Laatste nieuws
Marieke van Twillert
Marieke van Twillert
9 minuten leestijd
interview

Sander de Hosson: ‘Compassie tonen zit hem in kleine details’

Longarts Sander de Hosson wil meer aandacht voor palliatieve zorg

29 reacties
Kees van de Veen
Kees van de Veen

Longarts Sander de Hosson weet met zijn vaak ontroerende columns over de palliatieve praktijk een breed publiek te bereiken. Nu zijn ze gebundeld. ‘Mijn reis om palliatieve zorg op de kaart te zetten stopt hiermee.’

> actie: win het boek Slotcouplet van Sander de Hosson, zie onderaan het artikel

Het begon bij de kwestie-Tuitjenhorn. Longarts Sander de Hosson wond zich op over de begripsverwarring: ‘Palliatieve sedatie, euthanasie, symptoombestrijding, acute palliatieve sedatie – de media gebruikten al die begrippen volledig door elkaar heen. Met als gevolg dat er geen eenduidig verhaal naar buiten kwam, de verschillen bleven onduidelijk. Ik stoorde mij daaraan en schreef dat op. Het ging mij nadrukkelijk niet om de inhoud of de casus zelf, maar over de berichtgeving in de media.’

Sander de Hosson (1977, Utrecht)

1996-2001 geneeskunde, Rijksuniversiteit Groningen

2005-2011 longarts in opleiding, Martini Ziekenhuis

2011-2012 longarts, Deventer Ziekenhuis

2012-heden longarts Wilhelmina Ziekenhuis Assen

Vanaf 2013 schrijft Sander de Hosson columns. Eerder schreef hij mee aan meerdere leerboeken en wetenschappelijke publicaties, zowel op het gebied van longkanker en andere longziekten als palliatieve zorg. In het WZA leidt hij het palliatieve team en begeleidt hij de coassistenten.

Tot zijn verbazing had zijn blog impact. ‘Het werd gedeeld op social media, het werd veel gelezen. Ik dacht: hee, ik kan hier iets. Hiermee kan ik mensen een kwestie duidelijk maken. En ik realiseerde me ook dat ik nog meer wilde vertellen.’

Van het één kwam het ander. De Hosson, verbonden aan het Wilhelmina Ziekenhuis Assen (WZA) werd columnist voor onder meer Artsennet en stichting Agora en later voor Dagblad van het Noorden (DvhN)/Leeuwarder Courant (LC). Zijn maandelijkse bijdragen aan de rubriek ‘Op leven en dood’ bleven niet onopgemerkt: zijn bijdragen aan DvhN/LC behoren steevast tot de best gelezen artikelen. Deze zijn nu bijna allemaal gebundeld in Slotcouplet.

Slotcouplet gaat over sterven in het ziekenhuis in allerlei facetten. In de 55 columns gaan bijna net zoveel mensen dood. Dat is vrij heftig.

‘Laatst zei iemand: bij jou gaat continu iemand dood. Dat is niet zo, 95 procent van mijn werktijd gaat over astma, longembolie, pneumonie. Maar ik ben gaan schrijven over de 5 procent palliatieve zorg. Het boek bevat verhalen die ik in de afgelopen zestien jaar heb meegemaakt. Daarin gaat inderdaad bijna altijd iemand dood, niet altijd. Het stervensproces probeer ik steeds op een andere manier te belichten.’

U heeft een missie, vertel. Hoe moet je dit lezen?

‘Ik wil de palliatieve zorg in de spotlights hebben, en dat meer in het medisch denken integreren. Dat doe ik door verhalen te vertellen die gebeuren in het ziekenhuis en herkenbaar zijn voor mensen in de zorg. Dit zijn niet alleen gebeurtenissen die ik meemaak. Ik beschouw het als een leerboek, om kennis over te dragen. Ik hoop dat de palliatieve zorg een breed podium krijgt, stiekem, vooral in de opleidingsziekenhuizen.

Het stervensproces probeer ik steeds op een andere manier te belichten

Het zou vooral mooi zijn als geneeskundestudenten, aiossen, coassistenten dit gaan lezen. Misschien niet alle verhalen achter elkaar. Een paar, en dan weer even wegleggen.’

Is schrijven voor u een manier om uw ervaringen te verwerken?

