Laatste nieuws
Gert Westert
6 minuten leestijd
ggz

Protesterende psychiaters maken karikatuur van ROM

Behandeluitkomst is juist uitstekende indicator van kwaliteit

27 reacties
getty images
getty images

Hoewel ze er aanvankelijk voortvarend mee bezig waren, kregen psychiaters steeds meer kritiek op routine outcome monitoring en willen er nu zelfs vanaf. Maar daarmee doen ze de kwaliteitsmeting tekort en gooien het kind met het badwater weg, vindt professor Gert Westert van het Radboudumc.

De Nederlandse gezondheidszorg worstelt met het thema transparantie. Heldere informatie over behandelresultaten verzamelen en teruggeven aan patiënten, vakbroeders en -zusters en aan de financiers stuit op het graniet van de professionele autonomie: een begrip uit de 20ste eeuw, dat we zouden moeten vervangen door professionele verantwoordelijkheid. Ik werk nu zo’n 25 jaar, als onderzoeker in de zorg en stuit continu op het feit dat vergelijkbare patiënten door de vele zorgverleners in ons land verschillend behandeld worden. Behandelstijlen van professionals variëren onderling nogal: het maakt echt uit op welke zorgdeur je als patiënt klopt. Het maakt uit voor de kosten, de diagnose, de therapie, de intensiteit van zorg en voor de kwaliteit of behandelresultaten ervan.

Ik zou moeiteloos dit artikel kunnen vullen met voorbeelden. Ik houd het bij één. Met enkele traumachirurgen deed ik recentelijk een klein onderzoek.1 In Nederland breken jaarlijks 45 duizend mensen hun pols. De vraag daarbij is: gipskamer of operatiekamer? We becijferden dat 9,6 procent van deze breuken operatief wordt behandeld. Echter, de variatie tussen ziekenhuizen is enorm: van 0 tot 23 procent. Het prijsverschil is ook enorm: gips is gemiddeld 500 euro en een operatie 6000 euro. De uiteenlopende patiëntenpopulaties van de Nederlandse ziekenhuizen kunnen deze verschillen in operatiekans niet verklaren. Het type ziekenhuis ook niet. De auteurs, traumachirurgen, komen uit bij de hoofdoorzaak: een verschil in behandelstijl. Dit soort analyses wordt in Nederland – ondanks een overvloed aan beschikbare data – weinig uitgevoerd. Toch is de gedachte achter ‘transparantie in de zorg’ juist het publiek maken van dit soort verschillen, en daarmee verbetertrajecten aanwakkeren.

Terugtrekkende beweging

Sinds 2014 ben ik onafhankelijk lid van de Wetenschappelijke Raad van de Stichting Benchmark GGZ. Als hoogleraar kwaliteit van zorg houd ik me vooral bezig met de curatief-somatische zorg en ik was aanvankelijk sceptisch over de ggz: wordt daar überhaupt gemeten? Na verloop van tijd ontdekte ik dat psychologen en psychiaters hun curatief-somatische vakbroeders en -zusters nagenoeg voorbijstreefden als het ging om systematisch vastleggen van behandeluitkomsten. De ggz was goed op weg om transparant te zijn over de toegevoegde waarde die zij aan de cliënten levert. Bijna 50 procent van de behandelingen is inmiddels met routine outcome monitoring (ROM) evalueerbaar op uitkomst. Daar kan de curatief-somatische zorg (op een paar uitzonderingen na, zoals DICA in de oncologie en de stichting Meetbaar Beter van de hartcentra) niet aan tippen.

Echter, uitgerekend nu duidelijk is dat ROM kan en zinnig is, dreigen (vooral) psychiaters een terugtrekkende beweging te maken, uit angst om de professionele autonomie te verliezen en afgerekend te worden op het resultaat van hun handelen. Er verschijnen nogal wat blogs en vlugschriften waarin de lezer wordt voorgehouden dat ROM niet valide is. Maar laat u niets wijsmaken. Dit gaat niet over de vraag of het kan, maar of we het willen. ROM wordt gebasht om de onwil te camoufleren. Even terug: wat was de aanleiding voor deze terugtrekkende beweging?

Uitstekende indicator

Met de invoering van ROM in 2010 is de ggz structureel aan het meten van behandeluitkomsten geslagen. De opzet is primair om door herhaalde metingen inzicht te krijgen in het verloop van de klachten gedurende de behandeling. Een secundair doel is om geaggregeerde ROM-gegevens te gebruiken voor kwaliteitsmanagement, om de baten van ggz-behandeling te demonstreren en verantwoording af te leggen aan patiënten en financiers. Zo werden dus twee vliegen in één klap geslagen.

De keuze in de ggz voor behandeluitkomst als indicator van de kwaliteit van de geleverde zorg is uitstekend, want voor de patiënt is het therapeutisch succes immers cruciaal. Een patiënt met psychische problemen komt niet in zorg voor een goed gesprek, of om tevreden te zijn over de bejegening of de fijne relatie met de behandelaar. In de curatieve ggz wil de gemiddelde patiënt van zijn psychische klachten af en zo snel mogelijk weer functioneren zoals voorheen, of op zijn minst weer zo goed als mogelijk met een chronische psychiatrische aandoening.

Petitie

Begin februari bracht de Algemene Rekenkamer (AR) een rapport uit over de bekostiging van de curatieve ggz. De AR kraakte daarin enkele kritische noten: van marktwerking was nog niet veel terechtgekomen en er was onvoldoende zicht op de kwaliteit van de zorg. Op korte termijn overgaan op uitkomstenbekostiging (op basis van behaald behandelresultaat), een voornemen van de minister voor 2020, raadde de AR af.

Nu heeft een aantal psychiaters het rapport van de rekenkamer aangegrepen om in verzet te komen tegen ROM. Ze deden een oproep tot het tekenen van een petitie: Stop ROM. Deze oproep vond veel weerklank en is door zo’n zesduizend professionals in de zorg, en daarbinnen vooral in de ggz, getekend. Kijkend naar de motieven voor deze steunbetuigingen ontstaat de indruk dat zo ongeveer alles wat er mis is of lijkt te zijn in de ggz – administratieve lasten, vrees voor verlies van professionele autonomie, bemoeienis van de zorgverzekeraar, ambulantisering, vermeende bezuiniging – een reden is om te tekenen.2 Met verdachtmakingen als dat medische gegevens op onethische wijze zijn verzameld en dat de privacy groot gevaar loopt, jagen deze critici patiënten angst aan; wat op zijn zachtst gezegd een merkwaardige opvatting over de eigen beroepsethiek is. Er wordt gesteld dat de kwaliteit van zorg in geval van de psychiatrie boven nogal wat twijfels verheven is; daar staat de opleiding immers borg voor. Daarentegen is er volop twijfel aan de zeggingskracht van gegevens over de behandeluitkomst op groepsniveau. Er zouden appels met peren worden vergeleken en graag draagt men voorbeelden aan van unieke patiënten waarbij de uitkomstmeting ernaast zat of een vals beeld gaf van wat er met de behandeling was bereikt.

De Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) heeft ook een standpunt ingenomen. Ze onderschrijft weliswaar het nut van ROM voor de individuele behandeling, maar stelt dat vergelijken van groepsgegevens ‘alleen kan in een veilige omgeving en op vrijwillige basis, waarbij zowel het perspectief van de patiënt als de psychiater wordt meegenomen’.3 De redenering die hier wordt gevolgd is eigenaardig: op individueel niveau nuttige informatie verliest opeens zijn waarde als je naar groepsgegevens kijkt, als je gaat aggregeren. Gezien de rol van de verzekeraars onderkent men de verantwoordingsplicht, maar geeft aan die liever zelf in te gaan vullen. Dat lijkt toch erg op ‘wij van Wc-eend…’.

Behandelaar zelf aan zet

Met recht zijn veel psychiaters ontevreden over hoe op dit moment ROM is geïmplementeerd in de ggz. Vaak wordt alleen aan het begin en aan het einde van de behandeling gemeten, ter verantwoording, en ontbreken de tussenmetingen om de behandeling bijtijds te kunnen bijsturen. Als behandelaar haal je zo niet de optimale informatie uit ROM en blijft slechts een administratieve last over. Hier is echter de behandelaar zelf aan zet om de bestaande ROM zo te hervormen dat de meetgegevens wél de behandeling kunnen ondersteunen. Dat betekent frequenter meten en waar nodig met meetinstrumenten die passen bij het doel van de behandeling. Met dergelijke meetgegevens kan de patiënt beter bij de behandeling worden betrokken , omdat het gezamenlijke besluitvorming over de in te zetten koers mogelijk maakt en het regelmatig samen evalueren of er voortgang wordt geboekt. De tijd dat de dokter het altijd het beste weet is ook in de psychiatrie voorbij, lijkt me.

Achterhoedegevecht

De ggz staat voor forse uitdagingen: het macrobudget (10% van de totale zorgkosten) zal voorlopig niet groeien, maar de samenleving wordt steeds complexer en het beroep dat wordt gedaan op de ggz neemt toe. Om het spook van de wachtlijsten voor te blijven zal men doelmatiger en efficiënter moeten gaan behandelen. ROM kan daarbij helpen, omdat meten een cruciale rol speelt bij gepaste zorg. Zonder goede informatie over uitkomst, inhoud en organisatie van het zorgproces zal verbetering van de kwaliteit niet overtuigend tot stand komen. Een moderne en toekomstbestendige ggz staat open voor kritische reflectie op haar eigen functioneren en resultaat van handelen en is transparant over de kosten en de uitkomsten van zorg. Het is een fabeltje dat de ggz zo ingewikkeld is dat de behandelresultaten niet zijn vast te stellen of niet zijn te meten. Beste psychiaters, dit is een achterhoedegevecht, stop ermee. U was juist zo goed bezig.

auteur

prof. dr. Gert Westert, hoofd IQ healthcare/hoogleraar gezondheidszorgonderzoek, Radboudumc

Geen belangenverstrengeling gemeld door de auteur.

contact

gert.westert@radboudumc.nl

cc: redactie@medischcontact.nl

Voetnoten

1. Walenkamp et al. (Journal of Hand Surgery (European Volume) XXE(X) 1–6, 2016, doi: 10.1177/1753193416651577).

2. www.petities24.com/signatures/stop_rom_als_benchmark.

3. www.nvvp.net/nvvp-behoud-rom-voor-de-behandeling.

download dit artikel

ggz opinie Psychiaters ROM
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • geert slock

    huisarts, sluis

    In tegenstelling tot fracturen zijn psychische fracturen zeer moeilijk kwantificeerbaar en vatbaar voor subjectieve interpretatie, zowel van patient als van zorgverleners.
    Zo heb ik als verwijzer het afgelopen decennium flink wat diagnoses zjin toe- ...of afnemen wegens gemorrel aan de aan de financiering : aanpassingsstoornis en levensfaseproblematiek zijn bijna verdwenen, adhd en borderline zijn spectaculair toegenomen.
    Het is dan ook een illusie dat ROM metingen een betrouwbaar beleidsinstrument zijn, helaas is tegenwoordig elk instrument waarbij iemand zonder enige zorgervaring de zorg kan aansturen al snel geschikth bevonden.

  • Menno Oosterhoff

    psychiater, THESINGE Nederland

    Beste Bauke
    De GGZ heeft een slechte naam , zeg je. En de stopbenchmark met ROM doet daar geen goed aan. Maar betekent dat dan dat we privacyschending en varen op troebele cikfers maar voor leif moeten nemen? Volgens verliezen we dan volledig onze g...eloofwaardigheid. GGZ zal niet snel populair worden, omdat er over ons vak en over de aard van psychische aandoeningen nog veel misverstanden bestaan. Het is belangrijk, dat we ons daarover ook laten horen. maar zwijgen over misstanden uit angst lijkt me uiterst onwenselijk.

  • Bauke Koekkoek

    lector GGZ, sociaal-psychiatrisch verpleegkundige, Zeist

    Beste Jim,

    Hartgrondige onenigheid kan tot iets moois leiden. Volgens mij zijn wij en vele anderen het aardig eens over wat we kwalitatief goede GGZ vinden, waarbij sociale factoren en de algemene populatie minstens zo belangrijk zijn als klinische ...scores van bestaande GGZ-cliënten.

    De weg waarlangs we er willen komen verschilt nogal. De oplossing die je in je, gedegen, stuk op de site voor staat is een reuzensprong voorwaarts – een volledige systeemverandering. Op landelijk niveau zie ik die niet zomaar gebeuren, lokaal of regionaal wel mits dappere professionals en bestuurders die initiëren, en dito gemeenten en zorgverzekeraars risico’s durven nemen. De publieke opinie en beeldvorming over de GGZ zijn daarbij belangrijk – beslissers steken niet graag hun nek uit voor een impopulaire zaak.

    En daar gaat het mis: de GGZ heeft – opnieuw landelijk maar vaak ook regionaal – geen goede pers. Duur, stroperig en ineffectief – zo zien heel veel mensen de GGZ. Ook al is dat deels onterecht, de GGZ is dus precies zo’n impopulaire zaak. De StopRom-actie (ook al is dat dan eigenlijk een Stop Benchmark met ROM-actie) versterkt dat beeld nog eens: GGZ-professionals dulden geen pottenkijkers maar willen wel vertrouwen en geld.

    Maar dat vertrouwen is er dus niet, constateer ik steeds opnieuw. Zonder vertrouwen staan dappere professionals met lege handen als ze verandering ondersteund en gefinancierd willen krijgen. Ergo: willen wij een betere GGZ dan is gelijk hebben of krijgen over de kwaliteit van de ROM-benchmark onvoldoende, en m.i. contraproductief.

