Laatste nieuws
Heleen Croonen
8 minuten leestijd
Tuchtrecht

Legemaate: 'Recht gaat over redelijkheid'

Plaats een reactie

KNMG-jurist wordt fulltime hoogleraar

Gezondheidsjurist Johan Legemaate verruilde op 1 september de KNMG voor een voltijds hoogleraarschap bij de Universiteit van Amsterdam. ‘Er is een beeld dat juristen zwart-witdenkers zijn, terwijl het recht gaat over redelijkheid. Ik wil studenten duidelijk maken dat je pas echt een probleem hebt als je iets doet zonder goede argumenten.’

De verhuisdozen staan op stapels, de dossiermappen hangen leeg in de kast. Aan een opgeruimd bureau zit Johan Legemaate, kort voor zijn overstap naar het Academische Medisch Centrum en de Universiteit van Amsterdam (UvA) als voltijds hoogleraar gezondheidsrecht. Hiermee komt een einde aan bijna twee decennia bij de KNMG van advisering, richtlijnen, optredens in de media, districtsbijeenkomsten en telefoontjes van de artseninfolijn, waar juristen om beurten vragen beantwoorden uit het veld. De KNMG neemt afscheid van een gezondheidsjurist van naam, want vakgenoten hebben Legemaate in 2007 een ‘Gouden Peer’ toegekend, een erkenning voor de beste gezondheidsjurist van Nederland. Legemaate: ‘Het leuke aan gezondheidsrecht is dat het heel breed is. Er zijn wel theoretische issues, maar die hebben indirect toch altijd weer met de medische praktijk te maken.’

Waarover zochten dokters met u contact?
‘Zij stelden via de Artseninfolijn van de KNMG veel juridische vragen, zoals: is palliatieve sedatie hetzelfde als euthanasie, of niet? Een vraag die voortkomt uit de richtlijn palliatieve sedatie. De KNMG steekt veel energie in het implementeren van richtlijnen en geeft er ruchtbaarheid aan met cursussen en bijeenkomsten. Of de dokter handelt naar de richtlijn, blijft de verantwoordelijkheid van de dokter.’

Is dat niet te vrijblijvend?
‘Over de richtlijn palliatieve sedatie heeft het Openbaar Ministerie gezegd: als de arts handelt volgens de KNMG-richtlijn, zullen wij niet ingrijpen. Een belangrijke uitspraak. Als de arts er dan toch voor kiest om niet conform die richtlijn te handelen, dan weet hij wat het risico is. Ook de toelichting van het wetsvoorstel cliëntenrechten zorg bevat een verwijzing naar de Handreiking verantwoordelijkheidsverdeling in de zorg, van de KNMG en negen andere organisaties. Het lastige onderwerp van de verantwoordelijkheidsverdeling kan dus beter worden bepaald door het veld dan door de wet.’

Is dat in het algemeen beter, beroepsnorm in plaats van wet?
‘Dat zou niks moeten uitmaken, want een aanvaarde beroepsnorm heeft op grond van de huidige Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (Wgbo) juridische betekenis. Maar een norm zal de leden van een beroepsgroep meer aanspreken dan wetgeving, en in normen kun je veel concreter zijn. Wetgeving is altijd heel globaal omdat hij voor veel situaties moet gelden. De richtlijn Handreiking verantwoordelijkheidsverdeling waar de wet naar verwijst, is bijvoorbeeld concreter, en daardoor motiverender dan een wet zou zijn geweest.’

Nieuwe wet
De afgelopen vijftien jaar is veel nieuwe wetgeving voor de zorg ontstaan, denk aan de Wgbo, de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG), en de Wet klachtrecht cliënten zorgsector. De Nederlandse overheid heeft deze wetten van meet af aan goed geëvalueerd, vindt Legemaate. Nu is de fase aangebroken waarin de wetten worden vervangen door nieuwe wetten, zoals het op handen zijnde wetsvoorstel cliëntenrechten zorg. Het vijftigste artikel van zijn hand in Medisch Contact is een kritisch commentaar op deze fusiewet (zie blz. 1827). Met name de ruim geformuleerde toegang van het Openbaar Ministerie tot het incidentenregistratiesysteem is de gezondheidsjurist een doorn in het oog. ‘Je kan zo niet meer spreken van “veilig melden”. Het is gek dat de samenleving kwaliteit verlangt van artsen, maar wel risico’s laat bestaan die kleven aan de incidentenregistratie. De praktijk zit niet te wachten op deze wet, alleen de politiek wil een gebaar maken met een grote patiëntenwet. De politiek vindt dat het mooi oogt, één patiëntenwet in plaats van de vier of vijf huidige wetten, maar de betekenis van die manoeuvre is uitsluitend symbolisch. Het is beter om de huidige wetten aan te passen aan nieuwe inzichten.’

