Laatste nieuws
Hanna van de Wetering
7 minuten leestijd
social media

Social media risicovol voor artsen

2 reacties

Arts moet online op zijn tellen passen

Social media nemen tegenwoordig het meeste dataverkeer op internet in beslag. Netwerken, informatie opzoeken en kennis delen was nog nooit zo makkelijk. Het gebruik van social media brengt echter ook risico’s met zich mee.

Een SEH-arts uit Rhode Island postte informatie over een patiënt op Facebook. Hoewel ze geen naam noemde, beschreef ze zo veel details dat buitenstaanders de patiënt konden herkennen. Ze kreeg een berisping en een boete van 500 dollar. Dat het ziekenhuis niet de plek is om een hype als planking uit te voeren, ondervonden Engelse artsen en verpleegkundigen toen zij in 2009 werden geschorst nadat zij zichzelf op verschillende plekken in het ziekenhuis gestrekt op de buik liggend hadden laten fotograferen. Over een verpleegkundige uit Minnesota ging het gerucht dat ze foto’s van zichzelf met naakte patiënten op haar Facebook-profiel had staan. Hoewel de patiënten op haar Facebook-foto’s gekleed waren, verloor zij toch haar baan. Ook met kleding aan werd de privacy van de patiënten geschonden. Vijf verpleegkundigen uit California werden om dezelfde reden ontslagen; met het online bespreken van casussen verloren zij de privacy van hun patiënten uit het oog. En een delegatie artsen uit Puerto Rico brachten hun humanitaire missie in Haïti in verlegenheid door foto’s van zichzelf en slachtoffers van de ramp op Facebook te plaatsen. De foto’s – van lachende artsen met vuurwapens in hun hand, artsen met flessen drank en respectloos gefotografeerde patiënten – leidden uiteindelijk tot het ontslag van enkelen van hen.

In de praktijk

Erik Jansen, huisarts, @janszoon

De grens tussen privé en zakelijk is online heel flexibel. Als ik een bericht lees over een tekenbeet en zie dat het angst oplevert, reageer ik daarop, ook al twitter ik op eigen naam. Toch ben ik heel voorzichtig met wat ik wel en niet online zet. Ik twitter enkel over zaken die ik ook in mijn spreekkamer aan patiënten zou kunnen vertellen, zodat ik zeker weet dat patiënten niet meer van mij te weten komen dan goed voor onze relatie is. Ik noem geen namen en plaatsen, mijn kinderen zijn op twitter nummers en ik twitter nooit inhoudelijk over wat ik in mijn spreekkamer meemaak. Mijn Facebook-account heb ik inmiddels verwijderd; daar kon ik mijn privacy minder onder controle houden.
www.huisartserik.nl

Patiënt beschermen
Veel artsen zijn zich niet bewust van de gevaren van social media. Een tweet is zo geplaatst, een Facebook-account goed afschermen is zo makkelijk nog niet, en als je geen duidelijke scheiding aanbrengt, lopen privé en zakelijk snel door elkaar heen. De British Medical Association, de American Medical Association en artsenorganisaties uit Nieuw-Zeeland en Australië hebben inmiddels richtlijnen opgesteld voor het gebruik van social media in de zorg. De richtlijnen zijn in twee kernbegrippen samen te vatten: bewustzijn en professionaliteit. Deze begrippen hebben betrekking op het gedrag van artsen ten opzichte van patiënten, ten opzichte van hun eigen online karakter en in relatie met hun collega’s.

Zo wordt artsen aangeraden zich te houden aan de professionele standaarden en benadrukken de richtlijnen dat artsen een ethische en juridische plicht hebben de patiënt te beschermen, zowel op het web als daarbuiten. Een patiënt of situatie mag volgens de artsenorganisaties niet herleidbaar zijn door de som van informatie die op het net te vinden is. En als artsen online contact hebben met patiënten, moeten zij zich houden aan de ethische en juridische richtlijnen voor de arts-patiëntrelatie. Ook de KNMG neemt de nieuwe ontwikkelingen serieus, en werkt aan een conceptversie van een Nederlandse richtlijn.

Schril contrast
Het persoonlijke, open en informele karakter van social media vormt een schril contrast met het gesloten karakter dat de zorg van oudsher heeft. ‘Het was altijd heel duidelijk’, verklaart Gert van Dijk, ethicus bij de KNMG. ‘Als je het ziekenhuis instapte was je een professional, stapte je naar buiten dan was je weer privé. Door social media vervaagt die grens. Men heeft de neiging zich op internet veel vrijer uit te laten, en vergeet daarbij dat patiënten ook kijken of je online te vinden bent.’ Het wordt door de eerder genoemde artsenorganisaties dan ook aanbevolen online vriendschappen met patiënten te vermijden, mede omdat de arts-patiëntrelatie verstoord kan worden als artsen patiënten toegang geven tot details over hun privéleven. Omgekeerd geldt dat ook, vertelt Van Dijk. ‘Er is online informatie over patiënten te vinden, die ze je niet vertellen in de spreekkamer. Daarmee kom je als arts in een ingewikkelde positie terecht. Wat moet je als arts met Facebook-informatie over het overmatige drinkgedrag van een patiënt als hij jou daar nooit persoonlijk over heeft ingelicht?’