‘Ik heb niet het idee dat het voor mij zingevingtherapie is, of verwerking. Ik wil een bepaalde boodschap overbrengen, tegelijk beleef ik plezier aan het op papier zetten. Ik heb geen schrijfcursus gehad, al wilde ik vroeger op de middelbare school wel journalist worden. Dat schrijven doe ik in de avonduren, gewoon op de laptop in de woonkamer, dan “ben” ik bij een casus.’

U wilde journalist worden, toch werd u longarts – met longkanker en palliatieve zorg als specialisatie.

‘Na mijn opleiding wist ik dat ik de beschouwende kant op wilde gaan en in een ziekenhuis wilde werken. Bij longziekten sprak de veelzijdige kant me aan: je hebt de chronische en de acute zorg, de oncologie, er is een palet aan mogelijkheden: van drains prikken tot scopieën doen. Als longarts heb je veel met palliatieve zorg te maken, maar niet alle longartsen hebben dat specialisme. Dat zou wel moeten, eigenlijk.’

Want de vooruitzichten van uw patiënten zijn over het algemeen slecht.

‘De helft van de mensen met longkanker in stadium 4 is na negen maanden overleden. Die cijfers zijn iets gedateerd, dankzij immunotherapie. Niettemin gaan veel van mijn patiënten dood. Niet alleen aan longkanker, ook aan COPD, pneumonie, longfibrose. Longziekte en de dood horen vaak bij elkaar.’

Wanneer besloot u de palliatieve zorg erbij te betrekken?

‘Ik leerde internist-oncoloog Sabine Netters kennen, samen vonden we dit een belangrijk onderwerp. We beseften dat er in de opleiding heel beperkt aandacht was voor de dood überhaupt. Als je als arts begint, dan sta je daar naast het bed – en mensen gaan dood. Leren praten over doodgaan was in mijn opleiding een onderbelicht aspect en nog altijd vertellen mijn coassistenten mij dat de dood een beperkt aandachtsgebied is. Palliatieve sedatie, bijvoorbeeld, dat is één uur college. En dat is natuurlijk niet in overeenstemming met de realiteit van het artsenvak.’

Er moest meer aandacht voor palliatieve zorg komen.

‘Nadrukkelijk. Onze opleidingsgroep heeft een symposium georganiseerd over de ethiek rondom de dood, daaruit voortvloeiend hebben we een goed ontvangen leerboek geschreven. De KNMG-richtlijn palliatieve sedatie heeft gelukkig veel verbeterd.’

Longziekte en de dood horen vaak bij elkaar

Inmiddels kun je stellen dat er in de maatschappij en politiek toch veel te doen is over de laatste levensfase.

‘Ja, maar dat gaat vrijwel alleen over euthanasie en voltooid leven. Het aantal mensen dat door euthanasie overlijdt is “maar” zesduizend, terwijl palliatieve zorg aan circa zeventigduizend mensen per jaar wordt gegeven. Zeker in de medisch-specialistische praktijk is euthanasie relatief zeldzaam, het gebeurt vaak bij de huisarts. Ik vind de discussie volstrekt scheef.’

Hoe kan dit worden rechtgetrokken?

‘Advance care planning, bijvoorbeeld, vind ik een buitengewoon belangrijk principe van palliatieve zorg. Op het moment van diagnose, zeg longkanker met slecht vooruitzicht, dan moet je met de patiënt gaan praten. Ik zeg met nadruk móét. Een arts dient goed te weten wat een patiënt écht wil, en niet meteen een immuno- of chemotraject in duiken. En dat herhalen: dit hebben we nu gedaan, hier staan we nu. Er zijn meer patiënten dan ik dacht die zeggen: ik ben er nu wel klaar mee.

Ik vind dat we tegenwoordig wel heel erg focussen op de behandeling. En, begrijp me niet verkeerd, het is goed dat er allerlei ontwikkelingen zijn, maar er is nadrukkelijk ook een tweede kant. Wanneer we een patiënt behandelen, vind ik dat we direct, tegelijk palliatieve zorg moeten opstarten. Praat van tevoren over wat er allemaal mag, moet en kan. Bied goede symptoombestrijding, en heb oog voor psychosociale problematiek. Angst en depressie komen ongelooflijk vaak voor in dat laatste stuk. Daar hebben we het nooit over, maar dat moet wel.’

Wie of wat is er debet aan dat dit onvoldoende aandacht krijgt?

