Laatste nieuws
R. Stienstra en A. Dahan
7 minuten leestijd

Pijnstilling bij baren

Plaats een reactie

Remifentanil geen alternatief voor epidurale analgesie



De meest effectieve vorm van pijnbestrijding tijdens de bevalling is epidurale analgesie. Maar daarvoor is een anesthesioloog nodig en die is niet altijd aanwezig. Vandaar dat het gebruik van remifentanil een hoge vlucht neemt in de Nederlandse verloskamers. Een zorgelijke ontwikkeling.


Pijn tijdens de baring kan variëren van mild tot de ergst denkbare pijn.1 2 Dit wordt door zwangeren nog steeds vaak miskend, zoals blijkt uit een recentelijk gepubliceerde systematische review waarin wordt beschreven dat er een groot gat gaapt tussen enerzijds de verwachtingen van zwangeren met betrekking tot de te verwachten pijn tijdens de bevalling en anderzijds de daadwerkelijke ervaringen.3



Pijnbestrijding tijdens de bevalling kan daarom noodzakelijk zijn. Er zijn verschillende vormen van pijnbestrijding, variërend van psychoprofylaxe en transcutane elektrische neurostimulatie (TENS) tot parenteraal toegediende opiaten en centrale neuraxisblokkade. Hoewel aan iedere vorm van pijnbestrijding ook nadelen kleven, bestaat er internationaal consensus dat centrale neuraxisblokkade in de vorm van epidurale analgesie (EA) of sequentiële spinale/epidurale analgesie de gouden standaard is bij ernstige of onhoudbare pijn.4



Van het in de obstetrie veel gebruikte opiaat pethidine is bijvoorbeeld aangetoond dat het in vergelijking met EA veel minder effectief is en meer bijwerkingen heeft.5 Gezien de hoge mate van effectiviteit en het ontbreken van negatieve bijwerkingen van intraveneus of intramusculair toegediende opiaten, hypnotica en sedativa werd vijftien jaar geleden al gesteld dat EA bij afwezigheid van contra-indicaties beschikbaar moet zijn voor alle barende vrouwen die daarom vragen.6



Weinig subtiel


In Nederland wordt sinds enige tijd een lans gebroken voor pijnstilling met behulp van intraveneuze remifentanil PCA (patient controlled analgesia; een methode waarbij de patiënt binnen door de behandelaars vastgestelde grenzen zelf haar/zijn pijnstilling regelt door middel van een drukknop die een intraveneuze bolus remifentanil genereert). In de landelijke pers is remifentanil PCA op weinig subtiele wijze gepresenteerd en daarbij is zelfs de indruk gewekt dat hier sprake is van een doorbraak op het gebied van pijnstilling tijdens de bevalling en dat remifentanil PCA gelijkwaardig is aan EA. Dit is echter niet gebaseerd op beschikbare feiten uit de literatuur.



Inmiddels wordt remifentanil PCA in tien­tallen Nederlandse ziekenhuizen in de verloskamers toegepast. Dit is opmerkelijk, omdat Nederland met een prevalentie van EA tijdens de partus van 6 procent ver achterblijft bij de ons omringende landen, maar met de huidige grootschalige toediening van remifentanil op de verloskamers internationaal gezien voor de troepen uitloopt.7



Uit de literatuur blijkt dat remifentanil PCA pijnstilling geeft die in de verschillende studies varieert van onvoldoende tot goed; in geen enkele studie komt de gemiddelde visueel analoge schaal (VAS) echter onder de 3 cm, in de meeste studies blijft de VAS >4,5 cm, zodat gemiddeld sprake is van een matige pijnstilling. Als bijwerking wordt sedatie frequent gemeld, in mindere mate misselijkheid en desaturatie.