    Ik herformuleer mijn eerdere uitspraak dat deze discussie vooral over macht gaat. Dat is deels zo, hij gaat ook over niet-weten. Maar als het gaat over waar we heen willen, een betere GGZ, dan zou de discussie moeten gaan over vertrouwen geven en krijgen. Wat hebben onze beslissers van de GGZ nodig opdat ze ruimte gaan bieden aan echte vernieuwing? Dan voeren we een strijd in de voorhoede in plaats van in de achterhoede.

  • Jim van Os

    Hoogleraar Psychiatrie, Maastricht

    Beste Bauke,

    Ben het hartgrondig met je oneens, vrees ik.

    1. Nogmaals: de SBG-dataverzameling heeft niets met ROM te maken (echte ROM is flexibele feedback rond persoonlijke behandeldoelen, geen standaard symptoomlijstjes waarvan de rigide afnamepr...ocedures de klinische flow verstoren) en heeft de echte ROM verdrongen.

    2. De SBG-dataverzameling helpt op generlei wijze om te bepalen of de 6 miljard die jaarlijks omgaat in de GGZ doelmatig besteed wordt - zie de argumenten van de kernhoogleraren psychiatrie in 2012 en het rapport van de Algemene Rekenkamer in 2017. Het is fascinerend hoe men deze argumenten maar niet serieus wil nemen. De realiteit is dat troebele cijfers geen transparantie kunnen bieden en dat de 30 miljoen die de SBG-dataverzameling ons jaarlijks kost niet doelmatig is.

    3. De StopBenchmarkMetRom beweging (wie de petitie heeft gelezen wist vanaf het begin dat het hierom ging) heeft wel degelijk een uitgebreid alternatief kwaliteitskader voor de GGZ op de website gepubliceerd dat, in tegenstelling tot de rigide dataverzameling van SBG, wél op valide wijze inzicht geeft in de kwaliteit en doelmatigheid van de GGZ - en voor een fractie van de kosten. Ook dit stuk blijft opvallend ongelezen.

    4. De discussie gaat niet over macht - het gaat over niet-weten. Er zijn vele vakgroepen value-based health care in Nederland en er zijn vele experimenten geweest in vele landen, maar de teleurstellende waarheid is dat niemand weet hoe je kunt aantonen (als het überhaupt mogelijk is) of elke euro die in de gezondheidszorg wordt gepompt, doelmatig besteed wordt. Dit niet-weten wekt in onze controle-behoeftige samenleving zoveel onrust dat men overgaat op SBG-achtige oplossingen: als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan.

    Wat mij en de StopBenchmarkMetRom beweging betreft: op weg naar doelmatigheid en transparantie. Lees ons alternatief eens - bemoedigende eerste resultaten!

  • Bauke Koekkoek

    lector GGZ, sociaal-psychiatrisch verpleegkundige, Zeist

    [DEEL 1]

    Dit is toch een wat treurig stemmende discussie, die geheel verloopt volgens de scheidslijnen der belangen. Er zijn de GGZ-outsiders (een hoogleraar kwaliteit van zorg, een toezichthouder en nog een enkeling), de GGZ-insiders (de rest). De ...ad hominem-drogredenen vliegen de hoogleraar om de oren want hij is gelieerd aan SBG – alsof een conflict of interest (voor zover daarvan sprake is in dit geval) betekent dat iemand geen goede punten kan hebben. Naar de belangen van de GGZ-insiders kunnen we slechts gissen – de felheid waarmee gereageerd wordt verbaast me in ieder geval. Ik ga hieronder niet in op alle argumenten tegen ROM omdat ik meen dat deze discussie slechts zeer ten dele over inhoud gaat. Als GGZ-insider kan ik me goed vinden in een aantal van die tegenargumenten. In een poging GGZ-outsider te zijn, denk ik echter dat die argumenten minder belangrijk zijn dan de grotere publieke zaak

    Maar allereerst: waarover gaat het eigenlijk? Er is een StopRom-actie gestart: het gaat dus om het stoppen met het doen van Routine Outcome Monitoring, zou je denken. Als het zou gaan om alleen de aanlevering van ROM-data aan SBG dan zou de actie wel StopSBGROM of iets dergelijks hebben geheten. En als het, nog specifieker, ging over de strafkorting die instellingen krijgen als ze te weinig ROM-data aanleveren zou de actie wel StopStrafkortingROM hebben geheten. Toch? Nee, het ligt ingewikkelder: de actie gaat over het zinloos toepassen van ROM in de GGZ, zo blijkt. Men is dus niet tegen ROM maar wel op de huidige manier. Succes alom: veel ondertekenaars, de gebruikelijke Kamervragen en de nodige maatschappelijke opwinding (althans, in dat stukje van de maatschappij dat de GGZ omvat). En dan waagt een GGZ-outsider als professor Wester het, overigens niet als enige, om te stellen dat de ROM helemaal niet zinloos is en dat de GGZ er onverminderd mee door moet gaan.

    [zie ook DEEL 2]

  • Bauke Koekkoek

    lector GGZ, sociaal-psychiatrisch verpleegkundige, Zeist


    [DEEL 2]

    GGZ-insiders vinden dat niet leuk. Begrijpelijk, want het doet afbreuk aan het idee dat het eigen domein een heel andere microkosmos is, met heel andere wetmatigheden en waarheden dan in de rest van de wereld. Als GGZ-insider mag ik dat o...ok graag denken, maar kom er steeds meer achter dat een insider-perspectief niet altijd nuttig is. Ik leer graag van het outsider-perspectief – dat heb ik zelf ook namelijk op die 99,9% van de wereld die níet GGZ is. En vaak is een outsider beter in staat over het eigen belang heen te kijken dan een insider. Maar omdat professor Westert verdacht wordt van SBG-belangen, citeer ik een andere outsider. Cultuurpsycholoog Jos van der Lans zegt over de weerstand van professionals tegen bemoeienis met hun werk: “Precies die houding typeert veel professionals in de publieke sector: ze zijn over het algemeen eloquent met het verwoorden van kritiek, maar tonen zich vervolgens zeer behoudend in het meedenken over essentiële vragen zoals hoe kosten te besparen en hoe kwaliteit en dienstbaarheid te vergroten. ” http://www.josvdlans.nl/publicaties/2012-11%20TSS%20-%20Jaarboek%202012%20-%20Transparante%20profs%20-%20Op%20zoek%20naar%20eigen-wijze%20openheid.pdf (overigens sowieso een heel aardige tekst voor insiders en outsiders, die - toevallig - het eerdere ROM-protest als voorbeeld neemt)

    [zie ook DEEL 3]

