Laatste nieuws
interview

Marcel Daniëls: ‘Gooi het zorgstelsel niet overhoop’

Nieuwe voorzitter FMS richt zich vooral op de inhoud

4 reacties
Ilvy Njiokiktjien
Ilvy Njiokiktjien

Cardioloog Marcel Daniëls is de nieuwe voorzitter van de Federatie Medisch Specialisten. ‘De FMS’, zegt hij, ‘is geen vanzelfsprekendheid, het blijft hard werken.’

Hij is cardioloog in hart en nieren – al vanaf zijn prille jeugd wist hij dat dit zijn vak zou worden. Maar bestuurder werd Marcel Daniëls, de nieuwe voorzitter van de FMS, van lieverlee. Dat traject liep vrij organisch van het voorzitterschap van de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie, en het voorzitterschap van de Raad Kwaliteit van de FMS naar de positie die hij sinds begin van dit jaar bekleedt.

Daniëls staat bekend als integer, doelgericht, perfectionistisch en vooral georiënteerd op ‘de inhoud’. Hij treedt in de voetsporen van rasbestuurder Frank de Grave, onder wiens leiding de FMS tot stand kwam. Een hard act to follow? Daniëls: ‘Natuurlijk heeft Frank heel veel betekend voor de federatie. Maar de credits moeten ook gaan naar het bestuur en de wetenschappelijke verenigingen.’ De taak van het federatiebestuur is tweeledig, volgens hem. ‘Aan de ene kant het borgen van medisch-inhoudelijke zaken. Nou, dan zit je dus goed met medisch specialisten in het bestuur. Aan de andere kant: goede contacten met de maatschappij en met de politiek. Daarvoor heeft Frank de Grave in de afgelopen jaren een uitstekende basis gelegd. Ik heb inmiddels veel gesprekken gehad met de diverse partijen in de zorg. En Frank blijft als adviseur en klankbord verbonden aan de FMS. Daar zullen we zeker gebruik van maken.’

Marcel Daniëls (1959)

studeerde geneeskunde in Leiden en promoveerde in 1991 cum laude aan de Universiteit Utrecht. Sinds 1994 werkt hij als cardioloog in het Jeroen Bosch Ziekenhuis te Den Bosch.

Van 2009 tot 2011 was hij voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie.

Van 2011 tot 2017 voorzitter Raad Kwaliteit van de FMS. Sinds begin 2017 is hij voorzitter van de FMS.

Marcel Daniëls is getrouwd en heeft drie kinderen.

Over politiek gesproken: binnenkort zijn er verkiezingen. Wat moet een nieuw kabinet vooral niet doen?

Resoluut: ‘Het zorgstelsel overhoop gooien. Of het bekostigingsmodel voor de medisch specialisten veranderen.’

Toch zijn er politieke partijen die willen dat de medisch specialisten in loondienst gaan en onder de Wet normering topinkomens vallen. Het kan dus een onderwerp worden in de coalitiebesprekingen.

‘Maar het zal grote onrust geven en dat zou jammer zijn van het huidige momentum, waarin juist alle aandacht uitgaat naar kwaliteit. We zijn niet tegen loondienst. Ongeveer de helft van onze achterban is nu in loondienst. Maar het nieuwe kabinet moet de medisch specialisten niet dwingen. Welk probleem los je daarmee op? Kijk naar de rapporten, van het Nivel, van de RVS (Raad voor Volksgezondheid en Samenleving, red.). Bevordert het de kwaliteit? Nee. Komen er minder wachtlijsten? Nee, eerder meer. Ik zou zeggen: laten we het debat voeren over de inrichting van de zorg, de plaats van netwerken, de anderhalve lijn en dan pas bepalen hoe we de betrokken poppetjes inzetten.’

Wat de inrichting van de zorg betreft: wat vindt u van het ‘model Bernhoven’: minder zorg is betere, en uiteindelijk goedkopere zorg?

‘Dat is een interessant experiment, maar het moet zich nog wel bewijzen. Het enige wat ik nu hoor is dat het veel goedkoper is. Mooi, maar is het op de langere termijn ook veel beter? Wat is bijvoorbeeld het effect op de eerste lijn? Ik hoor daar nu weinig over. Is het misschien vooruitgeschoven zorg? Ik bedoel daarmee dat je nu in een aantal gevallen geen heupoperaties doet, maar dat de kans bestaat dat die patiënten over vijf jaar allemaal terugkomen. En hebben ze dan, omdat ze vijf jaar ouder zijn, meer comorbiditeit en dus een groter risico? Zijn we dan niet slechter af? Men had daarom vooraf een reeks parameters moeten afspreken waarop de resultaten van dit experiment zouden worden beoordeeld.’

