Overstapregeling vereist twintig uur werken

Vrijgevestigde artsen die gebruik willen maken van een overstapregeling om in loondienst te werken, moeten een verklaring van hun toekomstige werkgever kunnen overleggen waaruit blijkt dat zij daar minstens twintig uur in de week werkzaam zijn. Dat blijkt uit de woensdag gepubliceerde regeling.

Minister Edith Schippers (VWS) maakte eind 2016 bekend dat ze in totaal 10 miljoen euro beschikbaar stelt als vergoeding voor artsen die in de jaren 2017 tot 2019 willen overstappen naar loondienst. Dat betekent een vervolg van de subsidieregeling die ze in 2015 in het leven riep en in 2016 voor het eerst verlengde. De voorwaarden van de nieuwe verlenging waren nog niet bekend, maar nu de regeling is gepubliceerd blijkt dat deze onveranderd blijven.

Zo bestond de eis dat een arts minstens twintig uur specialistenwerk verricht in de instelling waar hij in dienst wil treden op zich al. Maar in de praktijk bleek dat uit de bestaande vestigingsovereenkomsten niet altijd viel af te leiden hoeveel uur een specialist zijn beroep daar uitoefende, licht Schippers toe. Als dat nodig is, verwacht het ministerie bij een subsidieaanvraag dan ook een verklaring hierover te krijgen, die is ondertekend door arts en instelling.

Met de vergoeding, 100.000 euro per arts, kunnen specialisten onkosten voor met name eerder betaalde goodwill dekken. Voor artsen betekent de driejarige verlenging de laatste kans: dergelijke subsidieregelingen mogen maar voor maximaal vijf jaar bestaan.

VWS: Aanbieding subsidieregeling overgang integrale tarieven medisch specialistische zorg 2017-2019