Laatste nieuws
Sophie Broersen
9 minuten leestijd
interview

Tuchtcolleges willen leereffect graag verhogen

Tuchtrechter Jeroen Recourt: ‘We dienen het algemeen belang’

11 reacties
Getty Images
Getty Images

De ambitie van het tuchtrecht is dat de gezondheidszorg erop vooruitgaat. Nu wordt er naar de zin van tuchtrechter Jeroen Recourt nog te weinig van geleerd.

Goed nieuws: in 2019 zijn er minder tuchtklachten binnengekomen dan in de jaren daarvoor. Rechter Jeroen Recourt is voorzitter van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (RTG) in Amsterdam en zegt dat de afname halverwege het jaar inzette: ‘Het zou kunnen dat dit het gevolg is van een van de veranderingen van de Wet BIG die vorig jaar zijn ingegaan, namelijk dat klagers 50 euro griffierecht moeten betalen. Maar het is te vroeg om dat met zekerheid te zeggen.’ De afname van het aantal klachten is één van de zaken die Recourt opviel aan de cijfers die de tuchtcolleges in het jaarverslag over 2019 publiceerden (zie kader).

Kunt u zeggen wat voor soort klachten er minder zijn gekomen?

‘Nee, we zien immers niet wat er niet komt.’

Er zijn vorig jaar bij de RTG’s minder zaken in de raadkamer afgedaan. Dat zou kunnen wijzen op minder zaken die als ‘kennelijk ongegrond’ kunnen worden afgedaan, toch?

‘Een deel van die afname is naar rato van de totale afname en verder hebben we als voorzitters afgesproken iets meer ter zitting te laten komen. Waarbij ik meteen wil benadrukken dat dat níét wil zeggen dat de klacht dan gegrond is, want dat beeld lijkt wel eens te bestaan “als het ter zitting komt, dan hang ik”, dat is niet het geval.’

Waarom hebben jullie afgesproken meer ter zitting af te doen?

‘In het kader van de uniformering. We zagen dat het regionaal nogal uiteenliep: in Amsterdam deden we meer af in de raadkamer dan in Zwolle. Maar het moet niet uitmaken voor welk college je komt, of je ter zitting moet komen. Het blijft natuurlijk per zaak een afweging of iets kennelijk ongegrond is of niet, maar daar zit een grijs gebied in.’


Jeroen Recourt - Paul Dijkstra / HH
Jeroen Recourt - Paul Dijkstra / HH
Tuchtrechter Jeroen Recourt: ‘Ik zou willen dat zorgverleners een klacht minder zouden betrekken op hun persoonlijke integriteit’

Wat viel nog meer op?

‘Sinds vorig jaar is het mogelijk om als voorzitter zelfstandig beslissingen te nemen. Dat is sinds 1 april 45 keer gebeurd en dat zal nog wel wat doorgroeien. Die mogelijkheid is bedoeld voor de heel evidente zaken, een klacht tegen een niet-BIG-geregistreerde zorgverlener bijvoorbeeld. Daar hoeven we geen verweerder mee lastig te vallen, daar ontlasten we hen mee. Soms gaat het ook om minder evidente zaken, waarvan we vinden dat we het tuchtrecht er niet mee hoeven te belasten. Dan vind ik dat je als voorzitter mag zeggen dat het tuchtrecht daar niet voor is bedoeld.’

Kunt u daar een voorbeeld van geven?

‘Vorig jaar heb ik bij een klacht die werd ingediend door een man die echt al heel veel klachten had gedaan, als voorzitter gezegd: “Het maakt niet uit wat hier de uitkomst van is, dit dient het doel van het tuchtrecht niet, namelijk het bevorderen van de kwaliteit van de gezondheidszorg, dus dat gaan we niet behandelen.”’

Hoe is dat afgelopen?

‘Hij heeft geen appel aangetekend bij het CTG, tot mijn verbazing.’

