Prijzen voor onderzoek infectieziekten, cytoskelet en Crispr-Cas

Zes onderzoekers krijgen de hoogste onderscheidingen in de Nederlandse wetenschap: vier Spinozapremies voor excellent, baanbrekend onderzoek en – voor het eerst – twee Stevinpremies voor belangrijk wetenschappelijk onderzoek met grote maatschappelijke impact. De laureaten krijgen ieder 2,5 miljoen euro, te besteden aan wetenschappelijk onderzoek.

De Stevinpremies gaan naar historicus en terrorisme-expert prof. dr. Beatrice de Graaf en naar prof. dr. Marion Koopmans, hoogleraar virologie aan het Erasmus MC in Rotterdam. Haar onderzoek richt zich op de overdracht van virussen van dieren op mensen (zoönosen), en op grootschalige verspreiding van virussen tussen mensen (outbreaks en pandemieën). Om deze besmettingstrajecten in kaart te brengen, maakt ze gebruik van de genetische informatie die zich in de vorm van DNA of RNA in virussen bevindt. Het creëren van wereldwijde netwerken om infectieziekten als ebola en zika systematisch en grootschalig te bestrijden vormt een rode draad in haar werk.

Twee Spinozapremies gaan naar onderzoekers van het cytoskelet, prof. dr. Anna Akhmanova (Universiteit Utrecht) en prof. dr. Marileen Dogterom (TU Delft). Prof. dr. John van der Oost (Wageningen University & Research) krijgt de prijs als één van de grondleggers van de baanbrekende CRISPR-Cas-techniek. Hij ontdekte hoe het CRISPR-Cas-systeem bijdraagt aan de bacteriële afweer tegen virussen.

De vierde Spinozaprijswinnaar is sociaal- en organisatiepsycholoog prof. dr. Carsten de Dreu. Hij doet onderzoek naar conflicten, besluitvorming en creativiteit in kleine groepen en naar de neurobiologische processen die aan de basis daarvan liggen.

De prijzen worden op woensdag 12 september uitgereikt in de Koninklijke Schouwburg in Den Haag.