KNMG: Het EPD: feiten en misverstanden

Een ruime meerderheid van artsen heeft, zo blijkt uit Medisch Contact nr. 20, het bezwaarformulier tegen het landelijk EPD ingevuld of overweegt dit alsnog. Van hen heeft 31,5 procent er overigens ook weinig vertrouwen dat het met het landelijk EPD goed komt.

Wat is hier aan de hand? De KNMG en de overgrote meerderheid van de artsen zijn voorstander van elektronische uitwisseling van patiëntgegevens. Dit kan de kwaliteit, veiligheid en efficiency van de zorg absoluut verbeteren. De patiënt hoeft zijn verhaal niet te herhalen en artsen hebben actuele ziektegegevens bij de hand.

Maar voor een goed werkend en betrouwbaar EPD moeten artsen de gegevens op dezelfde wijze opslaan en moet het dossier actueel zijn. Patiënten moeten erop kunnen vertrouwen dat hun gegevens veilig zijn zonder dat onbevoegden erbij kunnen. Pas dan kan draagvlak ontstaan voor invoering van een landelijk EPD. Het draagvlak voor het landelijk EPD van de overheid ontbreekt, zo blijkt uit het onderzoek in Medisch Contact en uit de bijna 500.000 bezwaren van burgers. En als artsen en patiënten het niet vertrouwen, komt er weinig van terecht.

Voor artsen is het belangrijk dat de voordelen van elektronische gegevensuitwisseling in de dagelijkse praktijkvoering blijken. Dit is wel het geval bij de regionale en lokale systemen, waarin de gegevens van zo’n 8 miljoen patiënten worden uitgewisseld.

Het landelijke EPD daarentegen is een te veel vanaf de tekentafel bedacht ontwerp en roept vragen op over de praktische bruikbaarheid, de bescherming van de privacy en de betrouwbaarheid van de opgeslagen gegevens.

Het systeem is nog onvoldoende getest en VWS hanteert een te optimistische prognose over de termijn van invoering. Het ministerie maakt onvoldoende gebruik van de ervaring met regionale systemen voor gegevensuitwisseling. De KNMG heeft deze bezwaren bij de Tweede Kamer en eind april jl. bij de Eerste Kamer aanhangig gemaakt.

We hebben VWS voorgesteld het EPD veel meer te baseren op de (nog verder te beveiligen) regionale systemen voor gegevensuitwisseling. De KNMG heeft het ministerie van VWS herhaaldelijk uitgenodigd om de twee opties, de bottom-up ontwikkeling vanuit de regionale systemen versus de top-down benadering van het ministerie, serieus te vergelijken. VWS reageert hier vooralsnog terughoudend op.

Wij willen graag het gesprek met VWS voortzetten, omdat wij ervan overtuigd zijn dat goede patiëntenzorg gebaat is bij elektronische beschikbaarheid van gegevens. Maar zo’n EPD komt er alleen binnen afzienbare tijd als er voldoende draagvlak voor is bij de artsen en de bevolking.

De centrale vraag is of het ministerie nu wel op de goede weg is met het landelijk EPD. De KNMG denkt van niet. Wij hebben voorstellen gedaan hoe dit schip vlot kan worden getrokken. Nu is het ministerie aan zet.

Arie Nieuwenhuijzen Kruseman, voorzitter KNMG

Lode Wigersma, directeur beleid KNMG

Dit is een verkorte weergave van een opiniestuk dat 14 mei in NRC is verschenen. Zie voor deze tekst het dossier EPD via www.knmg.nl/dossiers.

Feiten over het EPD

1. Het EPD is geen centraal opgeslagen dossier. Elke arts blijft verantwoordelijk voor de bij hem of haar opgeslagen gegevens. Die gegevens komen, alleen als de patiënt daarmee akkoord gaat, voor andere hulpverleners beschikbaar via de elektronische snelweg.

2. Niet alle hulpverleners kunnen alle patiëntgegevens inzien; een hulpverlener kan alleen de voor hem of haar relevante gegevens inzien.

3. Het EPD is niet minder veilig dan de uitwisseling van gegevens via papier, e-mail of fax, integendeel. Deze manieren van uitwisselen van gegevens zijn veel onveiliger dan via het EPD. Wel is het EPD in principe voor veel meer hulpverleners toegankelijk dan het schriftelijke dossier vroeger, dus de beveiliging vraagt veel meer aandacht.

4. Ten slotte: patiënten kunnen gegevens buiten het EPD houden, als zij niet willen dat die worden ingezien. Wij pleiten ervoor dat patiënten in dit geval dat uitsluitend in goed overleg met de huisarts doen, want een onvolledig dossier kan risico’s
voor de patiënt opleveren.

Medisch Contact-dossier: EPD