Een ander onderwerp: er zijn relatief meer berispingen gegeven vorig jaar…

‘… en dan is de vraag of dat komt omdat ze niet meer standaard gepubliceerd hoeven te worden? Daar kan ik je geen antwoord op geven. Dat zou natuurlijk niet zo moeten zijn, maar je kunt je voorstellen dat er een relatie is. Als je twijfelt tussen een waarschuwing en een berisping, dan kan het feit dat er publicatie volgt bij een berisping misschien de doorslag geven om toch maar een waarschuwing te kiezen.’

Is het eigenlijk nog wel voorgekomen dat een berisping met naam en toenaam is gepubliceerd, sinds de verplichting daartoe per 1 april vorig jaar is vervallen?

‘Eén keer, voor zover ik weet. Publiceren van de naam heeft een waarschuwingsfunctie, en daar is in het geval van een berisping zelden reden voor.’


*Artikel gaat verder onder het kader.

Één op acht klachten tegen artsen gegrond

Bij de regionale tuchtcolleges voor de gezondheidszorg zijn vorig jaar 1513 klachten tegen BIG-geregistreerde zorgverleners binnengekomen, het laagste aantal in tien jaar tijd.

Bij het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (CTG) kwamen 394 zaken binnen. Het handelde er 443 af, en nog eens 19 beroepszaken werden ingetrokken. Bij het CTG komen relatief veel meer zaken ter zitting dan bij de RTG’s, namelijk driekwart. De verhouding tussen het aantal in 2019 afgehandelde zaken en het aantal zaken waar in dat jaar beroep tegen is aangetekend, ligt tussen de 22 procent (Den Haag) en 40 procent (Groningen).

Twee derde van de klachten bij de RTG’s werd in de raadkamer afgehandeld, de rest kwam ter zitting. Van de 1502 klachten die zijn afgehandeld, betrof het in 1006 gevallen een arts. Maar liefst 57 procent van de klachten tegen artsen werd afgewezen, 12 procent werd ingetrokken en 18 procent van de klagers was niet-ontvankelijk in hun klacht. In totaal werden de klachten in 133 gevallen (13%) gegrond verklaard (zie figuur 2). In 2019 werden relatief iets meer berispingen en minder waarschuwingen gegeven dan in eerdere jaren (zie artikel voor toelichting).

Als we het aantal (door het RTG) afgehandelde klachten per beroepsgroep afzetten tegen de omvang van de beroepsgroep (in 2018), geeft dat een indruk van welke specialismen vaker met klachten te maken krijgen dan gemiddeld. Voor alle geregistreerde artsen geldt dat bij 21 per duizend afgelopen jaar een klacht werd afgehandeld door een RTG. In figuur 3 staan alle specialismen waarbij tien of meer klachten per duizend beroepsbeoefenaars waren afgehandeld. Het is van belang om hierbij te noemen dat hoe kleiner de beroepsgroep, hoe groter de rol die toeval speelt. Kijk bijvoorbeeld naar de cardiothoracaal chirurgen die vorig jaar in totaal vijf klachten kregen, maar dat komt toch neer op een aanzienlijk percentage van een beroepsgroep van ruim 154 man. Met negentien klachten komen de bijna 2100 anesthesiologen daarentegen niet in grafiek 3 voor.


Onder artsen wordt veel geklaagd over het tuchtrecht. Een tuchtklacht doormaken zou dokters eerder kopschuw maken, dan dat het bijdraagt aan betere zorg. Hoe kijkt u daarnaar?

