Laatste nieuws
B. Verblackt
7 minuten leestijd

Leren, luisteren en samenwerken

Plaats een reactie

Hoogervorst onder indruk van vooruitgang Chinese gezondheidszorg



China: land van 1,3 miljard mogelijke consumenten, bron van evenzoveel potentiële patiënten. De economische macht hoopt te leren van Nederlandse expertise voor de aanpak van problemen en uitdagingen in de gezondheidszorg.



De medische faculteit van de Fudan Universiteit in Shanghai heeft regelmatig buitenlandse politici en beroemdheden op bezoek. Meestal houden die een korte toespraak, even handjes schudden en weer weg. Maar niet minister Hans Hoogervorst. ‘Het was voor het eerst dat een minister de tijd nam en ervoor ging zitten om met ons te praten’, zegt professor Zhu Chouwen, gastro-enteroloog en vice-directeur van de afdeling Buitenlandse Zaken van de presti-gieuze universiteit.


Shanghai was eerder deze maand de eindbestemming van een zesdaags werkbezoek van Hoogervorst aan China. Samen met een zakendelegatie van vertegenwoordigers van kennis-instituten, universiteiten, medisch-technologische bedrijven en de farmaceutische industrie bezocht de minister ook de steden Peking en Shenyang. Hij had een gesprek met de Chinese minister van Volksgezondheid Gao Qiang, sprak met vice-premier Wu Yi, nam deel aan rondetafelconferenties en bezocht verschillende universiteiten, ziekenhuizen, medische centra en het Centrum voor Ziektebestrijding. ‘Ik moet het vooral hebben van de presentaties, maar het geheel gaf een positieve indruk’, aldus Hoogervorst.



Op de Fudan Universiteit kon de minister rekenen op een ‘warm welkom’, zoals in het Chinees en Engels werd aangekondigd op grote, blauwe borden in de hal en de ontmoetingszaal. Hoogervorst en consorten kregen een presentatie over de universiteit, waarbij de Chinese voorliefde voor statistieken duidelijk merkbaar was. Ze leerden onder meer dat de medische faculteit van Fudan landelijk de beste is in de publieke gezondheidszorg en de klinische geneeskunde. Trotse toelichting ook bij de bezoeken aan de laboratoria en het moderne ziekenhuis op de campus.


Een soortgelijk onthaal kreeg de delegatie ook de rest van de week, vertelt Hoogervorst. Bij het gemeentelijk medisch centrum in Shenyang stond een welkomstcomité van 25 artsen in witte jassen te wachten; het centrum was volgens Chinees gebruik met welkomstspandoeken versierd. ‘Het gebouw is geen luxe, maar ze hebben er wel digitale patiëntendossiers. En boven liggen patiënten aan infusen met traditioneel Chinese medicijnen. Wetenschap en traditie, alles loopt hier door elkaar.’



Infectieziekten


In die mix van China’s oosterse en westerse, soms armoedige, soms supermoderne gezondheidszorg gaat Nederland een speciale plaats innemen. De Chinese premier Wen Jiabao liet eind vorig jaar tijdens een werkbezoek aan Nederland weten graag samenwerking te zien tussen Chinese instellingen en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Als resultaat daarvan tekenden Hoogervorst en zijn Chinese collega Gao op 10 mei in Peking een overeenkomst die voorziet in samen-werking in de preventieve gezondheidszorg. De nadruk ligt daarbij op het voorkómen en beheersen van infectieziekten. De samenwerking zal zich onder meer richten op de uitwisseling van kennis op het gebied van HIV/aids, tuberculose, innovatie van geneesmiddelen, eerstelijnszorg en voedselveiligheid.



In Shanghai tekende directeur-generaal Marc Sprenger van het RIVM een aparte intentieverklaring met de Fudan Univer-siteit over openbare gezondheidszorg, eerstelijnszorg, voeding en voedselveiligheid, milieu en gezondheid. Voorafgaand aan de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst hield Sprenger een toespraak over de betekenis van infectie-ziekten, voeding, chronische ziekten en de relatie tussen milieu en gezondheid. Op deze gebieden kan heel concreet worden samengewerkt tussen China en Nederland.


‘De wereld is een global village. Als China een probleem heeft, heeft Nederland dat ook’, zei Hoogervorst later tijdens een speech op een receptie in Shanghai. Hij verwees naar de uitbraak van severe acute respiratory syndrome (SARS) in China en vogelgriep in Nederland als voorbeelden van de rampzalige gevolgen en de schade die epidemieën kunnen opleveren.



