Laatste nieuws
A.M.E. van Well c.s.
6 minuten leestijd

Onnodig thuis

Plaats een reactie

Ziekteverzuim na liesbreukcorrectie

Als het aan de chirurg ligt, kan iemand na het ondergaan van een liesbreukcorrectie direct weer aan het werk. Niet de chirurg bepaalt echter het tijdstip van werkhervatting, maar de bedrijfsarts. En die adviseert meestal een arbeidsonderbreking van enkele weken. Gevolg: hoge maatschappelijke kosten.

Liesbreukcorrectie is een van de frequentst uitgevoerde electieve ingrepen. Het risico om tijdens het leven een liesbreukcorrectie te moeten ondergaan ligt voor mannen op 27 procent en voor vrouwen op 3 procent.

In Nederland worden jaarlijks ongeveer 26.000 liesbreukcorrecties uitgevoerd, waarvan de helft bij patiënten tussen de 14 en 65 jaar.

Was het tot voor enkele jaren geleden nog de gewoonte om patiënten na een liesbreukcorrectie enkele dagen op te nemen,

nu wordt 36 procent van de ingrepen in dagbehandeling uitgevoerd. Dit is mede mogelijk omdat het vaak om patiënten gaat die voor de rest gezond zijn.

De gemiddelde totale ziekenhuiskosten bedragen 628 euro per patiënt voor een open liesbreukcorrectie en 1097 euro voor een endoscopisch uitgevoerde liesbreukcorrectie. De gemiddelde maatschappelijke kosten zijn echter aanmerkelijk hoger: respectievelijk 2116 en 2231 euro per patiënt.4 Deze kosten worden voor een belangrijk deel veroorzaakt door het ziekteverzuim.

In Nederland adviseert de bedrijfsarts en niet de behandelend specialist omtrent werkhervatting. En de bedrijfsarts adviseert iemand die een liesbreukcorrectie heeft ondergaan zijn werkzaamheden pas na geruime tijd weer op te vatten. Dit, terwijl verschillende wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat ongeacht de methode van liesbreukcorrectie het vroegtijdig ofwel direct hervatten van de normale dagelijkse activiteiten en werkzaamheden geen invloed heeft op het optreden van recidief of andere complicaties5 6 Om inzicht te krijgen in welke mate bedrijfsartsen rekening houden met de huidige ontwikkelingen binnen de liesbreukchirurgie, is in de regio Rotterdam een onderzoek uitgevoerd.

Algemeen advies


Alle in het geneeskundig jaarboek geregistreerde bedrijfsartsen in de regio Rotterdam kregen een enquêteformulier toegezonden waarin hun werd gevraagd welk advies wat betreft werkhervatting zij hun patiënten geven na een liesbreukcorrectie. Onderscheid werd gemaakt naar verschillende typen liesbreukcorrectie en naar de zwaarte van het werk van de patiënt.

Van de 119 verstuurde enquêtes werden er 80 volledig ingevuld teruggezonden, een responsratio van 67 procent. Het gemiddeld aantal ervaringsjaren van de bedrijfsartsen was 8 jaar (0,3-24 jaar).

Het meest gegeven algemene advies (40%) was, ongeacht de methode van liesbreukcorrectie, om 2 tot 4 weken niet te werken. Van de bedrijfsartsen gaf 70 procent aan dat zij bij hun advies geen rekening hielden met de verschillende methoden van liesbreukcorrectie. Maar ook het advies van degenen die wel onderscheid maakten tussen de verschillende operatiemethoden varieerde van een werkonderbreking van 2 tot 4 weken en 4 tot 6 weken.

Wel gaf 88 procent van de bedrijfsartsen aan rekening te houden met de zwaarte van het werk van de patiënt. Bij licht werk adviseerden zij 1 tot 4 weken arbeidsonderbreking, bij matig zwaar werk 2 tot 4 weken en bij zwaar werk zelfs 4 tot 6 weken. Als reden gaf men voornamelijk het risico op een recidief aan.