‘Een klacht hoort erbij als je zorgverlener bent. Het tuchtrecht is laagdrempelig, juist omdat kwaliteitsverbetering het doel is. Daardoor kan iedereen die in de zorg werkt een keer tegen een klacht aanlopen. Onze ambitie is vooral om die klacht te gebruiken voor een leereffect. Voor het individu, maar liefst breder, voor de maatschap en de beroepsgroep. Dat gebeurt nog te weinig. Een tuchtzaak wordt toch vooral als last gezien, en roept schaamte en boosheid op. Dat helpt niet om een klacht te zien als moment van bezinning over “hoe kunnen we dit beter doen”. Ik zou willen dat zorgverleners een klacht minder zouden betrekken op hun persoonlijke integriteit. En dat een tuchtklacht meer een dialoog met de beroepsvereniging wordt.’

Dialoog tussen wie?

‘Tussen tuchtrechtspraak en beroepsvereniging.’

Maar tuchtcolleges gaan toch niet in op individuele zaken?

‘Nee, dat kan niet, dat past niet binnen de rechtspraak. We kunnen niet met één van de partijen nog eens nadiscussiëren. Ons deel van de dialoog verloopt via de uitspraak. Soms spreken we beroepsverenigingen daarin aan, bijvoorbeeld omdat we vinden dat een richtlijn moet worden geüpdatet. En soms ontstaat er commotie over een uitspraak, dat zie je bijvoorbeeld op de website van Medisch Contact. Dat ontgaat ons natuurlijk niet. Commotie is op zich prima, maar zie een uitspraak als een moment voor de beroepsgroep om te kijken of je handelt volgens de tuchtnormen, om na te denken over de kwaliteit en de grenzen van het werk, en waar je op aangesproken kunt worden. En misschien ben je het niet eens met ons oordeel, dat willen we ook graag weten. Hier in Amsterdam zijn sommige huisartsen actief met tuchtrecht, die kijken met welke uitspraken ze moeite hebben, wat ze lastig vinden. Die nodigen ons uit, en dan komen we graag praten. Dat helpt ons ook. Nogmaals: we kunnen het niet over individuele zaken hebben, maar wel over grote lijnen.’

Wat kunt u dan doen op zo’n bijeenkomst?

‘Luisteren, informeren, het bijstellen van beelden die niet kloppen. Uitleggen waar we aan toetsen. Vorig jaar was er veel te doen over een zaak waarin het ging over hoe ver de verantwoordelijkheid van de huisarts reikt als een patiënt zijn advies niet opvolgt. Over de zaken zelf kan ik het niet hebben, maar wel over die vraag in het algemeen.’

Maar waar toets je dan aan? Zoiets staat niet in een protocol.

‘Het is aan de beroepsgenoten in het tuchtcollege, die in de praktijk werkzaam zijn, om daar een oordeel over te vormen. Het is de taak van het college om grijsgebieden zwart of wit te maken.’

U vindt dat beroepsgroepen zelf meer aan de slag moeten met het tuchtrecht. Wat doen jullie zelf?

‘Ik vind dat we iets scherper moeten formuleren wat de algemene les is die uit een zaak te leren valt. Dat valt tegen, omdat het vaak zulke individuele, specifieke zaken zijn. Soms kunnen we adviseren om een protocol aan te passen, dan richten we ons echt tot de beroepsvereniging. Maar verwacht daar geen wonderen van, omdat het in veel gevallen niet kan. Een tweede punt is om helderder te formuleren wat het probleem is. Minder verschuilen achter juridische en medische termen en scherper zeggen waar het om draait.’

‘Er komen nu minder klachten binnen, misschien door grotere waardering voor de zorg’

Hoe pakt u dat aan?

‘Er is een werkgroep die standaardteksten onder de loep neemt om te kijken of het niet beter kan. En we kijken of we de opbouw van de uitspraak anders kunnen maken. Nu is het procedure, feiten, analyse, conclusie. Misschien zouden we beter meteen kunnen weergeven wat het probleem is en dan uitleggen waarom. Zodat duidelijker wordt wat de kern is, voor verweerders én klagers.’

Weet u eigenlijk hoe klagers het tuchtrecht ervaren?

