Laatste nieuws
Niels Rossen
7 minuten leestijd
opinie

Praktijk huisartsen moet juist groter

Problemen in de huisartsenzorg vereisen een radicaal andere aanpak

33 reacties
Frank Muller/Hollandse hoogte
Frank Muller/Hollandse hoogte

De trend is om huisartsenpraktijken te verkleinen om het werk weer behapbaar te maken. Maar er zijn te weinig huisartsen om dit streven te realiseren. De oplossing ligt juist in het tegenovergestelde: praktijkvergroting.

De LHV, andere huisartsenorganisaties en hoogleraren roepen op tot verkleining van de huisartsenpraktijk. Maar paradoxaal genoeg zal dit de problemen van huisartsen juist vergroten. Ik pleit juist voor praktijkvergroting door praktijkverandering.

In de afgelopen tien jaar is het aantal huisartsen in Nederland met 21 procent gestegen, maar dat leidde slechts tot 9 procent meer uren huisartsenzorg, onder meer door een andere beroepsopvatting bij de nieuwe generatie, vooral vrouwelijke huisartsen. Daarnaast is door vergrijzing en ontgroening het aantal 65-plussers in tien jaar met 4,5 procent gestegen. Dat lijkt weinig in absolute zin, maar omdat ouderen veel tijd van de huisarts vullen, is de toename van de spreekuurtijd voor 65-plussers met 32 procent een enorme extra belasting voor huisartsenpraktijken.1 Ook veranderingen in de organisatie van de zorg dragen bij aan een grotere zorgvraag bij de huisarts. Voorbeelden hiervan zijn de transitie van tweedelijnszorg naar de huisarts, transitie van jeugdzorg naar de gemeente, afbouwen van de ggz, afschaffen van bejaardenhuizen, benadrukken van mantelzorg en participatiesamenleving, thuis blijven wonen tot hoge leeftijd et cetera. Dit alles leidt tot meer, complexere en een grotere zorgvraag bij de huisarts.

In een onderzoek van een arbeidsongeschiktheidsverzekeraar scoorde 70 procent van de huisartsen bij zichzelf burn-outklachten, en als werd gevraagd of huisartsen bij een collega burn-outverschijnselen herkenden zelfs 80 procent. Een overvraagde huisarts loopt meer risico fouten te maken en slechte zorg te leveren. De toegenomen complexiteit van de zorgvraag speelt daarbij zeker een rol. Hierdoor is namelijk per patiënt meer tijd nodig en dat heeft logischerwijze geleid tot de oproep om het aantal patiënten per huisarts te verminderen – praktijkverkleining – zodat er genoeg tijd per patiënt overblijft. In 2006 telde een huisartsenpraktijk 2350 patiënten per fulltime huisarts en dit is per 1 januari 2018 naar 2095 patiënten gegaan; er gaan stemmen op om nog verder te verkleinen.

Groeiend tekort

Bij praktijkverkleining wordt verondersteld dat er genoeg huisartsen zijn om dat te realiseren. Er is echter een tekort aan huisartsen en dat tekort groeit. In de provincie Friesland zijn bijvoorbeeld nauwelijks opvolgers te vinden voor huisartsen die met pensioen gaan. Kijk je hoe het gebrek aan waarnemers toeneemt en hoe de tarieven van waarnemers in de periferie stijgen, dan zie je dat daar een probleem bestaat. Naast dit absolute tekort is ook de verdeling van huisartsen over het land van invloed. Huisartsen wonen het liefst in steden waar hun (eveneens hoogopgeleide) partners werk kunnen vinden en waar hun kinderen naar goede scholen kunnen. Daardoor is het tekort nog groter in de gebieden op het platteland en buiten de grotere steden.

Het gebrek aan aiossen vergroot het probleem nog verder. Want hoewel het aantal opleidingsplaatsen door de vorige minister is behouden, lukt het niet om alle opleidingsplaatsen te vullen.2 Er worden dus simpelweg onvoldoende huisartsen opgeleid om de bestaande tekorten op te vullen, laat staan als de praktijken verder worden verkleind.

Praktijkverkleining creëert ook een financieel probleem. Als je bijvoorbeeld een praktijk van 2500 patiënten verkleint tot 2000, dan zijn de inkomsten uit de inschrijftarieven 20 procent lager, maar de kosten voor praktijkhuur en personeel et cetera blijven gelijk. Dit betekent een forse achteruitgang van de inkomsten van praktijkhoudende huisartsen. Nu al is een eigen praktijk financieel niet aantrekkelijk omdat het inkomensverschil tussen waarnemers en praktijkhouder erg klein is. Als daar nog een inkomensachteruitgang bij komt, stimuleer je eigenlijk de teloorgang van de praktijkhouder.

Ethisch vraagstuk

Een ethisch vraagstuk is wat de personele tekorten met de opzet van de huisartsenzorg in Nederland doen. Nu nog is er voor iedereen toegankelijke en hoogwaardige huisartsenzorg. Daar mogen we trots op zijn. Maar wat gebeurt er als we dat niet meer kunnen waarmaken? Is de huisarts dan nog de poortwachter van de zorg? Moeten patiënten dan direct naar de SEH of een spoedpost?

Ook onze beroepseed noemt de verdeling van zorg: ‘Ik zal de beschikbaarheid en toegankelijkheid van de gezondheidszorg bevorderen’. Of laten we dit over aan commerciële partijen met een andere invulling van de zorg? Gaat het boekhoudkundig perspectief het medisch beleid bepalen? Of ontstaat wens-geneeskunde doordat er geen huisarts meer is en dus geen poortwachter? Dat zou ten koste gaan van de kwaliteit van de zorg voor onze patiënten.

Zo kan een tweedeling in de zorg ontstaan: patiënten met een eigen huisarts en patiënten die zijn aangewezen op (commerciële) alternatieven. Om dit te voorkomen en om de regie in de organisatie van huisartsenzorg te behouden, moeten we zorgen voor voldoende huisartsen om alle patiënten te kunnen opvangen.

Praktijkvergroting

Maar als er door praktijkverkleining onvoldoende huisartsen zijn om de vergrote zorgvraag aan te pakken, hoe lossen we dit dan op? Mijn antwoord is praktijkvergroting.

Nog niet zo heel lang geleden waren de meeste huisartsen solisten die alleen werden geholpen door een doktersassistente. Tegenwoordig werken huisartsen in een groepspraktijk met praktijkondersteuners, doktersassistenten, spreekuurondersteuners, nurse practitioners et cetera.

In de huisartsenposten heeft zich tijdens de ANW-diensten een ontwikkeling – met schaalvergroting en inhoudelijke verandering – voorgedaan. Dit veranderproces moeten we ook in de dagpraktijk doorzetten en versnellen door van huisartsenpraktijken goed georganiseerde samenwerkingsverbanden rondom de patiënt te maken, waarbij de huisarts veel meer taken delegeert. Want veel zorg kan ook op een kwalitatief goede manier door andere zorgverleners dan de huisarts worden geleverd. De verloskundige kan tegenwoordig prima intra-uterine devices (IUD’s) plaatsen, de fysiotherapeut kan een kniedistorsie beoordelen, maatschappelijk werk kan eenzaamheid bestrijden, het consultatiebureau werkt nauw samen met de kinderarts, de lactatiedeskundige helpt bij borstvoeding, de opticien meet de visus, de optometrist beoordeelt de complexere oogproblemen, de diëtist helpt bij gewichtsproblemen, audiciens bij gehoorproblemen et cetera.