‘Het begint in de kiem, denk ik, en dat is de opleiding. Een andere oorzaak is de enorme nadruk die ligt op de ontwikkeling van nieuwe geneesmiddelen. De focus van de medische wereld ligt daar heel erg, en in mindere mate op wat óók belangrijk is voor de patiënt.

Ook ik vind het belangrijk dat er nieuwe medicijnen en nieuwe antwoorden komen: hoe kunnen we kanker beter bestrijden? Maar, zoals de Amerikaanse oncoloog Siddhartha Mukherjee (De keizer aller ziektes) het zegt: we zitten halverwege, we zijn er nog lang niet met deze ziekte.’

U bent in het WZA afdelingscoördinator van de coschappen; krijgen ze het onderwerp palliatieve zorg mee? Sijpelt het door naar het UMCG?

‘Gelukkig werkt het door, er is sinds kort een hoogleraar palliatieve geneeskunde. Het komt. Maar er is nog een behoorlijke achterstand weg te werken in de opleidingsziekenhuizen.’

Hoe kunnen artsen palliatieve zorg in hun dagelijkse praktijk voegen?

‘In de zorg gaat het vaak over bureaucratie, regels en dat er weinig tijd is, terwijl dat voor een patiënt zo belangrijk is. Ga eens naast een patiënt zitten, laat hem vertellen over wat hem echt bezighoudt. Ik denk dat mensen tot verrassende inzichten kunnen komen. Voor patiënten is het goed. Compassie, menselijkheid zijn belangrijk. Niet dat die er niet is, maar het mag wel wat meer aandacht krijgen.’

Maar die tijdsdruk is reëel, rustig naast een bed gaan zitten is niet vaak mogelijk.

‘Daarom hoop ik ook dat overheid en verzekeraars dit lezen en denken: aandacht geven is belangrijk. Nogmaals: als we meer aandacht hebben voor existentiële zorg, dan leidt dat uiteindelijk tot betere behandelresultaten.’

Als mensen zich goed behandeld voelen, dan zullen ze minder snel last hebben van iets anders?

‘We moeten als artsen onze blik verbreden naar existentiële zorg, naar welzijn: wat mensen voelen. Ik denk dat vrijwel alle artsen compassie hebben, maar het uiten ervan zit hem in details. Kleine dingen. Iemand meteen bellen als je de uitslag weet, even een slaapmedicijn regelen. Het is niet kil servicegericht, maar meedenken.’

Je hoeft als dokter niet mee te huilen.

‘Nee hoor. Maar wel, bijvoorbeeld, je mailadres geven. Ik geef mijn mailadres aan longkankerpatiënten. Bijna nooit word ik gemaild, maar mensen blijken het toch fijn te vinden dat ze me kunnen bereiken.’

U eert, behalve de patiënt, in uw stukken expliciet de mensen in de zorg.

‘Je doet het samen, met iedereen, tot aan de mensen in de keuken toe. Dat hiërarchische in de zorg, dat is voorbij. Zelf werk ik in een streekziekenhuis, met korte lijnen; ik hoop dat dat in de academische ziekenhuizen ook gaat gebeuren.’

En nu stopt u ermee, 15 maart verschijnt de laatste column. Is het te groot geworden?

‘Dat niet, al wordt het veel gelezen en dat is heel leuk, maar het heeft ook nadelen. Het is wel even klaar met continu columns schrijven en dan weer bezig zijn met de reacties die dat oplevert. Ik wil nu graag mijn leerboeken updaten en aandacht schenken aan andere activiteiten binnen het ziekenhuis. Plus, ik heb ook een jong gezin met kinderen van 1 en 3 jaar – zij hebben net zo goed aandacht nodig.’ 

Slotcouplet – ervaringen van een longarts verschijnt 20 maart, uitgeverij Arbeiderspers, 137 blz., 18,99 euro. bestel

win een exemplaar

Medisch Contact mag vijf exemplaren weggeven.

Reageer onderaan dit artikel, geef aan waarom u dit boek wilt winnen, en wie weet bent u een van de gelukkigen!

De actie loopt tot en met 14 maart. De winnaars ontvangen kort daarna persoonlijk bericht.

Fragmenten

‘Kan het nog, dokter?’

