Laatste nieuws
Bas Knoop
9 minuten leestijd
veiligheid

Langer zelfredzaam met domotica

De opmars van 'slimme' apparaten in de ouderenzorg

5 reacties
Fabio De Paola , The Times
Fabio De Paola , The Times

Domotica in de zorg moeten chronisch zieken meer regie geven over hun eigen gezondheid en ouderen in staat stellen langer thuis te blijven wonen. Maar aan de inzet van techno-logische hulpmiddelen en gadgets kleven ook risico’s.

In een hoek van het podium zit Nao. De kleine robot – 58 centimeter groot – rekt zich nog maar eens uit, terwijl zijn ogen in verschillende kleuren oplichten. Nao gaat zo op date met Piet-Hein Peeters, dagvoorzitter van het Verenso-congres Dementie & Domotica dat op 26 mei plaatsvond in CineMec Utrecht. Als Peeters even later zijn openingszin heeft uitgesproken, blijft het oorverdovend stil. Nao is uitgevallen. ‘Ze vindt het spannend zo’n eerste date’, grapt de man die de robot bedient.

Als Nao is herstart, is het alsnog tijd voor de date. Maar intiem wordt het nooit. De lieflijk ogende robot stelt louter door haar begeleider geprogrammeerde vragen als ‘vind je me leuk?’ en ‘mag ik een liedje voor je zingen?’ Peeters reageert steevast met ‘ja’, waarbij hij het antwoord enkele malen moet herhalen omdat Nao de reactie niet oppikt en de dagvoorzitter zwijgzaam blijft aankijken.

Tekortkomingen

‘Ik was blij dat de tekortkomingen van deze robot duidelijk aan het licht kwamen op het congres’, zegt Pim Haselager, professor en hoofdonderzoeker theoretische cognitieve wetenschappen aan het Donders Institute for Brain, Cognition and Behaviour van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Haselager doet onder meer onderzoek naar ethische, juridische en maatschappelijke implicaties van de toepassing van robotica in de samenleving. ‘Je zag goed wat deze robot niet kon. Nao praatte te snel, viel in herhaling of reageerde niet als er tegen haar werd gepraat. En zo gaat het bijna altijd met robots. Er gaat vaak iets mis.’

Of het nu gaat om humanoïde robots zoals Nao of zeehond Paro, huishoud-robots die mensen in en uit bed kunnen tillen, camerasystemen, telecare, gps-trackers of sensoren, de toepassing van domotica in de ouderenzorg is niet meer weg te denken. Bij nieuw- of verbouwplannen van verpleeg- en verzorgings-huizen is de integratie van domotica een standaardonderdeel geworden. Met de inzet van gadgets en technologische hulpmiddelen zouden chronisch zieken meer regie moeten krijgen over hun eigen gezondheid, ouderen in staat worden gesteld langer zelfstandig thuis te wonen, mensen met dementie een zinvollere dagbesteding moeten krijgen en mantelzorgers worden ontlast. Maar is dat ook zo? Op het Verenso-congres in mei gingen verschillende deskundigen in op vragen als: Wat zijn de effecten van domotica op de zorgverlening aan en de privacy van de patiënt? Vergroten technologische hulpmiddelen daadwerkelijk de veiligheid en autonomie van ouderen en in hoeverre kun je als specialist ouderen-geneeskunde de verantwoordelijkheid voor de patiënt afstaan aan de techniek?

Chronisch zieken krijgen meer regie over hun eigen gezondheid

Aangenaam onpersoonlijk

Een van de sprekers die dag was Pim Haselager. Hij is eerlijk. Als hij op latere leeftijd hulpbehoevend wordt, zou hij zich graag in of uit bed laten tillen door een robot. ‘Of, mocht het zover komen, mij laten voeden door een robot. Ik word liever gevoed door een robot dan door een mens. Ik sprak laatst na een lezing een vrouw in een rolstoel. Zij gaf aan dat zij het onprettig vond dat zij iedere dag werd gewassen door een mannelijke verpleger. Ze zou graag worden geholpen door een robot. In situaties waarin je je schaamt of als je je opgelaten voelt, kan ik mij goed voorstellen dat je je liever laat helpen door een robot. Aangenaam onpersoonlijk noem ik dat.’

