Laatste nieuws
Carin Littooij
6 minuten leestijd
organisatie

Spoedzorg is toe aan reorganisatie: vier voorstellen

Zo blijft de kwaliteit van de huisartsenspoedzorg behouden

14 reacties
ANP/ John van Hamond
ANP/ John van Hamond

De stijgende vraag en het gebrek aan personeel laten de werkdruk in de huisartsenspoedzorg almaar oplopen. Praktische ingrepen kunnen hiertegen een dam opwerpen.

Begin deze eeuw was een grote reorganisatie van de huisartsenzorg noodzakelijk om de toenemende zorgvraag te kunnen behappen: de oprichting van huisartsenposten en de introductie van praktijkondersteuners. Huisartsen bleken heel goed in staat snel hun organisatie aan te passen, want er bestond maatschappelijke urgentie, er werd geld beschikbaar gesteld en beide innovaties leverden verlaging van de werkdruk op voor de beroepsgroep. Anno 2020 neemt de werkdruk bij alle zorgaanbieders opnieuw toe. Ook nu zijn er organisatorische innovaties nodig én beschikbaar om deze te verlagen. Hieronder volgt een viertal concrete mogelijkheden, deels al door anderen aangekaart, die om uitvoering vragen. De maatregelen versterken elkaar en helpen zorgaanbieders om gezamenlijk de spoedzorg toegankelijk te houden, met een voor iedereen acceptabele werkbelasting.

Innovatie 1: Centrale triage

Bij centrale triage is er één loket per regio waar de patiënt zich telefonisch of digitaal kan melden. Alle spoedzorgpartners – huisartsen, specialisten, tandartsen, ggz, wijkverpleging, ouderenzorg – zijn hierbij betrokken, zodat de juiste zorg direct kan worden ingezet. Dit is prettig en duidelijk voor de patiënt, zorgt voor efficiënter gebruik van beschikbaar spoedzorgpersoneel en leidt bovendien tot kostenreductie.

In 2014 is zo’n centrale triage gerealiseerd in Kopenhagen. Het telefoonnummer 1813 is daar beschikbaar voor urgente, niet-levensbedreigende hulp. Is levensbedreiging wel aan de orde, dan bellen burgers het algemene noodnummer 112. Sinds de invoering van dit nummer – dat door twee derde (65%) van de bezoekers van de Kopenhaagse SEH vooraf wordt gebeld – blijkt dat de wachttijden enorm zijn afgenomen. 90 procent van de bellers en van de professionals is heel tevreden over de afhandeling door de 1813-triagist.

Aantrekkelijk aan het Deense verhaal is bovendien dat landelijke implementatie niet aan de orde was. Denemarken kent vijf gezondheidszorgregio’s, en de andere vier zijn van plan de Kopenhaagse systematiek over te nemen. Maar elke regio kan er dus een eigen invulling aan geven.

Ambulancezorg Nederland pleitte in 2018 al voor een dergelijke triage in haar visiedocument. Sindsdien verwierf deze brancheorganisatie hier met succes steun voor bij andere koepelorganisaties zoals LHV, VPH, Zorgverzekeraars Nederland en de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen.

Wij ondersteunen de visie van Ambulancezorg Nederland en het Kopenhaagse model, en bepleiten dat de invoering hiervan (dat geldt overigens ook voor de tweede innovatie, de acutezorgposten) in Nederland net als in Denemarken per regio gaat verschillen. Een landelijke implementatie op basis van one size fits all, lijkt ons geen goed idee.