  • Bauke Koekkoek

    lector GGZ, sociaal-psychiatrisch verpleegkundige, Zeist


    [DEEL 3]

    Beste GGZ-collega’s, ik geef u graag gelijk op een aantal punten:
    1) ja, de ROM kan beter en bepaalde vragenlijsten zijn lastig in te passen (maar een beetje professional lukt dat best – als ons dat met de DSM, medicatie met talloze bijwe...rkingen en exposurebehandeling lukt, dan kan het met een paar vragen ook)
    2) ja, het is vervelend dat SBG alle data beheert en gebruikt voor onderlinge vergelijking – dat vonden schooldirecteuren ook toen Trouw de inspectiecijfers 20 jaar geleden openbaar maakte, en ziekenhuisbestuurders toen de mortaliteitscijfers openbaar werden (maar ook weer niet zó vervelend want we weten allemaal dat er collega’s, afdelingen en zelfs hele instellingen bestaan die ondermaats functioneren)
    3) ja, het is belachelijk dat er financiële incentives zijn om zoveel mogelijk ROM-data aan te leveren, die werken fraude en onbetrouwbare data in de hand

    Maar dan toch ook:
    1) nee, de GGZ is niet zo bijzonder dat er niets te meten valt – bovendien is er sinds die constatering door de ‘kernhoogleraren psychiatrie’ in 2012 geen beter alternatief breed beschikbaar gekomen.
    2) nee, het is niet onoverkomelijk dat SBG gepseudonimiseerde persoonlijke data verzamelt en beheert – dat gebeurt overal in de gezondheidszorg en de samenleving en we maken daar (via onze computer of smartphone) graag en veel gebruik van. Daarmee wil ik niet zeggen dat privacy onbelangrijk is, maar wel dat het een discussie op een ander niveau is – wie rond de ROM met dit argument komt, heeft nog heel wat meer (urgentere) veldslagen te gaan
    3) nee, het is geen overwinning als cliënten straks expliciet toestemming moeten geven voor het ter beschikking stellen van data aan SBG – dat kan goed het einde van de huidige ROM betekenen, maar ontslaat ons geenszins van de plicht tot maatschappelijke verantwoording

    [zie ook DEEL 4]

  • Bauke Koekkoek

    lector GGZ, sociaal-psychiatrisch verpleegkundige, Zeist


    [DEEL 4]

    Het schijnt niet gezegd te mogen worden, maar deze discussie gaat m.i. toch echt over macht: wie bepaalt wat er gebeurt in de GGZ? Het antwoord lijkt me tamelijk simpel: wie ruim gebruik maakt van publiek geld en er in tientallen jaren op...en einde-financiering niet in geslaagd structureel resultaten te meten, zal zich externe controle en toezicht moeten laten welgevallen. Dat betekent extra werk, inperking van de professionele autonomie en confrontaties met controlefouten en al te grove vergelijkingen (die laatste kunnen gecorrigeerd worden met baseline-data, regionale verwijzingsgegevens en sociaal-economische CBS-data). Maar twintig jaar na het voor het eerst openbaar maken van de schoolprestaties gebruiken ouders die dankbaar, leggen die naast hun eigen indrukken van de school en de verhalen van anderen, en maken een keuze. De mortaliteitsdata van ziekenhuizen hebben geleid tot meer inzicht en gerichte verbeteringen bij kwetsbare ziekenhuizen.

    Beste collega GGZ-professionals, welkom in de publieke sector waarin men het woord spreekt van degene wiens brood men eet. Ik begrijp en deel uw bezwaren maar ik ben het hartgrondig eens met Westerts conclusie: dit is een achterhoedegevecht. Alle energie die we in deze verloren (of gewonnen, afhankelijk van uw perspectief) zaak steken kunnen we niet besteden aan het echte publieke belang: zo veel mogelijk welzijn voor zo veel mogelijk Nederlanders tegen zo laag mogelijke kosten. Daar helpt de individuele ROM bij. Financiële incentives voor datalevering helpen daarbij niet. Maar onderlinge vergelijking helpt weer wel. Ofwel: StopStrafkortingROM in plaats van StopROM.

    NB: ik zie dat stoprom.com ondertussen vervangen is door stopbenchmark.com. Als dat zo makkelijk is dan moet stopstrafkortingrom.com ook wel lukken ? …

  • dolf algra

    arts, MC blogger en commentator, rotterdam

    Wat een wapen gekletter ! Interessante clash of clans. Ik bekijk het als relatieve buitenstaander van een afstandje en volg het met rode oortjes. Wat is hier aan de hand ?

    Westert verwijt Stop de Rommers onwil. Zie zijn statement: ' Laat U niets w...ijsmaken. Dit gaat niet over de vraag of het kan, maar of we het willen. Rom wordt gebasht om de onwil te camoufleren'.

    Daarmee trekt hij de integriteit van zijn tegenstanders in twijfel. Hiermee stijgt het conflict op de escalatieladder en verandert de wedstrijd van karakter en gaat richting (modder ?) gevecht.

    Interessant is even stil te staan bij het woordje ‘we’ overigens. Wie bedoeld Westert daarmee ?

    Ook zijn opmerking 'de tijd dat de dokter het altijd het beste weet is ook in de psychiatrie voorbij’ plaats zijn aanvliegroute en eigenlijke beweegredenen ook in ander daglicht. Curieus, wat dát het probleem namelijk ? Voor Westert wellicht wel ?

    Met zijn uitzwaaier 'beste psychiaters, dit is een achterhoedegevecht, stop ermee. U was juist zo goed bezig’ doet hij zijn zaak geen goed. Er spreekt teveel dedain uit.

    Kortom: geen echt overtuigende argumentatie lijn. Inhoudelijk gezien dan. Maar wellicht gaat het daar ook helemaal niet (meer) over.

    Opvallend in dit verband is de reactie van Gerrit van der Wal – toezichthouder/adviseur te Amsterdam. Hij schrijft ; ‘uitstekend artikel ! Verstandige tekst waarin even niet wordt ‘meegehuild en het kind met het badwater wordt weggegooid’. Niet meegehuild ? Erg interessante ‘psychologische slip of the tongue’. Draait het om dwarsliggers en meehuilers ?

    Wellicht bevat dit de kern van de kwestie, namelijk the baseline vraag: wie heeft het hier voor het zeggen. Wie is de boer en wie de koe die gemolken moet worden ?

    Ben benieuwd naar het verdere beloop, maar heb daar geen goed gevoel bij.