Een voorbeeld van de aanpak bij complexere vragen is de psychosociale problematiek in achterstandswijken, waar een wijkverpleegkundige met een maatschappelijk werker, eventueel een gezinscoach van de gemeente en de POH-ggz en de POH-ouderenzorg van de huisartsenpraktijk, samen een goed sociaal wijkteam vormen. Voor de complexere ouderenzorg is samenwerking met de lokale specialist ouderenzorg een uitkomst, en bij dementiezorg speelt de geriater een sleutelrol. De consulent palliatieve zorg binnen het thuiszorg team ontlast op het hospice, de thuiszorg kan samenwerken met de apotheek bij polyfarmacie et cetera. Er zijn dus allerlei opties.

Het verdelen van zorg met paramedici zal de zorg ook efficiënter maken, net als met de vrije toegang naar de fysiotherapeuten is gebeurd. En de paramedici hebben voldoende ruimte om dat op te vangen mits de zorgverzekeraars er financiële ruimte voor maken, want het knelpunt is nu vaak dat wij moeten verwijzen en dat patiënten dan hun eigen risico aanspreken.

Ook binnen onze huisartsenpraktijken kunnen we meer delegeren: naar de spreekuurondersteuner, nurse practitioner en de praktijkondersteuners. Zo kan de POH-ggz de langdurige gesprekken overnemen, de POH-somatiek het stoppen met roken begeleiden en de diabeteszorg overnemen.

Het intern opleiden van dit personeel is in enkele jaren te realiseren, in tegenstelling tot de veel langere opleidingstijd van een huisarts. Tekorten aan personeel zijn op te lossen door parttimers meer te laten werken en lonen te verhogen, maar dat is aan de politiek en de zorgverzekeraars.

Bijziendheid

Ons past bescheidenheid en het inzicht dat we als generalisten weliswaar overal vanaf weten, maar niet overal het beste in kunnen en hoeven te zijn. Onze persoonlijke betrokkenheid bij onze patiënten kan een bijziendheid teweegbrengen waardoor we de kwaliteit van andere zorgverleners rondom onze patiënten miskennen of uit het oog verliezen. Als we ons door praktijkverkleining op onze veilige terp terugtrekken, bestaat het risico dat we onze patiënten kwalitatief tekortdoen en dat patiënten überhaupt geen huisarts meer hebben. We hoeven overigens niet bang te zijn dat de ‘ nieuwe’ huisartsenzorg zal afwijken van de uitgangswaarden van de generalistische, persoonsgerichte en continue zorg die we nu leveren. Een netwerk rondom de patiënt waarbij huisartsen de regie voeren, houdt namelijk dezelfde kwaliteiten als uitgangspunten in acht. Vergelijk het met samenhangende zorg in een multidisciplinair team zoals bij de zorg voor oudere patiënten met complexe problematiek. Hierbij vervult de huisarts een medisch-inhoudelijke regierol. De verandering zit hem erin dat huisartsen delegeren en controleren, en minder zelf uitvoeren.

Wij huisartsen moeten de leiderschapsrol pakken en het veranderproces naar deze vorm van netwerkzorg rondom de patiënt aansturen. Overigens hoeven niet alle huisartsen dit op te pakken. Een minderheid die de ontwikkelingen stuurt zal volstaan, net als bij het opzetten van de ketenzorg. Wel moeten we gefaciliteerd worden door de politiek en zorgverzekeraars. Bijvoorbeeld door ontschotting van geld in de zorg, of doordat we andere tarieven mogen declareren voor samenwerking, of door op een andere wijze te mogen declareren. En we moeten gefaciliteerd worden door de regionale ondersteuningsorganisaties, zoals LHV-kringen, of de zorggroepen, bijvoorbeeld met praktijkmanagement en personeelsbeleid. We hebben grotere praktijkpanden nodig, andere geldstromen om personeelsrisico’s af te dekken, creatieve oplossingen voor zorg in de kleinste dorpen en veilige e-health voor samenwerking en communicatie.

Niet afremmen

Dit alles lukt alleen als het conservatieve geluid van praktijkverkleining ons niet steeds blijft afremmen. We hebben de steun van onze huisartsenorganisaties, de politiek en de zorgverzekeraars hard nodig om deze noodzakelijke ontwikkeling te faciliteren, zodat we ook binnenkort nog voor elke Nederlander een huisarts hebben.

Door praktijkverandering na te streven, kunnen we de huisarts in de regierol houden en de kwaliteit van zorg voor onze patiënten verbeteren. Mits de voorwaarden voor deze groeistuip in het vak gefaciliteerd worden, en onze vertegenwoordigers ophouden de verkeerde oproepen te doen.

auteur

Niels Rossen

praktijkhoudend huisarts in Venray

contact

nielsrossen@hotmail.com

cc: redactie@medischcontact.nl

Geen belangenverstrengeling gemeld door de auteur.

voetnoten

1. Van 14% 2005 → 18,5% 2017 https://opendata.cbs.nl/statline/#/CBS/nl/dataset/37296ned/table?ts=1522047389946

2. Huisartsenopleiding Maastricht moest dit jaar een groep annuleren vanwege onvoldoende aiossen

download dit artikel (pdf)

werk opinie POH huisartsenpraktijk praktijkondersteuner organisatie werkdruk
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Annelies Ensing

    huisarts, Utrecht

    Beste collegae,

    Een grotere praktijk: we hebben continu vergaderingen, terwijl er toch echt een arts nodig is om vele diagnoses te stellen. Het aantal consulten neemt niet af, eerder toe. Praktijkondersteuners zijn welkom, maar zijn vaak ook een v...ervanging voor maatschappelijk werk/psycholoog, werk vanuit de 2e lijn dat naar de 1e lijn is getrokken, en verpleegkundigen dienen eerst opgeleid naast al ons werk dat er al bestaat. POH jeugd is ook geen vervanging van het werk van de huisarts, maar vervanging van werk dat in de gemeente thuishoort. En wie mag al die mensen aanhoren en er wat over zeggen? De huisarts. continue gestoord, bijna geen pauzes meer. terwijl dat vroeger wel anders was. Dan ging de huisarts thuis eten. En verdiende meer. 55 euro/uur voor een huisarts (avond/nacht, maakt niet uit) op de hap vind ik schranderlijk laag terwijl de drukte alleen maar toeneemt. De spreekuren staan vol.
    Bovendien leidt meer personeel tot meer vergaderingen over inhoudelijke veranderingen, overleg over casuïstiek enz. Ruimtegebrek wordt ook een probleem; het is een hele puzzel om tegenwoordig nog een aios te plaatsen. En wie betaalt het? Ik weet wel wie de hoge tarieven betaald voor de waarnemers: niet de zorgverzekeraar maar de huisarts met zijn eigen praktijk. Ik vind het zorgelijk dat steeds meer huisartsen neigen naar waarnemerschap. Vacatures voor prakijkhoudende huisartsen staan steeds langer open. In onze praktijk gaan we een praktijk ook vervangen met waarnemers. Als de kloof in loon tussen praktijkhoudende huisartsen in loondienst en waarnemers zo groot wordt dat artsen liever voor losse patientcontacten kiezen, vrees ik voor het voortbestaan van de huisarts als vertrouwenspersoon van de patient..

