Laatste nieuws
Achter het nieuws

Problemen voor jonge klaren houden aan

Meer dan de helft heeft een tijdelijk contract

4 reacties
getty images
getty images

Jonge klaren hebben nog steeds moeite om een vaste werkplek te vinden. Dit blijkt uit een enquête van De Jonge Specialist, de beroepsvereniging van artsen in opleiding tot medisch specialist of geregistreerd profielarts. Een flink deel vertrekt naar het buitenland, een nog groter deel moet tegen zijn zin genoegen nemen met een tijdelijk contract.

De urologen waren een van de eerste specialisten die de nood van hun jonge collega’s inzagen – zo’n twee jaar geleden. Ze bemerkten hoe moeilijk de kersverse specialisten aan een baan kwamen, dat ze na zeker twaalf jaar opleiding soms thuis op de bank belandden. De urologen riepen elkaar op om plaats te maken voor de nieuwe generatie. Andere specialismen volgden – kno-artsen, radiologen, chirurgen, internisten: in vakgebieden waar de nood hoog was, volgde een oproep tot actie.

Bijvoorbeeld door als specialist aan het einde van de carrière een dag minder te gaan werken, eventueel om in die tijd bestuurs- of managementfuncties op te pakken, of om duobanen te creëren: maak plaats, maak plaats, maak plaats. Her en der gaven specialisten gehoor aan die oproep, zegt Fleur van den Heijkant, uroloog in opleiding en bestuurslid van De Jonge Specialist (DJS): ‘In sommige regio’s zijn een of twee plekken vrijgekomen, maar landelijk heeft het te weinig resultaat opgeleverd.’ Het idee dat de arbeidsmarkt nog steeds niet florissant is, was reden voor DJS om hun achterban een enquête voor te leggen.

Er werd een vragenlijst verstuurd naar 3487 medisch specialisten die hun opleiding na september 2013 afrondden én naar aiossen die voor maart 2017 klaar zijn. Eén op de drie stuurde deze ingevuld terug. Van hen was 86 procent al medisch specialist. De gemiddelde leeftijd was 35 jaar, en 61 procent was vrouw. De respondenten waren evenredig verdeeld over de opleidingsregio’s. Van hen was 4 procent werkloos (in 2014 nog 5%). 7 procent werkt in het buitenland. Ruim de helft (52%) heeft een tijdelijk contract. Van deze groep heeft een derde uitzicht op een vaste baan, een derde zeker niet, en de rest weet het niet. Dat terwijl 86 procent van de respondenten een vast contract wil.

Continuïteit

Van den Heijkant: ‘We zijn blij dat de werkloosheid niet is gestegen en zelfs iets is gedaald. Maar meer dan de helft heeft een tijdelijk contract, terwijl vrijwel niemand van jaar- naar halfjaarcontract wil leven. Er is een grens aan het aantal tijdelijke contracten dat je bij één werkgever mag hebben, zodat je na verloop van tijd weer naar een andere plek moet. Daardoor zien patiënten met chronische aandoeningen dokters komen en gaan, dat is niet bevorderlijk voor de continuïteit van zorg. Daarnaast worden wij steeds breder opgeleid, is er aandacht voor andere competenties op het gebied van organisatie en kwaliteit. Dat zijn onderwerpen waarmee je je kunt bezighouden als je langetermijnplannen kunt maken. Niet als je nog aan het inwerken bent, of al op zoek naar een andere baan.’

Maak ruimte voor de volgende generatie

Het probleem houdt langer aan dan verwacht, zegt Van den Heijkant: ‘Enige jaren geleden dachten we dat het een tijdelijke situatie was, dat de ziekenhuizen en maatschappen voorzichtig waren met het aannemen van nieuwe mensen omdat er zoveel grote veranderingen in de zorgfinanciering hadden plaatsgevonden. Maar vooral het probleem van de tijdelijke contracten blijft aanhouden. Nu is dat op de gehele arbeidsmarkt een trend voor starters, maar jonge klaren zijn geen starters. Die hebben in feite al zes jaar met tijdelijke contracten gewerkt.’

Genoeg werk

Zijn er niet gewoon te veel mensen opgeleid? ‘Wij hebben het idee dat er genoeg werk is, kijk alleen maar naar de werkdruk. Maar het wordt te veel met tijdelijke contracten opgevangen. En er vertrekken veel mensen naar het buitenland. Als iemand dat graag wil, is dat geen probleem, maar het gebeurt vaak vanuit noodzaak, omdat men hier niet aan de slag kan.’

DJS roept de ‘zittende generatie’ medisch specialisten op om oog te hebben voor hun jonge collega’s die graag aan de slag willen. Van den Heijkant: ‘We willen niet klagen, maar zoeken naar oplossingen. Zij kunnen ons daarbij helpen. Als je aan het eind van je carrière tijd maakt voor andere taken, komt er tijd vrij voor de volgende generatie.’