  • Menno Oosterhoff

    psychiater, THESINGE Nederland

    Prof. Westert geeft blijk van onvoldoende kennis van de voorgeschiedenis en van de actualiteit als hij spreekt van een plotse ommezwaai van een klein deel van de professionals in de GGZ. Al vanaf het begin is gewaarschuwd hier niet aan te beginnen do...or de alle acht kernhoogleraren. Nu zou je dat nog een kleine groep fanatieke tegenstanders kunnen noemen, maar dat geldt niet voor de 6500 mensen , die de petitie hebben ondertekend.
    Als prof. Westert iemand die niet accoord gaat met een privacyschendende, onwetenschappelijke schijnvertoning fanatiek noemt, dan ben ik inderdaad een fanaticus,
    Het oordeel van de coassistent Berkhout over de waarde van de metingen ijkt mij echter van meer realiteitszin getuigen.

  • Jim van Os

    Hoogleraar Psychiatrie, lid KNAW, Maastricht

    De reactie van Westert overtuigt zo min als de oorspronkelijke bijdrage.

    1. De ex-cathedra uitspraak "ROM gebruiken voor benchmarken kan, o.a. voor depressie- en angststoornissen" gaat in tegen de uitgebreide argumenten van de kernhoogleraren psychi...atrie in 2012 dat dit nu juist niet kan, en tegen de vaststelling van de Algemene Rekenkamer in 2017 dat deze data "onvolledig, onbetrouwbaar en onvergelijkbaar" zijn. Verder geeft Westert in de reactie nog steeds geen blijk van begrip van wat ROM eigenlijk is, of liever gezegd: zou moeten zijn: een sturende feedback rond persoonlijke behandeldoelen, geen rigide dataverzameling met standaard symptoomlijstjes.

    2. Ook de suggestie dat er een slechts een klein groepje protesterenden is in een zee van willige benchmarkers in de GGZ klopt niet. De StopBenchmarkMetRom beweging is goed voor bijna 7000 handtekeningen - de "RedRom" beweging bestaat uit een aantal blogs van mensen met belangen in de bestuurlijk-academische GGZ-zorgverzekeraar contaminatie en heeft niet aangetoond te kunnen bogen op enigerlei vorm van grassroot support.

    3. De SBG "wetenschappelijke" adviesraad, waar Westert in zetelt, is vanaf het begin op de hoogte geweest van privacy-onrechtmatigheden en heeft deze genegeerd. De raad was en is tevens op de hoogte van het gebrek aan peer review van de onwetenschappelijke "rankings" die SBG publiceert en heeft toegestaan dat SBG weigert om onafhankelijke externe onderzoekers toe te laten tot de data.

    4. Wellicht het belangrijkste: Westert zou moeten weten uit meerdere meta-analysen dat materieel belonen voor benchmarkkwaliteit volgens P4P niet werkt in de gezondheidszorg (Rosenthal & Frank, 2006). Ook is er steeds meer wetenschappelijk bewijs dat het Value-Based Purchasing programma, oftewel het onderwerpen van de gezondheidszorg aan de tucht van de markt, niet werkt (Figueroa e.a., 2016, Papanicolas e.a., 2017).

    Ja, laten we volgens "Goede GGZ" principes nadenken over een nieuw GGZ kwaliteitskader.

  • Gert Westert

    Hoogleraar Gezondheidszorgonderzoek, Radboudumc, Nijmegen

    Compliment!
    In de reacties op mijn opiniestuk valt me op hoe selectief er gelezen wordt/ en gestoken er gereageerd wordt. Allereerst heb ik netjes mijn belangverstrengeling verwoord in de tweede alinea. Ik ben onafhankelijk lid van de Wetenschappelij...ke Raad van de Stichting Benchmark GGZ. Verder, ik ben geen gezondheidsjurist en kende het zeer recente standpunt over privacyaspecten van de ROM data (nog) niet toen Medisch Contact het stuk publiceerde. Dat verandert overigens weinig aan mijn standpunt, want de onduidelijkheid over de legitimiteit van dataverzamelingen zoals die van SBG wordt vast opgehelderd. Verder, ik doe als onderzoeker geen onderzoek met ROM data; de focus ligt op de curatief somatische zorg (zoals ik schreef). Ik heb de GGZ een compliment willen maken met de voortvarendheid waarmee men bezig is met het in kaart brengen van behandeluitkomsten en het bepalen van waarde van zorg voor de cliënten. Wat betreft de stand van zaken: het glas is half vol. ROM gebruiken voor benchmarken kan, o.a. voor depressie- en angststoornissen. Voor EPA en complexe verslavingsproblematiek is dit ingewikkelder en misschien zelfs onmogelijk. De plotse ommezwaai van een klein deel van de professionals in de GGZ zie ik als het kind met het badwater weggooien, nog steeds. Ik beoog niet te polariseren, maar ik vind het te ver gaan wanneer een kleine groep fanatieke tegenstanders de meerderheid domineert (waarbij interessant ontwikkelwerk door o.a. Stichting Benchmark GGZ wordt weggezet). Mijn belang is dat de feiten ruimte krijgen, niet meningen over feiten. Volgende week verschijnt een boek onder de titel “Behandeluitkomsten: bron voor kwaliteitsbeleid in de GGZ” over het werk van de Stichting Benchmark GGZ. Ik zou zeggen: geef het een kans. Als we de “Goede GGZ” van o.a. Van Os met open mind kunnen lezen, dan moet dat voor deze titel ook kunnen.

  • TJ Berkhout

    Coassistent, Utrecht

    Je krijgt waar je voor betaalt. Als je betaalt per dbc, krijg je veel dbc's. Als je betaalt per ingeschreven patiënt, krijg je veel ingeschreven patiënten die ieder weinig aandacht krijgen. Als je betaalt voor hoge ROM-scores, krijg je hoge ROM-score...s. Of die dan ook nog iets zeggen over de kwaliteit, is maar de vraag.

  • Aad Cense

    psychiater, Stoutenburg

    "Meten is weten" ... bij mijn weten begon die kreet zijn zegentocht door het land vanuit, - out of all-, de psychiatrie in de vorm van de titel van het proefschrift uit 1975 van Mart Bolten. Zoals men in de link onderaan kan zien werd het onderdeel v...an wat nog steeds wereldwijd het meest langdurige en uitgebreide uitkomstenonderzoek is in de psychiatrie en psychotherapie. Het werd tevens de moeder van het kwaliteitsdenken via projectmedewerkers die uitzwermden en oa bij de IGZ terecht kwamen.
    Het project leverde een schat aan informatie op, maar tegelijkertijd daarmee het besef van de betrekkelijkheid van vele zekerheden. Dat was niet erg, of zelf nuttig, omdat het project onderdeel was van een feedbackloop en mede door zijn steeds weer nieuw ontdekkingen en relativeringen een bron voor inspiratie en vernieuwing.

    Twee van de uitkomsten (de maat was overigens een gevalideerd item "welbevinden") zijn relevant in dit verband:

    - eigenlijk geheel los staand van het behandelaanbod stijgt welbevinden 'standaard' in de eerste maanden van behandeling om daarna te gaan afvlakken. Je kunt dus zeggen: een slimme ROM-benchmarker doet gewoon wat hij leuk vindt als hij het maar niet te lang doet; dan scoort hij het best.