In Kopenhagen zijn de wachttijden enorm afgenomen sinds er centrale triage is

Innovatie 2: De acutezorgpost

Bij centrale triage is de triage geïntegreerd, maar werken de afzonderlijke spoedzorgpartners gescheiden, zoals nu gebruikelijk is. Bij de acutezorgpost is het gehele acutezorgaanbod achter de triage geïntegreerd. Reeds in 2012 pleitte de Vereniging van Praktijkhoudende Huisartsen (VPH) voor een Spoed Eisende Medisch Dienst (SEMD). Hierbij zijn de huisartsenpost (hap) en de Spoedeisende Hulp (SEH) geïntegreerd en is er één acutezorgbudget in plaats van losse budgetten voor bijvoorbeeld de huisartsenpost, de SEH en de ambulancezorg. In een door KPMG in 2012 doorgerekend model levert de SEMD besparingen op door ontdubbeling van de infrastructuur en de invoering van één tarief voor dezelfde prestatie. Op de SEH kost eenzelfde behandeling nu meer dan op de hap en veel meer dan bij de huisarts tijdens reguliere werktijden. De SEMD wordt bekostigd met een vast bedrag per inwoner, aangevuld met een vergoeding voor relevante geografische en demografische kenmerken. Dit lijkt op de huidige hap-bekostiging. In oktober 2019 ondersteunde de voorzitter van de Federatie Medisch Specialisten (FMS) Marcel Daniëls dit voorstel. Hij introduceerde de term Acute Zorg Post (AZP). Hij werkte de bekostiging ervan echter nog niet uit.

Wij sluiten ons graag aan bij de voorstellen van Daniëls en de VPH. Belangrijkste daarbij is dat er een aparte organisatie komt voor de acute zorg, waarin alle betrokken spoedzorgorganisaties samenwerken. Hoe die juridisch vorm krijgt, laten we graag over aan betrokken partijen per regio. Wel gaan wij uit van één, landelijk afgesproken, integrale spoedzorgfinanciering. Die bekostiging wordt wat ons betreft grotendeels populatiegebonden, zonder prikkels tot (over)productie en upcoding.

ANP/ Ginopress
ANP/ Ginopress

Innovatie 3: Digitale triage

In een inmiddels afgeronde pilot bij de huisartsenpost Eemland kregen bellers de optie aangeboden via het internet hun medische probleem voor te leggen aan een huisarts. Vervolgens kregen zij via de website of een mobiele app vragen te beantwoorden over onder meer de aard, de omstandigheden, de duur en de vermoedelijke oorzaak van de klacht. Patiënten zijn daarmee tien tot vijftien minuten bezig. Blijkt uit de beantwoording van de eerste vragen dat de medische klacht ernstig is (in vakjargon U1, U2 en de urgentere U3), dan vindt alsnog gewone telefonische triage plaats. Is dat niet het geval en heeft de patiënt een U5-, U4- of minder urgente U3-klacht, dan drukt hij op de verzendknop op de website. De dienstdoende huisarts beantwoordt de vragen binnen dertig minuten via chat of videobellen. Het digitale consult vervangt dan een telefonisch of face-to-faceconsult.

Uit de pilot blijkt dat patiënten geen bezwaar hadden tegen de vijftien minuten durende internettriagering. Zij en de huisartsen bleken uitermate tevreden. Patiënten omdat ze niet naar de hap hoefden maar snel hun verhaal (aan de website) kwijt konden. Huisartsen omdat ze vanuit huis de vragen konden beantwoorden.

Andere voordelen zijn dat digitale melding triagisten tijd bespaart. Doorverwijzing naar SEH’s nam af, aldus de pilot, indien foto’s van een verwonding digitaal werden meegestuurd.

Wij zien de uitkomsten van de medio maart gestarte tweede pilot met grote belangstelling tegemoet.

Innovatie 4: Van 24/7 naar 15/7

In 2019 is aan de reeds bestaande kernwaarden van de huisartsgeneeskunde (medisch-generalistisch, persoonsgericht en continu) de kernwaarde ‘gezamenlijk’ toegevoegd. Maar daarmee is geen antwoord gegeven op de vraag: moeten alle huisartsen bijdragen aan de huisartsenspoedzorg? Wij denken dat dat moet. Om de kernwaarde ‘continuïteit’ binnen de huisartsenzorg te kunnen waarmaken, is een gezamenlijke inzet van alle huisartsen zowel overdag als daarbuiten nodig. Wij pleiten ervoor om huisartsenspoedzorg in de breedte beschikbaar te houden, maar het nachtelijke deel los te koppelen van de spoedzorg tussen 8.00 en 23.00 uur. Voor deze laatste dragen alle huisartsen samen onafhankelijk van werksituatie evenveel verantwoordelijkheid. Een kleiner aantal daartoe gemotiveerde en goed beloonde huisartsen zijn hierbij samen in een nachtzorggroep verantwoordelijk voor het doen van nachtdiensten. De acutezorgpost faciliteert deze nachtzorg en neemt de nachthuisartsen in dienst. Voordeel hiervan is dat de huisartsenzorg overdag voor de eigen vaste patiënten niet in het geding komt door nachtdiensten. Een uitzondering maken wij voor de palliatieve spoedzorg, die ook nu reeds veelal door de eigen huisarts van de terminale patiënt wordt geboden.