  • GJ Bonte

    Neuroloog, Dalfsen

    Ik weet dat de diensten van de huisartsen erg druk zijn... Maar een tarief van 120 euro per uur? Daar droom ik 's nachts van...

  • Els van Veen

    huisarts, Kampen

    Beste Niels,
    Je hebt een pleidooi voor grotere praktijken geschreven voor Medisch Contact. Er wordt onder andere in gesignaleerd dat "de jonge generatie, vooral vrouwelijke, huisartsen een andere beroepsopvatting heeft". Hoewel ik niet heel jong me...er ben, ben ik wel zo'n vrouwelijke huisarts. Het noemen van de sekse bij de problemen die je signaleert wekt bij mij irritatie op. Man of vrouw zijn maakt in mijn beleving niet uit voor het zijn van een goede huisarts. Ik ben praktijkhouder vanaf het moment dat ik af studeerde in 2003. Ik heb het vak ook zien veranderen, ook de diensten op de huisartsenpost. Ik heb gemerkt hoe er steeds meer zorg op ons bordje komt te liggen. Ik heb praktijkondersteuners in dienst genomen, eerst voor somatiek en vervolgens voor de GGZ.
    Mijn hart ligt niet bij het managen van een praktijk. Ik ben dokter in hart en nieren en verdere praktijkvergroting -en taakdelegatie- is niet iets waar ik warm van word, integendeel.
    Doordat ik mij meer en meer niet thuis voelde bij de LHV, en wel bij de VPH, heb ik mijn lidmaatschap opgezegd. Je wordt dan ook uit de KNMG gezet, hoewel ik daar al lid van was sinds ik geneeskunde ging studeren.
    Op zich signaleer ik dat de jonge generatie een andere beroepsopvatting heeft, maar dat is volgens mij onafhankelijk van het geslacht. Ik signaleer ook een wij/zij tegenstelling tussen waarnemers en praktijkhouders die me schadelijk lijkt. Ik heb er alle begrip voor dat waarnemers nachtdiensten niet vrijwillig willen doen voor minder dan 120 euro/uur bijvoorbeeld.
    Ik hoop dat onze beroepsgroep, LHV en VPH tezamen, visie ontwikkelt op ons mooie beroep. Ik hoop dat we ons niet laten uitspelen in jong versus oud, vrouw versus man, praktijkhoudend versus waarnemend huisarts.

    [Reactie gewijzigd door op 28-05-2018 15:55]

  • Janneke Michiels

    , waarnemend huisarts

    Collegae, omdat er inderdaad nog geen vrouwelijke collega gereageerd heeft op het heldere artikel van Niels Rossen, wat op geval kan berusten, wil ik me melden als vrouwelijke, tevens waarnemend, collega. Ik behoor tot de groep waarvan gezegd wordt d...at er weinig gewerkt zou worden en waarvan bovendien gezegd wordt dat het vak niet serieus zou worden beleefd en bedreven. Graag maak ik u erop attent dat de toekomst van de huisartsenzorg mede door en met deze waarnemend, vrouwelijke en ook mannelijke, collega's zal worden vormgegeven, of zij praktijkhouder worden of niet, of de praktijken nu kleiner worden of niet......

  • Carlo Heijmans

    huisarts, Zaandijk

    Mag het wat kleiner?
    Als solist, klein behuisd wil ik pleiten voor de mogelijkheid om de praktijken te verkleinen. Dat kost geld, maar ook praktijkvergroting kost een hoop centen. Al jaren wordt het klimaat voor kleine praktijken slechter: er wordt ...meer verwacht, maar de mogelijkheden zijn er gewoon niet. Ruimtegebrek! Tijdgebrek. Nascholingen door de HAP georganiseerd, beginnen al om half 4 in de middag. Dan werk ik nog. Het is een onmogelijkheid om voorop te lopen met zaken als ketenzorg, praktijkaccreditatie. De nachtdienst is niet te doen als je geen waarneemgroep hebt om the day after op te vangen.
    De reacties van collegae die het eens zijn met coll Rossen zijn (even snel bekeken) werkzaam in zeer grote praktijken. 6 huisartsen, 12 assistentes, POH in overvloed etc. En dan lees ik over 16000 mails: per werkdag meer dan 61!!!!
    Misschien is dit juist wel een pleidooi om die kleinere praktijken af te schaffen, maar voorlopig wil ik het nog even proberen vol te houden

  • Jan de Haan

    emeritus hoogleraar praktijkvoering,

    Collega Niels Rossen draagt oplossingen aan voor de problemen in de huisartsenzorg. (MC20/2018:17-19) Hij durft in te gaan tegen de mening van de LHV en de hoogleraren huisartsgeneeskunde dat de praktijken kleiner moeten. Dat is de kar achter de wa...gen spannen, vindt hij en. De praktijk moet juist groter. Hij beargumenteert hoe dat vorm kan krijgen. Ik ben het er van harte mee eens. Ik mis nog het argument om de doktersdiensten te ontkoppelen van de huisartsenzorg. De tijd die huisartsen daar werken kan beter besteed worden aan de eigen patiënten. Daarnaast kan de patiënt zelf meer ingeschakeld worden om mee te werken aan de werkdruk verlaging van de huisarts. Meer voorlichting over het gebruik van de site thuisarts.nl is daar een voorbeeld van. Ook gebruik van de digitale mogelijkheden kan beter in de arts-patiënt communicatie. Onlangs las ik in het jaarverslag van een huisarts met een praktijkgrootte van 3500, dat er 16000 emailcontacten per jaar zijn in zijn praktijk. Dat vergt een aanpassing van de organisatie. Collega Rossen wijst ook vooral op het veranderen van de organisatie: meer delegeren. Ik zou willen aanvullen: Niet alleen delegeren aan andere hulpverleners in de zorg, maar ook aan eigen patiënten. Daar ligt een enorm potentieel om de druk op de huisartsenzorg te verminderen.