(…) De diagnose is pericarditis carcinomatosa. Latijn voor afschuwelijk. Sinds twee dagen nestelt hij zich aan een eettafel, voor de volle 24 uur per dag. Hij slaapt zelfs met zijn hoofd op de tafel, liggen in bed is absoluut onmogelijk. Als ik zeg dat ik deze situatie mensonterend vind, reageert hij bits: ‘Ik blijf tot het laatste moment bij mijn vriendin. Met mijn volle bewustzijn.’ Al ontelbare keren heeft hij de morfine geweigerd, ondanks de uitleg dat hij er niet suffer van wordt. Zijn reactie was dan een stoïcijns zwijgen.

Zijn karakter, hoe stom ik zijn weerstand tegen morfine ook vind, dwingt respect af. Zijn vriendin kijkt me aan, haar gezicht is gebroken. Ze is eind twintig, een prachtige vrouw. Ze houdt zijn hand vast als ze mij de vraag stelt waar dit gesprek eigenlijk om begonnen was. ‘Kan het nog, dokter? Kunnen wij nog trouwen?’ Minutenlang praten we over het einde, dat nu heel nabij is. ‘Het daverende slotcouplet is aanstaande’, luidt zijn beeldende, maar vooral pijnlijke samenvatting. Na al die maanden geeft hij nu eindelijk ronduit toe dat het erop zit. Dat de tijd op is. We wisten beiden eigenlijk allang dat het sterven begonnen was. Mijn blik glijdt langs het kaartje aan zijn arm. 1977. Hij heeft hetzelfde geboortejaar als ik. ‘Natuurlijk gaan we regelen dat jullie hier kunnen trouwen’, zeg ik. (...)

Fragment uit de column ‘Slotcouplet’ uit de gelijknamige bundel.

‘Red me niet te veel’

(…) Recent ontmoette ik een vrouw die de negentig al ruimschoots gepasseerd was. Ze was erg gevat. Omdat ze een longontsteking had, namen we haar op. Toen ik haar vroeg of ze benauwd was, antwoordde ze, ondanks haar zichtbare uitputting: ‘Voor u? Moet dat dan?’ Elke dag toverde ze een glimlach op het gezicht van haar kamergenoten en van iedereen die voor haar zorgde. In het verzorgingshuis werd met veel enthousiasme op haar thuiskomst gereageerd toen we haar ontslag uit het ziekenhuis aankondigden.

Een paar weken later wordt ze opnieuw opgenomen met een uitgebreide longontsteking. Ondanks haar pijnklachten en benauwdheid, vuurt ze ontwapenende grappen op mij af: ‘Ik kom nog even het resterende bedrag van de zorgverzekering opmaken.’ Haar humor is beslist niet verloren gegaan, maar toch merk ik dat er iets veranderd is. Ze vertelt dat ze lichamelijk achteruitgaat en bovenal haar man mist, met wie ze tot op hoge leeftijd samen was. Hoewel de antibiotica lijken aan te slaan, de bloedwaarden verbeteren en ze ook beslist minder benauwd is, vertelt ze me op de tweede namiddag van haar opname dat ze het gevoel heeft te zullen sterven. ‘Dit keer haalt het arme mens het niet, jongen’, fluistert ze me toe met een veelbetekenende blik. ‘Ik ben te ver over mijn houdbaarheidsdatum heen.’ (…)

Fragment uit de column ‘Red me niet te veel’ uit de bundel Slotcouplet.

meer lezen

download dit artikel

interview euthanasie levenseinde Tuitjenhorn longgeneeskunde palliatieve sedatie Actie de dokter en de dood voltooid leven
  • Marieke van Twillert

    Marieke van Twillert is sinds eind 2015 journalist bij Medisch Contact. Arbeidsmarkt en internationale gezondheidszorg hebben haar speciale aandacht, maar ze volgt ook het levenseindedebat, medische technologie en internationale gezondheid. Marieke is een van de presentatoren van MC de Podcast en schrijft geregeld een bijdrage voor de rubriek Media en Cultuur.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Sijsling

    huisarts in opleiding , Haren

    Heel graag zou ik een exemplaar van het boek van Sander de Hosson willen ontvangen. Als beginnende huisarts denk ik dat ik er veel aan kan hebben, juist omdat ik er zelf nog zo weinig ervaring mee heb.

  • Gina Hernandez

    Geneeskundestudent, Amsterdam

    Graag wil ik een exemplaar ontvangen van mijn voormalige coschapcoördinator en voorbeeld in de palliatieve zorg dr. De Hosson. Ik wil oncologisch chirurg worden en vind het belangrijk mij te verdiepen in deze bijzondere tak van zorg.