Studies

Wetenschappelijk onderzoek naar de verschillende typen van liesbreukcorrectie met mat wijst uit dat de resultaten voor wat betreft het risico op recidief bij korte- en langetermijn- follow-up zo goed als vergelijkbaar zijn.

Verder laten verschillende studies zien dat er geen relatie bestaat tussen het al dan niet vroegtijdig hervatten van de dagelijkse activiteiten of werkzaamheden en het optreden van een recidief.

Deze resultaten worden bevestigd door vergelijkend onderzoek door de EU Hernia Trialists Collaboration waarin tevens wordt beschreven dat bij laparoscopische liesbreukcorrectie minder postoperatieve pijnklachten optreden en snellere werkhervatting mogelijk is.

Er bestaan geen contra-indicaties voor het direct postoperatief hervatten van de normale dagelijkse activiteiten.

Desondanks ziet men ook in recente studies naar postoperatieve werkhervatting periodes van werkonderbreking van 6 tot 30 dagen, zowel voor open als laparoscopische liesbreukcorrectie met of zonder mat.

Ook de enquête toont aan dat er een tendens bestaat om patiënten 2 tot 6 weken arbeidsonderbreking te adviseren, ongeacht het type liesbreukcorrectie.

Redenen
Uit het feit dat 88 procent van de ondervraagde bedrijfsartsen als belangrijkste reden voor het langdurige ziekteverzuim het risico van een recidief aangeeft, blijkt dat ze nog vrijwel geen rekening houden met de wetenschappelijke gezichtspunten. Zeer waarschijnlijk speelt hierbij onbekendheid met de huidige technieken en inzichten een belangrijke rol.

Er zijn echter ook andere factoren die invloed hebben op de duur van arbeidsonderbreking. Jones et al. tonen in een recente studie naar werkhervatting na open liesbreukcorrecties zonder mat aan dat vooral socio-economische factoren en de verwachtingen van de patiënt en de behandelend arts bepalend zijn voor de duur van arbeidsonderbreking.

Met name het type werk, zelfstandig of in dienstverband werken, en de hoogte van de ziektekostenuitkering zijn belangrijke parameters in het al dan niet vroeg hervatten van de werkzaamheden.

Patiënten die werken als zelfstandig ondernemer gaan sneller weer aan het werk dan degenen die in dienstverband werken; de zelfstandig ondernemer hervat zijn werkzaamheden over het algemeen zelfs eerder dan geadviseerd.

Ook de peri-operatieve voorlichting over het postoperatief herstel en de te verwachten duur van arbeidsonderbreking heeft een belangrijke invloed op de duur van het postoperatief herstel.

Patiënten die door hun behandelend arts worden gestimuleerd snel weer aan het werk te gaan, hervatten eerder hun werkzaamheden.

Haalbaar


De resultaten van de enquête laten zien dat hoewel wetenschappelijk onderzoek uitwijst dat snelle werkhervatting na liesbreukcorrecties mogelijk is - hetgeen een aanzienlijke reductie van de maatschappelijke kosten zou inhouden - dit in de praktijk nog geen gemeengoed is geworden.

Hoewel het medisch gezien mogelijk is om direct postoperatief de normale werkzaamheden te hervatten blijkt dit in de praktijk slechts zelden haalbaar te zijn. De bedrijfsarts wordt, anders dan de chirurg, geconfronteerd met de postoperatieve klachten en onzekerheden van de patiënt en met de verwachtingen van de werkgever.

Gaat men uit van een ongecompliceerde ingreep bij een verder gezonde patiënt en een normale wondgenezing, dan lijkt werkonderbreking van maximaal één week postoperatief realistisch. Om dit ook in de praktijk te kunnen waarmaken moeten er, in nauw overleg tussen chirurgen, bedrijfsartsen en huisartsen, algemene richtlijnen worden opgesteld wat betreft het postoperatief beleid na liesbreukcorrecties. Verder moeten zowel de bedrijfsartsen als de patiënten betere voorlichting krijgen over de huidige wetenschappelijke inzichten.