  • Niels Rossen

    huisarts, Venray

    Er is een noodzakelijke discussie op gang gebracht over de opzet van ons prachtige huisartsenvak. De meningen hierover variëren zoals er ook praktijkvariatie bestaat tussen ons.
    Ik ben het eens met de collega’s die maatwerk bepleiten. Maar maatwerk ...veronderstelt dat de grote beroepsverenigingen geen standaard praktijkverkleining meer bepleiten, en dat blijft mijn oproep.
    Sommigen vinden dat we onze beroepsopvatting moet aanpassen, maar jaag je zo niet juist de benodigde aiossen weg? Ik constateer dat vrijwel alleen mannen op mijn artikel hebben gereageerd, terwijl vrouwen in de meerderheid zijn.
    De mensen die denken dat ons tarief omhoog moet, geef ik ook gelijk, maar mijn ervaring met de zorgverzekeraars en kennis van de (hoofdlijn)akkoorden geeft mij niet de illusie dat dit kan gebeuren. Daarom zoek ik naar andere wegen om de problemen het hoofd te bieden, en nodig ik iedereen uit dat ook te doen voor zijn eigen specifieke situatie.
    De aanvulling dat we onze grenzen moeten bewaken, is terecht. Een discussie over wie er hoe bepaalt wat huisartsgeneeskunde in deze tijd moet zijn, is nodig en gelukkig al op gang (Het Roer Moet Om). De digitale innovatie is onvoorspelbaar en biedt kansen en bedreigingen. Ik ben niet volledig geweest over de partners om mee samen te werken, zoals bedrijfsartsen en veterinaire artsen. De discussie over ontkoppeling van de ANW werd als oplossing genoemd.
    Dit alles geeft aan dat het hier principieel gaat over hoe we de zorg organiseren, dus ongeacht de lijnen. Juist daarom moeten we de discussie niet alleen intern voeren over beroepsopvatting en invulling huisartsenzorg, maar juist met alle (para)medici samen zoeken naar bredere samenwerking in het netwerk van zorg rondom onze patiënten.

  • Tjeerd Nijenhuis

    Huisrts, Den Haag

    Zeer eens met collega Rossen. Alleen inzetten op praktijkverkleining is te kort door de bocht om de problemen op te lossen. In de ene situatie zal praktijkverkleining een oplossing zijn in een de andere situatie juist praktijkvergroting om een goed o...ndersteunend team financieel mogelijk te maken. Hangt ook erg af van de beroepsopvatting van de individuele huisarts. Ik zie dat er nog veel te winnen is bij een betere praktijkorganisatie waardoor werkdruk afneemt en plezier in werken toeneemt. Kortom maatwerk moet mogelijk zijn en niet alleen inzetten op praktijkverkleining.

  • G K Mitrasing

    Vogelvrije Huisarts, Amsterdam

    Merkwaardig al die reacties. Je kunt van alles en nog wat willen.. patatzaaktarieven worden ons opgelegd voor alle meerwerk en verantwoordelijkheid in strijd met Europees recht. Wat is ook weer de basis van dit zorgstelsel? Juridisch gezien: een wet ...die in strijd is met Europese wetgeving waarvoor de koepels als LHV en medisch specialisten te laf of juist te berekend voor waren om naar het Europees Hof te gaan. En ja: ik leg niet even een ton op tafel om naar Brussel te gaan...

  • dolf algra

    commentator, opiniemaker zorg en sociale zekerheid, rotterdam

    Praktijk vergroting of juist verkleining ? Is that's the question ? Niels Rossen raakt met zijn artikel in ieder geval een gevoelige snaar, blijkt uit de vele reacties.

    Of praktijkvergroting of verkleining hét echte scharnierpunt is in de eerste ...lijn - daar heb ik mijn twijfels bij. Ik denk dat het vooral gaat om een efficiente en goedlopende (keten/netwerk)organisatie. En die zijn er in vele maten en vormen. Elke maat/vorm/opzet heeft zijn eigen ingebouwde voor en nadelen. Deze problematiek is mooi beschreven in Organisatie structuren van Henry Mintzberg. Aanrader.

    Zowel opschaling als verkleining vraagt om specifieke aandacht om de werkprocessen goed te laten verlopen. Gouden regels en oplossingen bestaan niet. Het is allemaal maatwerk. Heel persoons cq team en regio gebonden.

    Gezien de grote uitdagingen(of zijn het gewoon problemen ? ) waar de eerstelijn voor staat - of: nu al midden in zit ? - lijkt het mij verstandig vooral goed toegesneden organisatie advies voor je eigen organisatie in te huren. Kortom: laat je (deskundig) adviseren.

    Want niet elke dokter cq team heeft afdoende verstand van 'het runnen van de tent'.

    De komende vier jaar wordt het buigen of barsten voor de eerste lijn - lees bv de beoogde cq afgesproken transitie van de tweede naar de eerste lijn. Veel wordt op het bordje van de eerste lijn gelegd. Wellicht teveel ?

    Dus: wordt de eerste lijn het 'douche putje' van de zorg. Dan zou ik maar snel een goed afwateringssysteem/installatie opzetten.

    Genoeg werk aan de winkel dus. Dit artikel van Rossen lijkt wake up call.

  • Hendrik Jan Vunderink, huisarts

    voorzitter Selectiecommissie Huisartsopleiding, Maastricht

    Inderdaad zijn we per 1 maart in Maastricht met 2 i.p.v. 3 groepen aios gestart.
    Door een intensieve wervingscampagne i.s.m. Huisartsopleiding Nederland hebben voor de start per 1 september landelijk meer kandidaten gesolliciteerd.
    De selectieproc...edure is net afgerond, en in Maastricht gaan 47 aios van start, 4 groepen i.p.v. 3!
    De wervingsinspanningen gaan stevig door, zowel op landelijk als op regionaal niveau.
    Goede PR voor ons mooie vak is daarbij onontbeerlijk, een goed gevoerde en positieve discussie over de organisatievorm in Medisch Contact kan daarbij zeker waarde hebben.

  • Huub van Haasteren

    Huisarts, Leiderdorp

    Collega Rossen schrijft dat ons bescheidenheid past, maar wil ondertussen wel dat wij als huisartsen het even op ons gaan nemen om het huisartsentekort op te lossen door ons in allerlei bochten te gaan wringen. Sorry, maar dat zie ik toch echt niet a...ls mijn taak. Bij de uitwerking van zijn voorstel lees ik overigens geen heel erg radicale maatregelen die mij de ruimte zouden geven om meer patiënten aan te nemen (samenwerken met een fysio, een MW-er, een dietist en een opticien/audicien is niks nieuws!!!) en wordt de huisarts eigenlijk praktisch overbodig gemaakt (gewoon àlles delegeren, joh!!!) Overigens noemt hij daarbij de inzet van assistentes, POH-ers en nurse-practitioners, ook niks nieuws, maar bovendien liggen die ook niet voor het oprapen dus blijft het probleem bestaan. De "nieuwe" huisartsenzorg houdt dezelfde kwaliteiten als uitgangspunt, beweert Rossen nog geruststellend. Maar reken maar dat de patiënt het toch ècht wel als minder continue zorg zal zien. Praktijkverkleining is wat ik nodig om in dezelfde tijd minder patiënten maar met meer hulpvragen te kunnen helpen. En dan maar hopen dat het huisartsentekort ondertussen zo snel mogelijk wordt opgelost door de mensen die daar over gaan!!!

