Laatste nieuws
Guus Schrijvers Carin Littooij
6 minuten leestijd
organisatie

Spoedzorg is toe aan reorganisatie: vier voorstellen

Zo blijft de kwaliteit van de huisartsenspoedzorg behouden

14 reacties
ANP/ John van Hamond
ANP/ John van Hamond

De stijgende vraag en het gebrek aan personeel laten de werkdruk in de huisartsenspoedzorg almaar oplopen. Praktische ingrepen kunnen hiertegen een dam opwerpen.

Begin deze eeuw was een grote reorganisatie van de huisartsenzorg noodzakelijk om de toenemende zorgvraag te kunnen behappen: de oprichting van huisartsenposten en de introductie van praktijkondersteuners. Huisartsen bleken heel goed in staat snel hun organisatie aan te passen, want er bestond maatschappelijke urgentie, er werd geld beschikbaar gesteld en beide innovaties leverden verlaging van de werkdruk op voor de beroepsgroep. Anno 2020 neemt de werkdruk bij alle zorgaanbieders opnieuw toe. Ook nu zijn er organisatorische innovaties nodig én beschikbaar om deze te verlagen. Hieronder volgt een viertal concrete mogelijkheden, deels al door anderen aangekaart, die om uitvoering vragen. De maatregelen versterken elkaar en helpen zorgaanbieders om gezamenlijk de spoedzorg toegankelijk te houden, met een voor iedereen acceptabele werkbelasting.

Innovatie 1: Centrale triage

Bij centrale triage is er één loket per regio waar de patiënt zich telefonisch of digitaal kan melden. Alle spoedzorgpartners – huisartsen, specialisten, tandartsen, ggz, wijkverpleging, ouderenzorg – zijn hierbij betrokken, zodat de juiste zorg direct kan worden ingezet. Dit is prettig en duidelijk voor de patiënt, zorgt voor efficiënter gebruik van beschikbaar spoedzorgpersoneel en leidt bovendien tot kostenreductie.

In 2014 is zo’n centrale triage gerealiseerd in Kopenhagen. Het telefoonnummer 1813 is daar beschikbaar voor urgente, niet-levensbedreigende hulp. Is levensbedreiging wel aan de orde, dan bellen burgers het algemene noodnummer 112. Sinds de invoering van dit nummer – dat door twee derde (65%) van de bezoekers van de Kopenhaagse SEH vooraf wordt gebeld – blijkt dat de wachttijden enorm zijn afgenomen. 90 procent van de bellers en van de professionals is heel tevreden over de afhandeling door de 1813-triagist.

Aantrekkelijk aan het Deense verhaal is bovendien dat landelijke implementatie niet aan de orde was. Denemarken kent vijf gezondheidszorgregio’s, en de andere vier zijn van plan de Kopenhaagse systematiek over te nemen. Maar elke regio kan er dus een eigen invulling aan geven.

Ambulancezorg Nederland pleitte in 2018 al voor een dergelijke triage in haar visiedocument. Sindsdien verwierf deze brancheorganisatie hier met succes steun voor bij andere koepelorganisaties zoals LHV, VPH, Zorgverzekeraars Nederland en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen.

Wij ondersteunen de visie van Ambulancezorg Nederland en het Kopenhaagse model, en bepleiten dat de invoering hiervan (dat geldt overigens ook voor de tweede innovatie, de acutezorgposten) in Nederland net als in Denemarken per regio gaat verschillen. Een landelijke implementatie op basis van one size fits all, lijkt ons geen goed idee.

In Kopenhagen zijn de wachttijden enorm afgenomen sinds er centrale triage is

Innovatie 2: De acutezorgpost

Bij centrale triage is de triage geïntegreerd, maar werken de afzonderlijke spoedzorgpartners gescheiden, zoals nu gebruikelijk is. Bij de acutezorgpost is het gehele acutezorgaanbod achter de triage geïntegreerd. Reeds in 2012 pleitte de Vereniging van Praktijkhoudende Huisartsen (VPH) voor een Spoed Eisende Medisch Dienst (SEMD). Hierbij zijn de huisartsenpost (hap) en de Spoedeisende Hulp (SEH) geïntegreerd en is er één acutezorgbudget in plaats van losse budgetten voor bijvoorbeeld de huisartsenpost, de SEH en de ambulancezorg. In een door KPMG in 2012 doorgerekend model levert de SEMD besparingen op door ontdubbeling van de infrastructuur en de invoering van één tarief voor dezelfde prestatie. Op de SEH kost eenzelfde behandeling nu meer dan op de hap en veel meer dan bij de huisarts tijdens reguliere werktijden. De SEMD wordt bekostigd met een vast bedrag per inwoner, aangevuld met een vergoeding voor relevante geografische en demografische kenmerken. Dit lijkt op de huidige hap-bekostiging. In oktober 2019 ondersteunde de voorzitter van de Federatie Medisch Specialisten (FMS) Marcel Daniëls dit voorstel. Hij introduceerde de term Acute Zorg Post (AZP). Hij werkte de bekostiging ervan echter nog niet uit.

