Laatste nieuws
Wetenschap

Meer onderzoek bij kinderen mogelijk

Plaats een reactie

Kinderartsen krijgen meer mogelijkheden om wetenschappelijk onderzoek bij kinderen uit te voeren. Intussen proberen ze met vernieuwende technieken zoveel mogelijk te weten te komen met zo min mogelijk belasting van het kind.

Het komt nogal eens voor dat ouders met een zeer ziek kind naar het buitenland trekken, vertelt Michel Zwaan, kinderoncoloog van het Erasmus MC-Sophia. ‘Omdat daar experimentele behandeling mogelijk is, die we in Nederland wettelijk niet mogen aanbieden.’ In Nederland zijn er grote beperkingen aan onderzoek bij kinderen: alleen als het minimaal belastend is en een verwaarloosbaar risico heeft, en het kind zelf zou er baat bij moeten kunnen hebben. Zwaan: ‘Bij tumoren die alleen bij kinderen voorkomen, zoals veel solide en hersentumoren, komt dat erop neer dat sommige studies niet mogelijk zijn. Bij hematologische aandoeningen zijn er meer overeenkomsten tussen volwassenen en kinderen en kunnen we naar studies bij volwassenen verwijzen.’ Als de Eerste Kamer instemt met de voorgenomen wetswijziging, worden de mogelijkheden uitgebreid. Zwaan: ‘Het risicoplafond wordt proportioneel, in plaats van absoluut. Dat wil zeggen: bij een patiëntje dat al chemotherapie heeft gekregen, is het in principe toegestaan om een ander toxisch middel te testen, als het belang groot genoeg is.’ En het belang van de groep kinderen waar het kind toe behoort, mag meegewogen worden, Volgens Zwaan is het wel van belang dat onderzoek binnen grote onderzoeksgroepen plaatsvindt. Zwaan: ‘We moeten zeer selectief blijven met wat kinderen moeten ondergaan. Binnen grotere netwerken is er veel kennis over hoe je studies zo lean mogelijk opzet, met zo min mogelijk belasting.’

Het Erasmus MC-Sophia maakt deel uit van een groter internationaal netwerk, en werkt daarbinnen onder meer samen aan innoverende technieken om geneesmiddelonderzoek te verbeteren. Kinderarts-intensivist Saskia de Wildt draagt eraan bij dat er een zogenaamd virtueel kindmodel tot stand komt. In zo’n model worden allerlei factoren ingevoerd die de spiegels van medicijnen beïnvloeden: van leeftijd tot gewicht, van nierfunctie tot genetische informatie. Daarmee kan worden voorspeld hoe een bepaalde bloedspiegel kan worden bereikt. Dat is nuttig voor geneesmiddelonderzoek, maar ook in de dagelijkse praktijk. Van de meeste middelen is immers nooit goed onderzocht wat de ideale dosis is voor welk kind. Meerdere onderzoekers dragen hiervoor de benodigde bouwstenen aan.

De groep van De Wildt kijkt bijvoorbeeld naar de activiteit van transporters in de darmen op verschillende leeftijden. ‘Bijvoorbeeld op darmweefsel dat om wat voor reden dan ook is weggenomen bij kinderen, of bij materiaal dat na obductie is verkregen.’ Dat onderzoek heeft wel als nadeel dat het doorgaans niet om gezonde kinderen gaat, en dat het om geïsoleerd weefsel gaat. Nog afgezien van de schaarsheid ervan.

‘Het liefst dien je natuurlijk aan het kind zelf een bepaald middel toe, waarvan we weten dat het via één bepaalde route wordt opgenomen. En dan op een aantal momenten de spiegels in het bloed meten. Maar jonge proefpersonen, zeker neonaten, belasten we liever zo min mogelijk met medicatie.’ Daar is iets voor bedacht: microdoseringen. De Wildt: ‘We dienen dan bijvoorbeeld één miljoenste van een therapeutische dosering toe. Met gevoelige apparatuur kunnen we het beloop van de spiegels bepalen in heel weinig bloed. Daarmee onderzoeken we hoe geneesmiddelmetabolisme of transport zich ontwikkelt op de kinderleeftijd.’ Als voorbeeld van het gebruik van microdosering wil De Wildt nu bijvoorbeeld nagaan hoe darm en lever apart van elkaar paracetamol metaboliseren. Een kind krijgt al paracetamol voor pijnstilling via het infuus, waarmee we de darm omzeilen. Via de maagsonde geven we de microdosis, met een zeer zwak radioactief label. Zo kunnen we darm en levermetabolisme apart onderzoeken.’

Sophie Broersen


Het voorstel om de Wet op medisch wetenschappelijk onderzoek bij mensen te verruimen, is 29 september 2015 door de Tweede Kamer aangenomen. De Eerste Kamer wacht antwoord op vragen aan de minister af.


 

 
Lees ook:

 

Beeld: iStockphoto
Beeld: iStockphoto
Wetenschap kindergeneeskunde medicatie kinderen onderzoek
  • Sophie Broersen

    Sophie Broersen was journalist bij Medisch Contact van 2008 tot 2021. Na haar studie geneeskunde en huisartsopleiding ging zij als journalist aan de slag. Bij Medisch Contact schreef zij over geneeskunde en zorg in de volle breedte: van wetenschap tot werkvloer, van arts-patiëntrelatie tot zorg over de grens. Samen met de juristen van de KNMG becommentarieerde zij tuchtzaken. Na haar journalistieke carrière is zij in 2021 weer als arts gaan werken.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.