  • Tim Linssen

    Huisarts, Meerssen

    De reacties overziend is collega Rossen er in geslaagd de discussie over praktijkgrootte aan te wakkeren. Hij bepleit een meer in netwerken georganiseerde eerstelijnszorg voor een betere samenwerking met paramedici en de specialist ouderengeneeskunde.... Daar valt inderdaad veel te winnen om de dubbele vergrijzing en diverse transities het hoofd te bieden. Een noodzakelijk argument voor praktijkvergroting is het m.i. echter niet. Idem voor opvolgingsproblematiek in de buitengebieden, die toch vooral om regionale oplossingen vraagt.

    Aanvankelijk lijkt het pleidooi te gaan over het aantal ingeschreven patiënten, maar dan blijkt dat het vooral de huisartsorganisatie zèlf is die moet groeien. Meer ondersteuners, meer gedelegeerde taken. Deze personele groei is echter al de gangbare praktijk van de laatste tien jaar. De suggestie van nòg meer delegeren en coördineren doet weinig recht aan de kwaliteit die in ons generalisme en persoonlijke relatie met patiënten schuilt. Een goede huisarts is meer dan de som van zijn deeltaken.

    Ik hoop en verwacht dat veel collega’s en patiënten voor de huisarts een andere rol zien weggelegd dan die van ‘medisch cöordinator’ op afstand, in een steeds verder uitdijende organisatie. Beschikbaarheid van een dokter die je kent en die tijd voor je heeft, dáár moeten we voor staan en vechten. Een kleiner aantal patiënten per huisarts helpt om dit waar te kunnen en blijven maken.

  • Jaap Schuurmans

    huisarts en kaderarts palliatieve zorg, Groesbeek

    In eigen regie, behalve de roep van patiënten nu ook de roep van praktijk houdende huisartsen. Het is het jaar en specifiek de maand van het verzet. Benieuwd naar wat volgt

  • Jaap Schuurmans

    huisarts en kaderarts palliatieve zorg, Groesbeek

    Goede en heldere argumentatie met wat Rossen terecht een progressief geluid noemt, die ik geheeld deel. Complexe zorg rondom mensen, veelal ouderen, met multiple aandoeningen neemt toe. Als belangrijkste kerntaak als huisarts beschouw ik “het leven i...n duur en kwaliteit, maar ook het sterven thuis mogelijk te maken”. Dat vereist goede scenario- en afwegingsgesprekken, die vergen behalve tijd en deskundigheid, ook bezinning hoe dit organisatorisch en financieel mogelijk te maken. Nauwere samenwerking met specialisten ouderenzorg in de praktijk en in de opleiding zou meer dan wenselijk zijn, eerder deed ik ook pleidooi voor financiering van zingeving deskundigheid binnen de huisartsenpraktijk bijvoorbeeld middels geestelijk verzorgers. Abonnementshonorarium is in mijn ogen wel het meest solidair gebleken. Zorgverzekeraars en zorggroepen zijn helaas vanaf 2006 orgaan specifiek georiënteerd in kwaliteit criteria en in honorering. Generalistische zorg vergt echter juist overstijgende visie en financiering. Aanvullend punt van aandacht is het volgende: Momenteel gaat de praktijk houdende huisarts voor elk ingeschrevene een 24 uurs zorgplicht contract aan met de verzekeraar. Een horigheid die een beknellende uitwerking heeft. Lijfeigenschap met hoofdelijke aansprakelijkheid. Uitgangswaarde waar aan vastgehouden wordt is generalistische, persoonsgerichte en continue zorg, maar mag niet vanuit blind idealisme ten onder gaan. Door de maatschappelijk sociale ontwikkelingen wordt een steeds groter beroep gedaan op avond-, nacht- en weekend zorg. Een geleidelijke toename van frequentie (en daarmee ook zwaarte) van diensten. Daarbovenop betekend groei van ingeschrevenen (met knipoog naar Gogol; de levende zielen, wel te verstaan), voor praktijk houdende huisartsen, ook een directe koppeling met nog meer contractueel verplichte diensten. Niet vreemd, dat toenemend voor de horigheid van een dienstverband of ZZP waarneem schap verkozen wordt. In eigen regie, behalve de roep van pat

  • Amnon Weinberg

    specialist ouderengeneeskunde, Sleeuwijk

    Het is duidelijk dat de huisartsen op zoek zijn naar identiteit en inrichting van hun praktijkorganisatie. Het onderwerp terugbrengen tot de praktijkgrootte doet geen recht op wat vanuit de maatschappij aan diversiteit van doelgroepen, preferenties e...n taakstellingen op ons afkomt en waarin de huisarts niet meer alleen de verantwoordelijkheid kan dragen. Er moet gezocht worden naar een 2e orde oplossing en "niet méér van het zelfde". Met de onvermijdelijke transitie van 2e naar 1e lijn is versterking van de huisartsenpraktijk noodzakelijk bv. op het gebied van ouderenzorg. Het ontwikkelen van netwerken met lokale gezondheidscentra biedt mogelijkheden ter versterking van de huisartsenrol en integratie van "lijnen". In de regio Gorinchem (Rivas en partners) bereiken huisartsen en medisch specialisten verbetering van kwaliteit èn doelmatigheid in het KAM (kwaliteit als medicijn) project met facilitering door VGZ. Een ander voorbeeld bij Rivas zijn de specialisten ouderengeneeskunde (niet ouderenzorg ..) die in het Geriatrisch Onderzoek en Advies Centrum nauw samenwerken met de huisartsen (en medisch specialisten) om kwetsbare ouderen thuis in kaart te brengen en te begeleiden met passend casemanagement. De POH en wijkverpleegkundige worden door 14 geriatrie verpleegkundigen ondersteund.
    Het werken in netwerken met procesgerichte samenwerkingsafspraken wordt ook al door de FMS in hun visie aangegeven. De specialisten ouderengeneeskunde vertegenwoordigd door Verenso dragen deze boodschap op alle niveaus sterk uit.
    Dus huisartsen: doe het niet alleen, doe mee met het streven naar "de juiste expertise op het juiste moment op de juiste plaats". Zoek de samenwerking op koepel- en regionaal niveau voor een bestendiger en uitdagender praktijkorganisatie!

  • Derk Runhaar

    huisarts, Oostzaan

    Zonde dat een aantal reacties (negatieve én positieve) is weggevallen. Want bezinning op kernwaarden is hard nodig. Op 17 mei plaatste ik het volgende:

    Beste Niels, dank voor je belangrijke artikel. Ik sta erg achter je oproep om ons als huisarts ...niet te belangrijk te maken. Veel problemen kunnen anderen veel beter oplossen. Slechts bij een medisch probleem kan de huisarts soms helpen. Van medicaliseren van niet-medische problemen is nog nooit iemand beter geworden. Maar je oproep voor grotere praktijken snap ik daarom niet goed. Waarom meer personeel aannemen die onder jouw medische verantwoordelijkheid werken? Waarom zo groot worden dat je managers nodig hebt?