A.M.E. van Well,

A.L.A. van IJsseldijk,

H.J.Bonjer,

afdeling Heelkunde Academisch Ziekenhuis Rotterdam-Dijkzigt

W.W. Vrijland,

K.J. Brouwer,

beiden chirurg, afdeling Heelkunde Medisch Centrum Rijnmond-Zuid

K. de Boer,

bedrijfsarts, afdeling Bedrijfsgeneeskunde Medisch Centrum Rijnmond-Zuid

Correspondentieadres:A.M.E. van Well, Algemene Heelkunde, AZR Dijkzigt, Postbus 2040, 3000 CA Rotterdam

Referenties
1. Jaarboek/-diskette LMIR 1985-1995. SIG zorginformatie 2. Jaardiskette LMR 2000, Prismant. 3. Primatesta P, Goldacre MJ. Inguinal hernia repair: incidence of elective and emergency surgery, readmission and mortality. Int J Epidemiology 1996; 25: 835-839. 4. Liem MS, Halsema JAM, Graaf Y van de et al. Cost-Effectiveness of extraperitoneal laparoscopic hernia repair: a randomized comparison with conventional herniorrhaphy. Ann Surg 1997; 226: 668-76. 5. Lichtenstein IL. Herniorrhaphy, a personal experience with 6,321 cases. A J Surg 1987; 153: 553-9. 6. Lichtenstein IL, Shulman G, Amid PK. The tension-free hernioplasty. A J Surg 1989; 157: 188-193. 7. RutkowIM. The recurrence rate in hernia surgery. Arch Surg 1995; 130: 575-6. 8. Stoker DL, Spiegeihalter DJ, Singh R, WeliwoodJM. Laparoscopic versus open inguinal hernia repair: randomised prospective trial. The Lancet 1 994; 343: 1243-5. 9. Metzger J, Lutz N, Laidlaw I. Guidelines for inguinal hernia repair in everyday practice. Ann R Coll Surg Engl 2001; 83 : 209-14. 10. Amid PK, Shulman AG, Lichtenstein IL. A critical evaluation of the Lichtenstein tension-free hernioplasty. Int Surg 1994; 79: 76-9. 11. Bourke BJ, Taylor M. Early return to work after hernia repair. Br J Surg 1978; 65: 728-31. 12. Taylor EW, Dewar EP. Early return to work after repair of a unilateral inguinal hernia. BIS 1983; 70: 599-600. 13. EU Hernia Trialists Collaboration. Mesh compared with non-mesh methods of open groin hernia repair: systematic review of randomised controlled trials. BJS 2000; 87: 854-9. 14. EU Hernia Trialists Collaboration. Laparoscopic compared with open methods of groin hernia repair: systematic review of randomised controlled trials. BJS 2000; 87: 860-7. 15. Jones KR, Burney RE, Peterson M. Return to work after inguinal hernia repair. Surgery 2001; 129: 128-35. 16. Salcedo-WasicekMC, Thiriby RC. Postoperative course after inguinal herniorrhaphy. A case controlled comparison of patients receiving workers' compensation vs patients with commercial insurance. Arch Surg 1995; 130: 29-32. 17. Bourke JB, Taylor M, Lear PA. Effect of early return to work after elective hernia repair: clinical and financial consequences at one year and three years. Lancet 1981; 19: 623-5. 18. Shulman AG, Amid PK, Lichtenstein IL. Returning to work after herniorrhaphy. BMJ 1994; 309: 216-7. 19. Rider MA, Baker DM, Locker A. Return to work after inguinal hernia repair. BJS 1993; 80: 745-6. 20. Callesen T, Klarskov B, Bech K, Kehlet H. Short convalescence after inguinal herniorrhaphy with standardised recommendations: durations and reasons for delayed return to work. E J Surg 1999;165: 236-41.

Samenvatting:

Dit artikel won in 2003 de Zilveren Zeepkist. Meer informatie hierover en alle andere winnaars van de prijs vindt u in het bijbehorende dossier.

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.