Laatste nieuws
Gert van Dijk
3 minuten leestijd
Federatienieuws

KNMG: ‘Verplicht doorverwijzen bij weigeren euthanasie?’

Plaats een reactie

De artseneed stelt dat artsen tot taak hebben het lijden van patiënten te verlichten. Dat lijkt eenvoudig, maar het is lang niet altijd duidelijk wat dit concreet betekent.

Vooral rond het levenseinde kan dit tot complexe vragen leiden. Welke verantwoordelijkheid hebben artsen als een patiënt om euthanasie vraagt, en de arts kan of wil daar niet op ingaan? Wat als een patiënt met beginnende dementie om euthanasie vraagt? Hoe kan worden voorkomen dat aan het eind van het leven onwenselijke interventies plaatsvinden? Over deze en andere vragen hield de KNMG 22 april een symposium. Daarin stond de vraag centraal wat de verantwoordelijkheden van artsen zijn rond het levenseinde. 

Sterven
In vroeger tijden had volgens ethicus Dick Willems de arts een ondergeschikte rol bij het sterven, en trad hij terug als het sterven nabij was – ook om de suggestie te vermijden dat hij iets met dat sterven te maken had. Tegenwoordig zien veel artsen voor zichzelf een verantwoordelijkheid bij het bewerkstelligen van een goede ‘gehumaniseerde’ dood. Dat betekent onder meer: tijdig stoppen of niet beginnen van behandelingen, ‘preventie’ van een slecht sterfbed, het maken van zorgplannen en eventueel euthanasie of hulp bij zelfdoding. Ook is het van belang dat duidelijker wordt geformuleerd wat precies een ‘goede dood’ is. 

Verwijsplicht
Sommige patiënten zien voor zichzelf een goede dood in de vorm van euthanasie. Er bestaat echter nog de nodige onduidelijkheid over de verantwoordelijkheid van artsen vooral als zij de gevraagde euthanasie niet kunnen of willen uitvoeren. Vanwege principiële redenen tegen euthanasie, maar ook vanwege de overtuiging dat in een bepaalde situatie niet is voldaan aan de zorgvuldigheidseisen.

In beide situaties bestaat er volgens de KNMG geen actieve verwijsplicht. ‘Van gewetensbezwaarde artsen kan niet worden gevraagd mee te werken aan iets waar zij niet achter kunnen staan’, aldus KNMG-voorzitter Kruseman. Volgens voorzitter Sutorius van de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) laten veel artsen hun patiënten echter in de kou staan. Hij is benieuwd naar het oordeel van de rechter in deze kwestie en daagt de KNMG uit mee te werken aan een proefproces.

Kruseman ziet daar weinig in. Volgens hem ontstaan veel problemen doordat artsen niet of te laat aangeven wat hun positie is. ‘Arts en patiënt moeten tijdig met elkaar in gesprek gaan over de mogelijkheden die de arts kan bieden. Dat kan veel misverstanden en verkeerde verwachtingen voorkomen.’ Deze problemen kunnen volgens hem niet juridisch worden opgelost.

KNMG-jurist Legemaate meent dat een dergelijk proces ook weinig kans van slagen zou hebben, omdat artsen in het huidige systeem de ruimte hebben om een eigen afweging te maken. Artsen zijn dus niet verplicht de volledige mogelijkheden van de wet te gebruiken.

Euthanasie en dementie
Een andere vraag die aan de orde kwam, was die naar euthanasie bij beginnende dementie. Deze thematiek kwam recent in het nieuws door de documentaire ‘Voor ik het vergeet’, waarin Paul van Eerden, een patiënt met beginnende dementie, zelf de middelen bij elkaar zoekt om een eind aan zijn leven te maken. De huisarts weigerde hieraan medewerking, omdat zij de doodswens niet kon invoelen.

Hoewel het aantal casussen nog gering is, lijkt de laatste jaren, ook door de toetsingscommissies, breder erkend te worden dat ook het vooruitzicht van een verdere dementering kan leiden tot ondraaglijk en uitzichtloos lijden. Een van de verwachtingen is dat, met toenemende kennis en vroeg­diagnostiek, de vraag om euthanasie bij beginnende dementie de komende decennia explosief zal toenemen.

Het is daarbij wel de vraag of het gaat om vragen ‘voor de toekomst’, of om actuele vragen. In veel gevallen blijkt namelijk de vraag om euthanasie in de loop der tijd naar de achtergrond te verdwijnen. Bij beginnende dementie blijft het bovendien buitengewoon lastig de wilsbekwaamheid en de ondraaglijkheid van het lijden vast te stellen.

Palliatieve zorg
Rond het levenseinde spelen uiteraard meer vragen dan die rond euthanasie. Met name de palliatieve zorg heeft de laatste decennia een spectaculaire ontwikkeling doorgemaakt. Twee van de voortrekkers op dat gebied lieten hun licht schijnen over deze ontwikkelingen. Oncoloog Lia van Zuylen liet zien hoe het zorgpad stervensfase de symptoomlast in de stervensfase kan verminderen.

Hoogleraar palliatieve zorg Kris Vissers hield tot slot een vurig pleidooi voor een eerdere introductie van palliatieve zorg in het soms jaren durende zorgproces. Hij parafraseerde daarbij een bekend gedicht: ‘Langdurig pijn lijden behoort tot het zeer weinige dat niet zou mogen; toch wordt het veel toegelaten...’

Gert van Dijk, beleidsmedewerker ethiek KNMG
Correspondentieadres: g.van.dijk@fed.knmg.nl.De diverse presentaties van het symposium staan op www.knmg.nl.

Het debat tussen (v.l.n.r.) Eugène Sutorius, Cees de Graaf en Arie Kruseman; nauwlettend gevolgd door Johan Legemaate en Ben Crul.
Het debat tussen (v.l.n.r.) Eugène Sutorius, Cees de Graaf en Arie Kruseman; nauwlettend gevolgd door Johan Legemaate en Ben Crul.
Federatienieuws KNMG dementie palliatieve zorg
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.