  • José Bouman

    Medisch informatiespecialist , Haarlem

    Graag zou ik een exemplaar ontvangen om in onze medische bibliotheek te plaatsen, opdat veel verpleegkundigen en artsen (al dan niet in opleiding) hier kennis van kunnen nemen en ik zie het boek als waardevolle aanvulling op onze collectie.

  • Jaap Hardeman

    "Rustend huisarts", Nijmegen

    Altijd ontroerende verhalen en geschiedenissen in de laatste levensfase. Velen van ons ouderen bewegen zich langzaam naar deze fase van afhankelijkheid en behoefte aan zorg, compassie en wellicht palliatie.
    Nu is in de opleiding gelukkig een toenam...e van aandacht hiervoor maar altijd is de student en arts ook afhankelijk van het voorbeeld van een collega met compassie, kennis en ervaring. Sander de Hosson is zo'n leraar.
    Dit boek verdient veel belangstelling. Zelf lezen en veel uitlenen dan wel aanbevelen.
    Ik hoop het zo door MC. te kunnen verkrijgen.

  • Peter van Rijn

    huisarts niet-praktiserend, Rheden

    De voordracht tijdens het congres `De dokter en de dood` was verbluffend. Vanuit zijn positieve visie op het leven wist Sander de Hosson de dood zo doodgewoon te maken.

  • Anjes

    arts , Roermond

    Ik ben arts en ervaringsdeskundige.
    In mijn werk heb ik palliatieve zorg altijd vanzelfsprekende zorg gevonden. Mooi om in deze verhalen de bevestiging te lezen.
    Naast mijn werk heb ik ook een persoonlijke ervaring. Toen mijn man ziek was en we wi...sten dat hij zou overlijden, dacht ik vaak: waar is die vanzelfsprekende zorg. Ik heb erom moeten vragen, maar toen was het al te laat. Ik hoop dat met dit boek deze vanzelfsprekende zorg nog meer aangeboden zal worden, ook als er niet om wordt gevraagd.
    Dit boek stimuleert en inspireert. Mij biedt het ook troost!

  • Ike de Jong

    (revalidatie)arts n.p., Den Haag

    Bij het ouder worden, kom je steeds meer in aanraking met de eindigheid van ons leven. Niet als een robot het medisch protocol afwerken maar aandacht voor de persoon en zijn/ haar proces vind ik essentieel.

  • ingrid pladdet, kaderrts palliatieve zorg en SO

    specialist ouderengeneeskunde kaderarts pal zorg, goes

    Palliatieve zorg begint meer plek te krijgen door het kwaliteitskader,.
    Allee voor de gehele algemene populatie van artsen is juist de vorm van praktijkperikelek die Sander mooi beschrijft bittere noodzaak.

    Praten over d dood en ervaring met doo...dgaan in je werk komt dicht bij je eigen menszijn en dan hebben we als artsen veel meer steun en gesprek onderling en openheid nodig dan alleen (levens) ervaring.
    Dit boek raad ik elke arts die bij mij stage loopt op de palliaiteve unit of in het verpleeghuis of in de 1e lijn aan.
    Het is verplichte onderwijsstof .

  • Jolanda

    Chirurg, Echt

    Sterven hoort bij het leven. Er zijn zoveel manieren... elk op z’n eigen manier bijzonder en uniek.
    Inspirerende verhalen over leven en dood.... graag wil ik kans maken op dit mooie boek, ook om het leven te vieren....

  • Marinke Flapper

    AIOS, Amsterdam

    Als klinisch geriater in spe een múst voor onze afdeling!

    Ik beloof hierbij plechtig om minstens 1 column voor te lezen na de vrijdagmiddag-overdracht :-)

  • Annemiek

    Huisarts, Zwolle

    Dit prachtige boek is een geschenk. Gewonnen of niet.

  • Grian Veurink-Veenstra

    jeugdarts, Enschede

    Van dichtbij ( mijn man is huisarts) maak ik mee, hoe hoog de druk op de arts soms kan zijn om zsm als de dodelijke diagnose er eenmaal is, euthanasie toe te passen, terwijl met meer aandacht en zorg er ook andere mogelijkheden zijn.