    - na de klinische psychotherapie waar het onderzoek over ging, stijgt het welbevinden tevens nog door na afloop van de behandeling. Een structureel effect mag je veronderstellen en dus een geweldig resultaat. Echter: die fantastische verbetering blijkt geenszins het aangaan van vervolgbehandelingen en zelfs klinische opnames uit. te sluiten. En dat laat ons achter met de basisvraag hoe we eigenlijk "goede uitkomst" definieren: wellicht maken mensen erna heel verstandige keuzes, alleen niet de politiek correcte. En sterkte voor degene die wil vaststellen wat 15 jaar verder het meest kosteneffectief was.

    Resteert wat anderen al schreven. Ergo: richt op feedbackloops; niet op illusies

    http://www.tijdschriftvoorpsychiatrie.nl/assets/articles/articles_1949pdf.pdf

  • Jim van Os

    Hoogleraar Psychiatrie, Lid KNAW, Maastricht

    Het betoog van Westert overtuigt wetenschappelijk noch inhoudelijk - en de vraag is welke belangen hij dient.

    De voorstanders van benchmarken en ‘value-based purchasing’ stellen de activiteiten van SBG in een gunstig daglicht. Ze leggen een verband ...tussen de dataverzameling van SBG en een respectabele klinische activiteit: ‘routine outcome monitoring’ of kortweg ROM. Deze voorstanders doen het voorkomen alsof de activiteiten van SBG van belang zijn voor ROM. Onder het motto: SBG verzamelt ROM data die in de klinische praktijk sowieso worden verzameld. Ergo: wie tegen SBG is, is tegen ROM en, in het verlengde daarvan, tegen transparantie. Feitelijk echter heeft de SBG dataverzameling niets met ROM te maken. ROM is het aanbrengen van een flexibele forward feedback loop in de behandeling, op basis van persoonlijke behandeldoelen, zodat de behandeling voortdurend in shared decision making bijgestuurd kan worden (Hafkenscheid & Van Os, 2014, Hafkenscheid & Van Os, 2014, van Os e.a., 2014). De SBG-dataverzameling is de antithese van ROM: een rigide gestandaardiseerde dataverzameling op basis van traditionele vragenlijsten die blind zijn voor persoonlijke behandeldoelen (Hafkenscheid & van Os, 2013, Hafkenscheid & van Os, 2016). Uit de literatuur is genoegzaam bekend dat dit soort rigide dataverzamelingen het klinische proces verstoren en elke bruikbaarheid in de praktijk missen (Cofiel e.a., 2013). Weinig clinici in Nederland onderschrijven de bewering dat de SBG-dataverzameling iets te maken heeft met ROM. In tegendeel: de afgedwongen dataverzameling voor de SBG lijkt de klinische ROM grotendeels te hebben verdrongen.

    De GGZ heeft behoefte aan een nieuw, valide en werkbaar kwaliteitskader dat zich durft te emanciperen ten opzichte van het achterhaalde marktdenken van Westert. In een aankomend nummer van het Tijdschrift voor Psychiatrie gaan wij uitgebreid in op een nieuw kwaliteitskader voor de GGZ, uitgaande van de intrinsieke motivatie van hulpverleners.

  • J.L Huisman

    ervaringskennis, Utrecht

    De vragenlijsten (ROM) die ik als patiënt voorgeschoteld kreeg, waren in mijn ogen niet geschikt om effect van behandeling te meten. Misschien nog wel bij enkelvoudige, tijdige problematiek, maar niet bij chronische problematiek met comorbiditeit. Ik... zag het puur als momentopnames, besefte dat als ik de lijst een week eerder had gekregen, dat er dan een totaal andere uitkomst uit was gekomen. Om die reden weiger ik ROM in te vullen.

    Ik maak me verder zorgen over wat de auteur aan het eind van zijn artikel schrijft over de noodzaak doelmatiger en efficiënter te gaan behandelen. Het is denk ik waar dat er een groter beroep gedaan wordt op de ggz door de toenemende complexiteit van de samenleving. Mijn angst is dat er steeds meer zorgpaden en behandelprotocollen komen en dat daardoor voor een deel van de patiëntenpopulatie de ggz ook steeds complexer wordt en dat er patiënten buiten de boot gaan vallen omdat ze de eisen en het tempo van een behandelprogramma niet aankunnen, omdat de problematiek te complex is door ernst of aanwezigheid van comorbiditeit.
    Zelf ben ik onlangs ook overvraagd door een gespecialiseerd team: het was alleen mogelijk om behandeling via hun protocol te volgen en er was geen ruimte om te kijken hoe ik stapsgewijs in had kunnen stappen. Gevolg: te grote paniek en behandeling heb ik vooralsnog afgewezen, het vraagt nu te veel.

    Het zou jammer zijn als meer efficiency zou betekenen dat patiënten niet alleen niet meer kunnen komen in de maatschappij, maar dat ook de ggz te ingewikkeld voor ze wordt en er daar ook geen plaats meer voor ze is.

  • Ad J.J. Maas

    klinisch fysicus, 's-Hertogenbosch

    Met belangstelling heb ik de twee artikelen betreffende (de commotie rondom) Routine Outcome Measurement (ROM) met bijbehorende reacties gelezen. Ik betreur het dat hierbij zo op de man wordt gespeeld waardoor de valide argumenten ondersneeuwen.
    Er ...is niets mis met (geanonimiseerde) transparantie en het afleggen van verantwoording door gebruik te maken van een resultaat meting. Een professional is trots op het resultaat van diens handelen.
    Maar al te vaak zijn instrumenten om resultaat (of kwaliteit) te meten onvolledig en voor verbetering vatbaar. Dit geldt zeker in de aanvangsfase. Het is dan productiever energie te steken in verbetering van het meetinstrument dan energie te steken in de ondergraving ervan.

    Aan het eind van de middeleeuwen werd het denken nog beheerst door dat van de Griekse wijsgeren met Aristoteles en Plato voorop en volledig gesanctioneerd door de Kerk. Deze op louter denkkracht gebaseerde filosofieën bleken, ondanks hun waarde, een doodlopende weg. Mensen als Copernicus, Galilei, Bacon en Harvey waren nodig om ons te leren KIJKEN, gecontroleerde metingen te gebruiken om dichter bij de waarheid te komen. Deze aanpak heeft de natuurkunde en wat later de geneeskunde op een hoger plan gebracht. Dit zijn we de wetenschappelijke methode gaan noemen en daar maken we nog steeds gebruik van.

    Als klinisch fysicus kan ik niet beoordelen in hoeverre (de huidige versie van) ROM als kwaliteitsinstrument wel of niet voldoet. Onder verwijzing naar het bovenstaande weet ik wel dat deze aanpak het niveau van de geestelijke gezondheid in Nederland zal verhogen. Natuurlijk mogen de resultaten niet misbruikt worden voor oneigenlijke doeleinden maar dit ik zie dat als een onwenselijke bijwerking van een middel dat op zichzelf goed is.