    Ligt de oplossing niet veel meer in het bewaken van grenzen? Een klein functioneel team rond de patiënt. Een huisarts met een eigen generalistische assistente en een eigen generalistische verpleegkundige. Bij parttimers een vast back-up team. Zo weinig mogelijk verschillende gezichten per patiënt. Zo weinig mogelijk opgeknipt in protocollen en ziektespecifieke zorgstraten. Grote vrijheid om het juiste te doen. Wordt het praktijkhouderschap daar niet veel aantrekkelijker van? En belangrijker: kunnen we zo niet veel beter zorgen voor onze zieken en kwetsbaren?

    De discussie is geopend. We moeten nadenken over innovatieve oplossingen om huisartsenzorg toekomstbestendig te houden. Maar laten we niet het kind met het badwater weggooien. Laten we huisartsgeneeskunde niet verworden tot eerstelijnsgeneeskunde.

  • Bart Meijman

    Huisarts, lid actiecomité Het Roer Moet Om, Amsterdam

    Voordat we kunnen beoordelen wat de wenselijke of haalbare grootte van een huisartsenpraktijk is zullen we ons eerst moeten bezinnen over de kernwaarden,-functie en taken van de de huisarts. Probleem is dat er niet (meer?) een heldere taakopvatting v...an het beroep huisarts bestaat. De inhoud van het vak verwatert en de kerntaken zijn onduidelijk geworden.
    Er bestaat nu een veelheid (en onduidelijkheid) aan taken op zowel curatief, preventief als sociaal vlak met alle gevolgen voor organisatie, beleid en opleidingen. Wat de beschikbaarheid onder druk zet. En met een relevante vraag of de huisarts ook alles zelf moet blijven doen, delegeren of niet tot haar taak moet rekenen. Door deze veelheid aan vermeende taken en de onmogelijkheid al de taken uit te voeren is het onduidelijk geworden wat de patiënt, burger, collega, verzekeraar etc. van de huisarts kan verwachten. Te vaak hoor je dat een huisarts bepaalde activiteiten niet kan doen vanwege drukte met andere zaken. Bijv. wachtlijst van dagen voordat patiënt met klacht op spreekuur kan komen; het in gedrang komen van optimale zorg voor zieke patiënten omdat er geen tijd gevonden wordt voor overleg met specialisten, overdrachten naar HAP, huisbezoeken, inventariseren van multimorbiditeit van kwetsbare ouderen, overleg met wijkteam hierover etc. Dat komt vooral omdat wij onze kerntaken niet goed afgebakend hebben. Andere werkzaamheden zouden eigenlijk niet uitgevoerd mogen worden als die ten koste gaan van die kerntaken ookal staat er nog zo’n aanlokkelijke financiële prikkel te wachten. Daarom is het van het grootste belang dat het proces van herijking van de kernwaarden, -functie en taken van de huisarts aangezwengeld door HRMO en opgepakt door LHV, NHG, VPH, maar ook LHOV, LOVAH, Wadi zorgvuldig maar positief en vanuit trots op ons vak uitgevoerd wordt. Dit proces is nu gestart en na de zomervakantie zal iedere huisarts maar ook burgers, zorgverleners, verdere belanghebbenden betrokken worden in de discussie

  • Gordon Oron

    Huisarts, Leerdam

    “Praktijkverkleining creëert ook een financieel probleem. Als je bijvoorbeeld een praktijk van 2500 patiënten verkleint tot 2000, dan zijn de inkomsten uit de inschrijftarieven 20 procent lager”

    Collega Alphen heeft het bij het rechte eind. De tot...ale omzet uit inschrijftarieven blijft hetzelfde, maar dan met minder patiënten. Het inschrijftarief dient dus hoger te worden.

    Nog een tweede punt; de zin “onder meer door een andere beroepsopvatting bij de nieuwe generatie, vooral vrouwelijke huisartsen.” klinkt niet heel sympathiek, collega Rossen. Althans, ik ben bang dat je vindt dat ze minder lange dagen maken dan de oudere generatie huisartsen. Hard werken in de vorm van veel uren maken zie ik persoonlijk niet als iets goeds. De nieuwe generatie huisartsen heeft inderdaad een andere beroepsopvatting, ze werken namelijk INTELLIGENTER. Ik geef toe, ik heb me er ook schuldig aan gemaakt, hoor; uren maken, “doorbuffelen”. Uiteindelijk hebben mijn patiënten daar op termijn toch last van gekregen; Die warme, betrokken dokter Oron van toen veranderde in een gevoelsarme dokter die slechts warmte veinsde. Daar trappen mensen natuurlijk niet in. Gelukkig ben ik bezig met een come-back , door weer eens goed na te denken (intelligentie!) over hoe ik mijn werk op een zinvolle manier kan uitoefenen. Hoe? Inderdaad; Een kleine normpraktijk, gefaciliteerd door het project Meer Tijd voor de Patiënt. Door de opslag op het inschrijftarief hebben we een extra huisarts kunnen aannemen. Ze is jong en heeft een interessante visie op ons vak. Ja, ze is betrokken, ja, ze is slim, ja, ze gaat op tijd naar huis, ja, ze heeft haar werk dan ook af (inclusief postverwerking, aansturen personeel). Als we dit allemaal willen, zijn er dus meer huisartsen nodig.

  • Jan Mulder

    Apotheekhoudend huisarts, Zweeloo

    In een ideale wereld zou de huisartsenpraktijk kleiner kunnen met het oog op meer aandacht voor onze klanten en meer balans tussen werk en privé. Ik kan vele voordelen noemen.
    Maar.... de wereld ís niet ideaal...
    In het noorden van Nederland kunne...n we ons bijvoorbeeld niet de luxe permiteren bij het invullen van een openstaande vacature ”apothekersassistent” te kiezen tussen meerdere kandidaten.
    Over het huisartsentekort is al voldoende geschreven.
    Het is hoog tijd om na te denken over andere manieren om de zorg in de eerste lijn te organiseren. De huisarts als regisseur en behandelaar bij complexe casuïstiek, niet per definitie als zorgverlener op alle gebieden.
    Ik blij met het artikel van Niels Rossen. Ik schrik van de conservatieve reacties erop. Deze tijd vraagt een open visie.

  • Co Nijman

    Gepensioneerd huisarts, Alphen aan den Rijn

    Veel negatieve reakties. Toch is het zeker de moeite waard hierover eensdoor te denken.
    Enig onderricht in management tijdens de ha opleiding zou geen kwaad kunnen.
    Hoe organiseer je praktijken met meer hulpkrachten. Hoe zorg je dat alles, ook voor... patienten herkenbaar blijft. En last but not least: kijk een niet zo zeer naar de taken die je kunt delegeren, maar naar de werkzaamheden die je als huisarts wilt en moet behouden om het vak leuk te houden en goede zorg te kunnen blijven leveren.