‘Heel wisselend. Mensen klagen doorgaans omdat ze willen dat er recht wordt gedaan aan hun klacht. En ook tegen hen zeggen we: maar we dienen het algemeen belang. Een waarschuwing is een best zwaar middel, maar dat vinden klagers vaak niet. Voor beide partijen is dat doel van het tuchtrecht lastig uit te leggen.’

Een laatste onderwerp: hoe heeft de coronacrisis uw werk beïnvloed?

‘We hebben natuurlijk een tijdlang geen zittingen of mondelinge vooronderzoeken kunnen houden, maar we zijn wel doorgegaan, hebben partijen aangeboden om op papier nog eens op elkaars argumenten in te gaan. We zijn inmiddels weer opgestart, maar het is soms zoeken naar locaties. Het wordt een uitdaging om alles in te halen, ook omdat de leden-beroepsgenoten druk zijn en sommigen in de risicogroep vallen.

Verder zien we dat er minder klachten zijn binnengekomen, en we weten niet of dat later wordt ingehaald, of dat het alleen een uitsteleffect is geweest. Het kan ook dat de perceptie van de zorg is veranderd, dat de waardering groter is geworden, en dat er daardoor minder klachten komen.’

Straks krijgt u misschien wel ‘corona’-klachten binnen, over situaties waar geen regels voor bestaan. Hoe zouden jullie dat aanpakken?

‘Dat zullen we per geval moeten bekijken. Redelijkheid is daarbij – net als altijd – een belangrijke toetsingsnorm. Dat een professional kan uitleggen waarom hij of zij iets wel of niet heeft gedaan. Tuchtrecht is niet voor niets collegiale toetsing: de leden-beroepsgenoten zijn werkzaam in de praktijk, en die moeten inschatten of de uitleg plausibel is, of de verweerder redelijk heeft gehandeld in de omstandigheden van dat moment. We zitten niet in een ivoren toren alleen maar naar regels te kijken, en als je daarvan afwijkt ben je het haasje. Dat is niet hoe we toetsen, of hoe we willen toetsen. Je mag van de regels afwijken, als je het maar kunt uitleggen.’


Download dit artikel (PDF)

interview Tuchtrecht
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • GJ Bonte

    Neuroloog, Dalfsen

    @Algra: Potverdiksem... Dacht ik toch even een leuk bijbaantje te scoren. Maar helaas, ik zie het al wel, ik hoef niet solliciteren.

    Maarre...

    Ik ken zo al twee "beroepsgenoten" waarvan ik in ieder geval overtuigd ben dat ze niet voldoen aan ...de criteria. En dan gaat het niet om de minst belangrijke criteria.

    Zo streng is men dus blijkbaar ook weer niet bij het aannemen van nieuwe collegeleden.

  • Dolf Algra

    commentator, opiniemaker zorg en sociale zekerheid, Rotterdam

    Actuele profielschets collega beroepsgenoot - eisen en competenties - zie eerdere link

    Eisen
    Voor benoeming van leden-beroepsgenoten gelden als vereisten:
    • Actuele kennis van uw vakgebied;
    • Ten minste vijf jaar relevante ervaring in het desbe...treffende
    beroep/specialisme, naar verwachting nog een aantal jaren werkzaam in de praktijk en substantieel werkzaam in het beroep waarvoor u bent geregistreerd;
    • Een uitstekende reputatie en draagvlak binnen de eigen beroepsgroep;
    • Opleidingsbevoegdheid strekt tot aanbeveling;
    • Aan u is in het verleden geen tuchtrechtelijke maatregel opgelegd; een tuchtrechtelijke waarschuwing hoeft echter geen belemmering te zijn;
    • VOG-verklaring; deze wordt in de loop van de procedure aangevraagd;
    • Het vermogen om, ook onder druk vanuit de eigen beroepsgroep, onafhankelijk en onbevooroordeeld, zonder aanzien des persoons, een oordeel te formuleren.