Twee budgetten

Om deze vier innovaties te betalen denken we aan twee budgetten: een regulier budget voor alle acute zorg in een regio, en daarbovenop een transformatiebudget om de nodige organisatorische veranderingen door te voeren en de kennis van de ene regio over te dragen naar de andere. We concentreren ons nu op het reguliere budget. De eerste vier jaar kan dat tot stand komen door de oude budgetten uit de afgelopen jaren van spoedzorgaanbieders op te tellen en samen te voegen tot één lumpsum. Er vindt dan dus toewijzing plaats op basis van recente bestedingspatronen. Bovendien komt er een inkomensgarantie voor de regio voor een periode van meerdere jaren. Binnen de lumpsum werken de regiopartners dan aan de hier genoemde voorstellen. De twee zorgverzekeraars met het grootste marktaandeel in een regio moeten vervolgens de lumpsumbegroting plus de uitwerking van de vier voorstellen goedkeuren. Wij zijn ervan overtuigd dat bovenstaande vier ingrepen het behoud betekenen van de kwaliteit van de huisartsenspoedzorg. Met de twee budgetten erbij kunnen de innovaties snel gaan!

Auteurs

Guus Schrijvers, gezondheidseconoom, oud-hoogleraar public health (UMC Utrecht)

Carin Littooij, huisarts, bestuurslid Landelijke Huisartsen Vereniging

Contact

mail@guusschrijvers.nl

cc: redactie@medischcontact.nl

organisatie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Arjen Göbel

    Huisarts, AMSTELVEEN

    Ik vind dat er te veel grote woorden worden gebruikt in de discussie over de ANW zorg. 'Vertrouwensband met de patiënt', 'emoties', 'competenties', 'poortwachtersrol', 'het hoort bij het vak', 'kerntaken', etc.
    Waarom zo argwanend doen over een ande...re organisatie van de ANW? In de huidige situatie kennen we de patiënt toch ook niet? Van de 170.000 patiënten waarvoor wij op onze HAP dienst doen, bellen er 169.700 in een weekend NIET. We tuigen die hele ANW zorg op om 300 telefoontjes aan te nemen waarvan er 50 écht toe doen. Laten we onszelf geen illusies maken. We moeten een beetje met onze beide benen op de grond blijven staan. Spoedzorg is zorg buiten praktijktijden waar een goede dokter voor klaar moet zitten. Het maakt geen bal uit welke, als hij maar goed is. Laten we in hemelsnaam niet zo ijdel zijn dat we denken dat alleen wij (wie zijn 'wij'?) dat zouden kunnen. De dagpraktijk is een heel ander verhaal; dat kunnen alleen echte huisartsen.
    Maar het is een onmogelijke taak om naast een dagpraktijk ook de ANW diensten als beroepsgroep te doen, omdat we vinden dat dit bij ons vak hoort. Ik zou het op prijs stellen als die mening niet verkondigd wordt door mensen die 3 dagen per week werken, en dus 10 diensten per jaar doen en dat allemaal wel best vinden en dus heel makkelijk de gratuite uitspraak kunnen doen dat 'dienstdoen bij het vak hoort'. Het is geen democratische beslissing als parttimers het beleid voor fulltimers op deze manier gaan bepalen. Fulltime is nog altijd de maatstaf, of moet dat in elk geval zijn als je je beleid ergens op baseert.
    Een solopraktijk met 2500 mensen krijgt 28 diensten per jaar voor zijn kiezen en dat is bijna niet meer te doen. Het is gewoon te veel. Te druk. We kunnen dat niet van onszelf eisen, en anderen al helemaal niet. Er moet iets veranderen. Maak het niet te groot door zaken als competenties en vertrouwensband te noemen als het gaat om het diagnosticeren van een appendix buiten kantooruren.

  • Ariette Sanders

    Huisarts, Leersum


    De 4 voorstellen uit het artikel lijken een voorbereiding voor zorgverleners op een reeds genomen politieke beslissing. De overheid stuurt aan op populatiebekostiging voor zorgdomeinen. LHV en VPH staan hierachter.
    Maar hoe verhoudt zich dat tot ...de kerntaken waarin huisartsen zich uitgesproken hebben voor behoud van de poortwachtersfunctie ook in de spoedzorg?