Of neem praktische zaken in het huishouden van een hulpbehoevende oudere, zoals stofzuigen of de lampen aandoen. Prima als bij dit soort taken de zorgverlener vervangen wordt door de technologie, vindt Haselager. ‘Maar op momenten dat je echt contact wil, wederkerigheid of empathie wil voelen, kom je al snel tot de conclusie dat robots op dit moment nog helemaal niet op een sociale en goede manier kunnen communiceren met patiënten. Het is nep, voorgeprogrammeerd. Robots doen alsof, ik noem het Disneyland. Maar als de techniek het over een aantal jaren mogelijk maakt dat robots op een meer sociale manier met mensen kunnen communiceren, moeten we dit dan willen? Ik vind van niet. Het uitgangspunt moet zijn dat de inzet van bijvoorbeeld stofzuigerrobots in de zorg ervoor zorgt dat zorgverleners en familieleden meer tijd krijgen voor echt, persoonlijk contact met de patiënt. Niet dat robots of andere vormen van domotica de zorgverlener een-op-een gaan vervangen. Want waar draait het nu om voor de patiënt als een thuiszorgmedewerker het huis komt poetsen? Om het schoonmaken van het huis of om het praatje en het kopje koffie? Het moet én én zijn. Prima als een robot je moeder ’s avonds in bed tilt, maar ga ook met haar een dag naar zee.’

Op dit moment kunnen robots nog helemaal niet op een sociale en goede manier communiceren met patiënten. Beeld: Getty Images
Op dit moment kunnen robots nog helemaal niet op een sociale en goede manier communiceren met patiënten. Beeld: Getty Images

Hoge verwachtingen

Maar het probleem is volgens de Nijmeegse filosoof en psycholoog dat de maatschappelijke discussie over de inzet van domotica in de zorg hoofdzakelijk wordt gevoerd door politici en economen. ‘En niet door mensen die werken in de kunstmatige intelligentie en die weten hoe lastig het is om menselijke eigenschappen in een robot te stoppen. Door economen en politici worden te hoge verwachtingen gewekt van de rol van domotica in de zorg, vooral als het gaat om robots. Een paar jaar geleden stond in een economisch rapport over robots en de arbeidsmarkt dat de kans 97 procent was dat binnen tien tot vijftien jaar het beroep van ober zou verdwijnen. Dan denk ik altijd, welk idee over obers zit hierachter? Als je de taak van obers puur beschouwt als het rondbrengen van eten en drinken, dan kan een robot dat overnemen. Maar een ober doet veel meer. Hij helpt ouderen die hannesen met de menukaart, probeert mensen tevreden te houden die klagen over de kwaliteit van het eten of rent achter een niet-betalende klant aan. Zie je dat een robot doen? Natuurlijk niet! Bij al die debatten over de rol van technologie in de samenleving, ook in de zorg, wordt uitgegaan van de platte zelfinterpretatie wat mensen doen en meebrengen bij een taak. We lijken blind voor de menselijke kwaliteiten.’

Een tablet voor mensen met dementie

Hoe kunnen tablets bijdragen aan een betere kwaliteit van leven voor mensen met dementie? Yvonne Kerkhof, docent verpleegkunde aan de Saxion Hogeschool in Deventer, werkt momenteel aan een computerprogramma dat mensen met milde dementie en hun verzorgers moet ondersteunen bij het gebruik van een tablet. Over anderhalf jaar hoopt zij hierop te promoveren aan het VUmc. ‘Ik ontwikkel een tool waarmee het voor mensen met dementie eenvoudiger moet worden om op hun tablet de juiste apps te selecteren. Iemand wil bijvoorbeeld muziek luisteren uit de jaren vijftig, maar wil tussendoor geen reclamefilmpjes zien en de voertaal in de app moet Nederlands zijn. Als je deze criteria in mijn programma invoert, rollen er een aantal applicaties uit die geschikt zijn voor deze persoon. Maar mensen kunnen via deze tool ook een app selecteren die hen helpt bij het structureren van de dag of die hen herinnert aan het innemen van de medicatie.’