Wij sluiten ons graag aan bij de voorstellen van Daniëls en de VPH. Belangrijkste daarbij is dat er een aparte organisatie komt voor de acute zorg, waarin alle betrokken spoedzorgorganisaties samenwerken. Hoe die juridisch vorm krijgt, laten we graag over aan betrokken partijen per regio. Wel gaan wij uit van één, landelijk afgesproken, integrale spoedzorgfinanciering. Die bekostiging wordt wat ons betreft grotendeels populatiegebonden, zonder prikkels tot (over)productie en upcoding.

ANP/ Ginopress
ANP/ Ginopress

Innovatie 3: Digitale triage

In een inmiddels afgeronde pilot bij de huisartsenpost Eemland kregen bellers de optie aangeboden via het internet hun medische probleem voor te leggen aan een huisarts. Vervolgens kregen zij via de website of een mobiele app vragen te beantwoorden over onder meer de aard, de omstandigheden, de duur en de vermoedelijke oorzaak van de klacht. Patiënten zijn daarmee tien tot vijftien minuten bezig. Blijkt uit de beantwoording van de eerste vragen dat de medische klacht ernstig is (in vakjargon U1, U2 en de urgentere U3), dan vindt alsnog gewone telefonische triage plaats. Is dat niet het geval en heeft de patiënt een U5-, U4- of minder urgente U3-klacht, dan drukt hij op de verzendknop op de website. De dienstdoende huisarts beantwoordt de vragen binnen dertig minuten via chat of videobellen. Het digitale consult vervangt dan een telefonisch of face-to-faceconsult.

Uit de pilot blijkt dat patiënten geen bezwaar hadden tegen de vijftien minuten durende internettriagering. Zij en de huisartsen bleken uitermate tevreden. Patiënten omdat ze niet naar de hap hoefden maar snel hun verhaal (aan de website) kwijt konden. Huisartsen omdat ze vanuit huis de vragen konden beantwoorden.

Andere voordelen zijn dat digitale melding triagisten tijd bespaart. Doorverwijzing naar SEH’s nam af, aldus de pilot, indien foto’s van een verwonding digitaal werden meegestuurd.

Wij zien de uitkomsten van de medio maart gestarte tweede pilot met grote belangstelling tegemoet.

Innovatie 4: Van 24/7 naar 15/7

In 2019 is aan de reeds bestaande kernwaarden van de huisartsgeneeskunde (medisch-generalistisch, persoonsgericht en continu) de kernwaarde ‘gezamenlijk’ toegevoegd. Maar daarmee is geen antwoord gegeven op de vraag: moeten alle huisartsen bijdragen aan de huisartsenspoedzorg? Wij denken dat dat moet. Om de kernwaarde ‘continuïteit’ binnen de huisartsenzorg te kunnen waarmaken, is een gezamenlijke inzet van alle huisartsen zowel overdag als daarbuiten nodig. Wij pleiten ervoor om huisartsenspoedzorg in de breedte beschikbaar te houden, maar het nachtelijke deel los te koppelen van de spoedzorg tussen 8.00 en 23.00 uur. Voor deze laatste dragen alle huisartsen samen onafhankelijk van werksituatie evenveel verantwoordelijkheid. Een kleiner aantal daartoe gemotiveerde en goed beloonde huisartsen zijn hierbij samen in een nachtzorggroep verantwoordelijk voor het doen van nachtdiensten. De acutezorgpost faciliteert deze nachtzorg en neemt de nachthuisartsen in dienst. Voordeel hiervan is dat de huisartsenzorg overdag voor de eigen vaste patiënten niet in het geding komt door nachtdiensten. Een uitzondering maken wij voor de palliatieve spoedzorg, die ook nu reeds veelal door de eigen huisarts van de terminale patiënt wordt geboden.

Twee budgetten

Om deze vier innovaties te betalen denken we aan twee budgetten: een regulier budget voor alle acute zorg in een regio, en daarbovenop een transformatiebudget om de nodige organisatorische veranderingen door te voeren en de kennis van de ene regio over te dragen naar de andere. We concentreren ons nu op het reguliere budget. De eerste vier jaar kan dat tot stand komen door de oude budgetten uit de afgelopen jaren van spoedzorgaanbieders op te tellen en samen te voegen tot één lumpsum. Er vindt dan dus toewijzing plaats op basis van recente bestedingspatronen. Bovendien komt er een inkomensgarantie voor de regio voor een periode van meerdere jaren. Binnen de lumpsum werken de regiopartners dan aan de hier genoemde voorstellen. De twee zorgverzekeraars met het grootste marktaandeel in een regio moeten vervolgens de lumpsumbegroting plus de uitwerking van de vier voorstellen goedkeuren. Wij zijn ervan overtuigd dat bovenstaande vier ingrepen het behoud betekenen van de kwaliteit van de huisartsenspoedzorg. Met de twee budgetten erbij kunnen de innovaties snel gaan!

Auteurs

Guus Schrijvers, gezondheidseconoom, oud-hoogleraar public health (UMC Utrecht)

Carin Littooij, huisarts, bestuurslid Landelijke Huisartsen Vereniging

Contact

mail@guusschrijvers.nl

cc: redactie@medischcontact.nl

organisatie

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.