Hoe de samenwerking tussen de twee landen precies vorm gaat krijgen, is nog onbekend. Dat wordt de komende tijd op ambtelijk niveau uitgewerkt. Al vertrokken vorige week twee Nederlandse infectieziekten-surveillance experts richting China. Samen met wereldgezondheidsorganisatie WHO zullen zij in China en het Chinese Centrum voor Ziektebestrijding bekijken hoe het surveillancesysteem verder kan worden versterkt. Ook zullen Chinese wetenschappers zich bij het RIVM verder bekwamen in specifieke diagnostiek van (vogel)influenza.


‘Eerst moeten beide kanten elkaar beter leren kennen. Dan kunnen we de samenwerking concreet inrichten’, zegt Zhu. ‘Maar ik hoop op veel bilaterale forums, seminars, uitwisseling van studenten, gezamenlijke onderzoeken en regelmatig contact. Wat de gezondheidszorg, ziektekostenverzekeringen en milieuwetenschappen betreft, heeft China meer geavanceerde informatie uit de hele wereld nodig. De Nederlandse expertise is daarbij van harte welkom.’



Eerstelijnszorg


De Nederlandse kennis en ervaring in de eerstelijnsgezondheidszorg kan China goed van pas komen. Er is in China belangstelling voor - maar tot nu toe nauwelijks sprake van - eerstelijnszorg. Patiënten gaan met al hun klachten direct naar het ziekenhuis, waar artsen per verrichting worden betaald en waar ook medicijnen worden verkocht. Excessieve diagnostiek en prescriptie zorgen voor onnodig hoge kosten.


De Fudan Universiteit kent sinds vijf jaar een trainingsprogramma in de huisartsgeneeskunde. Slechts twee andere universiteiten bieden soortgelijke opleidingen, aldus Zhu. ‘De artsen trainen is één ding, maar hoe het systeem op te zetten, is een heel ander verhaal’, benadrukt hij. Nederlandse huisartsen in China laten werken, ziet Zhu echter niet snel gebeuren. ‘We willen vooral onderzoek doen naar het best mogelijke gezondheidssysteem voor China. En daarbij voorbeelden uit verschillende landen nader bestuderen’, zegt hij.



Hoogervorst beaamt dat. ‘Je ziet in verschillende landen dat als er geen traditie van een poortwachtersrol bestaat, het heel moeilijk is om die op te zetten. China kan ons huisartsensysteem nooit kopiëren, maar ze kunnen er misschien iets van opsteken. Ze moeten maar eens in Nederland komen kijken’, zegt de minister, die vanuit China de knoop heeft doorgehakt wat betreft de nieuwe tarieven voor huisartsen. De daaropvolgende oorlogsverklaring van LHV-voorzitter Bas Vos maakte weinig indruk op Hoogervorst: ‘We gaan gewoon terug naar Nederland, zonder witte vlag.’



China worstelt ook met de vraag hoe het een efficiënt, nationaal systeem voor ziektekostenverzekeringen kan opzetten. Momenteel is de meerderheid van de bevolking onverzekerd. Volgens onderzoek van de Fudan Universiteit besteedt China 5,4 procent van het bruto nationaal product (bnp) aan gezondheidszorg. Maar liefst 58,3 procent van de kosten betalen de patiënten uit eigen zak. In Nederland gaat zo’n 10 procent van het bnp naar gezondheidszorg, met minder dan 10 procent eigen kosten. ‘Nederland heeft een te duur systeem. We hebben onze eigen problemen’, waarschuwde Hoogervorst tijdens de bijeenkomst op de Fudan Universiteit.


‘We kunnen zowel van de Nederlandse successen als van de fouten leren’, zegt Zhu bijna clichématig. ‘Al weet ik nog niet welke fouten er zijn. Met al die plannen voor samenwerking, komen we daar vanzelf achter’, lacht hij.



Resistente stammen


Nederland kan op zijn beurt veel hebben aan de contacten met China. Vooral wat de informatie over infectieziekten betreft, gezien het toenemende wereldwijde verkeer daarvan, meent zowel Hoogervorst als RIVM-directeur-generaal Sprenger. De samenwerking zal zich vooral concentreren op influenza, HIV/aids en tuberculose. ‘Vooral tuberculose is voor ons belangrijk. Er komen veel resistente stammen van de TB-bacterie uit China’, vertelt Sprenger. ‘Tot voor kort was dat moeilijk te onderzoeken. Nu weten we bij wie we kunnen aankloppen.’