Kerkhof hoopt dat door haar programma het ook voor mensen met dementie mogelijk wordt een tablet te gebruiken. ‘Ik zie dit als een vorm van psychosociale zorg die kan bijdragen aan een zinvollere dagbesteding voor mensen met dementie. Daar ontbreekt het nu vaak aan. Mensen met dementie verliezen langzaam hun identiteit. Met psychosociale zorg kun je herinneringen aan vroeger weer een beetje terughalen, bijvoorbeeld door op een tablet naar muziek van vroeger te luisteren of oude vakantiefoto’s te bekijken. Samen met familieleden en zorgverleners.’

Kerkhof is niet bang dat door het gebruik van tablets door mensen met dementie het contact met de familie verschraalt. ‘Het is een heel negatief scenario om ervan uit te gaan dat de kinderen en kleinkinderen niet meer op bezoek komen bij opa omdat hij een tablet heeft. Het biedt mensen met dementie juist de mogelijkheid om samen met hun naasten zinvol bezig te zijn. De inzet van technologie in de zorg past in onze huidige samenleving.’

Goedkoper

En dat is gevaarlijk, meent Haselager. ‘Een belangrijk argument vóór de integratie van steeds meer technologie in de zorg is geld. Het wordt goedkoper. Kijk naar Nao. Die robot kostte vijftien jaar geleden zo’n 15.000 euro, nu ligt de prijs tussen de 3000 en 5000 euro. Haal daar een nulletje vanaf en je koopt Nao in de winkel. Is dat moment daar dan wordt het voor de markt ook interessant om verschillende applicaties te ontwikkelen voor deze robot die veel mensen gaan gebruiken. Dat levert weer geld op, waardoor de prijs van de robot verder omlaag kan. Uiteindelijk is Nao goed-koper dan een wijkverpleegkundige. Wat ik hiermee wil zeggen is dat we nu al met elkaar in gesprek moeten over wat we nu precies met technologie in de zorg willen. Niet pas over tien jaar, als de prijzen zijn gedaald en de infrastructuur is gecreëerd.

Een terechte vraag, vindt Alistair Niemeijer, universitair docent zorgethiek en beleid aan de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht. ‘De technologische ontwikkeling dendert voort. De vraag is: wát gaan we ermee doen, niet óf we er iets mee gaan doen. Technologie suggereert immers vooruitgang. We zitten ook allemaal op de iPhone 7 te wachten. Als je deze aanname op de zorg projecteert, betekent dit dat technologische vooruitgang leidt tot betere zorgverlening. Maar dat is niet altijd zo, kijk naar de uitbetaling van de pgb’s. Zeker, toezichthoudende domotica in de zorg hebben zo hun voordelen en lijken de voorkeur te verdienen boven een Zweedse band en gesloten deuren. Hulpbehoevende ouderen kunnen langer thuis blijven wonen, het kan hun autonomie vergroten en mantelzorgers worden ontlast. Bovendien, als je domotica niet ziet als een vervanging van het persoonlijk contact met familieleden en zorgverleners, kan technologie zelfs bijdragen aan een intensievere zorgrelatie. Maar aan de toepassing van technologische hulpmiddelen als bewegingssensoren, GPS-trackers, robots en camera’s kleven ook risico’s, bijvoorbeeld op het gebied van veiligheid en privacy.’

