van covid-19 een standpunt kunnen innemen, inhoudende dat zij artsen en andere zorgmedewerkers dringend aan­beveelt zich te laten vaccineren? In een eventuele juridische procedure tussen een zorginstelling en -medewerker zou dat een mee te wegen gegeven kunnen zijn.

Vanzelfsprekend is het bovenstaande geen pleidooi om zorgmedewerkers onder druk te zetten. Het is bedoeld om vanuit juridisch perspectief een bijdrage te leveren aan het debat over vaccinatie en een indirecte vaccinatieplicht tegen covid-19. 

auteurs

dr. mr. Jan Bollen, aios anesthesiologie, Radboudumc

prof. dr. Walther van Mook, internist-intensivist, directeur academie medische vervolg­opleidingen, Maastricht ­Universitair Medisch Centrum

mr. dr. Rankie ten Hoopen, universitair docent gezondheidsrecht, Maastricht University, en wetenschappelijk medewerker, Boels Zanders Advocaten

contact

jan.bollen@radboudumc.nl

cc: redactie@medischcontact.nl

Referenties

1. TU Delft, De voorkeuren van Nederlanders ten aanzien van de beleidsopties rondom het COVID-19 vaccin, 18 december 2020.

2. Strategieën voor COVID-19-vaccinatie, Aan: de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Nr. 2020/23, Den Haag, 19 november 2020, Gezondheidsraad.

3. NU’91, Goede informatie cruciaal voor zorgprofessionals bij vraag om zich te laten vaccineren, 8 december 2020.

4. I&O Research, Bereidheid tot vaccinatie afgenomen, bijna kwart heeft bedenkingen, 17 november 2020.

5. Zorgvisie, Vaccinatiebereidheid in de ghz: bezorgd maar overwegend positief, 18 december 2020.

6. Tijdelijke wet maatregelen covid-19, 35.526, artikel III, in samenhang met artikel 28 lid 7 Arbeidsomstandighedenwet.

7. Gezondheidsraad, Werknemers en infectieziekten - Criteria voor vaccinatie, Den Haag: 15 december 2015.

8. Kamerbrief minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Preventief gezondheidsbeleid, 32.793, Nr. 170, 25 maart 2015.

9. Eerste Kamer der Staten-Generaal, Initiatiefvoorstel-Raemakers en Van Meenen, Bevorderen keuzemogelijkheid tussen kindercentra die wel of niet kinderen toelaten die niet deelnemen aan het rijksvaccinatieprogramma, 35.049.

10. Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 10 juni 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:1718 en Hoge Raad 30 oktober 2015, ECLI:NL:HR:2015:3193.

Lees ook download dit artikel (in pdf)
recht vaccinatie covid-19
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Jan Takken

    Huisarts, Stramproy

    Met de komst van de covid vaccinatie voor medewerkers in de gezondheidszorg zal na volledige vaccinatie, een 60-90% bescherming optreden tegen klinische covid en neemt de kans op het doormaken van een gecompliceerd verlopende covid infectie af. Ook ...lijkt het mij reeel om te veronderstellen dat de besmettingskans zowel op de werkvloer als naar de patienten toe zal afnemen. Is het dan reeel te veronderstellen dat PBM 2020 een gelijkwaardige bescherming geeft voor de patient als PBM + vaccinatie.? Kan ik een praktijkondersteuner die niet gevaccineerd wilt worden loslaten op juist de risico patienten voor een gecompliceerde covid (ouderen, diabeten, hartpatienten COPD) ? Van de LHV en andere medische beroepsverenigingen verwacht ik een standpunt/richtlijn hoe om te gaan met medewerker die niet gevaccineerd wilt worden ?

  • Ingmar Waardenburg

    huisarts, Enter

    Al beweert u niet de intentie te hebben om zorgmedewerkers onder druk te zetten, toch bekruipt mij het gevoel dat u en uw mede auteurs niet bepaald neutraal in de discussie staan. Uw betoog lijkt verder voornamelijk vanuit juridisch oogpunt geschreve...n en het gaat mijns inziens op enkele medische punten mank. U vergelijkt de vaccinatie(-plicht) met de hepatitis B vaccinatie en lijkt ervoor te pleiten dat de KNMG een standpunt (richting vaccinatiedrang) inneemt. Vergelijking met vaccinatie tegen hepatitis B lijkt me echter geen correcte vergelijking, hetgeen ik hieronder uiteen zal zetten. Met het hepatitis B vaccin is meer dan 30 jaar ervaring opgedaan. Het kent een bewezen hoge effectiviteit (net onder de 100%) en een zeer gering risico op (milde) bijwerkingen. Het doel is primair het voorkomen van hepatitis B op individueel niveau en secundair het voorkomen van transmissie van het virus naar anderen. Vaccinatie beschermt voor het leven tegen een ziekte die vooral op individueel niveau met aanzienlijke ziektelast gepaard kan gaan. Hoe anders is dit voor het coronavaccin. Het is (veelal) een nieuwe manier van vaccineren waar nauwelijks ervaring mee is opgedaan in de algemene populatie. Verder is de effectiviteit verre van duidelijk (varieert van 60-95%) en lijkt bovendien af te hangen van meerdere factoren (waaronder 'leeftijd'). Over bijwerkingen op middellange tot lange termijn kan absoluut geen betrouwbare uitspraak worden gedaan (daarvoor is het simpelweg te kort in gebruik). De targets zijn eveneens onduidelijk: voorkomt vaccinatie Covid, voorkomt het ernstige Covid (SARS) en/of voorkomt het mortaliteit door Covid. En dan is er nog het voor uw betoog meest wezenlijke aspect: het is nog niet duidelijk of, in hoeverre en voor hoe lang vaccinatie de verspreiding van het coronavirus tegengaat. Zolang deze onzekerheden bestaan, is er mijns inziens absoluut geen grond voor een eventuele vaccinatiedrang (of -plicht) tegen een ziekte die bij de meesten mild verloopt.