    Ik mis een kritische reflectie op het effect van de huisartsenposten op de toegenomen belasting in de ANW-uren. Hoe groot is de belasting van onplanbare zorg overdag? Wat is de winst als deze wordt weggevangen door een triagist zonder dat ze de context kent of een vertrouwensrelatie heeft met de hulpvrager? Welke prijs wordt betaald bij de introductie van de voorgestelde modellen? En door wie? Voldoet de gemotiveerde 'nacht' huisarts nog aan het competentieprofiel van de huisarts? En waarom niet een dag van 7-22 u in 2-shifts met voldoende compensatie in tijd en geld voor spoed en nachtwerk?

    Ik zou willen pleiten voor meer aandacht voor de sturende kracht van emotie in de spoedzorg. Emotie bepaalt of een vraag als urgent wordt aangeboden. Het (niet) pluis-gevoel gecombineerd met het klinisch redeneren, gebruiken huisartsen om deze, voorheen in binnen en buitenland geroemde poortwachtersrol efficiënt te vervullen. Dit gevoel ontwikkelt zich vanuit ervaring en kennis en maakt gebruik van de contextfactoren. Een (menselijk of digitaal) triage systeem veelal gericht op medisch-somatische triage zal dit niet kunnen evenaren. Er gaat derhalve voor patiënten veelal een grote geruststelling uit van de overweging van een bekende huisarts dan van vervangende methodes.

  • Marjolein Kremers, Frits Holleman, Prabath Nanayakkara

    aios en internisten acute geneeskunde, voorzitter WG spoedzorg NIV (MK) en voorzitter NVIAG (FH), Utrecht/Amsterdam

    Ons inziens moeten knelpunten in de acute zorg ketenbreed geanalyseerd worden, anders verschuift het probleem. De Deense invoering van het nummer 1813, leidde tot een toename van SEH-bezoeken. Bovendien lijkt de Nederlandse Triage Standaard (NTS) ina...dequaat met enerzijds globale overtriage en overbelasting van de HAP en anderzijds ondertriage van oudere patiënten. Het is zeer de vraag of met de NTS adequate telefonische triage bereikt kan worden.
    De invoering van de Acutezorgpost heeft soortgelijke nadelen. Door de beschikbaarheid van aanvullende diagnostische mogelijkheden zullen huisartsen en patiënten vermoedelijk sneller aansturen op aanvullend onderzoek. I.p.v. een efficiënte poortwachter wordt de huisarts zo onderdeel van het systeem van defensieve, consumptieve geneeskunde, waarbij de patiënt als ziek beschouwd wordt tot het tegendeel aangetoond is. Uiteraard kan de samenwerking tussen huisartsen, SEH-artsen en medisch specialisten versterkt worden. Laagdrempelig telefonisch contact middels beeldbellen, waarbij er daadwerkelijk ruimte is voor overleg en niet slechts voor een verwijzing, is misschien een goede stap.
    Voor toekomstbestendige toegankelijkheid van de acute zorg moet de rol van huisarts als poortwachter versterkt worden. Werken op de HAP zou aantrekkelijk moeten zijn voor alle huisartsen; het verlagen van de totale administratieve last zou hier mogelijk lucht kunnen geven. Daarnaast moeten de diverse methoden van triage onderzocht worden.Triage is vaak de zwakste schakel in de keten, terwijl het de sterkste schakel moet worden. Anticipeer op zorgbehoeften van de oudere multimorbide patiënt vóórdat acute zorg nodig wordt, door meer gebruik te maken van generalistische regiebehandelaren (huisarts, internist of ouderengeneeskundige).
    Oplossingen moeten ketenbreed en regionaal op maat gemaakt en geëvalueerd worden. Samenwerking van alle partijen betrokken bij de acute zorg is essentieel om toegankelijke, veilige en kwalitatief goede zorg te bieden.