'Uiteindelijk is Nao goedkoper dan een wijk-verpleegkundige'

Veiligheid

Een belangrijke reden voor zorginstellingen om domotica toe te passen in de zorgverlening is het vergroten van de veiligheid van de patiënt. Doordat een zorgverlener kan zien (camera’s) of horen (sensor met uitluistersysteem) of er iets aan de hand is – iemand dreigt uit bed te vallen – kan sneller worden ingegrepen, is de gedachte. ‘Maar uit de wetenschappelijke literatuur is nog niet gebleken dat domotica de veiligheid van patiënten vergroten’, zegt Niemeijer. ‘En bovendien: als je als zorgverlener via een camera of sensor signaleert dat iemand uit bed dreigt te vallen, betekent dit nog niet dat je op tijd ter plekke bent om een val te voorkomen. Met domotica kun je onheil eerder signaleren, maar minder goed afwenden dan de traditionele vrijheidsbeperkende maatregelen. Daar moeten we realistisch over zijn.’

Niemeijer waarschuwt ook voor het creëren van schijnveiligheid. ‘Het lijkt niet haalbaar, zonder extra personeel in zorginstellingen, om alle signalen van alle patiënten permanent in de gaten te houden en daarop te reageren. Want wat als er meerdere meldingen tegelijk binnenkomen bij het zorgpersoneel, hoe weet je dan van wie de hulpvraag het meest urgent is?’

'Je kunt onheil eerder signaleren, maar minder goed afwenden'

En dan is er nog het privacyvraagstuk, dat bij de inzet van technologie in de zorg altijd om de hoek komt kijken. Zowel Haselager als Niemeijer wijzen op het belang dat door robots en camera’s verzamelde data veilig worden opgeslagen en niet bijvoorbeeld op internet verschijnen. ‘Maar je hebt ook nog de kwestie van het ongehinderd alleen kunnen zijn’, zegt Niemeijer. ‘Als camera’s, sensoren en uitluistersystemen op grote schaal worden toegepast, kan dat leiden tot een bigbrothergevoel. Het gevoel dat je continu in de gaten wordt gehouden. Maar mensen die in een zorginstelling verblijven, zijn daar ook om een zo gewoon mogelijk leven te leiden. Daar hoort ook seksueel contact bij, dat buiten het zicht van een camera moet kunnen plaatsvinden.’

Vinden mensen met cognitieve beperkingen, bijvoorbeeld dementie, het recht op privacy nog wel zo belangrijk? En meer in algemene zin: wat vinden hulpbehoevende ouderen die nog thuis wonen of in een zorginstelling verblijven eigenlijk zelf van de inzet van domotica? ‘Die vraag wordt structureel niet gesteld’, zegt Haselager. ‘De groep waar het om draait, is nauwelijks betrokken in de discussie over domotica in de zorg. Veel ouderen weten ook niet precies wat ze willen, dat is voor hen een hele ontdekkingsreis. Bij mensen met dementie of een verstandelijke beperking is het nog lastiger te achterhalen hoe zij over technologie denken. Dit vergt een extra inspanning van zorgverleners en familieleden. Daarom moeten we deze discussie nu al voeren, voordat straks economische factoren beslissend zijn bij de inzet van technologische hulpmiddelen in de zorg.’

Lees ook Download dit artikel (PDF)
dementie veiligheid privacy ouderenzorg technologie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Marlies Rommelse

