Nep-acupunctuur voorkomt spanningshoofdpijn (2)

In de rubriek MediSein (MC 31-32/2005: 1270) wordt een BMJ-artikel over de invloed van acupunctuur en placebo-acupunctuur op spanningshoofdpijn besproken. Het meest opvallende van dit onderzoek wordt echter niet genoemd: bij het gebruiken van een responsdefinitie van 50 procent reductie van de hoofdpijn ten aanzien van de uitgangswaarde, bleek dat er 46 procent responders waren op acupunctuur, 35 procent op de oppervlakkige controle-acupunctuur en slechts 4 procent onder de controlepatiënten.

Was het een klinische geneesmiddelenstudie geweest over een nieuw analgeticum, dan had men de resultaten anders geïnterpreteerd. Dan had men gesteld dat controle-acupunctuur de minimaal effectieve dosis was en de verum-acupunctuur de maximaal effectieve dosis. En op basis van het feit dat er 11 procent meer responders waren in de verum-arm dan bij de controle-acupunctuur, zou elke farmaceutische industrie alleen de verum-acupunctuur, naast placebo, inzetten in een fase-III-studie. Er zou dan een grote kans zijn dat die studie zou aantonen dat de actieve arm inderdaad beter was dan de placebo-arm. Het nieuwe analgeticum zou dan aansluitend worden geregistreerd.

Verder is 46 procent responders vergelijkbaar met de werkzaamheid van 1000 mg paracetamol en beter dan tramadol (30%) volgens de zogenaamde Oxford League Table of Analgesic Efficacy’. En dit is gemeten na 4-6 uur, tijdens de C-max-waarde van het analgeticum, terwijl we weten dat er bij chronische inname frequent tolerantie optreedt.

Uit een andere recente studie over migraine, die eveneens werd gepubliceerd in BMJ, bleek dat er bij acupunctuur echter een tegenovergesteld effect optrad: negen maanden na acupunctuur is het anal-getische effect verder toe-genomen.

Bosch en Duin, augustus 2005

prof. dr. J. M. Keppel Hesselink, D. J. Kopsky, artsen, bestuursleden Stichting voor innovatief onderzoek en onderwijs van complementaire behandelwijzen (

www.IOCOB.nl

)