  • stef linsen

    psychiater, nijmegen

    Al deze reacties lezende kan Westert op weinig steun rekenen. Diverse keren wordt hij als (professioneel) belanghebbende genoemd vanwege zijn rol in dit geheel. Actuele feiten zoals de privacy overtreding bij de verzameling, doorgifte en opslag van a...l die gegevens - ministerieel bevestigd! - laat hij gladjes weg. Wel érg doorzichtig en goedkoop vooral.

    Als we (gezondheidszorg werkers, beleidsmakers en - adviseurs) met mekaar uit deze discussie moeten die zich beweegt tussen toegankelijkheid, betaalbaarheid, kwaliteit, veiligheid dan zie ik het lijk al drijven.
    Op meta niveau is het slecht, contraproductief, bedreigend dat er er zo'n tegenstelling ervaren wordt tussen de 'werkers' en de anderen.
    Dit schrijvend schiet mee een recente parafrase binnen van een Belg: "Belgen kunnen van Nederlanders goed leren spreken, Nederlanders kunnen van Belgen leren goed leren luisteren."
    Beste Westra, wordt een beetje Belg!

    Begin eens bij de werkers met vragen stellen over doel, opzet, reikwijdte e.d. De werkers zijn tenslotte het vehikel waardoor dit alles op gang moet komen of blijven.

  • Hengeveld Michiel W.

    psychiater, Leiden

    De vooringenomenheid van prof. Westert druipt van zijn artikel af. Alleen al daaruit blijkt zijn belangenverstrengeling: hij verdient zijn brood als een van de inmiddels massa's stuurmannen aan de wal van de gezondheidszorg.
    (1) Het zijn niet alleen... professionals (of vooral psychiater) die de petitie STOP ROM ALS BENCHMARK hebben getekend, ook veel patiënten en patientorganisaties.
    (2) Hij suggereert dat de petitie voortkomt uit angst van de professionals om hun professionele autonomie te verliezen: een projectieve beschuldiging die niet op feiten is gebaseerd.
    (3) Hetzelfde geldt voor zijn beledigende opmerking dat de ROM wordt gebasht om de onwil te camoufleren.
    (4) Hij gaat zonder argumenten voorbij aan alle evidentie dat de ROM-instrumenten niet geschikt zijn om de resultaten van de GGZ vast te stellen.
    (5) Hij spreekt van verdachtmakingen dat de ROMdata op onethische wijze worden verzameld, terwijl dat onlangs door de minister van VWS zelf is vastgesteld.
    (5) Hij gebruikt het drugargument van de WC-eend; gelukkig keurt de slager zijn eigen vlees en wordt dit niet overgelaten aan goedbetaalde buitenstaanders die geen verstand van vlees hebben.
    Kortom: voor een kwalitieitsprofessor wel erg weinig kwaliteit van argumenteren. Als dit de wetenschappelijke kwaliteit is van de adviesraad van de Stichting Benchmark GGZ dan is het eens te meer duidelijk dat ROM gestopt moet worden als benchmark.

  • Joost Mertens

    Psychiater, Velsen-Zuid

    Het is heerlijk om alle deskundigen die inderdaad met diverse perverse prikkels zich verbonden weten aan het concept ROM dit verdedigen. Als ik nu één cent aanneem van een farmaceut moet ik dat op diverse platforms verplicht meedelen, maar academici ...die salaris en onderzoeksgeld krijgen voor hun werk hoeven dit niet.

    Ik neem het de hooggeleerde heer Westert niet kwalijk dat hij een pleidooi houdt voor kwaliteitsmeting. Hooggeleerde Westert, ik zou dolgraag de kwaliteit van mijn handelingen willen meten. Het systeem om dit te doen echter deugd niet. Dat zie ik in de praktijk, en ik ben een enthousiaste ROM-mer!

    Mij en mijn collega's wegzetten alsof wij een karikatuur van ROM maken is een argument ad hominem en ik had van een hoogleraar wel iets beters verwacht.

    Ik zie in de praktijk, waar ik elke dag tot diep in mijn enkels in de modder sta, vooralsnog géén duidelijk bewijs dat het huidige systeem inderdaad doet wat het belooft: het meten van kwaliteit. Ik zie hoe patienten lijstjes invullen, een invulmoeheid nabij. OMdat er twee metingen per DBC moeten zijn, vallen vele metingen buiten de boot. De interne validiteit van de meetinstrumenten deugd van geen kanten. De HONOS is géén bloeddrukmeter, hooggeleerde Westert!

    Kortom, we moeten terug naar de tekentafel.

    En inderdaad, ik bijschool mij blind - natuurlijk heeft dat niets met kwaliteit te maken. Het valt mij op dat ondanks vele jaren studie, bij- en nascholing, intervisie en supervisie, de werkelijkheid van de psychiatrische diagnostiek en therapie van alle dag met onze huidige kennis en meetinstrumenten vooralsnog slecht te vatten is. Het meten van de kwaliteit van de behandeling van psychiatrische stoornissen met het huidige systeem is als het meten van de temperatuur op de maan met een verrekijker: we zien wel wat, maar daaruit conclusies trekken is bijzonder speculatief. En juist dat zou een wetenschapper m.i. moeten beseffen.

  • W.J. Jongejan

    huisarts n.p., Woerden

    Gert Westert meldt onder het artikel dat er niet sprak is van belangenverstrengeling. Hij is echter wel lid van de wetenschappelijke raad van de Stichting Benchmark GGZ die de ROM-data verzamelt voor benchmarking en zorginkoop door zorgverzekeraars. ...Ook is hij hoofd van IQ-Healthcare dat zich oa bezig houdt met het begeleiden van dataverzamelingen. In de ROM-kwestie figureert hij dus aan de kant waar de data centraal verzameld worden en is daar dus belanghebbende bij. Hij poogt het kritische werkveld in de GGZ te framen door te stellen dat Routine Outcome Monitoring gebasht wordt om de onwil te camoufleren om mee te weken aan de ROM verzameling binnen de SBG. Hij vermeldt bewust niet dat in het rapport van de Algemene Rekenkamer gehakt wordt gemaakt van het verzamelen van ROM-data voor benchmarking en zorginkoop. Ook in het nieuw op te zetten zorginkoopmodel, het zogenaamde Engelse(NHS)model, ziet de Rekenkamer met lede ogen weer de ROM-systematiek naar boven komen voor oa het berekenen van de zorgvraagzwaarteindicatoren. Hij rept ook men geen woord over het wederrechtelijk verzamelen van de ROM-data bij SBG. De minister van VWS erkende recent in antwoord op Kamervragen dat voor de ROM-data informed consent van de patiënt vereist is omdat de ROM-data ondanks dubbele pseudonimisering toch te beschouwen zijn als bijzondere persoonsgegevens. Als lid van de wetenschappelijke raad van SBG is hem dat blijkbaar ook ontgaan.

