Maat frailty goede voorspeller uitkomst operatie

Het heeft zin om de mate van ‘frailty’ van patiënten te bepalen alvorens ze aan chirurgie te onderwerpen. Zo valt namelijk het risico te voorspellen op ernstige, ongewenste bijwerkingen, hernieuwde opname en overlijden, vooral ook als er geen zichtbare handicaps in het spel zijn.

Dat is de voornaamste conclusie van een studie door Yibo Li e.a. verschenen in Canadian Medical Association Journal. Li e.a. gebruikten data van 308 oudere patiënten (mediane leeftijd: 75 jaar, man-vrouw verdeling: 55 versus 45%) die allemaal chirurgie van het abdomen hadden ondergaan. Op basis van een meetschaal werd 23 procent van de patiënten geclassificeerd als goed, 55 procent als kwetsbaar en 22 procent als broos (ofwel ‘frail’).

Op twee meetmomenten – na dertig dagen en na zes maanden – bleken patiënten die vielen in de categorieën kwetsbaar en broos een verhoogd risico op hernieuwde opname of overlijden te lopen; na zes maanden tekende zich zelfs een dosis-responsverband af.

Commentatoren Olga Theou en Samuel Searle stellen dat een gevalideerde meting van frailty een betere voorspeller is van de uitkomst van chirurgie dan andere gezondheidsmaten, ofschoon het om een veranderlijke, ‘dynamische’ grootheid gaat. Ze brengen verder in herinnering dat ‘frailty’ ook voorkomt bij personen jonger dan 65 jaar – vooral bij patiënten met een ernstige chronische ziekte – en dat ook deze groep daarom vaker geïncludeerd moeten worden in onderzoek naar waarde en bruikbaarheid van het concept.

www.cmaj.ca, doi: 10.1503/cmaj.170902 ; doi: 10.1503/cmaj.161403