In uw eerste column in Medisch Contact heeft u het over verbeterpunten in de zorg. Waarop doelt u dan?

‘Laat ik eerst vaststellen dat de zorg er goed voorstaat; we spreken vanuit een luxepositie. Niettemin moeten we nog meer nadenken over doelmatigheid, over daadwerkelijk samen met de patiënt beslissen. En over wat gepaste zorg is: nu komt een patiënt op de SEH en doen we “dus” bloedonderzoek. Dat is niet altijd nodig, want we hebben allemaal geleerd: als je een onderzoek doet moet de uitslag daarvan een consequentie hebben. Ook de medicatie-overdracht kan beter. Mede daarom zou een adequate ICT-structuur over instellingen en lijnen heen een geweldige verbetering zijn. In de praktijk kom ik alleen maar patiënten tegen die zich erover verbazen dat zo’n systeem nog niet bestaat. Vrijwel alle ziekenhuizen hebben nu een epd, maar de onderlinge koppeling en de koppeling met de eerste lijn is er niet. Daarvoor is centrale regie nodig. De overheid kan eisen stellen aan die koppelingen. VWS kent een informatieberaad dat zich hierover buigt. Er zitten vast allerlei juridische en technische haken en ogen aan een ICT-systeem, maar als het gaat over de veiligheid van de zorg dan kunnen we daarmee veel bereiken.’

Met de FMS is er eenheid gekomen onder de specialisten, zei Frank de Grave in Medisch Contact. In Tussen scepsis en koestering, het boek van Jan Tromp over de wording van de FMS, lees je op een enkele plaats toch enige scepsis: wat voor voordelen brengt de federatie ons? Hoe voorkomt u dat verenigingen afhaken?

‘Door te laten zien dat het ertoe doet om lid te zijn van de FMS; door te wijzen op het “met één stem spreken”. Dat betekent ook laten zien dat dit de stem van de individuele dokter is, dat we de randvoorwaarden meebepalen waaronder je zo optimaal mogelijk als dokter kunt functioneren in termen van organisatie van de zorg, vermindering van de administratieve lasten, meepraten over de inrichting van de werkomgeving. Maar de FMS is geen vanzelfsprekendheid; het blijft hard werken.’

Visiedocument

Onlangs verscheen het visiedocument ‘Medisch Specialist 2025’ waarmee de FMS hoog inzet: de Nederlandse zorg moet zijn koppositie in de wereld behouden. Het document sluit aan op de veranderende verhouding tussen arts en patiënt, de komst van innovaties als big data, thuisdiagnostiek en ‘netwerkgeneeskunde’. Daniëls beseft dat de federatie met dat document wel wat voor de muziek uitloopt, maar: ‘We krijgen eigenlijk nooit te horen dat het geen goede weg is. Wel ziet men belemmeringen: Geen tijd. Of geen vergoeding. Vandaar dat ik zeg: hoe meer mensen zich achter de visie scharen, hoe vanzelfsprekender het wordt dat we die kant op moeten.’

Het visiedocument pleit onder andere voor meer informatie met minder registratie. Hoe kan dat met al die indicatoren die gemeten moeten worden? Waar blijft het ambachtelijke, klinische oog van de professional?

‘Je kunt professioneel handelen alleen verbeteren, als je weet waar je staat. Registraties bieden de noodzakelijke spiegelinformatie. Bedenk daarbij wel dat dokters al van alles registreren: namelijk alles wat ze opschrijven in het patiëntendossier. Zeker, de anamnese is geen ja-neeverhaal. Maar veel dingen uit de anamnese en in follow-upgegevens zijn dat wel. Je zou dus aan de bron moeten registreren, en niet nog eens apart gegevens moeten invoeren in de computer. Die registraties kun je dan vervolgens aggregeren en terugkoppelen, zonder of met bijna geen extra administratieve last.’

Het visiedocument bevat ook een pleidooi voor ‘een holistische benadering’ van de patiënt met het idee van ‘positieve gezondheid’ als uitgangspunt. Wat houdt dat in?

