Laatste nieuws
Evert Bloemen
2 minuten leestijd
geestelijke gezondheidszorg

Net als ieder ander

Plaats een reactie

Meneer Al-Karqi komt op het inloopspreekuur van het gezondheidscentrum dat in het asielzoekerscentrum (AZC) is gevestigd. Hij is 67 jaar, gevlucht uit Irak en pas sinds een paar dagen in Nederland. Aan zijn pasje ziet de doktersassistente dat hij in de Tijdelijke Noodvoorziening (TNV) van het AZC zit. Dit is de opvangplek voor net aangekomen asielzoekers, voordat hun asielprocedure begint.

De heer Al-Karqi spreekt alleen Arabisch. Een asielzoeker die naast hem staat, spreekt naast Arabisch ook Engels en probeert het verhaal van Al-Karqi te vertalen. Hij heeft vooral depressieve klachten. De huisartsassistente aarzelt. Ze heeft van haar werkgever gehoord dat mensen uit een TNV alleen medisch noodzakelijke zorg krijgen en vraagt zich af of psychische klachten daaronder vallen. Ze vraagt een verpleegkundige van het gezondheidscentrum om met meneer te spreken.

Met behulp van een telefonische tolk verduidelijkt de man zijn klachten. Hij heeft nergens zin in, geen trek in eten, hij voelt zich wanhopig en zou het liefst niet meer wakker worden. Daarnaast slaapt hij slecht en moet hij de hele tijd huilen. De verpleegkundige heeft ernstige zorgen over zijn psychische toestand, maar twijfelt over de te volgen aanpak: valt depressiviteit onder medisch noodzakelijke zorg in een TNV? Ze gaat te rade bij de huisarts. Hij deelt haar zorg, zou de man vanwege een depressief beeld eigenlijk naar de ggz willen verwijzen, maar twijfelt eveneens of dit onder de zorg valt die mag worden geleverd. Ook weet hij dat de ggz een afhoudend beleid heeft ten aanzien van recent gearriveerde asielzoekers.

Huisartsen en verpleegkundigen die curatieve zorg verlenen aan asielzoekers die soms maanden in een TNV verblijven, kunnen voor lastige dilemma’s komen te staan. Voor deze groep asielzoekers is andere zorg ‘ingekocht’, namelijk medische noodzakelijke zorg. De inhoud van deze zorg wordt zeer divers uitgelegd door zowel beleidsmakers als medische professionals. Deze laatsten ervaren een druk om bepaalde zorg niet te leveren.

De signalen van artsen over dit soort dilemma’s bij de zorg aan (illegale) vreemdelingen hebben in 2007 geleid tot het rapport Arts en vreemdeling. Volgens de richtlijnen uit dit rapport mogen artsen geen onderscheid maken in de te verlenen zorg op andere dan medische gronden. Dit rapport is leidraad voor de Inspectie voor de Gezondheidszorg en medische tuchtcolleges.

‘Medisch noodzakelijke zorg’ is dus niet vrijelijk te interpreteren, maar omvat passende en verantwoorde zorg conform richtlijnen en standaarden. Dit raakt aan het wezen van de arts zoals geformuleerd in de artseneed (‘de arts zal patiënten in gelijke gevallen gelijk behandelen’). Het onthouden van zorg is het verzaken van een plicht.

Medische zorg voor asielzoekers moet zo vroeg mogelijk starten. Zij komen vaak uit (conflict-)gebieden met minimale medische zorg. Psychische problematiek ondermijnt de gezondheid van veel asielzoekers.

Zo ook bij meneer Al-Karqi. Hij hoort de zorg te krijgen die hij behoeft, en die krijgt hij ook. Hij wordt verwezen naar de ggz met het dringende verzoek meneer te behandelen. Net als ieder ander met een ernstige depressie.

Marjan Mensinga, medisch antropoloog en sociaal psychiatrisch verpleegkundige
Evert Bloemen, arts
Beiden werkzaam voor Pharos, kenniscentrum vluchtelingen, migranten en gezondheid.

KNMG: Rapport Arts en vreemdeling.

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.