Tissue-engineering bij tracheatransplantaat lijkt veilig

In 2008 werd er voor het eerst, bij een 30-jarige vrouw, een tissue-engineered trachea getransplanteerd. En met succes, zo  blijkt uit een follow-up vijf jaar later.

Alessandro Gonfiotti e.a. publiceerden de resultaten in JAMA. In verband met ernstige bronchomalacie werd de complete linker hoofdbronchus van de vrouw vervangen door een tissue-engineered trachea van een donor, geïmpregneerd met epitheel- en kraakbeencellen van de patiënte. De patiënt herstelde snel en de trachea functioneerde goed. De patiënt werd gedurende de follow-up regelmatig gecontroleerd door middel van longfunctieonderzoeken, CT-scans en biopten van het transplantaat.

De resultaten zijn hoopgevend; vijf jaar later is er geen afstotingsreactie opgetreden, functioneert de geïmplanteerde trachea goed en is er geen kanker gevonden. Helaas is er twaalf maanden na de transplantatie wel een vernauwing opgetreden nabij de proximale anastomose, waarvoor herhaaldelijk een dilatatie en uiteindelijk een stentplaatsing nodig was. Een vernauwing ten gevolge van ongewenste verlittekening na een operatie is niet ongewoon. Bovendien had deze patiënt al eerder een postchirurgische strictuur ontwikkeld, wat mogelijk zou wijzen op een neiging tot overmatige littekenvorming, aldus de onderzoekers.

Het behaalde resultaat is veelbelovend, maar de resultaten van een lopende fase-I-studie zullen moeten uitwijzen of tissue-engineered luchtpijpen vaker zijn te gebruiken bij ernstige vernauwingen.

Nicolien van der Have

Lees ook:

Succes met tissue-engineering bij tracheatransplantaat