    arts, Oosterhout

    Ik las het artikel over zelfredzaamheid met domotica (MC 27-28/2016: 26).
    Als ALS-patiënt ben ik afhankelijk van veel hulpmiddelen. Laatst waren de beide accu’s van mijn elektrische rolstoel kapot en vorige week had ik tweemaal een lekke band. De mo...nteur was er na drie uur, maar al die tijd kon ik niet naar de wc. Mijn blaas stond op knappen!
    Ik heb ook elektrische armondersteuning, anders kan ik geen eten of drinken naar mijn mond krijgen. De bediening van de ene arm was op hol geslagen en de andere functioneerde niet goed meer. De monteur kwam na één dag. Ruim 24 uur kon ik nauwelijks eten of drinken.
    Mijn douchestoel weigerde omlaag te komen en de knop voor de nooddaling liep over dezelfde printplaat en deed het dus ook niet. Enkele uren later werd ik door ambulanceverpleegkundigen uit de stoel (ik zat op bijna 1 meter hoogte) getild.
    De gordijnen en lampen werken via een afstandsbediening. Na een stroomstoring weigerde alles en moest de afstandsbediening opnieuw geprogrammeerd worden.
    Daarnaast moet je elke dag zorgen dat al je apparaten opgeladen worden, uiteraard allemaal met een andere oplader.
    Gelukkig heb ik een lieve, zorgzame, handige en technisch onderlegde man, die veel van mijn problemen oplost. Maar ik maak mij grote zorgen om al die hulpbehoevende mensen die geconfronteerd worden met stroomstoringen, kapotte hulpmiddelen en andere technische problemen, en die dat zelf niet kunnen oplossen en ook geen handige man hebben om hen te helpen.
    Als we domotica op grote schaal willen invoeren dan zullen we voor veel technische ondersteuning bij mensen thuis moeten zorgen, anders gaat het helemaal mis.

  • W.J. Jongejan

    huisarts n.p., Woerden nl

    ad Marlies Rommelse. U legt in uw ingezonden reactie genadeloos bloot waar het bij recente toepassingen van domotica en andere elektronische hulpmiddelen vaak aan schort. Los van de aanschaf is de logistiek en het onderhoud(24/7 oproepbaar en op kort...e termijn bij de patiënt) een zeer ondergewaardeerd onderwerp. De eigenaar is bij disfunctioneren van de apparatuur zeer onthand.

    ad Haselager en van het Land. Ik schep er geenszins genoegen in om iemands betoog onderuit te halen. Het blijkt echter dat mensen die enthousiast gemaakt worden voor zorgrobots vaak onvoldoende weten wat de zorgrobot nu werkelijk voorstelt en wat er aan technische en protocollaire voorzieningen nodig zijn om het één en ander veilig te laten functioneren. Er bestaat ook een duidelijk misverstand over wat een Zora-robot kost. Even voor een goed begrip: aan de NAO-robot af fabriek in Frankrijk heeft niemand in de zorg iets. Nederlandse commando's begrijpt die niet. Na aanpassing van de software door QMBT heet de robot Nao opeens Zora en is de prijs verdrievoudigd. De prijs wordt door QMBT nergens vermeld. Slechts indirect via sponsors/subsidianten wordt duidelijk dat de prijs 15.000 euro is plus nog 1500 euro voor programmeren, verzekering, service en onderhoud. Slechts een beperkt aantal vragen kan Zora zelf beantwoorden, voor gesprekken is een via wifi-verbonden basispost op een laptop nodig. Door intypen van een antwoord van een door microfoons opgevangen vraag/opmerking kan men Zora dan adequaat laten "terugpraten".
    Het is te betreuren dat Medisch Contact vijf jaar afdrukte als vijftien jaar. Ik hoef er als abonnee van een kwaliteitsmagazine echter niet van uit te gaan dat een kennelijke fout is gemaakt in het vastleggen van de tekst.

