Laatste nieuws
Frank Bosch Yvo Smulders
6 minuten leestijd
levenseinde

Niet-reanimeren-penning is geen oplossing

1 reactie

OPINIE

Beslissingen rondom het levenseinde verdienen meer zorgvuldigheid

In plaats van duidelijkheid, creëert de niet-reanimeren-penning eerder verwarring, zeggen de internisten Bosch en Smulders. Zij kregen de nodige kritiek te verduren toen zij dit standpunt naar buiten brachten.

De reanimeer-mij-niet-penning, die via de website van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) besteld kan worden, zorgde de afgelopen maanden voor beroering. Eigenlijk is dat opvallend, want de penning bestaat al jaren. Maar nadat het NOS-journaal er op 11 augustus aandacht aan besteedde, kwamen er reacties los uit het veld, waaronder een ingezonden artikel van ons in het dagblad Trouw. Dat artikel had een aantal kernboodschappen.

• Velen (onder andere de NVVE) stellen dat de niet-reanimeerpenning onder alle omstandigheden een absoluut behandelverbod behelst; dit is naar onze mening onjuist. Wij kennen geen jurisprudentie die dat bevestigt.

• De discussie over al of niet reanimeren hoort de spreekkamer niet over te slaan, zowel in het belang van adequate informatievoorziening, als van vaststelling van wils- en oordeelsbekwaamheid.

• De penning levert maar heel weinig informatie, veel minder dan een wilsverklaring of andere medische informatie kan bevatten.

• Zorgverleners kunnen voor moeilijke dilemma’s komen te staan als zij geconfronteerd worden met een patiënt met een penning zonder verdere gegevens.

Vervolgens kregen wij veel positieve en negatieve reacties. Om die reden willen we enkele aspecten toelichten.

Prognose steeds beter
We leven in een tijd waarin reanimatie vaak wordt uitgevoerd. In Nederland zijn rond de zeventigduizend automatische externe defibrillatoren aanwezig; in winkelcentra, sportkantines en grote openbare gebouwen. Er is een systematiek opgezet van geschoolde hulpverleners die snel naar de plaats des onheils kunnen gaan en dan ondersteund worden door ambulance- en/of brandweerpersoneel. Deze systematiek is er mede oorzaak van dat de prognose van een reanimatie buiten het ziekenhuis in de loop der jaren steeds beter is geworden. Recent onderzoek maakt aannemelijk dat dit ook voor ouderen geldt.

De heterogeniteit van de prognose is nog belangrijker dan de algemene trend in prognose. Bij een ‘witnessed arrest’ op basis van ventrikelfibrilleren is de prognose, zeker met een AED, relatief goed. Ook bijvoorbeeld een spanningspneumothorax kan een reversibele oorzaak van een circulatiestilstand zijn. Bij veel andere oorzaken (vaak bij comorbiditeit) is reanimatie niet zinvol.

Penning ‘tweede keuze’
Waarom is de penning hoogstens ‘tweede keuze’ om je wensen kenbaar te maken?
In de eerste plaats wordt bij een acute hartstilstand snel opgetreden. Het slachtoffer is meestal gekleed en het is dus niet altijd zo dat die penning eerder gevonden wordt dan een brief in een portefeuille of handtas. Op het moment dat iemand acuut onwel wordt, zullen hulpverleners niet alleen medische handelingen uitvoeren, maar ook op zoek gaan naar nadere informatie: telefoonnummers, medische gegevens, medicijnlijst, et cetera. Als er dan alleen een penning gevonden wordt, zal dat vooral verwarring creëren. Er moeten dan allerlei slecht gefundeerde beslissingen genomen worden.

Verder heeft minister Klink, destijds verantwoordelijk voor gezondheidszorg, in een brief aan de Kamer over de penning (21 september 2010) zorgvuldigheidseisen aan de leverancier van de penning gesteld. Zo stelt de minister dat ‘degene die een niet-reanimerenpenning of -verklaring afgeeft, gelet op artikel 7:450 BW, zich ervan zal moeten overtuigen of de aanvrager bij de aanvraag voor het vervaardigen van de wilsverklaring tot de noodzakelijke redelijke waardering van zijn belangen in staat is’. Voor zover valt na te gaan, gebeurt dat op dit moment niet.

Tevens benadrukt de minister, verwijzend naar de WGBO, dat er gegronde redenen kunnen zijn om van de niet-reanimerenpenning af te wijken. Vooral deze verdient de aandacht: ‘In dit licht acht ik de prognose op het kunnen opheffen van een circulatiestilstand zonder dat de patiënt hier enig restverschijnsel aan overhoudt, eveneens een gegronde reden.’ Wij vragen ons af of mensen die zo’n penning dragen, weten dat ze dus gereanimeerd mogen worden bij een adem- en hartstilstand bij verslikking bijvoorbeeld. En hoe zit dat dan bij een hartinfarct, waarbij het ventrikelfibrilleren geen extra schade toebrengt boven op de schade door het infarct?

Wij hebben geen directe antwoorden. Het gaat bij gecollabeerde mensen altijd om acute en onoverzichtelijke situaties, waarin een hulpverlener vaak maar enkele minuten heeft om te beoordelen of er een snel reversibele oorzaak is. Als in die paar minuten geen basic life support mag worden gegeven, vervalt sowieso het uitzicht op een goede uitkomst. Het argument dat dit nu eenmaal een risico is dat de patiënt heeft genomen, geldt naar onze mening alleen bij gegarandeerde informatievoorziening en gedegen verificatie van wils- en oordeelsbekwaamheid.