  • yvette Zantvoord

    Gynaecoloog, Vught

    In toenemende mate verbaas ik mij over de manier waarop we omgaan met de zorgmedewerkers.
    Momenteel is er een grote groep die gevaccineerd wenst te worden, maar niet in aanmerking komt. Sterker nog, ondanks herhaalde pleidooien vanuit de NVOG wordt ...vanuit het ROAZ en OMT gesteld dat de zorgmedewerkers buiten diegene die directe covid gerelateerde zorg leveren of duidelijk de risico populatie behandelen geen voorrang krijgt bij het vaccineren. Zoals het er nu naar uit ziet volgt de rest van de zorgmedewerkers een landelijk schema gebaseerd op leeftijd en co-morbiditeit.
    Met andere woorden: momenteel ‘moeten’ wij ongevaccineerd werken.
    Ondanks tal van argumenten, waaronder die dat het logisch zou zijn dat je deze groep met voorrang vaccineert omdat je via hun een kwetsbaardere laag van de bevolking wilt beschermen.
    Aangezien dat argument de kern vormt om diezelfde groep zorgmedewerkers straks te verplichten zich te laten vaccineren, met dreiging dat anders werkzaamheden met direct patiëntencontact gestaakt kunnen worden en deze persoon elders in de organisatie ingezet zal worden.
    Hoe kan het zijn dat deze groep mensen nu ongevaccineerd ‘moet’ werken en geen voorrang krijgt in dit hele vaccinatie programma om vervolgens als ze als laatste aan de beurt zijn (ik ben een gezonde 40-er) verbied om ongevaccineerd te werken??

    Als we nu kijken of er maatregelen mogelijk zijn tegen zorgmedewerkers die weigeren zich te laten vaccineren, zijn er dan ook maatregelen mogelijk tegen een overheid die weigert het vaccineren van zijn zorgmedewerkers te prioriteren?

    Dit alles los van wat ik vind van het vaccin zelf.

  • V. Koopman

    arts, Utrecht

    Graag deel ik met de auteurs deze uitspraak. Het zou hen veel werk in het bedenken van de sancties kunnen besparen als ze er vooraf kennis van hadden genomen.
    https://pace.coe.int/en/files/29004/html?fbclid=IwAR0zi1ottLLX3MPLtdAoYex1xTWf5YPSVWAiR8d...xgRXf0EqIad3Ggu5MTtA

  • Christien

    Huisarts, Nijmegen

    In de ideale situatie wordt iedereen gevaccineerd, is het vaccin veilig op de lange termijn en beschermt het vaccin iedereen die het krijgt tegen COVID-19 en de verspreiding daarvan.
    Dit is de situatie die ongeveer voor de Hepatitis B vaccinatie ge...ldt, dit is geenszins duidelijk of bewezen voor het COVID-19 vaccin. Je kunt niet eens praten over "het vaccin" omdat het om meerdere vaccins gaat met verschillend bijwerkingenprofiel, werkingsmechanisme en werkzaamheid. Er is voor mensen geen vrije keuze in vaccin. Tot de situatie meer op de ideale situatie lijkt, zou het recht op de onaantastbaarheid van het menselijk lichaam zwaarder moeten wegen.

    Overigens heb ik zelf besloten om me ondanks deze onzekerheid wel te laten vaccineren, een verplichting lijkt me rationeel onverdedigbaar gezien bovenstaande.

  • Corien Heemstra

    Huisarts, Veldhoven

    Inderdaad, Pim Achterberg, dat vraag ik me ook af. Verplichte vaccinatie voor zorgmedewerkers bestaat al lang voor hepatitis B en niemand doet daar moeilijk over.

  • Henk van der Pol

    psychiater, Heerenveen

    @Keppel Hesselink
    Ik ben zeer doordrongen van het feit dat de wereld, en dus ook de medische wetenschap, één en al onduidelijkheid is. En daar kan ik prima mee leven. Ik vrees dat juist de angst voor onduidelijkheid en onzekerheid de reden is van de... huidige paniek die leidt tot deze discussie over vaccinatiedwang en -drang. En de vlucht in de schijnzekerheid van vaccinatie als uitweg uit de crisis.
    Het verband met de DSM ontgaat mij.