  • Nienke Smit

    Huisarts, Langezwaag

    Pas vrij laat "ontdekte" ik de collum van Sander de Hosson, maar eenmaal ontdekt, werd ik diep geraakt. De manier waarop hij de vaak zo herkenbare situaties op schrijft, is prachtig. Enige tijd terug dacht ik nog: misschien moet ik zijn collums gaan ...opslaan, zodat ik ze ook later nog eens terug kan lezen. Gelukkig hoeft dat nu niet meer met dit boek!

  • Elianne van Veelen

    zelfstandig bedrijfsarts, Hoogland

    In mijn werk ben ik natuurlijk niet zelf bezig met palliatieve zorg verlenen. Maar het komt wel langs in de gesprekken met de mensen die ik zie. En eens in de zoveel maanden begeleid ik iemand die niet meer beter zal worden richting de IVA. Met velen... van hen houd ik ook na het toekennen van die uitkering contact omdat ze er prijs op stellen. Telkens weer merk ik dat mensen die de dood in zicht hebben, of naasten die daar direct bij betrokken zijn, het fijn vinden met een dokter te kunnen praten over wat ze meemaken.
    Mijn Deense zwager, recent opgeleid tot oncoloog en generatiegenoot van Sander de Hosson, heeft eveneens zijn hart liggen bij de palliatieve zorg. Ook in Denemarken is dit een ondergeschoven kindje die veel meer aandacht behoeft, zowel in de opleiding van artsen als in de (ziekenhuis)zorg. Mijn zwager schrijft geen blogs, maar mag nu wel een afdeling palliatieve zorg in het grootste ziekenhuis van Kopenhagen opzetten. Dit omdat hij zich als student en AIOS al richtte op de palliatieve zorg en er toen al meer van wist dan zijn opleiders. Wellicht kan het boek van zijn Nederlandse collega hem inspireren om in Denemarken nog breder de aandacht te vragen voor goede palliatieve zorg.

  • O. Gerats

    Huisarts, Almere

    De twee fragmenten uit de columns zijn zeer beeldend. Zijn patiënten met uitzicht op de dood en wat hij daarmee be-leeft komen in deze stukjes echt tot leven; herkenbaar en ontroerend.

  • Ingrid Verbeek-Starink

    huisarts, Abcoude

    Dit is nu een boek om eerst zelf te lezen en daarna vaak uit te lenen aan AIOSSEN en met ze in gesprek te raken over een onderwerp waar iedere arts mee te maken krijgt.

  • Nathalie

    Co-assistent, Groningen

    Ik ben geraakt door Sander tijdens een college van hem. Hij kan mooi vertellen over zijn ervaringen met en daarmee het belang bij meer aandacht voor de palliatieve zorg. Eén van de aandachtsgebieden die ik in de opleiding mis. In mijn ogen is dit vee...l meer patiëntgericht werken dan altijd maar enkel te focussen op de heling. Dit boek wat ongetwijfeld volstaat met mooi en rakende woorden zou mij kunnen helpen in de verdieping hierover. Dit is voor mij zeker iets waar ik met veel passie aan wil werken in de toekomst. En met ons hopelijk een hoop meer...

  • Nathalie

    Co-assistent, Groningen

    Ik ben geraakt door Sander tijdens een college van hem. Hij kan mooi vertellen over zijn ervaringen met en daarmee het belang bij meer aandacht voor de palliatieve zorg. Eén van de aandachtsgebieden die ik in de opleiding mis. In mijn ogen is dit vee...l meer patiëntgericht werken dan altijd maar enkel te focussen op de heling. Dit boek wat ongetwijfeld volstaat met mooi en rakende woorden zou mij kunnen helpen in de verdieping hierover. Dit is voor mij zeker iets waar ik met veel passie aan wil werken in de toekomst. En met ons hopelijk een hoop meer...

  • Vera van Lenthe

    ANIOS, Harderwijk

    Ja! Het boek Being Mortal van Atul Gawande wat iemand anders ook al noemt. Wat mij betreft een must-read voor iedere dokter (in opleiding) en zeker voor ieder die ook geïnteresseerd is in dit boek van Sander de Hosson. Ik raad het iedere dokter en co...-assistent die ik spreek aan.

  • M. Smit

    ANIOS Verzekeringsgeneeskunde, Amsterdam

    Prachtig. Kippenvel. In mijn functie is palliatieve zorg niet aan de orde. Toch kom ik het tegen: in gesprekken met mensen over wat ze meemaken in hun leven, in ziektebeelden die ik tegenkom, in mijn vrijwilligerswerk waarbij ik de vragen krijg want ...'jij bent toch dokter'. Daarom zou ik graag kans willen maken op dit boek.