  • Bram ter Keurst

    Huisarts/praktijkhouder, Eindhoven

    Als de bedoeling is om met hetzelfde budget meer huisartsen te laten werken, is het een mogelijkheid om meer paramedici en andere disciplines verantwoordelijk te maken(inclusief hun budget) maar dat is toch niet het idee hoop ik. Ze zien je aankome...n met meer werk en niet meer budget?
    En meer huisartspersoneel (spreekuurondersteuner, nurse practitioner en de praktijkondersteuners) aanstellen zonder meer budget is ook niet echt goed doordacht. En schaal vergroten met daarbij alle overlegmomenten die dan vast niet declarabel zijn? Onder regie van de zorggroep zodat we allemaal franchisehouder worden? De bijl aan de wortel van de huisartsgeneeskunde is dat!

  • K.Balwant-Gir

    Huisarts , Rotterdam

    Ik kan me niet voorstellen dat dit artikel door een collega is geschreven die het beste met zijn patiënten voor heeft. Bij praktijkverkleining is het juist het doel dat de financiën mee gaan, dus blijkbaar wel iets roepen waar hij totaal geen kaas va...n heeft gegeten.

  • Daniël Barten Tolhuijsen

    Huisarts, Huisartsen Westerpark, Amsterdam

    Schaalvergroting zal niet leiden tot de oplossing voor wie wil dat de huisarts zijn spreekuur kan blijven draaien, er een persoonlijke band blijft, de huisarts gezinsarts is. Het zorgt voor toename van regeltaken/management voor de huisarts. Zeg dan ...maar dag met je handje tegen de solist.

  • hans maring

    Huisarts, tolbert

    Hier wordt een andere vorm van huisartsengeneeskunde bepleit dan die waarvoor ik en ik meen ook een groot aantal amdere huisartsen met mij in het verleden hebben gekozen. Een pleidooi voor grootschaligheid waarbij degenen die hier iets anders bepleit...en demagogisch als conservatief worden weggezet. Bij de ANW zorg heeft die onpersoonlijke grootschaligheid al gewonnen ten koste van veel kwaliteit als het gaat om chronische en terminale zorg. Het pleidooi negeert enkele kernwaarden van huisartsenzorg: persoonlijk, integraal en met continuïteit van zorg in tijd en persoon. Zonder deze waarden verwordt de huisartsenzorg tot een geoliede versplinterde eerstelijnszorg. Inderdaad zou bij mij en ik denk bij meer collega's de motivatie hierin hoofdzakelijk een managementfunctie te vervullen ontbreken. Maar bovenal zal de patiënt de meerwaarde van een langere band met de zorgverlener moeten missen. Die meerwaarde is niet makkelijk in economische modellen te vangen.
    Jammer dat zelfs een huisarts hier het kind niet opmerkt dat hij met het badwater weggooit in dit pleidooi.

  • Ivan Alphen

    Waarnemend huisarts, Amsterdam

    “Praktijkverkleining creëert ook een financieel probleem. Als je bijvoorbeeld een praktijk van 2500 patiënten verkleint tot 2000, dan zijn de inkomsten uit de inschrijftarieven 20 procent lager”

    Hoe bedoelt u, de inkomsten per ingeschreven patiënt... worden toch juist 20% hoger en daarmee de totale inkomsten gelijk? Dat is toch het hele idee.

  • Frans Brons

    Huisarts (met pensioen, niet praktizerend), Den Haag

    De oproep tot praktijkvergroting brengt een aantal consequenties met zich mee die het paard achter de wagen spannen en het aantal huisartsen verder zal doen dalen, vrees ik.
    Waar voor veel huisartsen de aantrekkelijkheid van het vak ligt in de perso...onlijke interactie met patiënten, pleit de schrijver er juist voor om het accent van het vak te verleggen naar het management van grote superpraktijken. Dit zal voor de sociaal en medisch-praktisch geïnspireerde huisarts het vak minder aantrekkelijk maken, het aantal burn-outs doen toenemen en op den duur leiden tot een nog groter huisartsentekort.
    Reeds nu is de Nederlandse normpraktijk aanzienlijk groter dan in de meeste EU-landen.
    Een oplossing zie ik eerder in een tweesporenbeleid: kleinere praktijken en meer huisartsen doordat het vak weer aantrekkelijk wordt door een intensivering van het persoonlijk patiëntencontact.
    Dat kost geld, maar wie voor een dubbeltje op de eerste rang wil zitten, moet niet raar opkijken als de kwaliteit van het gebodene tegenvalt.

  • Sebastiaan Dam

    huisarts, Meppel

    Ik ben erg blij met je artikel Niels! Het getuigt van een inzicht dat helaas bij onze belangenvertegenwoordigers ontbreekt. Willen we adequaat antwoord vinden op de toenemende zorgvraag, de stijgende kosten, het dreigende personeelstekort, de wensen ...van onze patiënten en tegelijkertijd weer meer ruimte geven aan aandacht, warmte en bezieling, dan zullen we de komende jaren maximaal moeten inzetten op praktijkgroei in combinatie met taakdifferentiatie, taakdelegatie en gebruikmaking van de mogelijkheden ICT ons biedt en vooral ook gaat bieden.

    De ontwikkelingen op het gebied van kunstmatige intelligentie, vooral ook in de zorg, zijn wat dit betreft erg hoopgevend. Programma’s als YourMD en Babylon zijn met succes getest. Ook in Nederland zijn ontwikkelingen van apps die door gebruikmaking van KI straks de assistente aan de lijn vervangen. IBM is met de ontwikkeling van Watson inmiddels zover dat we niet gek moeten opkijken dat onze kennis binnen afzienbare tijd een lachtertje blijkt.. We hebben met zn allen geen flauw idee hoeveel tijd, én kwaliteit!, we hiervoor in de praktijk voor terugkrijgen. En als we die tijd nu eens invullen met die aandacht en bezieling die zowel bij ons als professionals als bij onze patiënten in toenemende mate zo gemist wordt… Blended care in grotere praktijken is, zeker met de groeiende stroom aan data die ook door onze eigen patiënten gegenereerd wordt, wat mij betreft de oplossing voor de problemen die ons te wachten staan.
    Over een paar jaar zullen wij als huisartsen praktijken met 5.000 (of meer!) patiënten waarbij het takenpakket van de huisarts wezenlijk veranderd is in een meer coachende en netwerkende generalist en waar weer volop ruimte is voor bijvoorbeeld sociale visites, heel normaal (moeten) vinden...

  • Anton Maes

    huisarts, Dieren

    Innovatieve oplossingen om de huisartsenzorg toekomstbestendig te houden/maken, zijn sowieso nodig. Maar gaan we nu discussiëren of toekomstbestendigheid langs de weg van praktijkvergroting of langs de weg van praktijkverkleining moet gaan plaatsvind...en? Of gaan we gezamenlijk in de aanloop naar een nieuw akkoord samen de schouders eronder zetten om uitgevoerd te krijgen wat wordt gewenst?