  • Pim Achterberg

    Huisarts, Nieuwegein

    Waarom trekt niemand de vergelijking met een verplichte hepatitis B vaccinatie voor zorgmedewerkers?

  • jan keppel hesselink

    pijnarts, Bosch en Duin

    Ik begrijp dat collega Henk van der Pol uitgaat van een wereld die door duidelijkheid gedefinieerd dient te worden. Ik wil er even op wijzen dat juist wij medici doordrongen zouden moeten zijn van de onduidelijkheid op vrijwel alle terreinen, en dat ...we in de geneeskunde met kansen en verwachtingen werken en niet met duidelijkheden. Leken eisen duidelijkheid, maar die willen geen vertoog horen over statistiek en kansen. Het is aan wetenschappelijk gefundeerde artsen om de wetenschap voor die leken te vertalen - en blijkbaar ook te vertalen voor collega's zoals Henk van der Pol. En hoe duidelijk zijn de DSM diagnoses eigenlijk, amice, die zijn niets anders dan conglomeraten van vaker voorkomende symptomen op basis waarvan een duidelijke 'diagnose' gesteld wordt.....

  • Nelleke van Eijsden

    huisarts, Ede

    Ik vraag me af wat de patient straks mag eisen. Mag hij er vanuit gaan dat al mijn personeel gevaccineerd is? Hoort mijn patient uit een risicogroep straks te weten dat zijn oren worden uitgespoten door een assistente die niet gevaccineerd is? Mag hi...j een andere assistente eisen? Ben ik als huisarts aansprakelijk als deze patient redelijkerwijs kan aannemen dat hij Covid-19 van mijn niet gevaccineerde assistente heeft opgelopen? Ben ik verplicht dit personeel weg te houden bij de patientenzorg? En wat moet ik doen als ik de zorg dan niet geregeld krijg, maar toch mijn ongevaccineerde assistentes niet mag ontslaan?

  • Henk van der Pol

    psychiater, Heerenveen

    Er wordt in dit juridische verhaal vrijwel geheel voorbijgegaan aan de redenen waarom je, ook als zorgmedewerker, een vaccinatie tegen corona niet zou willen. En die redenen zijn er, en die zijn legitiem volgens mij: onduidelijkheid over de mate van ...bescherming tegen ernstig ziek worden, ziekenhuisopname en doodgaan, onduidelijkheid over het feit of je al dan niet (asymptomatisch) alsnog besmettelijk kunt zijn na vaccinatie, onduidelijkheid over de duur van een eventuele bescherming, onduidelijkheid over de werkzaamheid bij gemuteerde virussen, onduidelijkheid over de bijwerkingen op langere termijn, temeer daar het bij Pfizer/BioNTech en Moderna gaat om een nieuwe, experimentele manier van vaccineren.
    In plaats van te overwegen in hoeverre je mensen direct of indirect zou kunnen verplichten zich te laten vaccineren zou de aandacht gericht moeten zijn op uitgebreide informed consent voordat je besluit tot vaccinatie.

  • Hein Janssens

    huisarts, Lobith

    Ik mis in het verhaal het onderscheid tussen risicovormer en risicoloper, als het gaat over besmettingsrisico’s en de redenen om je als zorgmedewerker te laten vaccineren. Hoewel het, zoals de auteurs stellen, verleidelijk is om een parallel te trekk...en met de vaccinatie tegen hepatitis B, wordt in de beleidstukken daarover wel duidelijk onderscheid gemaakt tussen risico-lopend en risico-vormend personeel. Op basis daarvan heb ik mijn hele professionele nooit een reden gehad om me daartegen te laten inenten. Er is en was geen enkele kans dat ik risicovormer ben of zou zijn. Géén huisvesting van het virus in mijn lijf en géén (medische) handelingen met risico virustransmissie van mijn bloed of genitaal slijm naar dat van de patiënt durf ik te garanderen. Ook ben ik (als potentiële risicoloper) altijd bereid geweest het te verwaarlozen risico te accepteren op hepatitis-B-virustransmissie van een patiënt naar mij, bijvoorbeeld na een prikaccident. Het is een rationele keuze conform ‘niet-iets-doen-waarvoor-je-geen-goede-reden-hebt’. Niets religieus of anderszins principieel.
    Stel dat mijn levensstijl en manier van medisch handelen als potentiële risicovormer virale Covid-19-transmissie naar een patiënt als potentiële risicoloper zo goed als onmogelijk maakt en ik, andersom (als potentiële risicoloper), eventuele (minimale) risico’s uitgaande van risicovormende patiënten wil accepteren, waarom zou ik me dan laten inenten? Andere redenen om me eventueel wél te laten vaccineren, zoals een persoonlijke bijdrage aan het mogelijk opbouwen van een Nederlandse populatie-immuniteit, laat ik buiten beschouwing.
    Nadenken en beslissingen nemen om iets wel of niet te doen alléén als daar een goede reden voor is, is een goed uitgangspunt in elke (individuele) situatie waar (medische) interventies in het spel zijn. Het leidt in de praktijk vaak verassend tot meer voordelen dan nadelen. Moge het een grondrecht blijven.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.