‘Niet alles waar je last van hebt, is een ziekte; niet alles waar je hinder van hebt, behoeft genezen te worden. Hoe ga je om met de beperkingen die je hebt? Hoe vind je daar kracht in? Dat is positieve gezondheid. Holistisch in de medisch-specialistische zorg klinkt op het eerste gezicht tegenstrijdig. Maar het kan wel. Het betekent: met de patiënt bespreken wat zijn beperkingen in zijn leven teweegbrengen en wat het hem waard is daar wat aan te doen. Dat is al heel anders dan bijvoorbeeld zeggen: “De inspanningstest was afwijkend dus u moet gedotterd worden.” Hoe gespecialiseerd je ook bent, die vraag is generiek en kan altijd gesteld worden. Ik denk dat dokters, dankzij de competentiegerichte opleiding, hier steeds meer aandacht voor krijgen. De kunst is wel om dat vast te houden. Het is zeker nog geen gegeven voor alle dokters. En ook patiënten moeten wennen aan die nieuwe rol.’

Het kost bovendien tijd en capaciteit – en beide zijn schaars.

‘Ja, dat gesprek kost meer tijd. Maar mogelijk bespaar je daardoor tijd op andere handelingen. Ik geef toe: die besparing komt niet altijd bij dezelfde professional terecht. Als een patiënt na een lang gesprek afziet van een operatie hoeft dat niet jouw tijdwinst te zijn. Maar we werken in teams. We krijgen ondersteuning van verpleegkundig specialisten die dat gesprek ook goed kunnen voeren. We gaan steeds meer werken in netwerken van professionals: we schuiven patiënten niet door van de ene arts naar andere, maar we werken samen. Je ziet nu al specialisten die vaker in de eerste lijn komen, en huisartsen bij mdo-besprekingen in het ziekenhuis.’

We moeten een deel van het zorgbudget ook aanwenden voor preventie, zeggen sommige politieke partijen. Daar ziet het visiedocument ook een rol voor de specialist. Welke?

‘Eerst dit: besef dat er ook mensen zijn die “gewoon” ziek zijn, en ziek zijn is geen keuze. Wat preventie betreft moet ook de medisch specialist de patiënt wijzen op risicofactoren. Ik bedoel: de huisarts kan een patiënt met knieklachten wijzen op diens overgewicht. Als vervolgens de orthopeed een knieprothese plaatst maar het overgewicht onbesproken laat, dan is dat een gemiste kans.’

lees ook

Congres

Op dinsdag 14 maart vindt in Den Bosch het eerste grote Federatiecongres plaats. Diverse sprekers zullen reageren op de toekomstvisie: ‘Medisch Specialist 2025’, en er komt antwoord op vragen als: hoe geven medisch specialisten in de praktijk invulling aan deze visie? En: wat doen ze in 2025 anders, wat blijven ze doen, en wat doen ze niet meer?

Meer info via: demedischspecialist.nl/congres2025.

download dit artikel (pdf)

interview Federatie Medisch Specialisten politiek
  • Henk Maassen

    Henk Maassen is journalist bij Medisch Contact, met speciale belangstelling voor psychiatrie en neurowetenschappen, sociale geneeskunde en economie van de gezondheidszorg.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Anton J.M. Loonen

    Hoogleraar farmacotherapie bij psychiatrische patiënten, Roosendaal

    Jammer dat juist een cardioloog voorzitter is geworden van de Federatie Medisch Specialisten. Vanuit dat specialisme ligt het accent sterk op curatieve zorg gericht op directe verbetering van kwaliteit van leven en uitstellen van overlijden. Patiënte...n met een acuut cardiologisch probleem zijn vaak vooral doodsbang. Maar het is de vraag of het daadwerkelijk over beide aspecten van zorg gaat. De curatieve zorg is geldverslindend geworden, waardoor andere sectoren geld tekort komen. Tegelijkertijd wordt de roep om beëindiging van (voltooide) levens steeds sterker. Aan het einde van het leven komt vaak een periode van substantieel lijden, waar menige oudere medemens tegenop ziet. Het lijkt mij wenselijk dat de FMS zich hierover gaat buigen. Kan de curatieve zorg zich niet beter richten op verkorting van het lijden voor het overlijden in plaats van op levensverlenging?