Misvatting


Pijnbestrijding tijdens de baring is in Nederland een beladen issue. De meeste vormen van pijnbestrijding, zoals de (inmiddels in Nederland niet meer toegepaste) inhalatie van lachgas en intramusculaire of intraveneuze toediening van pethidine, vinden onder de verantwoordelijkheid van de obstetricus plaats. Voor de meest efficiënte vorm van pijnbestrijding, EA, is echter de expertise van de anesthesioloog vereist. Een toename in de vraag naar efficiënte pijnbestrijding betekent dan ook een toename van de werkbelasting voor de anesthesioloog. In Nederland heeft dit gegeven de laatste vijftien jaar de discussie grotendeels bepaald, met een voor de barende vrouw teleurstellend resultaat: op grond van financiële en disutility-overwegingen is EA tijdens de baring in veel ziekenhuizen niet, of alleen overdag beschikbaar.



De plotselinge grote populariteit van remifentanil PCA in een aantal Nederlandse ziekenhuizen is niet te verklaren op grond van het effectiviteitsprofiel zoals dat uit de literatuur naar voren komt. De meeste auteurs noemen remifentanil PCA een mogelijkheid als EA gecontra-indiceerd is, daarmee impliciet aangevend dat de kwaliteit van de pijnbestrijding met remifentanil PCA niet kan concurreren met die van EA. De enige tot nu toe gepubliceerde studie waarin remifentanil PCA (overigens gedurende een observatieperiode van slechts 60 minuten) met EA wordt vergeleken, toont inderdaad aan dat de VAS-scores met EA significant lager zijn.8 Het is dan ook een misvatting dat remifentanil PCA een gelijkwaardig alternatief voor EA is.



Risico’s


Wellicht is de grote populariteit van remifentanil PCA te verklaren vanuit het unieke Nederlandse perspectief dat in veel ziekenhuizen EA niet 24 uur per dag beschikbaar is: remifentanil PCA heeft nauwelijks gevolgen voor de werklast en disutility van de anesthesioloog, EA heeft dat wel. De kwaliteit van de pijnstilling lijkt daarbij onderbelicht te raken.



Er kleven risico’s aan een organisatie van pijnbestrijding op de verloskamers waar remifentanil PCA onder verantwoordelijkheid van de obstetricus wordt toegediend. In de voor de beroepsgroep bestemde bijsluiter van remifentanil staat dat het middel alleen mag worden toegediend in een omgeving die volledig is uitgerust met apparatuur voor het monitoren en ondersteunen van de ademhalings- en cardiovasculaire functies, iets waaraan de gemiddelde verloskamer niet voldoet. In dezelfde bijsluiter staat tevens dat remifentanil alleen mag worden toegediend door personen die specifiek zijn opgeleid in het gebruik van anesthetica en in staat zijn om de te verwachten bijwerkingen van potente opioïden te herkennen en te behandelen (inclusief respiratoire en cardiale reanimatie), iets waaraan, met alle respect, de gemiddelde obstetricus niet voldoet.



Kanttekeningen


Op grond van de beschikbare literatuur lijken twee conclusies gewettigd: remifentanil PCA is effectiever dan (intramusculair toegediende) pethidine, maar minder effectief dan EA. Remifentanil PCA in plaats van EA is dan ook geen optie, behalve als er een (relatieve) contra-indicatie voor EA bestaat. Op grond van de grotere effectiviteit is echter wel denkbaar dat remifentanil PCA de plaats van pethidine inneemt, waarbij wij de volgende kanttekeningen willen plaatsen:



- De Nederlandse obstetricus is niet gewend om potente opiaten intraveneus toe te dienen. Pethidine wordt meestal intramusculair toegediend en ook bij de in Nederland gebruikelijke intraveneuze doseringen van pethidine is de kans op levensbedreigende maternale adem­depressie zeer gering. Routinemonitoring wordt hierbij dan ook niet of nauwelijks toegepast.



- Obstetrici en personeel van de verloskamers zijn niet getraind in het herkennen en behandelen van (levensbedreigende) ademdepressie.


- Het aantal in de literatuur beschreven barende vrouwen aan wie remifentanil PCA is toegediend, is relatief gering, het aantal gerapporteerde bijwerkingen is relatief groot en in alle studies werd aan strikte criteria met betrekking tot de monitoring voldaan.