Patiëntenrechten
Opmerkelijk: veel van het huidige gezondheidsrecht stamt uit de discussie in de psychiatrie, precies de plek waar Legemaate zijn carrière begon. Bij de stichting Patiëntenvertrouwenspersoon (PVP) behartigde hij de belangen van psychiatrische patiënten.

De betekenis van één patiëntenwet
is uitsluitend symbolisch

In 1991 stapte hij over naar de KNMG, terwijl de tegenstelling tussen patiëntenorganisaties en artsenorganisaties in die tijd nog groot was. Al in 1990 maakten de KNMG en de NPCF gezamenlijk een modelrichtlijn patiëntenrechten, waardoor de gezondheidsjurist ‘van het ene kamp naar het andere’ wilde overstappen. Toch was de stap niet zo groot als hij lijkt, volgens Legemaate, want de KNMG heeft zich altijd onderscheiden van zusterverenigingen door niet alleen traditionele doktersbelangen na te streven, maar ook het algemeen belang van een goede gezondheidszorg. ‘De implicatie is wel dat bij slecht functionerende artsen of ziekenhuizen het ook onze rol is om daar iets van te zeggen. Wij steunen niet onder alle omstandigheden de dokter of het ziekenhuis.’

Wat vindt u van de media-aandacht voor dokters die slecht functioneren?
‘Patiënten en de media kunnen lyrisch zijn over de kwaliteit van de gezondheidszorg, verreweg de meesten zijn uitermate tevreden. Een dag later kunnen ze ongelofelijk boos zijn omdat een orthopeed in Purmerend, een neuroloog in Twente, of een chirurg in Emmen langere tijd slechte zorg heeft geleverd. Ik denk dat dat allebei komt, omdat gezondheidszorg zo belangrijk is. Het zijn twee kanten van dezelfde medaille.’

In de genoemde ernstige situaties hadden collega’s signalen ontvangen van het slechte functioneren, maar daarop onvoldoende gereageerd. Het lijkt of artsen de gelederen sluiten.
‘Dat klinkt te opzettelijk. De cultuur was dat je elkaar niet afviel, en je niet met elkaars kwaliteit van zorg bemoeide. De Orde wilde die cultuur doorbreken met intercollegiale toetsing en verbetering van de visitaties, maar heeft dat nooit goed gecommuniceerd naar de samenleving. Dat gebeurde pas later onder druk van de incidenten van de laatste jaren, en dan zit je in de verdediging. De beroepsgroep doet er veel aan, maar had het eerder moeten communiceren, achteraf gezien.’

Werkvloer
Het grootste deel van de KNMG-periode heeft Legemaate gecombineerd met het hoogleraarschap. In 2000-2002 was hij zelfs even helemaal weg en had hij een voltijds leerstoel bij het instituut Beleid & Management Gezondheidszorg in Rotterdam. Daar vulde hij zijn dagen vooral met management en bestuurlijk overleg, onvermijdelijk door de fusie tussen de medische faculteit en het ziekenhuis, wat ervoor zorgde dat hij weer snel terugging naar de KNMG. ‘Ik raakte de binding met het gezondheidsrecht en de praktijk kwijt.’

Ook in zijn nieuwe functie als voltijds hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam houdt hij, als juridisch adviseur van het AMC, contact met de praktijk. Hij hoopt op een ‘divers en informeel’ contact met de werkvloer, waar misschien nog spannende onderzoeksvragen uit voortkomen.

Hoe gaat dat in zijn werk, juridisch onderzoek?
‘Juridisch onderzoek is vaak een combinatie van het analyseren van wetgeving en rechtspraak en sociaal wetenschappelijke methoden als interviews en focusgroepen. Voor de evaluatie van de Wgbo hebben we bijvoorbeeld groepen samengesteld van huisartsen en specialisten. Ook kan een gezondheidsjurist alle uitspraken over beroepsgeheim van de laatste vijf jaar verzamelen en zich opsluiten in een kamer voor een analyse naar de normontwikkeling. Dat is typisch juridisch onderzoek, nogal afwijkend van onderzoek in de biomedische hoek.’

Dokters en juristen kijken dus verschillend tegen onderzoek aan. Hoe kijken dokters aan tegen het recht?
‘Er is een beeld dat juristen zwart-witdenkers zijn, formalisten en regelneven. Terwijl het recht gaat over redelijkheid. Ik merk dat artsen in overleg met een jurist, altijd op een werkbaar antwoord uitkomen, dat prima past binnen de geldende regels.’