Een online karakter kan volgens de American Medical Association niet alleen een negatieve invloed hebben op je reputatie onder patiënten en collega’s en gevolgen hebben voor je medische carrière. Het kan ook het vertrouwen van het publiek in het medische beroep schaden. Sjaak Nouwt, jurist bij de KNMG: ‘Een uitlating van een politieagent is een uitspraak van “de politie”, en zo is een uitlating van een arts een uitspraak van “het ziekenhuis” of van “de medische beroepsgroep”. Het is lastig zelf onderscheid te maken tussen datgene wat je zegt vanuit je beroep en datgene wat je zegt als privépersoon. Ook al plaats je iets privé, het kan wel gevolgen hebben voor je werkomgeving. Je bent niet alleen een privépersoon, maar je bent ook werknemer van een bepaalde organisatie.’

In de praktijk

Carl Wijburg, uroloog, @roboturoloog

Op Facebook accepteer ik geen vriendschapsverzoeken van patiënten en is mijn account afgeschermd. Mijn Twitter-account is wel voor iedereen toegankelijk, maar ik geef geen echte details over mijn privéleven weg. Ik twitter met name over urologie en robotchirurgie, maar zorg ervoor dat informatie niet herleidbaar is naar patiënten. Van tevoren denk ik goed na of ik met een tweet de grens over ga. Twitter is een medium waarmee ik kan laten zien wie ik ben en wat ik doe, maar als er een sterfgeval in de familie is, ga ik niet met naam en toenaam noemen wat er precies speelt. Ik merk toch dat ook steeds meer patiënten via Google op mijn Twitter-account terechtkomen.

www.urologenarnhem.nl

Valkuilen
Zelfs de meest strikte privacysettings (dringend aanbevolen door de artsenorganisaties) voorkomen niet dat bedrijven en zoekmachines gegevens vinden en gebruiken. Informatie die online staat, verspreidt zich razendsnel over het net en is bijna niet te verwijderen. Hoewel de verantwoordelijkheid bij de artsen zelf ligt, kunnen zorginstellingen hier ook een belangrijke rol in spelen. ‘Ziekenhuizen hebben wat dit betreft een tweeledige taak’, stelt Nouwt. ‘Ze moeten niet enkel nadenken over hoe zijzelf naar buiten treden, maar ook anticiperen op hun artsen die online te vinden zijn. Enkele ziekenhuizen hebben hiervoor al richtlijnen opgesteld. Zo heeft het Rijnstate een mooie online flyer met negen vuistregels. Dat vind ik heel illustratief voor hoe ziekenhuizen hiermee kunnen omgaan. Kort maar krachtig naar de buitenwereld toe, en via een intern document worden de regels voor de personeelsleden nog eens extra toegelicht.’ Met deze richtlijnen (zie hiernaast) laat het ziekenhuis zien: wij omarmen het gebruik van social media door werknemers, maar pas op voor de valkuilen.

Richtlijnen voor het gebruik van social media van het Rijnstate ziekenhuis

  • Plaats geen vertrouwelijke informatie.
  • Wees respectvol naar je omgeving (patiënt en collega).
  • Blijf bij je eigen kennis- of werkgebied.
  • Wees bewust van verschil tussen zakelijk en privégebruik (wat plaats je en wie laat je toe als ‘vriend’).
  • Wees verantwoordelijk voor wat je plaatst.
  • Maak je een fout? Geef het toe en probeer het op te lossen.
  • Schrijf vanuit jezelf.
  • Let op je taalgebruik.
  • Tel tot tien voordat je iets plaatst :-)


Bier voor bloed
Een medewerker van het Amerikaanse Rode Kruis twitterde ‘Ryan found two more 4 bottle packs of Dogfish Head’s Midas Touch beer... when we drink we do it right #gettngslizzerd’ op het twitteraccount van haar werkgever, in de veronderstelling met haar eigen profiel ingelogd te zijn. In eerste instantie kregen de destijds 270.000 volgers van het Rode Kruis toegang tot de tweet, maar honderden retweets zorgden voor een bereik van miljoenen mensen. Onder de indruk van de rustige en humane reactie van het Rode Kruis startten tweeps, in het bijzonder Dogfish Beer-fans, een bloeddonorwervingsactie onder de hashtag #gettngslizzerd. Pubs door heel Amerika lanceerden bier-voor-bloed-acties. ‘Vandaag bloed gedoneerd bij het Rode Kruis? Een pint Dogfish Beer van de zaak!’ ‘Benut de voordelen en
ban de nadelen zoveel mogelijk uit’, stelt Van Dijk. Want ondanks alle risico’s die ermee gemoeid kunnen gaan, zijn social media zo gek nog niet.