  • Tineke Oosterveld

    SEH-arts, Ede

    Het in bovenstaand artikel aangedragen alternatief om telefonische triage centraal te organiseren brengt m.i. belangrijke risico’s met zich mee.
    Mijn zorgen betreffen de onverwacht vitaal bedreigde patiënt: Hoewel er een onderscheid blijft tussen s...poed (112) en dit nummer voor niet-levensbedreigende aandoeningen kan er niet verwacht worden dat dit door patiënt, mantelzorger of omstander altijd juist herkend wordt.
    De triagist zal derhalve in staat moeten zijn telefonisch de vitaal bedreigde patiënt te herkennen en mist hierbij de huisarts die over de schouder meekijkt op de huisartsenpost. Patientveiligheid moet hier het uitgangspunt zijn, je kunt hierbij niet afgaan op een patienttevredenheid van 90%, immers het risico zit het juist in de incidenten. Elke SEH en HAP kent de voorbeelden van milde of atypische presentaties van levensbedreigende pathologie, de ingangsklacht bij triage is nog een stap eerder in het proces en daarmee nog minder uitgekristalliseerd. Een anonieme centrale is m.i. niet toegerust om de juiste beslissingen over deze patiënten te nemen.

  • L Mentink

    Huisarts np, student, , Haaksbergen

    Als NV-achtige entiteiten als huisartsenposten (waarvoor de huisarts niets anders is dan een middel om productie te draaien) zichzelf gaan organiseren met andere, niet meer bij de tijd zijnde organisaties. Dan wordt het tijd huisartsen op een andere ...manier te organiseren.

  • Arjen Göbel

    Huisarts, Amstelveen

    Bij de al jarenlange discussie over de ANW zorg gaat het al meteen mis bij het kunstmatige onderscheid tussen 'huisartsenzorg' en 'ziekenhuiszorg'. Alsof patiënten een huisartsenziekte hebben of een ziekenhuisziekte.
    Overdag klopt dat wel, of is het... in elk geval, een werkbaar onderscheid. Maar 's avonds, 's nachts en in het weekend heb je (als het goed is) alleen 'spoedzorg', zonder bovengenoemd onderscheid. Dat de huisarts op onduidelijke gronden benoemd is tot 'voorwacht van alle zorg' betekent dat we voor 17 miljoen Nederlanders ook tijdens ANW uren het eerste aanspreekpunt zijn voor alle zorg in Nederland. Dat is nogal wat! Ik ken geen andere beroepsgroep die een dergelijke verantwoordelijkheid draagt. Een politieagent die 24 uur per dag verantwóórdelijk is voor de veiligheid van Nederland? Een piloot die 24 uur per dag verantwóórdelijk is voor het luchtverkeer? Een verpleegkundige die verantwóórdelijk is voor 24/7 verpleging in alle Nederlandse ziekenhuizen? Ik dacht het niet.
    Ik ken bovendien geen andere beroepsgroep waar de mensen die overdag werken op dezelfde dag ook 's avonds of 's nachts werken. Politie? Die werken echt in ploegendiensten. Brandweer, verpleegkundigen, piloten, wegwerkers? Allemaal in ploegendienst. Terwijl tegen de huisarts wordt gezegd: hóe je het doet doe je het - áls je het maar doet: 24 uur per dag zorg leveren aan alle patiënten in Nederland. Als er in een regio onvoldoende huisartsen zijn móeten de wel aanwezige huisartsen hun krachten bundelen om dat op te vangen.
    Het is me al jaren een doorn in het oor dat ik vooral oudere collega's hoor zeggen dat het 'bij het vak hoort'. Hou daar eens mee op. Daarmee put je jezelf als beroepsgroep uit. Kom voor jezelf op en zeg: Ik heb mijn handen vol aan mijn dagpraktijk. Dat er honderd jaar geleden ook 's nachts op mijn deur gebonst mocht worden betekent niet dat je die gedachte zomaar kunt transplanteren naar 2020. Een totaal andere wereld in een totaal ander tijdperk.
    Tijd voor verandering!!

  • Rick van den Doel

    Huisarts, Amsterdam

    Interessant stuk. Ik word alleen wel huiverig van het idee om de triage nog centraler en nog groter te maken. Als huisarts die vrij veel dienst doet valt het mij doorgaans op dat het nut van consulten waar centrale triage plaatsvindt (HAP Amsterdam) ...doorgaans een stuk minder is dan op plekken waar op locatie wordt getrieerd (vrijwel alle andere HAPs in Noord Holland). Dit zal overigens ook ongetwijfeld te maken hebben met het eisende karakter van de Amsterdamse patiënt.