China is berucht om zijn onbetrouwbare statistieken - vanwege inefficiënte data-inzameling of propagandistische ‘mooipraterij’ - en het verbergen of ontkennen van feiten. Tijdens de SARS-crisis twee jaar geleden probeerde de regering de ziekte in eerste instantie verborgen te houden. De staatsmedia mochten niet over SARS rapporteren. De overheid ontkende maandenlang het bestaan van de epidemie. Onder internationale druk en kritiek gaf deze uiteindelijk de ernst van het probleem toe en volgde er meer openheid. China was het zwaarst getroffen land. Vorig jaar tijdens een uitbraak van vogelgriep werd China wederom een gebrek aan openheid verweten. De regering gaf de uitbraak van vogelgriep uiteindelijk toe, maar ontkende sterftegevallen onder de bevolking.



Ook het HIV/aids-probleem in het land is jarenlang hardnekkig ontkend. Daarin komt de laatste jaren langzaamaan verandering, met meer erkenning, informatie en voorlichting. Rond Wereld Aids Dag schudde president Hu Jintao vorig jaar de handen van aids-patiënten. Voor China was die aandacht - al was het maar voor een dag - ongekend. Volgens officiële schattingen zijn 840.000 mensen in het land HIV-geïnfecteerd. Als snelle actie uitblijft, zal volgens de Verenigde Naties het aantal aids-patiënten in China in 2020 zijn opgelopen tot tien miljoen.



Openheid


Vorige week nog toonde China wederom een teken van meer openheid. Het ministerie van landbouw bevestigde twee uit-braken van mond- en klauwzeer: een zeldzame erkenning van het probleem binnen de landsgrenzen. China heeft voorheen altijd gezegd dat gevallen van mond- en klauwzeer zelden voorkomen in het land. Volgens critici komen uitbraken veel vaker voor dan de regering erkent.


China is vooral door de schade en schande van SARS wijs geworden. ‘Die crisis heeft veel veranderd. Na SARS kwamen de openheid en de preventieve maatregelen, zoals systemen om potentiële epidemieën te monitoren’, zegt Zhu. ‘Vóór SARS wist niemand wat een centrum voor ziektebestrijding inhield. Het is al enorm verbeterd, maar nog steeds hebben we een tekort aan experts om goed op een uitbraak te kunnen reageren. We hebben meer training en tijd nodig.’


Hoogervorst is desalniettemin onder de indruk van de vooruitgang. ‘Als de knop hier eenmaal om is, gaat het heel snel’, meent hij. Zowel de minister als Sprenger spreekt van een opvallende openheid tijdens het werkbezoek. ‘De regering is zich ervan bewust dat meer transparantie nodig is. De gesprekken met collega Gao en vice-premier Wu Yi waren heel direct’, zegt Hoogervorst.



Hetzelfde geldt voor de bezoeken aan de ziekenhuizen, de faculteiten en het centrum voor ziektebestrijding. ‘In het infectieziekteziekenhuis in Peking konden we bijvoorbeeld erg confronterende vragen stellen. En het viel me ook op dat de mensen van het centrum voor ziektebestrijding heel direct waren in de communicatie, heel doortastend ook’, vertelt Sprenger.



Machtig man


Gezondheidsvoorlichting staat in China nog in de kinderschoenen. Vooral in de grote steden komen er steeds meer telefoondiensten en andere initiatieven om burgers te informeren. Maar zelfs artsen geven patiënten vaak nog minimale voorlichting, vanwege de werkdrukte of uit eigen schaamte en verlegenheid om gênante of gevoelige onderwerpen aan te kaarten. Ook hier kan Nederland weer als voorbeeld dienen, zegt Zhu. Minister Hoogervorst benadrukt vooral ook te kijken naar de aard van het land. ‘Misschien dat een Postbus 51-achtige campagne hier niet meteen voor de hand ligt. Je moet ook oppassen om niet zomaar van alles op te leggen.’


Zhu hoopt dat China ook iets oppikt van de bestuurlijke indeling aan de Nederlandse zijde. ‘De combinatie van volks-gezondheid, welzijn en sport in één ministerie geeft meer autoriteit en invloed. Hoogervorst zal een machtig man zijn’, redeneert hij. ‘Het Nederlandse ministerie lijkt sowieso veel aanzien te hebben. In China scoort het ministerie van Volksgezondheid het een na laagst in de rang van ministeries. Alleen het ministerie van sport heeft nog minder invloed.’


Maar de samenwerking met het RIVM alleen al kan voor verandering zorgen, meent Zhu. ‘Onderzoeksresultaten van universiteiten dienen als bewijsmateriaal voor de politiek. Als we samen met een buitenlandse, gerenommeerde instelling als het RIVM onderzoek doen, beleidsvoorstellen maken of fondsen aanvragen, zal dat - hopelijk - meer invloed hebben dan voorheen. Zo werkt het hier. We kunnen niet alleen leren van en luisteren naar Nederland, maar samen ook harder roepen.’



Babs Verblackt, journalist in China



Klik hier voor het PDF-bestand van dit artikel


Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.