Minder opleidingsplekken bij interne, SEH en anesthesiologie

Bij vijftien medische specialismen verdwijnen volgend jaar opleidingsplekken. Vooral bij interne geneeskunde, spoedeisende geneeskunde en anesthesiologie verdwijnen plaatsen. Maar bij zeven specialismen neemt het aantal opleidingsplaatsen toe, en dan met name bij cardiologie en radiologie.

Het Capaciteitsorgaan adviseert de overheid jaarlijks over het aantal op te leiden medisch specialisten. Het ministerie van VWS besluit daarna, op basis van dat advies en gesprekken met ziekenhuizen en verzekeraars, hoeveel opleidingsplekken elk jaar door de overheid worden betaald. Stichting Bols (een samenwerking van de NFU, NVZ en FMS) maakt vervolgens op verzoek van VWS een verdeelplan voor het nieuwe jaar, waarin staat hoeveel opleidingsplaatsen er van elk medisch specialisme worden toegekend aan de verschillende opleidingsregio’s en de ziekenhuizen binnen die regio’s.

Dat plan is nu klaar. Voor 2018 zijn er in totaal 1175 opleidingsplekken. Dat zijn er 53 (4%) minder dan in 2017, toen er nog 1228 plekken te vergeven waren. Van de 32 medische (vervolg)opleidingen die Bols onderscheidt, moeten vijftien specialismen het dus met minder plekken doen, zeven specialismen kunnen een toename tegemoet zien, en bij tien specialismen blijft het aantal opleidingsplekken gelijk.

Er zijn volgend jaar maar liefst 21 minder plekken (96 in plaats van 117) voor een opleiding interne geneeskunde te vergeven, blijkt uit dat plan. Het aantal SEH-plaatsen daalt met tien stuks naar dertig, en er kunnen acht anesthesiologen minder worden opgeleid (80 in plaats van 88). In de overige gevallen gaat het om één tot vier plekken minder per specialisme.

Daar staat tegenover dat er bij zeven specialismen ruimte is voor groei. De grootste toename is te vinden bij cardiologie en radiologie die beide 62 plekken toebedeeld hebben gekregen, terwijl er vorig jaar 56 artsen binnen die twee specialismen opgeleid konden worden. Reumatologie stijgt van 20 naar 23 posities en de andere specialismen groeien één tot twee plaatsen extra.

Het aantal opleidingsplaatsen daalt de afgelopen jaren gestaag. Zes jaar geleden, in 2011, waren er nog 1446 posities voor medisch-specialistische (vervolg)opleidingen beschikbaar. Het aantal opleidingsplaatsen per regio varieert volgend jaar van 125 tot 171. De Opleidings- en Onderwijsregio Noord Oost Nederland, die afgelopen jaar aangaf meer plekken te willen om een tekort aan specialisten in de regio te ondervingen, staat met 169 toebedeelde plekken op plaats twee van de acht.

Dat aantal is zowel in absolute als relatieve zin een afname, zegt coördinator Aat van den Berg van deze regio. ‘Er is nog geen rekening gehouden met ons pleidooi op basis van onderzoeksresultaten, ook al hadden we meer plekken aangevraagd. Dat is jammer, maar de echte discussie hierover moet landelijk nog op gang komen. Dat de ene regio meer nodig heeft, wil in de praktijk nog niet zeggen dat het direct wordt gegund.’

Eind vorige maand bleek al dat VWS-minister Edith Schippers het aantal opleidingsplaatsen voor huisartsen in 2018 op 750 wil houden. Toen kondigde ze daarnaast een toename van het aantal plaatsen voor specialisten ouderengeneeskunde (van 128 naar 186) en artsen maatschappij en gezondheid (van 173 naar 186) aan, plus een afname voor de opleiding tot arts verstandelijk gehandicapten (van 24 naar 18).