    Het college kan in een specifiek geval aanvullende eisen stellen. Er kan worden gevraagd naar referenties.


    Vereiste competenties
    • Analytisch vermogen
    • Integriteit
    • Rechterlijke attitude
    • Goede mondelinge en schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid
    • Goed kunnen luisteren
    • Bereidheid en vermogen tot samenwerken
    • Empathie

  • Dolf Algra

    commentator, opiniemaker zorg en sociale zekerheid, Rotterdam

    Over coöptatie van collega- beroepsgenoten nog het volgende @Bonte

    Voor zover mij bekend was het tot voor kort usance dat de nieuwe leden/collega beroepsgenoten werden voorgedragen door de beroepsvereniging. Op welke wijze dat gebeurde en op basi...s van welke criteria blijft in nevelen gehuld.

    Recent kwam ik erachter dat nieuwe leden/collega beroepsgenoten ook middels openbare sollicitatie procedures worden geworven.

    Of het een het ander uitsluit kan ik niet overzien.

    Op dit moment zijn er geen vacatures bij het Tuchtcollege

    Zo ziet zo'n profielschets eruit:

    https://www.tuchtcollege-gezondheidszorg.nl/binaries/tuchtcolleges-gezondheidszorg/documenten/publicaties/vacatures/vacature-leden-beroepsgenoten/leden-beroepsgenoten/rtg-zwolle/Profielschets+leden-beroepsgenoten+RTG+Zwolle+27.11.19.pdf


  • GJ Bonte

    Neuroloog, Dalfsen

    @Algra: Als simpele boerezoon wist ik natuurlijk niet wat coöptatie is. Maar even googelen maakt veel duidelijk: Vrij vertaald betekent het vriendjespolitiek, toch?

  • Leonie Tromp-Kassenberg

    Revalidatiearts, Bemmel

    Het artikel begon veelbelovend op de voorpagina “Tuchtzaak: leermoment of last?”. Helaas wordt er vervolgens in het stuk over de last van een tuchtzaak voor een arts vrijwel niet gesproken. Sterker nog, het artikel komt op mij over alsof artsen niet ...zo moeilijk moeten doen, dat het op jezelf betrekken vooral niet helpend is. Het deed mij pijn dit te lezen, dit is duidelijk niet vanuit het oogpunt van een arts bekeken. Helaas weet ik uit ervaring hoe het is om een tuchtklacht te krijgen en de hele procedure te moeten doorlopen (wat al met al 2,5 jaar heeft geduurd). Het is heel makkelijk gezegd om het niet te betrekken op je persoonlijke integriteit. Echter als er keer op keer (klaagschrift, hoger beroep, ter zitting, etc) onterecht zoveel nare dingen over je worden geschreven, is het onmogelijk je dit niet persoonlijk aan te trekken en je manier van werken en werkplezier er door te laten beïnvloeden.
    Natuurlijk is het goed dat het tuchtrecht bestaat en het zou mooi zijn als het leereffect verhoogd kan worden. Maar dan moet er structureel iets veranderen. Door de huidige situatie (o.a. minder in de raadkamer en meer zittingen) denk ik dat er voor de arts alleen maar meer druk op komt te liggen.

  • J. Vreugdenhil

    psychiater, Amsterdam

    Naast dat ik veel herken in de al gegeven reacties, vraag ik me af wanneer er gedegen onderzoek wordt geëntameerd naar de negatieve effecten op de (geestelijke en lichamelijke) gezondheid van patiënten door defensief handelen van artsen uit angst voo...r een tuchtklacht. Praktijkvoorbeelden te over.