  • Pim Haselager

    UHD Radboud University, Nijmegen

    Geachte heer Jongejan
    U heeft helemaal gelijk als u zegt dat ‘vijftien jaar terug’ onmogelijk is. Jammer dat u daarom niet even heeft overwogen dat het misschien wel eens om een eenvoudige schrijf- of editing-fout zou kunnen gaan. Er had ‘vijf’ moete...n staan. Er was afgesproken dat ik het artikel kon inzien voor publicatie. Ik betreur het dat die belofte niet is nagekomen. Ik had anders de bovengenoemde en nog een andere onjuistheid (ik ben geen professor, maar UHD) eenvoudig kunnen corrigeren.
    In verband met de prijs schets ik, zoals uit de tekst toch duidelijk blijkt, een **toekomstige** ontwikkeling in de marktdynamiek: Goedkoper -> meer afname -> versnelde ontwikkeling -> meer en betere praktische toepassingen. Dezelfde dynamiek hebben we bijvoorbeeld bij de computer in de jaren ’80 gezien. Niemand kan de toekomst voorspellen uiteraard, maar dit lijkt mij toch een redelijke suggestie.
    Het is me niet duidelijk hoeveel de nogal prijzige software van Zora toevoegt aan de NAO-robot. Deze en andere robots (zoals ‘Alice’) hebben mensen nodig om een meer dan minimale ‘conversatie’ te kunnen voeren. In mijn lezingen probeer ik, zoals hierboven ook blijkt, juist zowel de mogelijkheden als beperkingen van robots eerlijk te laten zien. Informatie verschaffing moet realistisch zijn. We hebben niets aan overdreven hypes over robots in de zorg (of waar dan ook).
    Robots zullen steeds goedkoper en beter worden, maar ook nog heel lang flinke beperkingen kennen, speciaal op het gebied van sociale interactie en empathie. Verzorgers vervangen door robots lijkt me dus een slecht idee, zoals toch ook in het artikel duidelijk naar voren komt. Verzorgers ondersteunen door robots is de moeite van het overdenken waard, en het lijkt me essentieel dat juist de verzorgers en verzorgden zelf daar een grote rol in spelen.

  • van 't Land

    Jeugdarts, EINDHOVEN Nederland

    Jammer dat Haselagers genuanceerde betoog verkeerd geïnterpreteerd wordt weergegeven in bovenstaande reactie. Ik denk dat zijn oproep om breed het gesprek aan te gaan over zorgrobots en innovaties in het algemeen, met een open oog voor de voor- en na...delen, zeer zinvol is. Laten we dat open gesprek niet voortijdig smoren in zure opmerkingen over feitelijkheden. Uit Haselagers betoog spreken in mijn beleving juist respect en waardering voor wijkverpleegkundigen in het bijzonder, en voor menselijke empathie in het algemeen.

  • W.J. Jongejan

    huisarts n.p. , Woerden nl

    De in dit artikel aan het woord komende hoogleraar Pim Haselager heeft zeer weinig research gedaan over de "zorg"-robot NAO. Hij zegt dat die uiteindelijk goedkoper zal zijn dan een wijkverpleegkundige. De robot die voor "zorggebruik" gepropageerd wo...rdt, is een opgewaardeerde versie van NAO en heet dan ZORA. De firma Aldebaran maakt NAO voor 5628 euro op dit moment. Daarna wordt die robot door het Belgische QBMT van een Nederlandse taalmodule voorzien en wat extra software. Dan kost de robot opeens rond de 15000 euro (onderhoudscontract kost 2500 euro extra). De prijs is nergens duidelijk te vinden, slechts indirect op een Belgische ING-website. Haselager zegt dat de robot 15 jaar terug 15000 euro kostte. Dat is onmogelijk. De ontwikkeling startte in 2004 en tussen 2005 en 2007 werden 6 prototypes gemaakt. In maart 2008(8 jaar geleden) werd de eerste productie-versie gepresenteerd(bron: Wikipedia). ZORA/NAO is uiterst beperkt zelf-reagerende robot, die contact heeft met zorgbehoevenden d.m.v. buikspreken. De door de microfoons in de robot opgevangen woorden van de patiënt worden door het wifi-netwerk doorgezonden naar een iemand met een laptop elders in de ruimte of erbuiten die de antwoorden intypt. ZORA/NAO spreekt die dan uit. De robot is te kenschetsen als een gadget, een leuk hebbedingetje, maar niet als een serieuze vervanger van personeel. De vergelijking met de kosten een wijkverpleegkundige is op zijn zachtst gezegd dan ook zeer ongelukkig te noemen. Ik heb een hoge dunk van wijkverpleegkundigen en kan me voorstellen dat die de vergelijking met dit buiksprekende robotje als een belediging ervaren. Voor nadere informatie zie: http://www.zorgictzorgen.nl/zora-15000-euro-voor-een-kwetsbare-buiksprekende-zorg-robot/

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.