Vijf tips voor het omgaan met social media

  • Raad eens hoeveel zoekresultaten u krijgt bij het intypen van uw eigen naam bij Google. Klopt dit met de werkelijkheid? En gaat het om informatie die u ook in de wachtkamer met uw patiënten zou delen? Uw online imago kan invloed hebben op uw professionele status.
  • Maak gebruik van de beveiligingsmaatregelen die social media bieden, maar wees ervan bewust dat deze niet absoluut zijn. Wat eenmaal online komt, blijft online staan.
  • Artsen hebben de ethische en juridische plicht om de patiënt zowel online als offline te beschermen. Anoniem is hierbij niet hetzelfde als niet herleidbaar.
  • Denk goed na voordat u patiënten toelaat in uw persoonlijke online omgeving en overweeg de mogelijkheid van twee profielen: een openbaar professioneel profiel en een gesloten persoonlijk profiel.
  • Waarschuw uw collega’s als u de professionaliteit van door hen geplaatste online inhoud betwijfelt.

Hanna van de Wetering

PDF van dit artikel

Lees ook:

social media
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • B.J. Visser

    Coassistent AMC, AMSTERDAM

    Deel 1 Sociale media – Belangenverstrengeling, intercollegiale relaties en Evidence-Based Medicine.


    Met veel belangstelling lazen wij het artikel ‘Sociale media risicovol voor artsen’ (MC 37/2011:2210), een artikel over potentiële gevaren in het... gebruik van sociale netwerk sites door medici. Wij delen de zorgen van de auteur over het vervagen van de grens tussen professionaliteit en het privé leven van medici door het onzorgvuldig gebruik van sociale media. De auteur en verscheidene artsenorganisaties (o.a. British Medical Association & The Australian Medical Association (1-2)) hebben reeds eenvoudige richtlijnen en aanbevelingen opgesteld over hoe artsen op een zorgvuldige manier met sociale media dienen om te gaan en welke dilemma’s deze met zich meebrengen. Desalniettemin blijven enkele dilemma’s en mogelijke gevaren onderbelicht.
    Allereerst wordt geen aandacht besteed aan online relaties tussen de farmaceutische industrie en medisch professionals. Er zijn bij ons anekdotische gevallen bekend van artsen en zelfs medisch studenten die vriendschapsverzoeken kregen op Facebook of LinkedIn (een professionele netwerk site) van farmaceuten. Online contacten met de farmaceutische industrie kunnen mogelijk belangenverstrengeling tot gevolg hebben, welke vragen en ethische problemen kunnen oproepen omtrent de integriteit en professionele autonomie van de betreffende medicus. De farmaceutische industrie kan deze connectie met de arts gebruiken voor marketing doeleinden. Met de snelle opmars van sociale media denken wij dat er meer aandacht zou moeten zijn voor de veranderende relatie tussen de farmaceutische industrie en medici.

    B.J. Visser, coassistent , Academisch Medisch Centrum, Universiteit van Amsterdam
    F. Huiskes, student-assistent Anatomie & Embryologie, Academisch Medisch Centrum, Universiteit van Amsterdam

  • B.J. Visser

    Coassistent AMC, AMSTERDAM

    Deel 2 (vervolg) Sociale media – Belangenverstrengeling, intercollegiale relaties en Evidence-Based Medicine.

    Ten tweede kunnen intercollegiale relaties op online sociale netwerken met collega’s problematisch zijn. Dit aangezien er al dan niet onbe...wust misbruik gemaakt kan worden van persoonlijke informatie welke beschikbaar is op sociale netwerk websites, zeker als er sprake is in verschil van machtspositie; de online “vriendschap” tussen een coassistent en supervisor kan een beoordeling onbillijk beïnvloeden; het screenen van mogelijke kandidaten voor bepaalde vacatures etc. Artsen en medisch studenten zullen dus een zeer zorgvuldige afweging moeten maken alvorens toegang te verschaffen tot hun online persoonlijke informatie aan collegae.
    Tenslotte denken wij dat het verstrekken van kwalitatief goede informatie, oftewel Evidence Based Medicine, niet alleen in de spreekkamer van belang is, maar ook bij het schrijven op internet. Medisch inhoudelijke uitspraken of adviezen van een arts op bijvoorbeeld Twitter die dubieus, onwetenschappelijk of discutabel zijn, kunnen een gevaar vormen voor de leek die de arts als autoriteit en deze uitlatingen als waarheid beschouwd. Het ontdekken van de ondoordachtheid van deze uitspraken kunnen daarnaast het vertrouwen in de gezondheidszorg schaden.
    Wij zijn van mening dat een brede dialoog nodig is tussen artsen, medisch studenten en artsenorganisaties over de toekomst van sociale media in het leven van een medicus.


    B.J. Visser, coassistent , Academisch Medisch Centrum, Universiteit van Amsterdam
    F. Huiskes, student-assistent Anatomie & Embryologie, Academisch Medisch Centrum, Universiteit van Amsterdam


    Referenties
    1) Using social media: practical and ethical guidance for doctors and medical students. BMA Guideline, issued 14 July 2011.
    2) Mansfield SJ, Morrison SG, Stephens HO, et al. Social media and the medical profession. Med J Aust 2011; 194: 642–44.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.