Hebben dokters een gebrek aan juridische kennis?
‘Ja, maar ik bedoel dat niet negatief. Je kunt niet van een arts verwachten dat hij die kennis heeft. In de Wgbo staat bijvoorbeeld dat de patiënt recht heeft op informatie, zoveel als de patiënt ‘redelijkerwijs’ nodig heeft. Hoeveel is dat? Daar ligt ruimte voor een wetenschappelijke vereniging, die kan in een richtlijn omschrijven wat redelijk is. De wet geeft het veld onder de vlag ‘redelijkerwijs’ heel veel ruimte om zelf een voor de patiënt goede, en voor de dokter werkbare, keuze te maken.’

‘Er is een beeld dat juristen
zwart-witdenkers zijn, formalisten en regelneven’

Wat gaat u aan die kennis verbeteren in het onderwijs aan geneeskundestudenten?
‘Geneeskundestudenten maken vooral tijdens de coschappen de koppeling met hun eigen praktijkervaringen, dat is heel leuk. Autonomie, privacy of het recht op informatie zijn heel belangrijke zaken voor de patiënt. Dokters mogen hierin op tal van punten zelf verantwoordelijkheid nemen en eigen keuzen maken. In een juridische situatie gaat het niet alleen om de beslissing die je neemt, maar ook om de argumentatie. Ik probeer studenten duidelijk te maken dat je pas echt in de problemen zit, als je iets hebt gedaan, waar je geen goede argumenten voor hebt.’

Heleen Croonen

Correspondentieadres: redactie@medischcontact.nl

Johan Legemaate: ‘Verantwoordelijkheidsverdeling in de zorg kan beter worden bepaald door het veld, dan door de wet.’ Beeld: De Beeldredaktie, Evelyne Jacq
Johan Legemaate: ‘Verantwoordelijkheidsverdeling in de zorg kan beter worden bepaald door het veld, dan door de wet.’ Beeld: De Beeldredaktie, Evelyne Jacq


Klik hier voor nascholingen over palliatieve sedatie via www.medischcontact.tv.

Klik hier voor nascholing/de KNMG-Handreiking Verantwoordelijkheidsverdeling bij samenwerking in de zorg via www.medischcontact.tv.

Klik hier voor het artikel 'Wet cliëntenrechten moet van tafel' van Mr. Johan Legemaate in ditzelfde nummer van Medisch Contact (blz. 1827).

Klik hier voor de column 'After sales' van Mr. Johan Legemaate in het Federatienieuws in ditzelfde nummer van Medisch Contact (blz. 1873).

Ook in zijn nieuwe baan als hoogleraar hoopt Johan Legemaate op een ‘divers en informeel’ contact met de werkvloer in het ziekenhuis.
Ook in zijn nieuwe baan als hoogleraar hoopt Johan Legemaate op een ‘divers en informeel’ contact met de werkvloer in het ziekenhuis.

<!--Johan Legemaate

Johan Legemaate (1958) studeerde rechten in Utrecht en werkte na zijn afstuderen negen jaar als juridisch medewerker bij de Stichting Patiëntvertrouwenspersoon Geestelijke Gezondheidszorg. Hij promoveerde in 1991 aan de Universiteit van Amsterdam en maakte de overstap naar de KNMG als juridisch medewerker, later juridisch adviseur. Na twee jaar kwam daar een leerstoel gezondheidszorgbeleid en gezondheidsrecht aan het Instituut Beleid en Management Gezondheidszorg in Rotterdam bij.

In 2000 werd deze laatste functie fulltime, een tijdelijk afscheid van de KNMG, maar na anderhalf jaar keerde Legemaate terug als beleidscoördinator gezondheidsrecht en juridisch adviseur. Vanaf 2005 werkte hij daarnaast een dag in de week als bijzonder hoogleraar gezondheidsrecht aan de Vrije Universiteit. Sinds 1 september 2010 is hij voltijds hoogleraar Gezondheidsrecht aan de Universiteit van Amsterdam.

In 2007 won Legemaate de Gouden Peer, een erkenning van vakbroeders voor de beste jurist in het gezondheidsrecht. Verder is hij betrokken geweest bij evaluatieonderzoeken van wetten, lid van tal van wetenschappelijke gremia, waaronder de Gezondheidsraad, een aantal redacties en is hij adviseur van de WHO.-->

Tuchtrecht
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.