Complexe dilemma’s
De KNMG reageerde met een persbericht op 12 september.1 Dit werd door Medisch Contact daags erna opgepikt.2 De tekst van het persbericht had een dubbele boodschap: ‘Ja’, zo begon de tekst, ‘de penning is een rechtsgeldig behandelverbod, waaraan een hulpverlener zich in beginsel moet houden, tenzij er concrete aanwijzingen zijn dat er een gegronde reden is om ervan af te wijken.’ Maar de tekst vervolgt met: ‘Nee, de procedure van verstrekking voldoet niet aan basale randvoorwaarden, waardoor op geen enkele wijze gecontroleerd kan worden of diezelfde gegronde redenen aanwezig zouden kunnen zijn.’ De tekst besluit dan ook terecht met de stelling dat hulpverleners hierdoor in onzekerheid verkeren.

Wij begrijpen de complexe dilemma’s die binnen de KNMG speelden bij het vaststellen van deze tekst. Tegelijkertijd stellen we vast dat het dossier hier zeker niet gesloten mag worden; het probleem van de afwezige noodzakelijke voorwaarden voor zorgvuldige verstrekking van de penning behoeft dringend aandacht. Recentelijk werden over dit onderwerp Kamervragen gesteld.3 Nu is er een kans om vanuit de beroepsgroep via de stem van de KNMG, de goede richting aan te geven.

Zorgvuldiger
Het is niet ondenkbaar dat sommigen die de penning bestellen, lijden aan een depressie of een verkeerd beeld hebben van hun medische toestand na een reanimatie. Mogelijk realiseren zij zich ook niet dat ze het risico lopen om te overlijden aan gebeurtenissen die normaliter niet fataal zijn.

Ondanks alle argumenten van anderen, blijven wij van mening dat beslissingen rondom het levenseinde zorgvuldiger moeten worden behandeld dan door het uitventen van een penning via internet. De penning blijft een belangrijk signaal, maar vooral een signaal om heel snel nadere informatie te vergaren. Wij begrijpen de argumenten en emoties van patiënten en penningdragers, en willen dat de oprechte wensen die zij hebben omtrent hun levenseinde gerespecteerd kunnen worden. Dat streven loopt geen gevaar door ‘arrogante’ of ‘paternalistische’ dokters, maar wel doordat de penning zomaar door iedereen besteld kan worden.

dr. Frank Bosch
internist/intensivist Rijnstate ziekenhuis

prof. dr. Yvo Smulders
internist/opleider VUmc


contact: fhbosch@rijnstate.nl; cc: redactie@medischcontact.nl

Geen belangenverstrengeling gemeld




Reactie artsenfederatie KNMG

De KNMG is het met de auteurs eens dat er sprake is van complexe dilemma’s. Het feit dat het over een penning gaat, maakt de discussie niet eenvoudiger. Waar het eigenlijk over zou moeten gaan is: wilsuitingen van mensen waarmee zij aangeven dat zij in bepaalde omstandigheden niet meer gereanimeerd willen worden.

Een dergelijke wilsuiting – als die al bekend is – leidt bij behandelaren, en met name in acute situaties, tot vragen en dilemma’s, en bij patiënten die hem hebben opgesteld tot onzekerheid. Daarom is het nodig om de problematiek van het formuleren, opstellen, deponeren/registreren, bekendmaken en al dan niet navolgen van dergelijke wilsuitingen grondig te beschouwen. De KNMG wil dat graag in breder verband doen. Patiënten en consumenten, de overheid, juristen en zorgverleners hebben alle een belangrijke rol in dit traject. Ons idee is om vertegenwoordigers van deze organisaties aan tafel te vragen, om te trachten hiervoor een beleid te ontwikkelen. Elke partij heeft hierin een eigen verantwoordelijkheid, en langs die lijnen zouden uiteindelijk ook de taken verdeeld moeten worden.




Zie ook het artikel van Hugo van der Wedden: Boodschap over reanimatie moet eenduidig zijn.



De dokter en de dood

Over artsen en stervende patiënten

De dood is niet van de dokter. Toch speelt het vaak een rol in het professionele artsenbestaan. In samenwerking met uitgeverij Diagnosis organiseert Medisch Contact een symposium bij het verschijnen van het boek ‘De dokter en de dood’. Zes auteurs spreken over thema’s als advance care planning, optimale zorg bij het levenseinde van patiënten en zorg voor de zorgverlener.

Donderdag 12 februari 2015  |  15.30 - 20.30 uur  |  Mediaplaza Jaarbeurs Utrecht


AANMELDEN




© ANP PHOTO
© ANP PHOTO
levenseinde opinie ouderen de dokter en de dood reanimatie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • W. van der Pol

    ziekenhuisapotheker en counselor, Delft

    Ik werd niet zo lang geleden (dit jaar nog) met spoed opgenomen op een Spoedeisende Hulp (in een niet nader te noemen plaats) met hoge koorts. Tot mijn stomme verbazing vroeg de verpleegkundige mij of ik gereanimeerd wilde worden of niet. "is mijn co...nditie dan zo slecht vroeg ik mijzelf en haar af". Nee zei ze het is de procedure. Ik weet nog dat ik antwoordde:"Oh de procedure, nee dan wil ik gereanimeerd worden".
    Achteraf vond ik het maar vreemd, nog steeds trouwens, maar ik ben er nog steeds niet helemaal uit. Een penning lijkt me niets, zonder echt te weten waarom.
    Het lijkt me goed dat de discussie op gang komt.




 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.