    Centrale triage maakt mijns inziens de dokter die het consult moet uitvoeren een stuk anoniemer voor de triagist vanwege de afstand tot de werkvloer en daarnaast wordt er (in mijn beleving) nog uitsluitend dom met stroomschema's gewerkt en wordt het zelf nadenken niet gestimuleerd. Dit leidt ertoe dat er te snel een te hoge urgentie wordt toegekend aan een hulpvraag. En dit leidt weer tot overvolle spreekuren op de HAP en dus tot meer werkdruk voor dokter en assistenten op de werkvloer.

    Centrale triage zal op papier veel efficiënter zijn, maar of het ook leidt tot meer arbeidssatisfactie is de vraag.

  • P.H. van Putten

    Huisarts gepensioneerd, Sellingen

    De belangrijkste reden voor het oprichten van de huisartsenposten wordt niet genoemd. Door de veranderde maatschappij en veranderde samenstelling van de huisartsengroep waren er steeds meer partners van huisartsen die niet meer onbetaald als achterw...acht wilde functioneren. Door hun eigen carrière waren ze daar vaak ook niet meer instaat.
    De toenemende hulpvraag buiten kantooruren is pas ontstaan na de oprichting van de posten.

  • L Mentink

    Huisarts np, student, , Haaksbergen

    Laat een reorganisatie niet nog een nieuwe organisatie worden, er zijn er namelijk al zoveel. Vele organisaties willen dit varkentje wel even wassen, maar missen draagvlak van de personen (de mensen die de verantwoordelijkheid toegeschoven krijgen) d...oordat de achterban inmiddels zo versnippert is. Probeer eerst alle organisaties eens te reorganiseren tot 1 samenwerkende entiteit ten dienste van de huisartsenzorg en de mensen die de zorg uiteindelijk leveren. waar alle huisartsen kunnen kiezen welke kant(en) het op moet gaan en hoe we elkaar hierin zo goed mogelijk kunnen ondersteunen.

  • Laura de vries

    Basisarts + triagiste, Amsterdam

    Interessant artikel! Om een gecombineerde triagepost te kunnen realiseren zie ik alleen nog vele problemen die eerst op moeten worden gelost; een centraal punt voor acute zorg, thuiszorg én GGZ klinkt ideaal maar naar mijn idee moet er eerst in deze ...laatste twee categorieën geïnvesteerd worden voordat een triagepost ook goede hulp kan gaan bieden. De laatste jaren heb ik op de HAP veel psychiatrische problematiek en ellende voorbij zien komen waar in de avond en nacht geen enkele hulp voor kon worden geboden. Niet uit onwil; De crisisdienst werkt keihard maar zou enorm mogen worden uitbereid. Het zou fijn zijn als patiënten kunnen worden geholpen vóordat de situatie compleet uit de hand loopt. Ditzelfde geld voor de ouderenzorg...
    Vergeet niet dat wanneer een triagiste alle soorten problemen op haar bordje kan krijgen ze ook oplossingen moet kunnen bieden.

  • Jeroen G.E. Smeets

    Huisarts & Justitieel Geneeskundige en Docent Huisartsopleiding Gezondheidscentrum Heer, Maastricht

    Beste Guus,

    Met belangstelling las ik jullie stuk in Medisch Contact over spoedzorg. Wat ik mis is ingrijpen in de vraag-kant. Dus een bewustwordingscampagne wat is spoed? En wat kan wachten op reguliere zorg. Door toegenomen service verstrekken w...e in Maastricht/Heuvelland steeds vaker niet-urgente en vaak dus uitstelbare zorg in de spoedsetting. Lastig maakt, dat we daar als beroepsgroep vaak van mening over verschillen. Een voorbeeld is cerumenlavage. Ik verricht dat nooit in spoedsetting, sommige collegae wel. Een prop in het oor kan immers hinderlijk zijn...