  • Herman Suichies

    Huisarts, eefde

    Hoewel ze er aanvankelijk voortvarend mee bezig waren kregen huisartsen steeds meer kritiek op indicatoren en willen er nu vanaf. Een vergelijkbaar verhaal, waarbij ook 8000 huisartsen in de Het Roer Moet Om beweging een soortgelijke exercitie onde...rgaan. Lees daarvoor ook
    http://www.vphuisartsen.nl/analyse/huidige-indicatoren-langste-tijd-gehad/. Deze hoogleraar gaat wel erg kort door de bocht als hij stelt dat ROM met het badwater wordt weggegooid. Dat is namelijk niet de bedoeling, net als de indicatoren bij huisartsen zijn ze als kwaliteitsinstrument wel degelijk nuttig. Huisartsen doen al jaren aan spiegelinformatie waarbij indicatoren een nuttige rol spelen. Waar het bij beiden fout gaat is het gebruiken van ROM of indicatoren voor benchmarking of zorginkoop. Daar zijn ze niet voor bedoeld, niet voor geschikt, wetenschappelijk niet bewezen (wat genoemde hoogleraren ook onderzochten) en dus niet te gebruiken. Blijkbaar geldt het adagium "als we niet kunnen meten wat belangrijk is, dan maken we belangrijk wat we kunnen meten." Zorgverzekeraars geven zelf toe dat ze van kwaliteit GEEN verstand hebben. Meten van doelmatigheid middels ROM of indicatoren heeft dan ook geen kwalitatieve aspecten, maar slechts financiële drijfveren. Nou is daar niks mis mee, maar verwar het niet met kwaliteit. Benchmarking gaat niet om betere zorg, maar om goedkopere zorg. Het is niet voor niets dat grote beroepsgroepen op de rem trappen als kwaliteitsaspecten van hun vak misbruikt worden. Nog afgezien van de grove overtreding van de WGBO, waarbij zelfs privacy van de patiënt er blijkbaar niet toe doet.
    Dr H.E Suichies, huisarts, zonder enig belang

  • Renee Arnold

    kinder en jeugdpsychiater, Schoorl

    Onthutsend om steeds weer opnieuw te moeten constateren hoe moeilijk het kennelijk is voor beleidsmakers om de GGZ als werkveld serieus te nemen. Wat weerhoud een hoogleraar gezondheidszorgonderzoek ervan om het gesprek aan te gaan met de acht hoogle...raren psychiatrie, die al veel eerder hun bezwaren tegen deze vorm van ROM prkatijk heel helder aan het papier toevertrouwd hebben? Dit bevreemd des te meer als lid van Wetenschappelijke adviesraad van de stichting Benchmark GGZ.
    Van onafhankelijkheid kan hier in meerdere opzichten geen sprake zijn.

  • Renee Arnold

    kinder en jeugdpsychiater, Schoorl

    Onthutsend om steeds weer opnieuw te moeten constateren hoe moeilijk het kennelijk is voor beleidsmakers om de GGZ als werkveld serieus te nemen. Wat weerhoud een hoogleraar gezondheidszorgonderzoek ervan om het gesprek aan te gaan met de acht hoogle...raren psychiatrie, die al veel eerder hun bezwaren tegen deze vorm van ROM prkatijk heel helder aan het papier toevertrouwd hebben? Dit bevreemd des te meer als lid van Wetenschappelijke adviesraad van de stichting Benchmark GGZ.
    Van onafhankelijkheid kan hier in meerdere opzichten geen sprake zijn.

  • Menno Oosterhoff

    psychiater, THESINGE Nederland

    Volgens prof. Westert is de ware reden van het verzet tegen benchmark met ROM niet, dat we het een ongeschikte onwetenschappelijke methode vinden, die zelfs kan leiden tot een verslechtering van de zorg, maar dat we geen verantwoording wensen af te l...eggen. Volgens hem is ROM juist uitermate geschikt voor het meten van de kwaliteit van de geleverde zorg. Hij beargumenteert dat verder amper, zodat we niet weten hoe hij de grote bezwaren wil weerleggen, die er al in 2012 door alle acht kernhoogleraren geuit werden tegen het inzetten van de ROM als benchmark. Ook gaat hij niet inhoudelijk in op de bezwaren, die de Algemene Rekenkamer in haar rapport naar voren heeft gebracht. Hij noemt het enkele kritische noten, wat mij een behoorlijke understatement lijkt, die door ons zijn aangegrepen om in verzet te komen. Vooral psychiaters volgens hem, waarbij hij eraan voorbijgaat, dat de petitie door duizenden psychologen is getekend.
    Dat we problemen hebben met het feit, dat de gegevens verkregen werden zonder toestemming te vragen wordt als bangmakerij weggezet. Zelf maakt hij er geen woord aan vuil, dat zelfs de minister heeft moeten toegeven, dat de enige wettige grondslag op dit moment is expliciet toestemming vragen. Vindt hij dat het doel de middelen heiligt? Dat de Nederlandse Vereniging voor psychiatrie wel waarde toekent aan de uitkomst in een individueel behandeltraject maar niet als de data geaggregeerd worden vindt hij eigenaardig. Dat begrijp ik niet. Als een groep heterogeen is dan is daar toch niks eigenaardig aan? En dat het geen strijdig belang is als je in de wetenschappelijke adviesraad zit is nieuw voor mij.
    Het is duidelijk. We zijn het over weinig eens in deze kwestie.

  • Rianne fokke

    Psychiater , Drenthe

    Dit artikel suggereert dat psychiaters de kwaliteit van zorg in ggz niet zou willen meten... wat een onzin! Graag zou ik en velen in ggz met mij hier goede en betrouwbare data voor willen verzamelen. Dit zou zeker de zorg/patiënt ten goede komen! Maa...r de huidige ROM metingen deugen nou eenmaal niet voor dit doeleinde en worden hier ondanks goede inhoudelijke argumenten toch voor ingezet. Nog even en op basis van deze niet betrouwbare gegevens, worden dit zelfs gebruikt als basis voor de zorginkoop! Zou een psychiater met dit gegeven dan niet juist in opstand moeten komen?! leest u bijvoorbeeld het boek 'dsm V voorbij' van Jim van Os voor een meer verdiepende uitleg over dit onderwerp. Misschien dat er dan wel geluisterd worden naar de zorgprofessionals binnen de ggz?!

  • Gerrit van der Wal

    toezichthouder/adviseur, Amsterdam

    Uitstekend artikel! Verstandige tekst waarin even niet wordt 'meegehuild' en het 'kind met het badwater wordt weggegooid'.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.