Laatste nieuws
Sophie Broersen
3 minuten leestijd
Wetenschap

Sterfte na opname lager door wijkverpleging

Plaats een reactie

Ouderen die na een acute ziekenhuisopname door de wijkverpleegkundige worden geholpen, zijn er wat dagelijks functioneren betreft niet beter aan toe dan leeftijdsgenoten die ‘gewone’ zorg krijgen. Opvallend genoeg is de kans om te overlijden binnen een half jaar wel lager. Dit blijkt uit onderzoek van hoogleraar ouderengeneeskunde Sophia de Rooij en anderen.

De Rooij, internist ouderengeneeskunde UMCG, was verrast door de resultaten van haar eigen onderzoek: ‘We wilden vooral weten of we deze kwetsbare groep door het inzetten van de zogenaamde transmurale zorgbrug sneller op de been zouden krijgen. Dat is dus niet het geval, maar de mortaliteit in die eerste maanden is wel aanzienlijk lager.’

De Rooij voerde met Bianca Buurman van het AMC en anderen een gerandomiseerde klinische multicenter trial uit in drie ziekenhuizen, in samenwerking met thuiszorgorganisaties. De resultaten staan in JAMA Internal Medicine. Mensen van 65 jaar of ouder die een acute ziekenhuisopname hadden doorgemaakt van minimaal 48 uur lang, kwamen in aanmerking. In de periode 2010-2014 deden er 674 mee. Een gespecialiseerde verpleegkundige screende alle deelnemers op ‘geriatrische’ aandoeningen, en schakelde zo nodig de geriater en andere professionals in.

Bij de helft werd bij ontslag de gebruikelijke gang van zaken gevolgd: zo nodig inschakelen van zorg. De andere helft kreeg in het ziekenhuis al bezoek van een wijkverpleegkundige, die de patiënten in de zes maanden daarop nog eens vijf keer bezocht. Per bezoek richtte zij de aandacht op specifieke aspecten. Tijdens het eerste thuisbezoek ging het bijvoorbeeld over de vraag of de meegegeven medicijnen wel klopten, en of de afspraken in het ziekenhuis klopten. Verder kreeg de huisarts in deze groep de uitslag van de geriatrische screening meegedeeld, per telefoon in het geval van problemen.

Na een half jaar maakten onderzoekers – die niet wisten in welke groep de patiënten waren ingedeeld – de balans op. Voornaamste uitkomstmaat was een score voor algemeen dagelijkse levensverrichtingen (ADL). Die verschilde niet significant tussen beide groepen. Ook in cognitief functioneren of heropnames was geen verschil. Maar wel in sterfte dus: na een half jaar was 25 procent van de mensen in de interventiegroep overleden, tegenover 31 procent in de controlegroep.

De Rooij: ‘En dat voor een beleid dat we in principe morgen overal kunnen invoeren. Door in een half jaar 16 mensen zo te laten bezoeken, voorkomen we 1 sterfgeval. Als je dat vergelijkt met hoge bloeddruk, waarvoor je 20 mensen gedurende 10 jaar moet behandelen om 1 hartinfarct te voorkomen, hebben we het over een kosteneffectieve ingreep.’ Meerdere verzekeraars vergoeden de zorg, en volgens De Rooij werken al 29 ziekenhuizen met de transmurale zorgbrug. Dan blijven er nog zo’n 70 over die het niet doen. ‘Je kunt je afvragen waarom men het wel normaal vindt om 12.000 euro aan een opname uit te geven, maar niet een paar honderd euro over heeft om deze goed af te hechten.’

De Rooij houdt zich als hoogleraar erg bezig met het onderwerp healthy ageing, gezond oud worden. Is ze wat dat betreft tevreden met de uitkomsten van het onderzoek? ‘Natuurlijk hadden we graag gezien dat mensen door de interventie ook minder beperkt zouden zijn in hun ADL. Dat komt hier niet uit. Dat kan te maken hebben met de screening die we bij alle patiënten in het ziekenhuis uitvoerden: hierdoor waren alle zorgverleners zich wel bewuster van de beperkingen van patiënten.’ Dan blijft het opvallend dat de sterfte wél zo beïnvloed wordt. De Rooij: ‘Ja, maar ouderen die een acute opname meemaken zijn doorgaans zeer kwetsbaar; er is sprake van een precaire balans. Als je alleen al ziet wat er na zo’n opname misgaat met de medicatie: mensen die oude en nieuwe pillen door elkaar gebruiken, of die denken dat de nieuwe medicijnen een kuurtje zijn en ermee stoppen als ze op zijn… Dan begrijp je dat een wijkverpleegkundige die daarbij helpt, het verschil kan maken.’

Sophie Broersen

JAMA Intern Med, 2016. Doi: 10.1001/jamainternmed.2015.8042

© Shutterstock
© Shutterstock
Wetenschap ouderen geriatrie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.