  • Jan-Arie van Wijngaarden

    Kaderhuisarts spoedzorg, Veenendaal

    Het begin van het artikel lijkt niet helemaal juist:
    ‘Begin deze eeuw was een grote reorganisatie van de huisartsenzorg noodzakelijk om de toenemende zorgvraag te kunnen behappen: de oprichting van huisartsenposten en de introductie van praktijkonde...rsteuners’.
    De eerste vorm van huisartsenpost werd in de oorlog in Den Haag opgericht vanwege de spertijd. Niemand mocht ‘s nachts over straat. Een doktersdienst waarbij een dokter de telefoon opnam en de ander rondreed mocht wel. De Haagsche Dokters Nachtdienst is lang blijven bestaan en ondervond de kritiek dat dokters aan de telefoon te afhoudend waren; ze wilden hun collega niet voor flauwekul op pad sturen.
    De eerste HAP zoals we die nu kennen, opende op 1 januari 1998 in Rotterdam-Zuid. Niet zozeer om de toenemende zorgvraag te behappen -dat is wat ik met deze reactie wil bestrijden-, maar omdat het als dokter in een achterstandswijk zwaar viel om min of meer verplicht te zijn om (vlak)bij je praktijk te wonen en wekelijks een avond en nachtdienst (vanuit je eigen bed) te moeten doen. Als een van ons dat nu doet heb je minder dienst was het uitgangspunt. 50 van de 100 huisartsen 'op zuid' deden mee. De post bij het Zuiderziekenhuis was een bezienswaardigheid, vanuit de Huisartsen Beurs in Ahoy werd een excursie georganiseerd. De helft die niet mee deed was bang dat zo’n voorziening alleen maar werk zou aantrekken. Het aantal deelnemers en andere posten steeg in de daarop volgende jaren rap. Op zaterdag in 13 mei 2000 (de vuurwerkramp in Enschede), had ik nog in mijn eentje nachtdienst met één assistente en één chauffeur, voor zowel de consulten als de visites, voor heel Rotterdam-Zuid. Soms kon je nog even slapen... Het scheelde wel dat de Rotterdammers al lang geleerd hadden dat je voor alles waar bloed uitkomt niet naar de huisarts, maar naar het ziekenhuis ging. De zorgvraag nam later toe, maar dat was niet de reden om huisartsenposten op te richten.
    Jan-Arie van Wijngaarden (1982-2003 huisarts in Rotterdam-Zuid)

  • Anne-Marie van Dam

    psychiater, Amsterdam

    Interessant artikel over de reorganisatie voor de spoedzorg. Jammer dat de psychiatrische spoedzorg en de nauwe verbondenheid met niet-psychiatrische spoedzorg behalve in innovatie 1 verder niet terugkomt.
    Graag een acutezorgpost waarbij psychiatrie... ook geïntegreerd is, dat zou de kwaliteit ongetwijfeld verhogen. Snel met elkaar meekijken, samenwerken in plaats van afschuiven, deur dichthouden etc. Topzorg!

  • Pauline

    Patholoog, Aalborg, Denemarken

    Nu heb ik als patholoog weinig met spoedzorg van doen, maar ik woon al 9 jaar in Denemarken en heb de invoering van 1813 gevolgd. Er zijn geen bronnen vermeld bij het artikel, dus ik ben nieuwsgierig naar waar de laaiend enthousiaste ervaring van mod...el 1 zijn opgedaan, maar ik kan wel zeggen dat de ervaring hier in het land erg anders is. In alle andere regio's als je naar de huisartsenpost belt (die zich practisch altijd in een ziekenhuis bevinden, dus korte lijntjes) krijg je direct aan huisarts aan de telefoon. In kopenhagen is er een politieke beslissing (tegen de wens van de huisartsenvereniging in) genomen om te omstructureren naar 1813 die niet langer bemand wordt door huisartsen maar door allerlei anderen (vooral verpleegkundigen maar ook laboranten, gepensioneerde andere specialisten enz). Hierdoor i het niveau van triage aanzienlijk gedaald. De wachttijden (welke worden niet gespecificeerd, aan de telefoon? op de post?) zijn misschien gereduceerd, maar andere afdelingen worden nu overspoeld. Een voorbeeld, er worden nu 3 keer zoveel kinderen naar de SEH/kinderafdeling gestuurd omdat deze niet arts-triagisten enkel een standaard stroomschema hebben en vele malen meer patienten doorsturen dan de huisartsen deden. Bij de overgang naar dit model waren duidelijk de politieke en economische motieven die de boventoon voerden. De medisch- inhoudelijke waren grotendeels afwezig.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.