  • Willem Jan Groeneveld

    Huisarts, Drachten

    Eigenlijk zijn er nu 2 "klachtenregelingen" naast elkaar. Ik ben verplicht aangesloten bij de SKGE (Stichting Klachten en Geschillen Eerstelijnszorg), waar ik nog nooit een klacht door heb vernomen.
    Maar een klager kan ook meteen klagen bij de RTG.... Daar heb ik wel 2 maal, tot CTG aan toe, mij mogen verweren. Beide keren is de klacht ongegrond bevonden, maar voordat ik de brief van het RTG ontving hebben beide klagers zich niet met grieven bij mij of de verplichte klachtenregeling gemeld. Ondanks de voor mij gunstige uitkomsten hebben beide klachten veel nachtrust en werkplezier gekost.
    Zou het een verbetering zijn als het RTG een klacht pas behandelt als er minimaal een traject bij de klachtencommissie aan vooraf is gegaan? En dat bijvoorbeeld de IGJ wel rechtstreeks een zaak bij de RTG kan inbrengen?

  • Dolf Algra

    commentator, opiniemaker zorg en sociale zekerheid, oud bedrijfsarts, Rotterdam

    Wellicht is het tijd dat het Tuchtcollege zich de basale kwaliteitsvraag stelt: doen wij de goede dingen en doen wij die goed ?

    Tuchtrechter Jeroen Recourt is bezig met ingewikkelde balanceeract tussen tuchtrecht (aanpak rotte appels) en kwalitei...tsverbetering (leereffect verhogen)

    En dat op een geheel Hollandse polder wijze: pappen en nathouden. Beetje hier, beetje daar. En nog maar eens een keertje uitleggen. Beetje drukken, maar ook alles vaag houden en ongrijpbaar laten zijn.

    Maar: er valt weinig uit te leggen als het Tuchtcollege ‘louter’ spreekt door haar uitspraken, die te vaak een compleet black box blijken te zijn. In ieder geval in mijn werkdomein.

    Geen wonder dat nogal wat beroepsbeoefenaren zich vooral ‘verslagen’ voelen door het Tuchtcollege. Ik verwijs naar het boek (aanrader !) van Martin Appelo. Het ‘leereffect’ daarvan is verrassend klein.

    Zo lang
    1. college beroepsgenoten middels coöptatie in het tuchtcollege komen,
    2. geacht worden ‘namens de beroepsgroep te denken cq spreken’, maar bij gebrek aan mandaat /ruggespraak in de kern moeten varen op hun eigen inzicht en wijsheid
    3. de interne afspraak/werkwijze binnen TC is dat een uitspraak ‘unaniem’ moet zijn, wat kan inhouden dat groepsdruk/groupthink het meest essentiële besluitcriterium is
    4. richtlijnen heilig verklaard zijn, zodat de echte schriftgeleerden en farizeeers aan het kortste eind trekken

    zijn zal er naar mijn inschatting weinig verbetering bereikt kunnen worden.

    Het is basaal de vraag of die twee zaken (tuchtrecht en kwaliteitsverbetering) op een goede manier te combineren zijn. Ik denk van niet. Maar het lijkt teveel gevraagd om het Tuchtcollege te vragen haar eigen boom om te hakken.

    Dat moet het werkveld zelf doen. Die moet zelf die grens trekken.


    https://www.medischcontact.nl/opinie/blogs-columns/blog/het-tuchtcollege-de-beroepsnorm-en-je-collega-beroepsgenoten-een-grote-blackbox.htm

  • Auke Tinselboer

    Huisarts, Slagharen

    Je krijgt de bloemen en ook de klappen die je niet verdient, maar het meeste gaat en doe je normaal. Een ieder doet zijn best en soms helaas ook niet. Dat is het leven en dat snapt zowel patiënt als de dokter. Daarnaast heb je minkukels die nooit hun... best doen en die moeten eruit. Ook dat is helder.

    Als je feedback wilt geven waar de ontvanger (en/of zijn beroepsgenoten) ook wat aan heeft; hou je dan ook aan de regelen der kunst, anders werkt het averechts, zoals collega Van der Zwaard impliciet al aangeeft:
    Geef geen oordeel
    Wees niet boos
    De lading moet er af zijn.