Andere mogelijkheden

Janneke Walraven (31 jaar) rondde haar opleiding tot internist-oncoloog nog maar een paar dagen geleden af. In december begint ze als specialist en onderzoeker in het Radboudumc. Gelukkig, want met een pasgeboren kind thuis en een man die zijn droombaan in de agrarische sector in het oosten van het land heeft, zou het onhandig zijn om naar het westen te moeten uitwijken voor een baan. Vanzelf kwam die baan er niet, vertelt Walraven aan de telefoon: ‘Daar heb ik veel moeite voor gedaan. In mijn regio alleen al zijn drie andere aiossen klaar binnen enkele maanden, maar geen enkele vacature. Eén van ons gaat naar Delft, de anderen hebben nog geen baan. Ik heb zelf gesolliciteerd, met een dikke buik, maar daar hadden ze snel iemand nodig, en ik zat net voor mijn zwangerschapsverlof. Mede daarom ben ik naar andere mogelijkheden gaan kijken. Tijdens mijn verlof was ik daar druk mee bezig. Ik wilde – naast klinische zaken – meer doen met onderwijs. Zodoende heb ik een subsidieaanvraag gedaan voor onderzoek naar hoe artsen kunnen leren beter interdisciplinair samen te werken. Die aanvraag is gehonoreerd, maar dat was onvoldoende voor een volledige baan. In overleg met Koos van der Hoeven, afdelingshoofd van de medische oncologie in het Radboudumc, ben ik naar het IKNL gestapt om samenwerking en verdieping voor dit onderzoek te zoeken. Uiteindelijk is hier een constructie uitgekomen waarbij ik twee dagen per week aan mijn onderzoek zal besteden. Ik denk dat de inspanning die ik in dit onderzoeksproject heb gestoken wat goodwill heeft opgeleverd. Nu ga ik promoveren, wat mijn kansen op de arbeidsmarkt vergroot, en mij als dokter verrijkt.’

lees ook

download dit artikel (pdf)
werk Achter het nieuws opleiding werk en inkomen jonge klaren
  • Sophie Broersen

    Sophie Broersen was journalist bij Medisch Contact van 2008 tot 2021. Na haar studie geneeskunde en huisartsopleiding ging zij als journalist aan de slag. Bij Medisch Contact schreef zij over geneeskunde en zorg in de volle breedte: van wetenschap tot werkvloer, van arts-patiëntrelatie tot zorg over de grens. Samen met de juristen van de KNMG becommentarieerde zij tuchtzaken. Na haar journalistieke carrière is zij in 2021 weer als arts gaan werken.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • A.B. van Nijen

    Psychiater,

    Wie durft de uitdaging aan te gaan?


    Psychiater nog altijd een krapteberoep (MC 2016/ 37: 14), Problemen voor jonge klaren houden aan (MC 2016/ 48: 10), De psychiater is een gewone medisch specialist (MC 2016/ 49: 38).

    Zomaar wat recente koppen uit... Medisch Contact. In mijn dagelijks werk als psychiater op de HIC van een verslavingszorginstelling word ik dagelijks geconfronteerd met het verschijnsel ‘krapteberoep’. Ook wanneer ik als visiteur van de NVvP aan het werk ben, lijkt het soms maar over één ding te gaan, namelijk: de enorm hoge werkdruk. Deels wordt die veroorzaakt door de inhoud van het werk: ernst van de problematiek van patiënten; de hoge administratieve last; de beperkte regelruimte; de nadruk op productie, etc. Een grote factor is toch echter het zeer grote tekort aan psychiaters in vrijwel alle organisaties. Vrijwel dagelijks zijn we binnen mijn organisatie aan het nadenken over hoe we meer psychiaters kunnen krijgen. Dat lukt echter vrijwel niet, omdat iedereen psychiaters zoekt.

    Het artikel over de jonge klaren bracht mij echter op een idee. Binnen één werkveld, de psychiatrie, is een tekort aan medisch specialisten en in andere domeinen is een overschot. Het zou mogelijk moeten zijn om de brug te slaan. Nu kan ik me echter wel voorstellen dat een collega die net klaar is met de opleiding tot uroloog, niet direct voor zich ziet wat dan interessant is aan het werk dat binnen de psychiatrie voorhanden is. Ik durf echter de uitdaging wel aan te gaan dat indien een collega die nu werkeloos thuis zit bijvoorbeeld 6 maanden bij mij op de afdeling komt werken, dingen leert waar hij/zij later in het eigen werkveld heel veel voordeel van heeft.

    Dus wie zich als collega-medisch specialist wil bekwamen in de verslavingspsychiatrie in plaats van werkloos thuis te zitten.