  • hans maring

    Huisarts, tolbert

    Ik heb niet al je columns kunnen lezen maar het handjevol dat mij wel bereikte doorboorde direct mijn hart: herkenning, maar ook: die betrokkenheid zoek ik ook als arts. Inmiddels werk ik frequent in het hier recent geopende hospice. Ik wil het boek... als reminder, als inspiratie.

  • Amber

    Student, Rotterdam

    Ik ben pas eerstejaars geneeskunde studente maar heb nu al erg veel interesse in palliatieve zorg.
    In mijn opleiding wordt hier nog niet zo veel aandacht aan besteed, dus zoek ik zelf naar bronnen om meer te leren over dit belangrijke onderwerp.
    A...fgelopen maanden heb ik meegelopen op een afdeling oncologie en in een hospice, waardoor mijn interesse in het palliatieve proces nog verder is ontwikkeld.
    Ik zou daarom heel graag dit boek willen lezen, om mij weer wat meer te verdiepen in palliatieve zorg en de praktijk daaromheen.

  • Lia van der Plaat

    AVG-io, 's-Heerenhoek

    Na 15 jaar werkzaam geweest te zijn in de palliatieve zorg in Engeland (als palliatief specialist) probeer ik mijzelf weer de Nederlandse cultuur eigen te maken rond sterven.
    Dit boek zou hierbij behulpzaam zijn.
    Met dank.

  • Maaike

    Coassistent, Leiden

    Na mijn coschap in een verpleeghuis ben ik voor het eerst in aanraking gekomen met palliatieve zorg - een onderwerp wat me als bijna-dokter bijzonder heeft aangegrepen en waar ik heel graag meer over zou leren. En dan zijn de ervaringen van een rolmo...del als Sander de Hosson ontzettend waardevol! Ooit hoop ik ook zo mijn patienten te kunnen begeleiden in hun laatste fase.

  • Renée Rasker

    Arts assistent neurologie, Nijmegen

    Als arts assistent neurologie begeleid ik veel patiënten en hun familieleden in de palliatieve fase. Bij oncologische cases vaak samen met patiënt en bij een groot CVA vaak meer de naasten dan de patiënt zelf. Het bespreekbaar maken van het levensein...de en comfort bieden biedt de patiënt een waardig afscheid en de naasten hopelijk een goed begin van een rouwproces.
    Ik probeer altijd mijn begeleiding te verbeteren, een mooi boek als handvat zou fijn zijn.

  • Emma

    Basisarts, Amsterdam

    Heb een aantal columns met veel plezier gelezen. Ik ben een jonge dokter geïnteresseerd in palliatieve zorg en hoe dit meer geïntegreerd kan worden in de basisopleiding. Dit boek levert vast inspiratie op!

  • G.J.Wagteveld

    Anesthesioloog/pijnspecialist, Rosmalen

    Als consulent PAT team hoor je vele verhalen. Ik denk dat het leerzaam is om meer praktijkvoorbeelden te kunnen lezen om hier ook meer van te leren. Humor kano ok bij het sterven verlichting geven. Daarom zou ik graag een exemplaar ontvangen.

  • Jennie Resink-Lindeboom

    Jeugdarts KNMG, Putten

    Ik zou graag dit boek winnen. Hoewel ik als jeugdarts (werkzaam in de 0-4 jarigen zorg) nooit te maken heb palliatieve zorg, merk ik privé wel dat het voor artsen een moeilijk onderwerp is. Artsen willen het wel bespreken, maar blijven toch in medis...che termen hangen die voor niet-medisch geschoolde familieleden niet zijn te volgen. Ik lees graag het boek om te zien hoe het ook zou kunnen.

  • R.J. Quist

    Anesthesioloog, Rotterdam

    Soms voel ik als lid van het consultatief palliatief team het ongemak met dit onderwerp in de vraagstelling van de consulten. Geen concrete vraag, alleen een verzoek om "begeleiding". Vaak een jonge arts-assistent die met de handen in het haar zit. I...k ben ervan overtuigd dat de verhalen in dit, en soortgelijke boeken ("Being Mortal" van Gawande!) het beste middel zijn om de essentie van palliatieve zorg duidelijk te maken voor iedere arts en verpleegkundige.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.