    Doe je of kan je dat niet (lastig als rechter geen oordeel geven..), geef dan geen feedback en/of impliceer dat niet; het komt als een boomerang terug. Het voelt valsch (u heeft het recht niet), inadequaat en persoonlijk (of niet persoonlijk genoeg afhankelijk van positie klager dan wel beklaagde). Gevolg, zowel klager als beklaagde is ontevreden.
    Maar we hebben gekozen voor tucht (in ieder geval in naam), maar dan ook weer halfbakken. Tucht is tucht en daar hoort vergelding/wraak bij; het liefst uit te voeren door de benadeelde partij. En aldus het dien je stokslagen uit/in te voeren door de patiënt of bij overlijden diens nabestaanden; te beginnen met een ondergrens van minimaal 10 maal. Bij klacht niet ontvankelijk omgekeerd vergelding door de arts met behoud van diezelfde ondergrens. Doe je dit niet is het gevolg: zowel klager als beklaagde is ontevreden.

    Toch is ook tucht en feedback weldegelijk te combineren, maar wees duidelijk wat je rol en doel als rechter in dit verhaal is naar beide partijen. Doe wat aan verwachtingsmanagement.

  • Roy van der Zwaard

    Psychiater en SCEN-arts, Zwolle


    Tuchrechter Jeroen Recourt hoopt dat een leereffect wordt bereikt met een klacht en dat artsen die minder op hun persoonlijke integriteit betrekken. Misschien kan het tuchtrecht daar zelf ook wat aan doen. Tucht betekent nog altijd kastijding en is... het instrument waarmee gehoorzaamheid en discipline worden gehandhaafd. Daartoe heeft de tuchtrechter (straf)‘maatregelen’ zoals een berisping, een schorsing of erger. Straf leidt tot angst, vernedering, woede en soms conditionering, maar een lekker feedbackinstrument is het niet.
    Dus ofwel het tuchtcollege heeft vooral een disciplinerende functie en houdt z’n gratuite praatjes voor zich, ofwel het tuchtcollege wil die functie niet hebben. Maar dan zou een Klachtcollege of een Reflectiekamer een betere naam zijn met als milde interventies een advies, verplichte bijscholing of supervisie.


  • Gadellaa

    Huisarts, Nagele

    Primair is op het gebied van rechtspraak, in dit geval tuchtrechtspraak de juridische filosofie en beredeneerkunst van toepassing.
    Het doel van het tuchtrecht is om het kaf van het koren te scheiden. Niet om van te leren.
    Daarmee wordt een tuchtkla...cht ervaren als een belediging van je integriteit.
    Je hebt naar eer en geweten gehandeld of niet.

    Een tweede doel van het tuchtrecht is om er lering uit te trekken.
    Dan is er een heel andere filosofie van toepassing.

    Een vermenging geeft dan ook altijd kopschuwheid en defensief gedrag.
    Dit zien we overal om ons heel. Alle protocollen zijn defensief. Bij voorbeeld de triage in de huisartsenpost. Vele huisartsen klagen over de druk door niet spoedeisende medische vragen die ze voorgelegd krijgen. Nu tijdens de coronatijd is het aantal hartinfarcten gedaald, dan kan alleen maar vals positieve diagnoses betekenen.
    Dat de keuzezwaarte van verlies groter is dan winst is duidelijk verwoord in de prospecttheorie van Kahneman. Een tuchtzaak aan je broek versterkt dit effect nog meer. En het leereffect van een veroordeling (zo voelt het) is vaak onterecht omdat er regressie naar het gemiddelde plaatsvindt.
    Dan zou een waarschuwing niet aan een persoon, de arts in de casus, moeten worden opgelegd, maar aan álle artsen worden gegéven ter lehring ende vermaeck.
    Dan komt er een leerproces op gang.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.