  • Henk van de Meerendonk

    Internist, Amsterdam

    Het artikel ‘problemen voor jonge klaren houden aan’ uit het MC 48 j.l. is het zoveelste artikel in de afgelopen jaren dat deze problematiek beschrijft. Echter, we kunnen hier beter mee ophouden, omdat er toch weinig tot niets verandert.
    Met de gevo...lgen van de integrale bekostiging is de geldkraan behoorlijk dichtgedraaid. Dit zal met de noodzaak om de zorgkosten te beheersen niet meer veranderen. Hierdoor zullen nog maar spaarzaam nieuwe vaste betrekkingen komen voor jonge klaren, of chefs-de-clinique (CdC), die al meerdere jaren van baan naar baan hoppen. Bovendien zijn deze CdC-constructies alleen maar voordelig voor de MSB’s omdat het relatief goedkope arbeidskrachten zijn, die gemakkelijk na een of twee jaar makkelijk te vervangen zijn.
    Het veroorzaakt een kromme situatie waarin hetzelfde werk wordt verricht, maar slechter betaald wordt, vaak slechtere secundaire arbeidsvoorwaarden (bv. geen administratietijd en/of compensatiedagen) en zonder uitzicht op vastigheid. De mensen die de macht en invloed hebben om zaken te veranderen, hebben er geen belang bij om de huidige situatie te veranderen. Zij hebben hun zaken goed geregeld met vaste betrekkingen en dito inkomen. Bovendien zie en hoor ik genoeg voorbeelden dat ‘ pensionado’s’ niet van ophouden weten.
    De NIV-voorzitter stelde in het MC 47 dat de NIV als vereniging niets kan en wil doen om het probleem op te lossen. Dit is precies het probleem bij vele specialismen: niet kunnen is niet willen, we houden het bij een discussie en we laten het hierbij. De rest wat er nog over geschreven wordt, is louter bladvulling.

  • Hanneke Kouwenberg

    Nucleair geneeskundige, P/a Doetinchem

    Vierenhalf jaar ben ik waarnemer geweest. Telkens de onzekerheid: heb ik zo nog wel werk? Gelukkig kreeg ik steeds goede recensies, en heb ik nooit zonder gezeten, maar de onzekerheid vreet. Bovendien: ondanks regelmatig "uitzicht op vast werk", kwam... het nooit zo ver. Daarnaast het bureaucratische gedoe: VAR (nu ook nog eens op de schop), telkens onderhandelen, SPMS dat continu fouten maakt (want duidelijk niet ingesteld is op de onzekere en schommelende inkomsten van een waarnemer), de onzekerheid of je wel aan het aantal uren gaat komen voor herregistratie (hangt momenteel als een zwaard van Damocles boven mijn hoofd), alsook het probleem dat waarneming natuurlijk vooral dan voorhanden is als er interessante nascholingen of congressen zijn - voor waarnemers bovendien cruciale netwerkgelegenheden. Uiteindelijk maakte een veranderde gezinssituatie dat ik de knoop doorhakte. Ik ben neergestreken in Duitsland.
    Ja, de verdiensten zijn geringer, de verhoudingen hiërarchischer, de gezondheidszorg defensiever en naar Nederlandse maatstaven soms verouderd. Daar staat tegenover dat ik nu vastigheid heb, financiële veiligheid, mijn vak kan uitoefenen. Ik werd met open armen ontvangen: in Duitsland is een tekort aan specialisten, zeker op het platteland, terwijl Nederlanders een goede naam hebben: goed opgeleid en snel de taal goed machtig. Bovendien is veel hier ook beter geregeld dan in
    Nederland, zoals bijvoorbeeld kinderopvang en verlofregelingen. Bovendien is mijn werkdag, zeker als je de reistijden in ogenschouw neemt, heel veel korter. Ja, het is zwaar, soms, maar dat was waarnemer zijn ook. Nu heb ik in ieder geval het gevoel dat ik eindelijk iets kan gaan opbouwen. Jammer voor Nederland dat ettelijke tonnen in mijn opleidingen geïnvesteerd heeft en nu mij voor de maatschappij verloren weet. Blijkbaar wilde Schippers het zo. Liebe Grüsse!

  • Jan

    Radioloog, Meppel

    Oproepen tot plaats maken voor nieuwe generatie en ook doen is heel wat anders. Het komt heel veel maatschappen goed uit dat er mensen staan te dringen om hun werk voor maar 1/3 van de verdiensten te doen. Eisen die aan een CDC worden gesteld zijn ab...surd.
    Volledig onbekend is de onmogelijkheid voor deze groep dolende waarnemers om bij spms een pensioen op te bouwen en om aan de nieuwe herregistratie eisen te voldoen. Geen maatschap die tijd en geld wil investeren in 360 evaluatie en visitatie voor waarnemer.
    Vergeet ook biet de verdringing op de waarneem markt door Pensionada. Precies, niet meer nascholen, pensioen uitkering, goodwill geïncasseerd, afbraak tarief nog onder CDC tarief en gebruikmaken van old boys network
    Er is maar 1 oplossing: allemaal meteen in loondienst en allemaal zelfde inschaling.
    Wat nou ondernemer, het zijn de waarnemers die in cdc loondienst worden gedrukt die ondernemer zijn en neit de uitvreters die al >15 jaar in zelfde maatschap zitten.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.