  • Derk Runhaar

    huisarts, Oostzaan

    Beste Niels, dank voor je belangrijke artikel. Ik sta erg achter je oproep om ons als huisarts niet te belangrijk te maken. Veel problemen kunnen anderen veel beter oplossen. Slechts bij een medisch probleem kan de huisarts soms helpen. Van medicalis...eren van niet-medische problemen is nog nooit iemand beter geworden. Maar je oproep voor grotere praktijken snap ik daarom niet goed. Waarom meer personeel aannemen die onder jouw medische verantwoordelijkheid werken? Waarom zo groot worden dat je managers nodig hebt?

    Ligt de oplossing niet veel meer in het bewaken van grenzen? Een klein functioneel team rond de patiënt. Een huisarts met een eigen generalistische assistente en een eigen generalistische verpleegkundige. Bij parttimers een vast back-up team. Zo weinig mogelijk verschillende gezichten per patiënt. Zo weinig mogelijk opgeknipt in protocollen en ziektespecifieke zorgstraten. Grote vrijheid om het juiste te doen. Wordt het praktijkhouderschap daar niet veel aantrekkelijker van? En belangrijker: kunnen we zo niet veel beter zorgen voor onze zieken en kwetsbaren?

    De discussie is geopend. We moeten nadenken over innovatieve oplossingen om huisartsenzorg toekomstbestendig te houden. Maar laten we niet het kind met het badwater weggooien. Laten we huisartsgeneeskunde niet verworden tot eerstelijnsgeneeskunde.

  • GJ Bonte

    Neuroloog, Dalfsen

    Ik denk dat Herman Suichies de spijker op zijn kop slaat! Hier staan de problemen waar de huisartsgeneeskunde mee kampt, in amper twee A4-tjes zo duidelijk en kernachtig samengevat, dat ik het echt niet beter zou kunnen. En dit inzicht moet ook echt ...van de huisartsen zelf komen, niet van de buitenwacht.

    Huisartsen zijn de poortwachters van de zorg, die lang 90% van de zorg voor rekening namen voor 10% van het budget. Elke euro die je goed besteedt in de huisartsgeneeskunde, spaart een veelvoud uit in de 2e lijn. Maar dan moet ie wel de tijd, de middelen en de opleiding krijgen die hem in staat stelt dat te doen. En last but not least, ook de beroepsopvatting hebben die bij een huisarts past.

    En daar schort het nog al aan. Tijd (langere consulten, 10 minuten is echt niet meer van deze tijd), geld (waarom moet een huisarts minder verdienen dan een medisch specialist?), opleiding (huisartsgeneeskunde is een medisch vak, maar verwordt steeds meer tot een psychologisch drama in drie akten), maar vooral ook de beroepsopvatting!

    Ik krijg steeds meer verwijzingen die alleen maar het gevolg zijn van een gebrek aan tijd, kennis en interesse van de huisarts. En ik vind het niet erg om het werk van de huisarts te doen, maar ben wel een stuk duurder! En ik zie een stuk minder patienten dan de huisarts per dag.

  • Herman Suichies

    Huisarts, Eefde

    Overigens is praktijkverkleining geen conservatief geluid. In Alaska zijn het afgelopen decennium grote onpersoonlijke Primark healthcare organisaties omgevormd naar kleine, 1400 patiënten grote organisaties. Met daverend succes. Van eerstelijnsgenee...skunde terug naar huisartsgeneeskunde.
    En inderdaad, dat de opleiding niet vol komt is een probleem. Maar de diepere oorzaak is de onaantrekkelijkheid van de praktijkhouder. Dáár zal dus iets moeten veranderen. Hoe? Je maakt een denkfout als je zegt dat praktijkverkleining minder inkomsten genereert. De NZa heeft een norminkomen bepaald voor huisartsen. Dat zal dus moeten worden gehaald met een kwart of een derde minder patiënten. Dus zullen 4 patiënten per uur hetzelfde moeten opleveren dan de 6 van nu. Grofweg zullen inschrijf en consulttarieven dus met 30-50% moeten stijgen. Het kost geld. Maar bedenk dat huisartsenzorg zeer efficiënt is. 10% minder 2e Lijnszorg en je kan het budget voor huisartsenzorg bijna verdubbelen. Maar meer geld zal dan ook vergezeld moeten gaan met wezenlijke veranderingen, ook in het financieringssysteem. Maar als huisartsen met veel minder werkdruk een redelijk inkomen kunnen verwerven i.p.v. zoals nu alleen maar in te leveren zal de aantrekkelijkheid toenemen. Ook zou de overheid wel iets terug mogen eisen voor hun grotendeels gefinancierde 10jarige studie huisartsgeneeskunde. 10 jaar minstens 4 dagen per week werken of in de periferie werken. Elders in de wereld is dat heel gebruikelijk. Huisarts zijn is een beroep, geen hobby.
    Al met al pleit ik dus voor fundamentele veranderingen met terugkeer naar kleinschaligheid. Zorgverzekeraars zijn in die fundamentele veranderingen overigens niet nodig. Ze zijn eerder stoorzender dan oplossingsgericht. 2/2
    Herman Suichies

  • Herman Suichies

    Huisarts, Eefde

    Beste Niels
    Ik verschil fundamenteel van mening over jouw oplossing van het huisartsentekort. Je zegt dat er een tekort aan huisartsen is. Er is geen tekort. Er is een grote pool van waarnemende huisartsen. Je geeft zelf al aan dat er de laatste 10 ...jaar 21% meer huisartsen bij zijn gekomen en maar 9% meer uren. Direct de vinger op de zere plek: de beroepsopvatting van de nieuwe generatie (vrouwelijke) huisartsen is veranderd. Niet het aantal, maar de beroepsopvatting is dus het probleem. Die zorgt voor een ernstig tekort aan praktijkhouders, huisartsen die voor eigen rekening en risico huisartsgeneeskunde willen bedrijven. Daar zal iets moeten gebeuren, waarover later meer
    Je noemt de anw zorg op de huisartsenpost als voorbeeld om in de dagpraktijk te volgen. Vindt je echt dat de kwaliteit van spoedzorg daardoor beter is geworden? De spoedgeneeskunde aldaar is defensiever geworden, productiewerk, waar zowel patiënten als huisartsen meer ontevreden zijn dan die in kleinschalige dienstenstructuren. Bovendien nog veel duurder ook.
    Je wil voor aanpak van complexe vragen of psychosociale problematiek meer hulppersoneel, meer delegeren naar POH's, NP’s DM verpleegkundigen etc. Je merkt daarbij opmerkelijk genoeg op, dat tekorten aan personeel zijn op te lossen door part timers meer te laten werken en lonen te verhogen. Overigens is dat wel aan de politiek. Als het daar kan waarom kan het dan niet bij huisartsen?
    Generalistische, persoonsgerichte en continue zorg is de kern van ons vak. Nog steeds. Je gaat volledig voorbij aan wat de patiënt wil. Die wil snelle en ruime toegang en hun eigen dokter. En dat kan je alleen geven als je je patiënt kent en er de tijd voor kan nemen. Teveel is de patiënt al “opgeknipt” middels ziektebeelden en verdwijnt in het doolhof van hulppersoneel. Je kan geen zorg controleren of delegeren van een patiënt die je niet kent! 1/2

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.