Laatste nieuws
Ingrid Lutke Schipholt
4 minuten leestijd

Kraker gepromoveerd

Plaats een reactie

Bijwerkingen chiropraxie onderzocht



Onder artsen is de effectiviteit van chiropractische behandelingen omstreden. Voor promovendus en ‘kraker’ Sidney Rubinstein is chiropraxie echter een bewezen behandelwijze waarvan de bijwerkingen enorm meevallen, zo blijkt uit zijn onderzoek.



‘Slechts 1 procent van de patiënten met nekklachten die chiropraxie krijgen, heeft na twaalf maanden nog last van bijwerkingen’, zegt chiropractor Sidney Rubinstein in zijn praktijk in Soest. Afgelopen maand promoveerde hij bij de geneeskundefaculteit van de Vrije Universiteit. De titel van zijn proefschrift: Adverse events following chiropractic care for subjects with neck pain.



Rubinstein, Amerikaan van geboorte, is de eerste kraker in Nederland die promoveerde op onderzoek naar deze alternatieve behandel­methode.  Hij volgde zijn vijfjarige universitaire opleiding in de Verenigde Staten. Ook daar is chiropraxie niet volledig geaccepteerd, zij het meer dan in Nederland. De bewijslast voor de effectiviteit neemt langzaam toe, maar de acceptatie niet.



Zijn familie stond niet te springen toen hij voor chiropractor wilde studeren. ‘Mijn vader is arts. Hij was boos. Maar het bleek dat hij helemaal niet wist wat chiropraxie inhoudt en had nog nooit een chiropractor gesproken.’



Vragenlijst


Vijftien jaar geleden kwam Rubinstein naar Nederland. In 2004 startte hij zijn onderzoek naar bijwerkingen van chiropractische behandelingen bij nekklachten. De behandelmethode bij dit type klachten, bij patiënten die ten minste 24 uur nekpijn hebben, heeft bijwerkingen die zijn onder te verdelen in ‘veel voorkomend’ en ‘zelden voorkomend’. De meest voorkomende zijn toename van de oorspronkelijke nekpijn, hoofdpijn of pijn die uitstraalt naar schouders en/of armen. Een ernstige en zelden voorkomende bijwerking is cervicale arteriële dissectie.



Rubinstein wilde de ernstige bijwerkingen in kaart brengen aan de hand van een review. Dat was lastig: ‘Prospectief kun je de ernstige bijwerkingen niet onderzoeken, want de incidentie is zeer klein: één op de miljoen behandelingen. Maar retrospectief onderzoeken brengt ook problemen met zich mee, want het is moeilijk om bias te voorkomen.’ Rubinstein: ‘De methodologische kwaliteit van het bestaande onderzoek is minimaal.’



Vervolgens wilde hij bijwerkingen die optreden in Nederlandse praktijken voor chiropraxie in kaart brengen. Daarvoor ontwierp hij een vragenlijst, die door 529 patiënten werd ingevuld. Vanaf het begin van de behandeling tot een jaar na aanvang hielden ze bij in welke mate ze kampten met hoofdpijn, duizeligheid en/of uitstralingspijnen. Uit dit onderzoek blijkt dat hooguit 1 procent van de mensen twaalf maanden na aanvang nog last had van de behandelingen. Ernstige bijwerkingen kwamen in de groep niet voor. Tweederde van de patiënten was na drie maanden van zijn klachten af en na twaalf maanden nog steeds.



Craniale techniek


Rubinstein maakte eveneens gebruik van gegevens die 79 collega-chiropractors bijhielden over patiënten met nekklachten. Ook beschreven ze gebruikte technieken als soft tissue, Gonstead en de sacro-occipitale of craniale techniek. Daarnaast gebruikte hij observationele gegevens, geen beelddiagnostiek. ‘Daar zie je niet zo veel op. Degeneratie komt nauwelijks overeen met klachten. Een patiënt kan weinig klachten hebben, terwijl de foto toch afwijkingen laat zien.’



De onderzoeksresultaten stroken volgens Rubinstein met zijn praktijkervaring. Hij was wel verbaasd over de uitkomsten over voorspellers van bijwerkingen. ‘Ik had verwacht dat ervaren collega’s het beter zouden doen dan de minder ervaren chriopractors, maar dat was niet het geval.’


