RIVM maakt jacht op tijgermug
Plaats een reactieHet Centrum Infectieziektebestrijding van het RIVM doet samen met andere instellingen onderzoek naar de verspreiding van de Aziatische tijgermug in Nederland.
De tijgermug (Aedes albopictus), die aanvankelijk alleen voorkwam in Zuidoost-Azië en op eilanden in de Stille Oceaan en de Grote Oceaan, heeft zich de laatste decennia over alle continenten verspreid. Die verspreiding vindt vooral plaats door het transport van eitjes via de wereldhandel in oude autobanden. Ook zet de mug eitjes en larven af op de onderkant van de bladeren van de Lucky Bamboo, een plantje dat vanuit Zuid-China ook in Nederland wordt geïmporteerd.
De mug is potentieel gevaarlijk omdat hij vector is voor onder meer de flavivirussen dengue, West Nile en Japanse encefalitis. Deze zomer nog werd Italië opgeschrikt door een uitbraak van Chikungunya, een alfavirus dat ook door de mug wordt verspreid. Daarbij zijn al meer dan honderd mensen besmet geraakt.
Omdat tijgermuggen incidenteel ook in Nederland worden geïmporteerd, doet het RIVM samen met Wageningen Universiteit en de Plantenziektekundige Dienst onderzoek naar de verspreiding ervan - vooral in de buurt van kwekerijen die Lucky Bamboo importeren. De onderzoekers noemen het belangrijk dat Nederland zich voorbereidt op import en verspreiding van nieuwe ziekten door de introductie van de mug. Tegen het einde van dit jaar moeten de eerste resultaten bekend zijn.
Lees hier het artikel met meer informatie over het onderzoek.
- Er zijn nog geen reacties