Schippers: ‘Materiële controle goed, communicatie slecht’
3 reactiesZorgverzekeraar Achmea had meer rekening moeten houden met de persoonlijke situatie van huisarts Chantal van Zandt, vindt minister Schippers. Achmea had Van Zandt een brief gestuurd over een ‘materiële controle’ omdat haar declaratiegedrag opvallend was. Van Zandt vroeg daarop om uitstel omdat ze zwanger was.
Schippers vindt dat ook de communicatie hierover beter had gekund. Tot deze bevindingen komt de minister na Kamervragen van de SP over de materiële controle door zorgverzekeraars bij huisartsen. Aanleiding voor deze Kamervragen was een persoonlijk relaas van huisarts Van Zandt dat in februari in Medisch Contact verscheen.
Schippers stelt verder dat de materiële controle, zoals uitgevoerd door Achmea, overeenkomt met de regels. Zij vindt dat er geen sprake van is dat zorgaanbieders meteen in de beklaagdenbank zitten als hun declaraties of hun omzet boven de norm uitsteken. Maar als het declaratiepatroon opvalt, is het terecht dat de zorgverzekeraar om uitleg vraagt. Ze ontkent dat zorgverzekeraars bezuinigingen afwentelen op een bepaalde groep huisartsen. Op de huisartsenzorg hoeven de zorgverzekeraars helemaal niet te bezuinigen, want in het bestuurlijk akkoord eerste lijn is juist afgesproken dat huisartsen ten opzichte van andere sectoren met 2,5 procent mogen groeien.
Naar aanleiding van het MC-artikel van Van Zandt ontstond ophef over de duur van de begeleiding van terminale patiënten door huisartsen. Dit zou van zorgverzekeraars niet langer mogen duren dan dertien weken, ook als de patiënt na deze periode nog niet is overleden. Schippers schrijft dat zij zich kan voorstellen dat zorgverzekeraars bij huisartsen die onevenredig vaak terminale zorg langer dan dertien weken declareren, hierover in het kader van de materiële controle nadere toelichting bij de huisarts vragen. Ze vindt de stelling dat de huisarts meteen als verdacht wordt gezien als de terminale begeleiding langer dan dertien weken duurt onterecht. Overigens wijst ze erop dat de regel van dertien weken terminale begeleiding met een maximumaantal van veertig visites van vóór 2015 is. Per 2015 heeft de NZa de regel geschrapt. Maar, zo schrijft de minister, huisartsen kunnen altijd een reguliere lange visite declareren. Er is wat haar betreft dus geen sprake van dat een huisarts tegen een stervende patiënt moet zeggen: ‘Nu wordt het voor eigen rekening’.
Overigens is Schippers niet bereid om zorgverzekeraars aan te spreken op de wijze waarop zij de materiële controle uitvoeren. Ze vindt dat het primair een taak is van de NZa om te beoordelen of het gedrag van zorgverzekeraars geoorloofd is. Indien nodig kan de NZa ingrijpen door zorgverzekeraars aan te spreken op hun gedrag of door handhavingsinstrumenten in te zetten.
Simone Paauw
Lees ook:
- Het artikel van Chantal van Zandt: De ‘materiële controle’ van een huisarts (12 februari 2015)
- Achter het Nieuws: Boekje open over declaratieonderzoek (26 februari 2015)
- Strengere declaratiecontrole verheugt NZa (27 februari 2015)
A. van Andel
huisarts, Renkum Nederland
Schippers laat zich wel uit over de kwestie, maar het kastje en muur verhaal wordt wederom ook gespeeld. Lekker werken zo. Lekker duidelijk. Weten we allemaal goed waar we aan toe zijn.
W.J. Duits
Bedrijfsarts, HOUTEN Nederland
Het is hoogst opmerkelijk dat hier kamer vragen over worden gesteld. De kamer en de minister hebben hier namelijk niets meer over te zeggen. De bevoegdheid is neergelegd bij de zorgverzekeraars. Het is ook zeer opmerkelijk dat de minister nu wel een ...uitspraak doet, terwijl er geen gedegen onderzoek aan vooraf lijkt te zijn gedaan door haar of in opdracht van haar. De minister hoort zich te beperken tot de uitspraak "hier ga ik niet meer over". En de voorzitter van de Tweedekamer had deze vraagstelling niet moeten accepteren, want het gaat namelijk over een onderwerp waar de Tweedekamer geen zeggenschap meer over heeft, tenzij er een wetsvoorstel wordt gedaan dat de minister zou dwingen haar beleid te wijzigen. Over nutteloze geldverspilling gesproken, de Tweedekamer mag ook wel eens nadenken over hoe zij hun tijd indelen. Dat geld kan dan misschien beter aan de zorg worden besteed.
G K Mitrasing
Vogelvrije Huisarts, Heerhugowaard
Er wordt "intensieve thuiszorg" gedeclareerd en dat hoeft geen "terminale thuiszorg" te zijn.. Mensen met een hoge zzp indicatie bijvoorbeeld, en die kunen vele jaren jaren mee en ook veel werk geven.