Naar de voorspellers doet Rubinstein nu vervolgonderzoek. Hij wil achterhalen welke patiënten baat of bijwerkingen hebben en welke juist niet. ‘Biosociale factoren zijn nog onvoldoende onderzocht. Ook moeten we nekpijn veel beter definiëren. We zien nekpijnpatiënten als een homogene groep, terwijl de klachten heterogeen zijn.’



‘Knak’


De meeste artsen verwijzen niet naar een chiropractor. Vaak denken mensen met nek- en rugklachten zelf aan chiropraxie. ‘Artsen zijn eerder geneigd om door te sturen naar een manueel therapeut dan naar een chiropractor. Ik snap dat wel, want een manueel therapeut is een fysiotherapeut met een extra opleiding. Daar zijn artsen mee bekend. Chiropraxie wordt eerder als alternatief gezien, terwijl manuele therapie nota bene voortkomt uit chiropraxie.’



Voor artsen is de keuze ook lastig: het verschil tussen een manueel therapeutische en een chiropractische behandeling is niet helder. Rubinstein: ‘Chiropractors kraken vooral en voeren soms mobiliserende handelingen uit, manueel therapeuten kraken niet.’ Kraken is het gewricht met een snelle beweging manipuleren, zodat je een ‘knak’ hoort. Bij mobiliseren gaat de behandelaar niet zo ver dat het kraakt.’



Naar de verschillen in effectiviteit van beide methoden is volgens Rubinstein nauwelijks onderzoek gedaan. Er is maar één onderzoek, van Hurwirtz, waarbij manipulatie (‘kraken’) is vergeleken met mobilisatie. ‘Er zijn niet al te grote verschillen. De keuze is aan de patiënt.’ Rubinstein merkt wel op dat op de Hurwirtz- studie het nodige is af te dingen: van de duizend patiënten die werden gevraagd mee te doen, namen er uiteindelijk 340 deel. Dat zou een behoorlijke bias kunnen inhouden. Uit ander onderzoek, van Hoving, naar de verschillen in effectiviteit tussen standaardzorg door de huisarts plus de fysiotherapeut of een manueel therapeut bij niet-specifieke nekpijn, blijkt dat manuele therapie zowel op korte als lange termijn effectiever en voordeliger is.



Veel geld


Dat een alternatief genezer promoveert, is overigens uitzonderlijk. Rubinstein, en met hem de Nederlandse Chiropractoren Associatie (NCA) hoopt dat met dit onderzoek een stap richting erkenning van de behandeling wordt gezet. ‘Toch denk ik dat de chiropraxie voorlopig nog in de hoek van de alternatieve geneeswijze zal blijven. Een omslag in denken kost tijd’, zegt hij. Bovendien kost onderzoek veel geld en dat is voor de alternatieve sector moeilijk te vergaren. Ook Rubinstein kostte het behoorlijk wat moeite om zijn onderzoek gefinancierd te krijgen. ‘Zonder subsidie kun je niet promoveren. Van ZonMw en de universiteit kreeg ik niets. Dat ik toch kon promoveren, was omdat ik van nationale en internationale beroepsverenigingen van chiropractors subsidie ontving. De geneeskundefaculteit gaf me een plaats omdat ik een goede klinische vraagstelling en onderzoeksopzet had.’



Voorlopig zal Rubinstein de enige chiropractische promovendus zijn, ook al wordt er wel meer onderzoek gedaan naar de effectiviteit van de behandelmethode. Zo is Rubinstein betrokken bij een studie van de Vrije Universiteit in opdracht van het College voor zorgverzekeringen (CVZ). Hij doet literatuuronderzoek naar de effectiviteit van verschillende niet-reguliere interventies bij nek- en lagerugklachten.



‘Door al dit soort initiatieven zal onze methode ooit worden erkend’, denkt Rubinstein. ‘Het zal lang duren, maar als we kunnen hardmaken dat het werkt, worden we ook geaccepteerd.’ 



Ingrid Lutke Schipholt


Beeld: De Beeldredactie, Evelyne Jacq




Literatuur


* Hoving JL. Manipulation and mobilisation for mechanical neck disorders. Cochrane Data­base of Systematic Reviews, 2004.


* Hurwitz EL. Manipulation and mobilization of the cervical spine. A systematic review of the literature. Spine 1996; 21 (15): 1746-59.


* Rubinstein SM. Adverse events following chiropractic care for subjects with neck pain. Amsterdam, VU, 2008.



PDF van dit artikel



Nieuwsbericht


Eerste Nederlandse kraker promoveert

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.