  • Anton J.M. Loonen

    Hoogleraar farmacotherapie bij psychiatrische patiënten, Roosendaal

    Jammer dat juist een cardioloog voorzitter is geworden van de Federatie Medisch Specialisten. Vanuit dat specialisme ligt het accent sterk op curatieve zorg gericht op directe verbetering van kwaliteit van leven en uitstellen van overlijden. Patiënte...n met een acuut cardiologisch probleem zijn vaak vooral doodsbang. Maar het is de vraag of het daadwerkelijk over beide aspecten van zorg gaat. De curatieve zorg is geldverslindend geworden, waardoor andere sectoren geld tekort komen. Tegelijkertijd wordt de roep om beëindiging van (voltooide) levens steeds sterker. Aan het einde van het leven komt vaak een periode van substantieel lijden, waar menige oudere medemens tegenop ziet. Het lijkt mij wenselijk dat de FMS zich hierover gaat buigen. Kan de curatieve zorg zich niet beter richten op verkorting van het lijden voor het overlijden in plaats van op levensverlenging?

  • W.J. Duits

    Bedrijfsarts, HOUTEN Nederland

    Het blijft een beetje gissen, wat willen we nu eigenlijk? Gisteravond was ik aanwezig bij het Zorg.nu debat, ook daar dat zelfde gevoel. Wat willen we nu eigenlijk en de andere vraag, en hoe gaan we het dan doen? Het voelt als een soort stuurloos sch...ip.
    Terwijl we een systeem hebben dat het op zich goed doet, we kunnen niet zeggen dat onze zorg slecht is. Maar het gevoel van dat er geen regie heerst kan bij niet worden weggenomen.
    Hoe komt het toch dat we het hebben over samenwerken, patiënt centraal stellen, maar dat kennelijk niet weten te organiseren.
    We moeten praten over wat is het maximale bedrag dat een mens mag kosten, zorg.nu debat, maar er is niemand die een vuist maakt en de Minister de opdracht geeft om te gaan prijs-onderhandelen op een transparante manier.
    Waarom die besluiteloosheid? Voelt zich dan niemand verantwoordelijk? Of is het een weggesleten begrip dat wij allen een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben. Artsen hebben de mogelijkheid om behandelingen te doen, maar ook de mogelijkheid om het juist niet te doen. Artsen hebben de kennis en de kunde om uit te kunnen leggen dat er medisch niets aan de hand is, of dat het niet ernstig is wat de patiënt ervaart. Waarom doen we dat niet?
    Als bedrijfsarts zie ik ook soms met opperste verbazing wat een batterij aan onderzoeken wordt losgelaten op een patiënt, terwijl even luisteren en nadenken over wat het ook kan zijn, en vervolgens geruststellen al voldoende kan zijn. Waarbij ik refereer naar de grote mate van stress gerelateerde klachten, die eerst door een heel medisch circuit worden geloodst, met soms zelfs hartkatheterisaties aan toe.
    Er is nog veel te winnen, m.n. door goed na te denken, dat is waarom Geneeskunst een academisch denkniveau vergt en dat we ons bewust zijn van onze rol en verantwoordelijkheid.

  • dolf algra

    arts, MC blogger en commentator, rotterdam

    Meer dan intrigerend interview. Vooral ook vanwege wat nou juist níet aan de orde komt. Drie dingen die me zijn opgevallen.

    1. De nieuwe voorzitter zegt vooral voor de inhoud te gaan. Dat is mooi, dat is goed, professioneel ook. Maar de meeste prob...lemen met de medisch specialisten spelen zich juist af in de context. Neem casus als Ruwaard van Putten ziekenhuis. Daar had ik graag zijn reflectie opgehoord

    2. Gooi het stelsel niet overhoop. Daniels richt zich op status quo. Tijdelijk wellicht. Maar er zijn signalen te over die op het tegenovergestelde wijzen. Ik verwijs in dit verband naar de visie van vaatchirurg prof.Cees Wittens. Zijn stelling is juist dat de zorg doodziek is. Medisch Contact 15 december 2016. Wittens stelt zeer vergaande veranderingen voor. Ook daar had ik graag commentaar opgezien.

    3. Met één stem spreken. De ultieme nachtmerrie van een voorzitter van dokters is dat de achterban door de buitenwacht, bv VWS of zorgverzekeraars, wordt gezien als pot met kikkers. Naar mijn idee is met één stem spreken juist de dood in de pot. Het beste idee moet winnen, niet de middelmaat of het poldercompromis. Dus benadruk juist de verschillen van visie en inzicht, want er is geen één weg naar Rome. Rome bestaat in de zorg namelijk niet.

    Ik wens collega Daniels veel wijsheid toe in deze niet eenvoudige tijden.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.