Tweede keuze


Vrouwen die remifentanil PCA krijgen toegediend, moeten continu worden gemonitord en op de verloskamers hoort continu personeel aanwezig te zijn dat een ademdepressie en/of respiratoire insufficiëntie onmiddellijk kan herkennen en behandelen. De anesthesioloog kan niet continu op de verloskamers aanwezig zijn en hij kan deze rol niet op afstand vervullen. De obstetricus die besluit om remifentanil PCA toe te dienen, moet zichzelf dan ook ervan vergewissen dat aan alle criteria voor een veilige toediening is voldaan. Wij pleiten ervoor dat de anesthesioloog wel medeverantwoordelijk is voor de randvoorwaarden waarbinnen toediening van remifentanil PCA plaatsvindt en een centrale rol speelt in de scholing van alle betrokkenen.



De eerste keus met betrekking tot pijnbestrijding tijdens de partus blijft EA; remifentanil PCA is geen alternatief dat hiervoor in de plaats kan komen. Alleen als er een (relatieve) contra-indicatie bestaat voor EA is remifentanil PCA een mogelijke tweede keuze. 



dr. R. Stienstra, chef de clinique en hoofd Acute Pijn Service, afdeling Anesthesiologie LUMC


prof. dr. A. Dahan, hoofd wetenschap, afdeling Anesthesiologie LUMC



Correspondentieadres:

r.stienstra@lumc.nl

;


c.c.:

redactie@medischcontact.nl

 


Geen belangenverstrengeling gemeld.






PDF van dit artikel



MC-artikelen:


Bepaald geen luxe: epidurale analgesie tijdens de bevalling.

J.G. Nijhuis. MC 15 - 15 april 2005 


Anesthesiologen tegen richtlijn pijnbestrijding bij baring

(Nieuwsreflex). MC 16 - 16 april 2004


Pijnbestrijding bij baring

(brieven). R. Stienstra MC 22 - 28 mei 2004




Referenties Stienstra


1. Niven C, Gijsbers K. A study of labour pain using the McGill Pain Questionnaire. Soc Sci Med 1984; 19: 1347-51.


2. Melzack R, Kinch R, Dobkin P, Lebrun M, Taenzer P. Severity of labour pain: influence of physical as well as psychologic variables. Can Med Assoc J 1984; 130: 579-84.


3. Lally JE, Murtagh MJ, Macphail S, Thomson RG. More in hope than expectation: Women’s experience and expectations of pain relief in labour: A review. BMC Med 2008; 6: 7.


4. Marx GF. Historical development of obstetrical anesthesia. Anaesthesist 1987; 36: 537-40.


5. Sheiner E, Shoham-Vardi I, Sheiner EK et al. A comparison between the effectiveness of epidural analgesia and parenteral pethidine during labor. Arch Gynecol Obstet 2000; 263: 95-8.


6. Lurie S, Priscu V. Update on epidural analgesia during labor and delivery. Eur J Obstet Gynecol Reprod Biol 1993; 49: 147-53.


7. Bron: Landelijke Verloskundige Registratie 2005.


8. Volmanen P, Sarvela J, Akural EI, Raudaskoski T, Korttila K, Alahuhta S. Intravenous remifentanil vs. epidural levobupivacaine with fentanyl for pain relief in early labour: a randomised, controlled, double-blinded study. Acta Anaesthesiol Scand 2008; 52: 249-55.




Referenties KN0V


1. Krol B, Groothoff JW. Eerstelijns-verloskunde vanuit cliëntenperspectief. Groningen: Noordelijk Centrum voor gezondheidsvraagstukken, sectie Toegepast onderzoek.; 2001.


2. Hodnett E. Home-like versus conventional institutional settings for birth. Cochrane database Syst Rev 2002 (2). 13-6-2001. Oxford: Update Software.


3. Hodnett ED. Continuity of caregivers for care during pregnancy and childbirth. Cochrane.Database.Syst.Rev 2003 (3): CD003766.


4. Hodnett E. Pain and a womans satisfactions with the experience of childbirth: A systematic review. Am J Obstet Gynecol. 2002; 186 (5): S160-S172.



Referentie NVOG


1. Harbers J, Drogtrop A, Ieperen R van. Remifentanil is safe and effective for patient controlled intravenous analgesia during labour: the results in 305 parturients. International Journal of Obstetric Anaesthesia, mei 2008 (17) S52.

reanimatie bevalling lachgas
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.